De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 27 oktober pagina 6

27 oktober 1895 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 957 Inhoud van Tijdschriften. De Economist van October bevat: Spoorwegen in Europa en in Amerika, door mr. G. Vissering.?l Eenige opmerkingen naar aanleiding van de statis tiek der Bedryfsbelasting, door C.S. Economische j Kroniek. Handelskroniek. Inhoud van Eigen Haard No. 43. De dochter der lijkraaf door P. van Assche. Hoenders en Hoenderrassen door L. C. van Balen (met afbeel dingen ) (slot). In den wijnkelder (metplaat). De Spoorweg- en Zeepostdienst in Nederland door C. J. Beelenkamp (met afbeelding). Een monument voor de Ruiter in Hongarije door Jo de Vries (met afbeeldingen.) Ver scheidenheid : StoJces. De uitvinding van de stoomboot. Een nieuwe Stethoskoop. De wespenjacht te Parijs. Het oudste herbari m. Wat een epidemie kost. De diepte van den Oceaan. Feuilleton: Toch de waarheid. Advertentiën. LLERLEI Joséphine deBeauharnais vóór zij Keizerin was. Tl ?«-"?' In z\jn nieuwe Revue biblio-iconographique publiceert Pierre Dauze een tot heden onuitge geven autograaf van Joséphine de Beauharnais, de latere keizerin. Het is een brief, gedateerd den 28sten Nivóse van het jaar III; Joséphine vraagt daarin om gehoor by VaJier, lid van het comité»de Süretégénérale", ten einde haar echt genoot te verdedigen, die was gevangen genomen. Zy kondigde aan Vadier een memorie aan, die volledige opheldering en rechtvaardiging zou geven voor Alexandre de Beauharnais, »dien men niet behoort te verwarren met Beauharnais den oudere, den ex-constituant, vijand van de Republiek." Zy betuigde dat Alexandre nooit was afgeweken van zy'n beginselen, dat hy volbloed republikein was, en in het tegenovergestelde geval noch haar achting, noch haar vriendschap zou hebben be et en. »Myn gezin", zoo schreef zij, »is een republiekeinsch gezin; vóór de republiek was er geen onderscheid tusschen my'ne kinderen en de sans-culotten, en ik hoop dat zij der republiek waardig zullen zy'n. Ik schrijf u ronduit, als een sansculotte montagnarde, het gaat mij als u, ik geloof niet aan vaderlandsliefde zonder braafheid, zonder deugd ... als gij ken ik geen pardon; ik juich uw gestrengheid toe; maar ik mag niet instemmen in de verdachtmaking van mijn man...." Vadier bleef echter ook jegens Joséphine zonder pardon; zy kreeg geen gehoor, en in de maand Juli van 1794 beklom Alexandre de Beauharnais het schavot. Smaak. Met wat voor fraais de Amerikanen en an deren hun salon opsieren, blijkt hieruit, dat het vervaardigen van »célébrités contemporaine»", of »célébrités parisiennes" te Parijs een voordeelige industrie is, voornamelijk door fotografen gedreven. De vervaardiger sly't in honderd kwa liteiten zijn afbeeldingen van M. X., minister president, mlle Y., divette van het café-concert. Hij geeft aan zijn »sujet" een prachtexemplaar kadeau, in album- of kabinetformaat, en dit presentexemplaar kan er best af, want naar alle landen van Europa en over den Oceaan reizen iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimniiii de conterfeitsels der parijsche beroemdheden ; de salontafels van New-York en Chicago dragen geheele verzamelingen ervan, om den bezitter het cachet te geven van een mondain man, die op de hoogte is van zijn tijd. De rijk geworden varkenstelers bladeren op regenachtige dagen in de collectie »députés francais," van »artistes des théatres parisiens," enzoovoorts. Zelfs bestaat er, naar men zegt, een album van notabele pa rijsche kooplieden. Waarom ook niet? iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiimiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimiiiiii deelneming van Eléonore, die zich als de weduwe van Maximilien beschouwde. Ze onderhield eene geregelde correspondentie met den generaal Napoleon Bonaparte, van wiens groote militaire heldendaden Europa van 1795 tot 1799 begon te spreken. Zoodra hij het zwak bewind der Directeurs had uiteengejaagd (18 Brumaire an VIII), zoodra hij Eerste Consul was, had Charlotte audiëntie gevraagd. Bonaparte had haar met voor komendheid ontvangen, en terstond ver zekerd, dat hij met den grootsten weemoed aan zijn edelen vriend, Augustin Robespiere, dacht. Hij schonk haar terstond een pensioen van 3600 francs, dat zij later, hoewel besnoeid tot 1600 francs, ook van Louis XVIII, Charles X en Louis Philippe had genoten. Maar de eerste Consul had haar met buitengemeene belangstelling gevraagd naar Augustin's weduwe, aan wie hij te Vesoul de laatste tijding van haar wreed vermoorden echtgenoot had gebracht, zwerende dat hij Augustin's dood zou betaald zetten aan de Thermidorianen. Daar hij zelf was gevangen genomen in Augustus 1794 als aanhanger der Robespierres, werd hij eerst veel later in staat gesteld een deel van zijn eed te vervullen. Charlotte had veel te vertellen gehad over Augustin's weduwe. Toen deze te Vesoul den laatsten brief van haar hartstochtelijk be minden man uit de handen van Bonaparte had ontvangen zonk zij geheel vernietigd op een zeer langdurig ziekbed. Geruiraen tijd verkeerde zij in levensgevaar, terwijl de voor beeldige liefde en toewijding der beide Humberts met de uiterste inspanning haar ver dedigden tegen den dreigenden dood. Zeer langzaam -vas Henriëtte hersteld. Schoon nauwelijks twintig jaren oud, bleek na hare aanvankelijke herstelling, dat het mooie donkerbruine hair geheel vergrijsd was. Zij had nog een jaar te Vesoul vertoefd toen mocht zij haren goeden vrienden, die haar op de handen droegen, niet meer tot last verstrekken. Zij keerde naar Parijs terug, en nam hare toevlucht tot de réliyieuses van Passy, waar de hoogbejaarde Mlle. de Huss de la Martinière haar met geheel dezelfde moederlijke genegenheid als vroeger ontving. w nazzonban. lowa City, lowa, 8 Oct. 1895. HH. Redacteuren. In Xo. 951 van uw weekblad komt voor 't eerste gedeelte van een schets : »Jong Amerika", van de hand van zekeren heer Rittner Bos. 't Slot volgt, maar ik ben zoo vrij dit niet af te wachten, voordat ik u om een plaatsje in De Amsterdammer verzocht heb, om zoowel ten bate van uw blad, als van 't lezend publiek mijne diepgevoelde be wondering, zoowel voor den inhoud als voor den geest van genoemd artikel, te kennen te geven. Er zijn van tijd tot tijd andere artikelen over de Vereenigde Staten in De Amsterdammer ver schenen, die me zooals 't onderhavige vervuld hebben van bewondering voor de degelyke kennis en de waarheidsliefde van de schrijvers en daar ze herhaaldelijk voorkomen voor den smaak van 't lezend publiek. Slechts dat opstel over 't boek omtrent Willem den Zwy'ger was wat gewoon, de andere artikelen evenwel buitengewoon, en, zooals ik zeg, ik moest bewon deren. 't Is waar, dat ik na slechts een vijfjarig verblijf in dit land en uithoofde van mijne drukke bezigheden als leeiaar aan de Staats-Universiteit van lowa, nog niet in de gelegenheid geweest ben, alles wat die artikelen meêdeelen op te merken, maar ik doe mijn best en dank zij dit laatste artikel heb ik weder eene belangrijke schrede voorwaarts gedaan, 't Verband tusschen Russische jenever-poëzie en 't stuk trappen van de Amerikaansche landbouw- machines is me tot nog toe weliswaar ontsnapt, en ook begrijp ik de positie der vrouw in de Vereenigde Staten nog niet goed, en natuurlyk ben ik als onderwijzer te weinig met de jeugd in aanraking gekomen om den knoop van 't opstel van Rittner Bos goed te vatten, edoch zooals ik zeg ik doe mijn best, ik studeer onder goede leiding en in verloren oogenblikken geef ik me over aan 't te kennen geven mijner diepgevoelde bewondering. En wat kan men al niet dwalen, als men zelf tracht op te merken, zonder toelichting van arti kelen als de hier bedoelde ! Ik schrik, als ik bedenk (ik ben vier iaren lang onderwijzer in Nederland geweest), dat 't mijne opinie was, dat de Hollandsche jeugd zich kenmerkte door »bleeke, ernstige, wijsneuzige oude mannetjes en vrouwtjes, die al zoo vroeg met gerimpelde voorhoofden loopen", en dat ik, na eenige jaren onderwijs in de Vereenigde Staten gegeven te hebben, tot de conclusie kwam, dat ze zulk een «contrast vormen met (de) onbezorgde, vroolijke, wilde jongens en meisjes" hier. Maar nu weet ik, goddank, dat 't juist omgekeerd is. Zoo meende ik ook, dat de gedachte aan de moeielijkheid van 't broodverdienen, aan Breda, aan Nieuwediep, de post- en belastingbetrekkingen, eind-examens, hulp- akten, hoofd-akten, enz. al heel vroeg de jeugdigheid van de Hollandsche jeugd komt vergallen, dat er een massa jongelui in Nederland rondloopen, die tevergeefs dorsten naar wat warmte en genot IIIIIIIIIIIIIIIIIMIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Gedurende het Directoire werden de geeste lijke zusters niet verontrust. Henriëtte leefde rustig en verborgen, wees, weduwe, en ge heel onbemiddeld. Maar Charlotte had den Eersten Consul zeer dringend verzocht in December 1799 om al zijne autoriteit te gebruiken ten einde Hen riëtte hare uitgestrekte landgoederen in Bretagne, haar adellijk hotel te Morlaix en haar kasteel aan het strand bij de rotsen van Plouaret terug te doen geven. Bonaparte vermocht toen bijna het onmogelijke. Hij beloofde alles en hield woord. De bezittingen der vicomtes de Lauriac waren nog niet versnip perd en in verschillende handen overgegaan. De Eerste Consul wilde staven, dat hij zijn vriend Augustin niet vergeten had en Henriëtte was in den zomer van 1800 op nieuw eigenares van al de goederen, die haar vader eenmaal bezeten had. Toen deed zich een zeer eigenaardig ver schijnsel voor. Henriëtte's bloedverwanten, de beide markiezen Gontran en Henri Kouxel de Blanchelande, kwamen met hunne familie uit Engeland terug, en poogden Henriëtte te bewegen hunne voorspraak te zijn bij den Eersten Consul. Doch ditmaal hield deze laatste zich doof'. Hij wist hoe vijan dig de geest der bevolking in Bretagne en in de Vendée tegen zijne regeering ge kant was hij weigerde met een paar ennergieke woorden. De jonge markies Henri Rouxel de Blanchelande, eenmaal door een ci-devant Terrorist den schilder David?uit de gevangenis des Carmcs verlost, liet Hen riëtte geene rust. Hij poogde zoo voorzichtig en zoo kiesch mogelijk haar te herinneren, dat zij al in 1793 zijn hart had veroverd stor menderhand had veroverd hij beproefde haar onder het oog te brengen, dat zij ate Augustin's weduwe den beruchten naam van Robespierre voerde, dat het in alle opzichten voor haar verkieslijker zou zijn als markiezin Rouxel de Blanchelande in de wereld terug te komen. Henriëtte weigerde zeer beslist. Zij ver klaarde zich voor goed bij de réligieuses van de orde der Filles Dien te zullen aansluiten. Zij zou nimmer terug komen in de wereld, en dat ze met hun nobelen dorst gedwongen worden bij 't bitterglaasje en in de Nes aan te landen. Maar ik heb 't verdoemd, waarde heer Rittner Bos c. s.! en ben nu getrouwd met eene Amerikaansche vrouw, heb een lief Amerikaansch dochtertje en eene goede Amerikaansche betrekking op een leeftijd, waarop een jongman in Holland gewoonlijk nu, prosit! Edoch, ik zie de zaken nu beter in en zal terdege trachten verder in de geheimen van de oudmanachtige, dollarmakende, suikergoed-etende, slaag-krijgende, pauwenjeugd van Amerika door te dringen. Ik moet wat groote bladen in handen zien te krijgen, waarin geregeld gewag gemaakt wordt van 't dollar-genie der Amerikaansche jeugd (immers, in beschrijvingen van volksgelaatstrekken neemt een beschaafd man slechts wat regel is!), en ook moet ik mijn eigen vak wat beter bestudeeren. Drommels, de schrik sloeg me om 't hart, toen ik las, waaruit 't onderwy's in dit land eigenlijk bestond en ik bedacht dat ik al die vijf jaren slechts verkeerd gezien had en eigenlijk niet geschikt was, my'ne betrekking oordeelkundig te vervullen.Een mensch is toch nooit uitgestudeerd en ik zal maar weer moedig van voren af beginnen, dankbaar ditmaal dat ik 't niet zonder autoriteiten behoef te doen en me in mijne studiën van de Amerikaansche jeugd en 't Amerikaansche schoolwezen aan de veilige leiding van artikelen als 't onderhavige kan overgeven. Als de heer Rittner Bos den teekenaar Braakensiek voor de zaak kan interesseeren, dan stel ik hem voor te trachten, dat de laatste zijn opstel illustreert en de Amerikaansche school voorstelt, aldus: een varkensstal met een omheind dak, waarop natuurlyk eene menigte biggetjes, dicht op elkaar gepakt en al suikergoed verorberend, elkaar dollars tegen woekerwinst uitleenen. Bewonderend, verblijve ik, mijne heeren, Uw dienaar J. C. L. VAN STEENBEKEN. 40 cents per regel. MiiinninHttiiiiiiiMifiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiMiiiiiiiH» TRA DB MAB2. MARTELIS COGNAC Dit beroemde merk is verkrijg baar bg alle soliede Wijnhandelaars en bij de representanten KOOPMAXS & BRUINIER, te Amsterdam. Prijzen van af ? 2.50 per Flest! die haar zoo zwaar had beproefd. Na het Concordaat van Pius VII, met den Eersten Consul in Juli 1801 gesloten, werden de geestelijke congregatiën op nieuw in eere her steld. De weduwe van Augustin, de vroegere Vicomtesse de Lauriac, werd eenvoudig Soeur Augustine in het nieuw gerestaureerde klooster der Filles Dien te Passy. Al hare rijke in komsten stond zij af aan de gemeenschap der zusters, die haar met buitengewone ver eering eerbiedigden de jonge zeven-entwintig jarige weduwe met grijs hair, en wasbleek gelaat. Toen Mlle de Husséin 1801 overleed, trad Henrictte onmiddellijk met algemeene sympathie op als Supérieure. Charlotte kon zeer uitvoerig vertellen van hare bezoeken aan de nieuwe Superieure, welke ze heel haar hart had gegeven. Im mers Henriëtte bleef voor haar de weduwe van Augustin. Henriëtte sprak met Charlotte alleen over den geliefden man. Ze herinner den zich alles iederen trek, ieder woord uit het tijdperk van zijn huwelijk. Deze ge sprekken brachten Henriëtte grooten troost en een stil weemoedig geluk aan. Charlotte had het nog niet afgezworen om ieder, die naar haar luisterde, met stroomen van woor den te overstelpen maar Henriëtte hoorde gaarne naar haar gesnap, terwijl de herinnering aan haar kort geluk als een schitterend sterrenbeeld in sombere duisternis bleef fonkelen. Henriëtte sprak soms zelve een paar woor den om te staven, dat zij Charlotte volgde, maar zette stil den loop harer gedachten voort. Zij mijmerde aan dien onvergetelijke!! avond, toen ze plotseling verplaatst werd naar de zaal der opera te Parijs, daarna naar het salon der Saint-Amaranthes waar ze Augustin het eerst zag eene flauwe scheme ring. Daarna bracht ze zich die lange wan deling in den zomernacht bij heldere mane schijn te binnen, en haar hart begon opnieuw luider te kloppen want toen reeds had ze Augustin lief gekregen, zonder het zelve te beseffen. De zoete herinnering was als een langzaam aanstroomend rozig licht, dat haar zacht omvloeide. Zij kon uren zoo peinzen, en knikte vriendelijk bij alle verdere uitweiDr. W. GANSER, tandarts te Weenen schrijft in No. 20 der Medizinische Post over Odol: Het eenige tot nu toe bekende absoluut onschadelyke middel ter verzorging van den mond en de tanden. Het Odol werkt uitstekend ter vernietiging van den onwelriekenden reuk in den mond en de keel, zelfs by ziekten. Prijs per heele flacon ? 1.?Alom verkrygbaar. Depot van het Dresdener Chemisch Laborato rium, LINGNER, Amsterdam. STOOKT BRUINKOLEN-BRIKETTEN Verkrijgbaar bij Handelaren m Brandstoffen. Deze sedert tal van jaren hier in gevoerde en op de meeste ten toonstellingen bekroonde briketten.geven debeste doofkolen, houden het langste stand, ont wikkelen de meeste hittekracht en zijn daarom in hetgebruikdan ook veel voordeeliger dan de an dere goedkoopere merken, die bijna geen kool geven en stinken. SS;* Let toe-dat U onder het merk ^ geen andere merken gemengd krijgt! Maprazijii KEIZERSHOF", Niemvendyk 196. Zij den stoffen. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. RAHRte Utrecht Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Enime keuze in Huurpiano's. IIIIIIIIIIIIIIMIIIIMIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllim dingen van Charlotte. Ze dacht aan Augus tin's afscheid, voor hij naar het Zuiden ver trok, en zijne terugkomst als overwinnaar uit Toulon, toen ze, plotseling gehoor gevend aan de immer sterker sprekende stem in haar hart, zich zacht in zijne armen vlijde, en voor het eerst zijn naam uitsprak. Toen was het volle dag geworden van dat oogenblik omgolfde haar het gouden zonnelicht van den heerlijksten zomerdag.. .. De Supérieure der Filles Dieu werd nim mer moe over haar zoo kort genoten, zoo wreed gestoord geluk te denken. Augustin stond in hare herinnering voor hare oogen als een vlekkelooze held, een nimmer te evena ren beeld van onovertroffen teederheid en weergalooze toewijding. En terwijl ze zich zeer dikwijls toegaf, om in den schat harer her inneringen te grijpen, gevoelde ze, dat ze maar weinig tijd tot leven meer over had. Gedurig kwam de ziekte terug, die haar te Vesoul aan den rand van het graf gebracht had eene chronische hartkwaal, die lang zaam hare krachten sloopte. Charlotte Robespierre bleef tot het laatste toe eene zeer trouwe vriendin voor de nog zoo jonge Supérieure. Zij droeg met al de zusters er toe bij Henriëtte's lijden te ver zachten. Henriëtte stierf met Augustin's naam op de lippen, vijf-en-dertig jaren oud, in den winter van 1810. Charlotte Robespierre had, toen ze over dit alles sprak gedurende het dejeuner bij den hoogleeraar Philippe Le Bas, de arme Hen riëtte bijna een kwart eeuw overleefd. Ze gevoelde zich nog flink in Mei 1834, maar bezweek plotseling den l Augustus van dat jaar na eene korte ongesteldheid. Met haar verdween de naam Robespierre uit de rij der levenden, maar in de historie klinkt die naam nog steeds raadselachtig, dan eens bitter misprezen, dan eens luide toegejuicht. Alleen het oordeel over Augustin Robespierre luidt eenstemming. Hij was een held »een Caesar" als Charlotte placht te zeggen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl