Historisch Archief 1877-1940
No. 958
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
tTtNSCHAP
Het eeuwfeest ?an het
Institnt de France1'.
i
Artikel 298 van de grondwet der Fransche
Republiek wel te verstaan de eerste gedag
teekend 5 fruetidor, jaar III (22 Augustus 1795)
beval de instelling van het »Institut", de wet van
3 brumaire, jaar IV (25 October 1795), gaf daaraan
uitvoering. Den 25sten October vierde dus het
beroemde lichaam zijn eeuwfeest. Niettemin dateert
het van vele jaren vroeger; het bestond alleen
in anderen vorm. De vijf Académies, de Académie
franchise, de Académie des inscriptions et des
belles lettres, de Académie des sciences, de
Académie des beaux arts en de Académie des
«ciences morclis et politiques, bestonden, alleen
de laaatste uitgezonderd, lang vóór 1795. De
oudste is de meest beroemde, de Académie
fransaise, het lichaam der veertig onsterfelyken,
waarvan menigeen lid was, wiens naam niemand
zich meer herinnert, en waarbuiten steeds eenige
lieden worden gehouden, die den roem en de
karakteristiek van hun tydperk uitmaken. Men
herinnere zich slechts de namen Molière en Zola.
Omstreeks 1629 kwamen eens of tweemaal per
?week eenige Parysche burgers by'een ten huize
van Valentin Conrart, secretaris van den koning.
«Zij voerden vriendschappelyke gesprekken,
gelyk zy op een gewoon bezoek zouden hebben
gedaan, over zaken, nieuws en literatuur ;.. ..
?en wanneer een van het gezelschap een werk
gereed had, gaf hij het gul aan de anderen ten
beoordeeling. Zij zeiden er rondweg hun oordeel
over". Deze mannen heetten Godeau, Chapelain,
Oombault, Giry, Habert, de abbéde Cérisy,
Malleville en Serizay; zij waren allen, of bijna
allen letterkundigen, en hadden meer smaak, ge
zond verstand althans, dan sommige van hun boeken,
hapelain's La Pucelle, of Gombault's fEndymion,
zouden doen vermoeden. Vier of vijf jaar lang
hielden zij reeds deze bijeenkomsten, »met een
buitengewoongenoegeneneenongeloofelykprofy't,"
toen Richelieu door een indiscretie van de
BoisRobert erop opmerkzaam werd gemaakt. Hetzij
b\j, een waar despoot, wantrouwen had in het
gezelschap, en zyn invloed er wilde doen gel
den, hetzij hij werkelijk ermede was ingenomen,
hy liet de heeren vragen, of zy' geen lust hadden
zich tot »een lichaam" te constitueeren, en geregeld
vergaderen, «sous une autoritépubliquev. Dit
was in het begin van 1634. De toekomstige
académiciens aarzelden, er waren bij hen mannen
die zich rekenden tot de vyanden van den
kardinaal; maar tegenstand zou moeilijkheden
hebben gegeven: zij gaven toe. In de eerste
plaats verzocht Riehelieu hen toen, het gezel
schap te vergrooten; zy waren reeds met hun
twaalven; nu kwamen er 28; zonder dralen
moesten zij vervolgens den vorm, de statuten en
?de werkzaamheden van hun college vaststellen.
Welnu, na een klein jaar beraadslagens waren
zij gereed. De Académie frangaise kreeg haar
patentbrief den 29sten Januari 1635, de statuten,
door den kardinaal in zijn hoedanigheid van
beschermheer goedgekeurd, werden den 22sten
Februari van kracht.
wiiiitiiiiiimiiitiniiiii
iiiHiiuiiiiiiiiiiniiniiiiiiiiiii
5de Jaargang. 3 November 1895.
Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres:
Stonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
liiiiiiiiiillililiiiiiiiiiiiiiiiinliiiiiiliiiiill
Van Konrad Erlin, te Weenen.
Vervaardigd voor den Halfjaarl. Internationalen
probleem-wedstry d in dit blad.
No. 310. Mat in twee (3) zetten.
?
abcde fg h
Wit; K b.5, D c8, T d2 en gi, K gl, P d3 en
d5; ai, e2 en f6 = 10.
Zwart: K d6, T d7, E b5: a5. a6, a7, e5 g3 en
h6 = 9.
N. 308 (Eslin) blijkt behalve E f6: f nog de
ne?venopl. l D c8 toe te laten.
CORKESPONDENTIE.
W. v. H. ie D. No. 306 komt in geen geval voor
?een prijs in aanmerking.
H. Mendes A. Tot onze verwondering vernemen
Weldra werden de wedstrijden in dichtkunst
en welsprekendheid ingesteld. Balzac was de
eerste die een prijs voor welsprekendheid vast
stelde : een gouden medaille van 300 livres waarde,
aan den eenen kant met den heiligen Lodewijk
versierd, aan de keerzijde met een lauwerkrans,
waarin het devies der Académie: A l'Immortalité.
Een gelijke som werd toegekend aan den winner
in den wedstrijd der dichters. In den beginne
droegen drie of vier der leden de kosten ervan;
later de geheele Académie; nog later de acad
micien, de bisschop van Noyon. Omstreeks den
dag van den heiligen Lodewijk werden de prijzen
toegekend.
Op sommige punten waren de bepalingen voor
den wedstryd vrij biza. De stukken moesten
om te beginnen de goedkeuring wegdragen van
twee doctoren der Facultéde Paris; zij moesten
verder eindigen in een kort gedeelte, »tot
JezusChristus gericht". Het stuk poëzie moest bo
vendien een tirade bevatten »tot God, voor
den koning.'' De lof van den koning werd
weldra zelfs het verplicht onderwerp voor dezen
wedstrijd, en de heer de Clermont-Tonnerre
verklaarde dit rondweg, toen hij zijn prijs instelde :
»Het voornaamste onderwerp voor de Académie
is het wijden van den naam van den
onvergelijkelijken Lodewijk tot onsterfelijkheid."
ilichelieu werd als beschermheer niet opgevolgd
door Mazarin. Deze verhaspelde het fransch op
een te zonderlinge manier, dan dat hy met fatsoen
een gezelschap kon presideeren, dat tot eenig
doel had, de fransche taal te zuiveren; Séguier,
de kanselier, verving hem, en na Séguier de koning
zelf. Séguier had het eerst lieden van hooge
aikomst tot het lidmaatschap der Académie toe
gelaten. Dezen meenden, evenals overal elders,
ook hier op hun plaats te zijn, maar zy hadden
weinig lust, met het schunnige volkje der mannen
van talent op n lijn te worden gesteld. »Men
zal toch", zeide de graaf van Bussy, «altijd een zeker
aantal letterkundigen moeten binnen laten, al
was het alleen om de dictionnaire af te maken en
om de volhardende werkzaamheid waarvoorlieden
als wij niet in de wieg zijn gelegd." De abb
Bignon bedacht er toen op, de Académie te verdeelen
in twee klassen, n van honoraire leden en n
van leden die eene toelage ontvingen. Lodewijk
XIV had te beslissen. Hij ging op het voorstel
riet in. De letterkundigen juichten, en de edel
lieden bleven even begeerig om deel uit te maken
van het illustre gezelschap.
In 1663 stichtte Colbert de »petite Académie",
die later de Académie der inscriptions et des
belles lettres zou worden. Vier leden der Aca
démie franchise werden door hem aangewezen,
om inscripties te maken, deviezen te bedenken en
gedenkpenningen te ontwerpen, en »in al die mo
numenten den smaak en den eenvoud te brengen,
die er de waarde van uitmaken". Maar de werk
kracht van vier académiciens was met het vol
brengen van deze taak niet uitgeput, en zoo
gingen zij in de fabelleer zoeken naar onder
werpen, geschikt om op behangsels van den
koning als dessin te dienen; ontwierpen zij »een
geschiedenis in metaal" van de pas begonnen
regeering. De abbéBignon verkreeg van den
koning voor haar een reglement en statuten, in
1701. Haar taak werd toen aldus omschreven:
penningen maken, die betrekking hebben op de
voornaamste gebeurtenissen der geschiedenis van
Frankrijk onder alle regeeringen, zich bezighouden
IIIIUIIIIIIIIIIIIIIMIIIIII
wij, dat No. 307 reeds vroeger in Amst. gepubliceerd
is. Laat ons s. v. p. weten of dit ook met de andere
inzendingen 't geval is. Alleen oorspronkelijke bij
dragen komen in aanmerking.
G. A. C. te P. Vriendelijk dank voor bijdrage.
Strategie'' ontvangt u zoodra de jaargang compleet
is, in Januari a.s.
F. P. S. te G. Niet later dan een week na pu
blicatie.
J. K. v. O te H. Met genoegen zien wij dat onze
lessen indertijd viucht hebben gedragen! Hartelijk
gegroet.
Erratum (zie vorig nummer). 2de kolom 27ste regel
staat: prachtige methode enz., lees: practiache"
methode.
UIT DE SCHAAKWERELD.
't Y. A. S. heeft weder zijn tenten opgeslagen in
't oude kwartier in De Eoode Leeuw", op den
Vijgendam. Tot April a.s. zullen de wekelijksche ver
gaderingen op Dinsdag- en Zaterdagavond gehouden
worden. De secretaris deelt ons mede, dat de a.a.
onderlinge wedstrijd veel belooft. Hoewel de lijsten
nog niet gesloten zijn, is men in alle klassen reeds
van een flinke deelneming zeker.
In de commissie der corresp partij met Elberfeld
zijn de heeren v. Lennep en Sohlbsrg vervangen door
de heeren D. Bleykmaus en A. de Lslie, en de be
slissende stem is van v. Lennep op Jhr. A. E. v. !
Foreest overgegaan.
De stand der match tusschen Bleykmana en v.
Foreest is op 't oogenblik: Ieder 3, 2 'remise.
Wij ontvingen uit New. York een uitvoerig verslag van
't banket, ter eere van Pillaburv's overwinning te
llastings. Op't menu prijkten drie diagrammen mot de be- j
kende posities uit Pülsbury's partijen met Janowdki, ?
Tarrasch en Gunsbovg. De zaal waar 't diner plaats ;
vond, was met vlaggen behangen, en de tafels waren
met kostbare planten en bloemen versierd, zoodat
't geheel een uiterst feestelijk aanzien hal.
Zoaals een der BrooUlijnsche kranten opmerkte,
moet menig schaker bij 't binnentreden gemeend
hebben, dat een vergissing had plaats gehad, want ;
men was in de schaakwereld tot nog toe aan meer j
bescheiden huldeblijken gewend. Pillabury zelf was
zeker allerminst op zulk een uitbundige ovatie voor
bereid twee uur lang, van alle kanten in toasten
te worden bewierookt zou zelfs voor een minder
bescheiden natuur dan Pillsbury geen onverinengd
met het verklaren van alle gedenkpenningen, medail
lons, muntstukken en andere antieke en moderne
rariteiten van het kabinet van Zijne Majesteit;
ten slotte een beschrijving te geven van de oud
heden en de gedenkteekenen van Frankrijk. Het
eerste deel van haar Memoires is verschenen in
1717 ; tot op dezen tyd toe zijn zij voortgezet.
De Académie des sciences wasvoor 1666 een vrije
vereeniging, waarvan Descartes, Etienne, Blaise Pas
cal, Gassendi en andere lid waren. Ook zij heeft,
door bemiddeling van Colbert de koninklijke
goedkeuring gekregen. Het eerste deel vanhaar
processen-verbaal begint aldus: »Den 22sten
December 1666 is vastgesteld, dat de vereeniging
tweemaal in de week zal vergaderen, des Woens
dags en des Zaterdags ; den eenen dag, te weten
Woensdag, zal men wiskunde behandelen, Zater
dag natuurkunde." Er waren toen 21 leden, van
wie 3 astronoom waren, l botanicus, 2 scheikun
digen, 7 geometrici, l werktuigkundige, 3 physici;
een was niet ingedeeld. Er werden eenige jaar
gelden uitbetaald, en men vervaardigde een
medaille voor deze Académie.
De Académie des beaux arts heeft een afwij»
kende geschiedenis gehad. >De schilder Lebrun
en de heer de Charmays", zoo verhaalt Olivier
Merson, »waren de stichters van de Académie
voor schilder- en beeldhouwkunst. Van den eerste
was het denkbeeld; de tweede, gewezen secre
taris van den maarschalk Schomberg, nam op zich
het den byval van hooger hand te bezorgen. Het
gelukte hem. Na een lange en geleerde studie
te hebben in elkander gezet, vroeg en verkreeg
hij toegang bij de koningin, den 20sten Januari
1548, en de raad van regentschap gaf onmiddellijk
toe, dat er reden was om het plan uit te voeren."
Maar er kwam tegenstand van het schilders- en
beeldhouwersgilde van de stad en d* baulieue
van Parijs; er werd gekibbeld, geprocedeerd, en
zoovoorts. Ook hier was het weder Colbert, die
de Académie tot overwinning bracht; de koning
schonk haar een patentbrief, maar eerst in 1777
maakte een decreet van Lodewijk XVI een einde
aan de tegenwerking van het gilde.
De Académie voor de muziek werd in 1666,
die voor de bouwkunst in 1671 gesticht; alleen
de Académie des sciences morales et politiques
dateert van de eerste republiek.
Vóór de revolutie hadden de verschillende
Académies geen of zeer weinig onderling verband
gehouden, haar verhouding was zelfs vrij gespan
nen. Wel had Colbert reeds in 1666 het plan
voor een Instituut gevormd, maar de Académie
fran^aise weigerde er toe mede te werken.
De revolutie kwam. Den 8sten Augustus 17f)3
beklom Grégoire de tribune der Conventie, en
sprak :
«.Burgers, het oogenblik nadert, dat de natie,
door middel van haar tegenwoordigers te
aanschouwe van het firmament en in het veld der
natuur het wetboek zal bekrachtigen dat de
vrijheid in ons midden vestigt. Overmorgen zal
de fransche republiek haar plechtige intrede doen
in het heelal. Op dien dag, waarop de zon zal
schijnen over een volk van louter broederen,
moeten onze blikken op den franschen grond
geen instellingen meer ontmoeten die afbreuk
doen aan de eeuwige beginselen, door ons ge
huldigd. Toch zijn er nog eenigen, die het merk
van het despotisme dragen, of wier inrichting
vloekt met de gelykheid, aan de algemeene her
vorming ontsnapt; het zijn de Académies
genot kunnen heeten geen wonder dan ook dat
hjj met moeite woorden kon vinden om voor zooveel
eer te bedanken. Als herinnering aan dezen
onvergeteljjken avond werd hem een gouden horloge ter
waarde van ? 500 aangeboden. Aan dit horloge is
een wekker verbonden die alle i minuten afloopt en
zoodoende op een wedstrijd zijn bezitter aan den
gemiddelden bedenktijd voor iederen zet herinnert.
Waar men in Amerika al niet op komt!
Met genoegen maakten wij uit een en ander op
dat Pillsbury vast besloten schijnt zich opnieuw met
de Europeesche grootheden (in December te Peters
burg) te meten. Jammer dat Dr. Tarrasch even vast
besloten schijnt dit keer niet mee te doen. Zonder
den Meisterspieler von Nürnherg", den overwinnaar
van vier achtereen volgende Internat, tournooien kan
die match o.i. ter nauwernood als een championship
matcli worden aangemerkt.
De prijs van bet in onze vorige rubriek aangekon
digde werk: Het Sehaakprobleem Theorie en
Praktijk" bedraagt ? 0.90.
In 't Caféde la Brgenee" te Parijs deed zich on
langs de volgende interessante positie voor.
Wit 13 Zwart 14 stukken.
Wit (Baehmann) aan den zet kondigde in deze
positie mat in 5 zotten aan.
l ga f. E ga. 2 P d5: f, P d5 : 3 E g5 f, K go:
l P ei: f f, K gi 5 D go of D dl f.
De patriotten zijn er bijna altijd in de minder
heid ; de tyrannen waren zoo politiek, op de
bazuin der Pteclame de hand te leggen. Pericles
deed het, Augustus deed het, Richelieu deed
het, Lodewijk XIV deed het. De Académie
fran^aise, die uit haar midden den goeden abb
de Saint-Pierre verdreef, was bijna altijd een
instrument in de hand der despoten. En de
Conventie besloot:
»Alle Académies en letterkundige vereenigingen,
door de natie gepatenteerd of begiftigd, worden
opgeheven."
Maar Grégoire was niet van plan, af te breken
zonder weder op te bouwen. «Burgers", zeide
hij «afbreken is gemakkelijk, en de wetgever
toont zyn wijsheid minder in het afbreken dan
in het weder opbouwen", op de ruïien van de
oude Académies wilde hy het Institut vestigen;
dat ze allen in een lichaam zou vereenigen.
Den 25sten October 1795 sprak Daunou van de
zelfde tribune: »Wy hebben aan Talleyrand en
Condorcet het plan ontleend voor een Institut
National, grootsch en majestueus idee, welks
uitvoering alle Académies der koningen zal over
schaduwen". In deze zitting werd het Instituut
opgericht. Het bestond eerst uit die afdeelingen,
»Sciences physiques et mathématiques", »Sciences
morales et politiques" en littérature en beaux-arts".
Een arrest van den 3den Pluviöse, jaar XI (1803),
deelde de afdeeling letteren en schoone kunsten
in drieën, en schafte de tweede af, die eerst den
26sten Octoher 1832, door Louis Philippe weder
in het leven werd geroepen.
Op het oogenblik heeft het Instituut nominaal
546 leden en correspondenten, over vijf afdeelingen
verdeeld. Zij houden wekelijks zitting, en eens
in het jaar, den 25sten October, komen zij allen
bijeen, en houden een gemeenschappelijke open
bare vergadering. Bij uitzondering heeft zij
ditmaal den 24sten plaats gehad, onder voorzitter
schap van Ambroise Thomas.
De praktische Engelschman.
De Engelschman die met zijn Horatius door
het leven gaaf, sshijnt aan het verleden te zullen
worden gelaten: de jongens van Rugby College
die voor een vijf-en-twintig jaer nog uitsluitend
met de klassieken werden gevoerd, en hoogstens
wat mathesis als specerij kregen, worden blijkens
het jongste examen, thans grootgebracht met de
allernieuwste geschiedenis, geschiedenis die om
zoo te zeggen nog ongeschreven is, omdat alleen
de couranten en de specialiteiten zich nog met
haar hebben bezig gehouden. Het examenpro
gramma van Rugby College toch bevatte dit
jaar de volgende opgaven: Geef een beschrij
ving van de Eastern en de Wester spoorwegen,
die Londen met Schotland verbinden. Verhaal
den jongsten wedstrijd tusschen de twee spoor
wegen. Waar liggen Foc-Tsjau, Madagascar,
Sofia, Cuba en de Congo? Welke gebeurtenissen
hebben kortelings in genoemde landen en steden
plaats gevonden? Wat weet gij van Ivhama. van
kolonel Shervington, van Nasr Ulla Khan, en van
Sher Afzul ? Wat is een »cabinet-minister",
een Privy Councillor, een geestelijke pair ?
Wie is minister van Binnenlandsche Zaken, wie
is minister van Koloniën en wie van
Buitenlandsche Zaken? Wat is de beteekenis van de poli
tiek van Goschen, Long en Lord Landsdowne in
het kabinet? Over welk onderwerp liepen voor
namelijk de discussies in de tegenwoordige zittings
periode?
Men ziet: de Engelschman is praktisch. Naar
de eischen des tijds heeft hij van een pépinière
van classicisme de meest up to date" onderwijs
instelling gemaakt, die men zich kan denken !
Illlllllllll IIIIHIHIIIIIIII III H Illllllllllllllll
Partij uit 't Amateurtournooi te Hastinga.
Stand na den Hen zet van Zwart.
Marriott.
f g h
Zwart.
Loman.
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
f3
fg4:
B e3:
R cl
D a7:
D f2
R e2
P a:5
P ba
g5
gl'3:
R f l
R h3
R gr5!
E e3: f
f4
P d4:
P c6
P ce5
T hf8
f3
D f6
» n
ef3:
P £4
P e5
28 P d4
29 D fl
30 K &2
31 D el:
32 R eS
33 R gl
34 K hl
35 D g3
36 R g2
37 D g2:
38 K g2:
39 R c3:
D h5
fat
fel: D
K b8
P c4
D g5:
P ge3
D d5 f
P g:2:
en Zwart wint.
e3 f
e3s