Historisch Archief 1877-1940
No. 958
DEAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
'losse vroolijkheid, de lichte bewegelijkheid,
de grillige verscheidenheid, de kleurige be
valligheid en de lachende toeschietelijkheid
links en rechts, waar ik ook heen zag, mijn
oog troffen, zei ik tot mij zelf: eureka;
de oplossing van het levensraadsel is gevon
den ! Het vermaak Bromtneijer, ziedaar het
tot nu toe verwaarloosd element in mijn filo
sofie. Materialistisch moet je wereldbeschou
wing zijn. Maar niet pessimistisch. Een
optimistisch materialisme worde het wacht
woord van onzen tijd Dat predikt mij de
schepping van Caliseh; daarom acht ik hem
nis den eerste onzer filosofen boven Jeleersma,
Lotzy, Levy, van Deventer, Bieren s de Haan...
<>n wien je maar wilt, een Leeuw t je waard!
Keen, kijk nu maar zoo kniezerig niet.
Het is zoo: een Tentoonstelling behoort ons
leven te worden. De pret moet er meer in
worden gebracht De scharnieren moeten
gesmeerd. We zijn te stroef', Brom.. . wij
nebben een opfrissching, een kittelingnoodig,
ja jij ook. Het is een leelijk woord maar
de zaak is niet verwerpelijk, leer dat nu eens
van mij, je ministervan birnenlandsche zaken
het geneesmideel voor onzen tijd is... de lol.
Zonde en jammer, dat ik dat zoo lang niet begre
pen heb, maar ik weet het nu, wij weten het nu,
wat zeg jij Meiuesz? het pleizier behoort een
gemeente- en een staatszaak te woiden, en
als 't van Roëll en mij züafhangen, zal het
dat ook heel spoedig worden; wij zullen er
een afzonderlijk departement voor oprichten
met de Wit als minister en Gompertz als
secretaris-generaal.
Ik ben het geheel en al met mijn vriend
v. Houten eens, viel Meinesz in, terwijl hij,
?wat ik hem nog nooit had zien wagen, zijn
Reenen recht voor zich uit, op zijn stoel zat
te wippen en met zijn beide handen (p zijn
borst trommelde, alleen zyn duimen onder
de armsgaten van zijn vest; om dezelfde
motieven, die Z.Exc. daartoe leidden, heb ik
volstrekt uit eigen beweging, zooals Mr. Calisch
terecht heeft gezegd, mijn heek. hart aan de
expositie gegeven maar v. Houten ver
volgde alweer ik zie het wel aan de leelijke
gezichten, die je trekt, dat je mij niet gelooft,
maar zoo aanstonds zal Roëll zelf hier ver
schijnen en kun je het hem vragen hij en
v. d. Sleijden denken daar precies over als
3Ieinesz en ik....
Ik had nu al mijn geduld verloren. Ziedend
-sprong ik op. Al zouden ook de Satan en
zijn engelen het hart hebben om me hier in
<le Bocht te komen opzoeken en zulke gods
lasterlijke taal uit te slaan, ik greep met
beide handen mijn stoel beet en hief hem
met een ruk dreigend in de hoogte maar
?daar werd ik geïnterrompeerd ; de deur sprong
open en drie menschen stapten binnen
?waaronder n met een geweld als een
vleeschgeworden wervelwind. Vooraan de Wit, de
.aanstaande Minister van Vermaak, op mij
«.fstuivende met den uitroep : Brommeijer daar
is nu Roëll! hij wil je feliciteeren. Een fideele
kerel hoor l en vóór dat het tot een begroe
ting van Roëll kon komen daar heb je
Gompertz, op wien v. Houten getoost heeft...
ook een kracht!... En ja wel, fideel was
Boëll zeker. Wat een geluk voor een hoofd
stad die tentoonstelling, hoorde ik hem
zeg,gen, voor zoover ik nog hooren kon! Een
succes incontestable! Zulk een succes is meer
waard dan twee Geldersche vallei-kanalen,
«ooals ik er U n afhandig heb gemaakt...
Ik antwoordde niets, maar wees onwille
keurig met mijn hand naar de deur,
iets waarvan hij de beteekenis niet scheen
te vatten, want hij vervolgde weer; ik zou
reeds eer bij u gekomen zijn tegelijk met
v- Houten, maar ik kon nog niet scheiden
van de Wit en van Gompertz. Wat een
voorrecht voor u, hier maar altijd door in
aoo'n stad te kunnen leven, waar de
uitnemendste krachten er voor zorgen, dat u
net zoo goed 's morgens, als 's middags en
"'s avonds uit 't zwieren kunt gaan! Hij
had het noe: niet uitgesproken of daar
pakte de Wit mij weer bij den arm.
-Je hebt het gehoord Brommeijer, wat ik
gisteravond gezegd heb: Zoo'n ministerie
wensch ik nog minstens tien jaren leven toe.
EQ dadelijk repliceerde Roëll weer: jawel
Mijnheer de Wit, wij willen desnoods nog
«en poosje blijven, maar dan rekenen we ook
op U ! waarop het antwoord klonk: Natuur
lijk... Natuurlijk... mits met twee ton sub
sidie voor de ren-, de wieier- en de water
sport !!!
Wat de anderen intusschen met elkaar
spraken verstond ik niet. Wel weet ik, dat
op datzelfde moment Meinesz onfatsoenlijk luid
in zijn handen klapte, en dat Van Houten
vertrouwelijk en bewonderend met Gompertz
?door de. kamer liep, op welk aanstekelijk voor
beeld Roëll zijn linkerhand op den schouder
van de Wit lei, terwijl hij zijn rechter Meinesz
bood, en dit drietal juist van plan scheen
.afscheid van me te nemen, toen
toevalligeryrijs, vlak voor het raam, een draaiorgel
iets uit La fille de Mad. Angot begon te
spelen, wat dadelijk ten gevolge had dat
tien beenen van de vloer gingen. Op dit
noodlottig oogenblik verscheen Jacob weer
?en nooit zag ik een achtbaar college zoo ver
schrikt door de komst van een huisknecht...
wat niet minder werd toen hij, met geveinsden
«erbied, Meinesz toevoegde ... Burgemeester
hier is nu een Agent eerste klasse . .. Opeens
.stond Meinesz weer in postuur en de vier
volgden hem de deur uit. zoodat ik niets meer
vernam, dan nou' dezen uitroep van Gompertz :
als onze burgemeester wordt opgebracht
cancanneeren we hem allen achterna...
Goddank, riep ik uit!
Onder meer gedruisch dan ooit vijf vol
wassen menschen. in een huis van de Bocht
gemaakt hebben, raakte ik ze kwijt.
En toen ze weg waren, en nóg telkens,
-vraag ik mij zelf af: heb ik dat nu werkelijk
.beleefd ? of was het maar een droom ?
Kijkjes op de DriojaaHijksche Schilderyenlenloonslelling Ie Amsterdam.
door A P I.
P. Egmond, Winkel.
De schilder Oskar Hasebrauck.
ir.
Th. Molkenboer, N.-Amstel.
Ondencijs.
Uit geweest V
J. Mendes da Costa, Amsterdam.
Op weg naar 't Gasthuis.
Ives Browne, den Haag.
Winderig weer in de duinen.
Pietje, zoo ge niet wilt deugen enz
Th. Vincotte, Brussel.
Mr. Chaudelon.
In den klimmenden Kikkert.
A. de la Rivière, Rotterdam.
Middagmaal.
China op weg naar 't Gasthuis.
H, J. Melis, Charlois?Rotterdam.
De twee Vriendjes.
Gijs van de Hollebollewagen.
Héréditeit (de familie scheefmond).
E. Tarasijn, Antwerpen.
Wedmve.
'n Valsche streek,
J. Rosseels, Termonde.
Paysage en Campine.
'n Ongelukje ! Moessie 'k kon 't heus nie heüepe.
Voor copie conform.
Dierenmishandeling.