Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 959
leerwyzen van Schneider, Lamperti en
Stockhausen grondig met elkander kunnen vergelijken en
daaruit behouden wat haar het beste voorkwam.
Met zooveel ervaring moet men wel een rui
men blik verkrijgen en dat bleek ook uit de
voordrachten van Mej. van Zanten, die verder
bestonden uit: Dettinqer Te Dtum van Handel,
Recitatief aria uit Orpheus und Euridice van
Haydn, Aria T re giorni van G. B. Pergolese,
Aria uit Titus van Mozart, Wonne der
Wehmuth van Beethoven, Trainer und Trost, drie
liederen van Peter Cornelius, twee zangen:
Schmerzen und Traumen van Wagner, Feldeinsamkeit
van Brahms, Aria uit Samson et Dalila van
SaintSaëns, Die Loreley en Ich haV ein kleines Lied
erdacht van Aug. Bungert en eindelijk Stdndchen
van R. Strauss.
Wanneer men nagaat dat stemmen zoo
als die van mej. van Zanten veel oefening
noodig hebben en dat eene zoo vermoeiende
opera-loopbaan als zjj achter den rug heeft van
veel invloed moet zyn op de frischheid van het
orgaan, dan moet men het dubbel bewonderen dat
deze dame zooveel met hare stem weet te doen.
Het is niet mijn plan ieder nummer te be
handelen en te verhalen welk nummer beter en
welk minder goed slaagde. Bij zulk een uitge
breid programma van zoo uiteenloopend karakter
kan het niet anders dat sommige werken minder
iu de eigenschappen van de vertolkster vallen.
Zoo z\jn o. a. de aria van Saint-Saëns en
Feldeinsimkeit van Brahms niet het gunstigste voor
hare gaven.
Doch daar staat heel wat voortreffelyks tegen
over. Wanneer men genoeg door kan dringen in
de bezwaren die de stem van deze zangeres
biedt, moet men met bewondering hare zangkunst
gadeslaan. Wanneer nu, zooals hier het geval
is, die wijze van zingen ondersteund wordt door
eene niet alleen intelligente, doch ook zeer warm
gevoelde en artistieke voordracht, dan is hier
mede tevens gezegd dat de avond van 2 November
een waar kunstgenot gaf, waarvoor ik de concert
geefster mijn oprechte hulde breng.
De heer Ant. H. Tierie begeleidde alle nummers
op het klavier en deed dit als artiest.
Hoeveel waarde eene goede begeleiding heeft
is bekend, en voor zooiets heeft men juist iemand
noodig die werkelijk kunstenaar is.
De kleine zaal was niet geheel bezet, doch
bestond bijna geheel uit musici, waaronder vele
zangspecialiteiten.
Ik hoop dat zij even voldaan zullen geweest
zyn als schrijver dezer regelen.
In de Ned. Opera werd de Navarreesche van
Massenet, bewerkt raar eene novelle van Jules
Claretie: Li Cigarette, waarvan vroeger eene ver
taling in Eigt-n Haard verscheen, opgevoerd.
Dit werk is vroeger reeds door de Fransche
Opera gegeven en toen besproken Ik heb als
oase in de woestijn toen aangehaald het lied
met mandolinebegeleiding aan het slot van het
eerste bedrijf.
Doch de vertolking wat het vocale betreft heeft
m\j zeer voldaan. Mevr. Dirckx van de Weghe
en de heer Pauwels waren in volle kracht. Ook
de heeren Engelen en de Nobel waren te prijzen,
alleen de vertolker van het bovengenoemde lied,
niet.
Als Ik mg niet bedrieg moet dit lied met
rhythmisch handgeklap begeleid worden en niet
door slaan op koperen werktuigen. Het hand
geklap toch speelt in Spanje bij de dansen en
zangen een groote rol.
Hierna hoorde ik met het grootste genoegen
weer eene opvoering van Hans en Griet/", onder
leiding van den heer van der Linden. Het spel
van de hoofdpersonen vooral dat van mevr.
Engelen is zoo los en aantrekkelijk geworden en
het geheel loopt zoo goed van stapel, dat deze
voorstelling als een gelukkige getuigenis van den
ernst waarmede thans aan deze instelling wordt
gearbeid, mag worden geciteerd.
Toen ik gisteravond deze voorstelling bijwoonde
verkeerde ik onder den indruk van geruchten
omtrent den flnantieelen toestand van de Ned.
Opera, welke geruchten heden bevestigd worden
door het ontvangen van eene circulaire waarin
krachtig op finantieelen steun wordt aangedrongen.
Het blijkt dat de September- en ook een ge
deelte van de Octobermaand groote schade heeft
gebracht, wat niet te verwonderen is wanneer
men de concurrentie van de Tentoonstelling en
het prachtige weer in aanmerking neemt
Nu hoopt men op spoedige hulp, anders zou
het kunnen zijn dat de opera zou moeten sluiten
Dit zou te betreuren zijn omdat?zooals ik
zeide er nu een streven in de goede richting
merkbaar is. Bleven de voorstellingen van hel
gehalte zooals een vorig jaar het geval was,
voorzeker zou die sluiting minder spijt verwek
ken. Want wat heeft men aan enkele gevierde
krachten wanneer het geheel niet aan bescheiden
eischen beantwoordt.
Doch thans heeft men meer oog voor hetgeen
bereikt moet worden, welk streven nog sterker za!
blijken uit de a.s. opvoeringen van lannhauser.
waaraan bijzondere zorg besteed wordt.
Hoewel het zeer hard voor het personeel van
zulk eene instelling is, midden in het seizoen
plotseling te worden bedankt, wettigt dit alleen
toch nog niet de inroeping van hulp tot instand
houding van eene kunstinstelling.
Doch wanneer men blijk geeft ernstig te streven
in de goede richting dan mag men die oproeping
met kracht ondersteunen opdat het der directie
mogelijk worde hare plannen geheel te verwe
zenlijken. Met aandrang zij dus de circulaire
van de Raad van Beheer van de Ned. Opera
onder de aandacht van allen gebracht die deze
instelling willen steunen.
Men neemt de kleine bijdrage van den ge
trouwen bezoeker van het schellinkje even dank
baar aan als groote donaties. Dat idee is rationeel.
Niet door enkelen, doch door de massa van de
getrouwe operabezoekers moet de Ned. Opera
voornamelijk in stand blijven.
Is de opera weer te niet en zijn de medewer
kenden overal verspreid en elders gebonden, dan
duurt het heel wat tijd alvorens eene nieuwe
stichting levensvatbaarheid kan verkrijgen.
Het is de plicht van den criticus voort te gaan
te bestrijden al wat te wenschen overlaat en dit
zal hij blyven doen; doch hij moet opbouwen
en niet afbreken, en daarom doet hij met aan
drang zijn stem voor het behoud van deze jonge
instelling weerklinken.
VAN MILLIGEN.
iiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiitii
IIIIIIIIIIIMIIIIII
tTtNSCHAP
Het eewfeest yan liet
Institut de Trance".
J!
II. (Slot.)
Iedereen kent want wie is niet te Parijs
geweest! het paleis Mazarin, het gebouw van
het Institut, tegenover het Louvre, ermee ver
bonden door de Pont des Arts. Mazarin, die
zonder een duit op zak in Frankrijk was ge
komen, kon van zijn millioenen zulk een gebonw
zetten. Hij bestemde het tot een hospitium voor
arme edellieden uit de provincies of de staten,
overwonnen tijdens zijn ministerschap; vandaar
dat tot de revolutie het gebouw den naam kreeg
van College des Quatre-Nations. Om het plaats
te geven moest de Tour de Nesle, waarvan een
zoo geheimzinnige en tragische faam uitging,
worden afgebroken.
Het paleis heeft, zoowel van binnen als van
buiten, een ander aanzicht gehad dan het huidige.
Op voetstukken stonden voor de fa^ade zes beel
dengroepen : de vier evangelisten en eenige hei
ligen uit de grieksche en de roomsche kerk. In
het halfrond huisden winkeliers : een kleermaker,
een glazenmaker, een limonadeverkooper. De
Pont des Arts bestond nog niet,.maar een weidsche,
in steengehouwen kade, met een opengewerkte
balustrade die de wapens van den kardinaal
droeg, bracht u naar het veer; voor G duiten
kondt gij u laten overzetten.
Onder den koepel van het gebouw waar nu de
groote zittingzaal is, was de kapel van de school;
Mazarin had gevraagd om daar te worden be
graven; den Gden September 1684 werd zijn lijk
van Vincennes daarheen overgebracht, en Coysevox
beitelde hem een sarkofaag, in zwart marmer,
waarop hij zelf was afgebeeld, geknield, de han
den gevouwen ; naast hem stond een genius met
een romeinschen lictorsbijl in de hand en op de
trappen van het mausoleum stonden drie ge
stalten met gesloten mond, de Voorzichtigheid,
de Vrede en de Trouw. Het hoofdaltaar was
versierd met een schilderij van Paul Veronese,
de Besnijdenis voorstellende.
De opening van het gebouw ging niet zonder
bezwaren. Gaandeweg hadden er zich allerlei
lieden genesteld: o. a. een docent, die latijn
leerde aan kinderen van drie en vier jaar, door
ze geheel van de wereld af te sluiten, en nooit
dan in deze taal met hen te spreken. De univer
siteit maakte moeilijkheden. Een college in de
buurt van den Molière-schouwburg kwetste de
zeden: het theater moest worden gesloten. Ook
mocht er geen les worden gegeven in paardrijden,
schermen, dansen; het gevolg daarvan was, dat
weinig lieden van naam hun zonen er heen zonden.
De revolutie kwam. Het purisme woedde. Het
mausoleum van Mazarin werd naar het Louvre
gebracht. De kapel werd zittingzaal, de zijbeuken
werden tribunes voor het publiek. De kapiteelen
der zuilen verdwenen voor het gezicht, want er
werd een looze zoldering onder den koepel aan
gebracht, van hout en pleister, in zoogenaamd
griekschen of romeinschen stijl, beschilderd met
de leelijke grisa-lles, die er nog zijn te aan
schouwen. Op dien zolder komt gij langs een
nauwe wenteltrap als in een toren. In het stof
liggen eenige oude schoene» verdwaald, van wie
weet wie ; de zuilen der kapel steken hun koppen
door het hout, en langs de muren vindt
gij heiligenhoofden : Lucas, Johannes, Mattheus
en eenige anderen: al wat van de beelden is
overgebleven. Midden in het plankier is een gat,
dat een blik naar beneden gunt. Voorzichtigheid
heeft er bij doen schrijven: «Levensgevaarlijk".
Dan zijn er t\vee marmeren platen in den muur,
waarop gij, na het stof te hebben verwijderd, leest:
«Tijdens de regeering van Lodewijk den
Veertienden. Dit mooie gedenkteeken, een stichting
van den kardinaal Mazarin, tot kerk dienende
voor het College des Quatre Nations, door dezen
minister gebouwd, werd gezet naar de plannen
van Levau, door d'Orbay, zijn leerling, in lf><>2
En : «Onder de regeering van Napoleon. Tijdens
het ministerschap van Z.Exc. den heer
('hampagnay, minister van Binnenlandsche Zaken, werd
deze l*erk bestemd voor de openbare zittingen
van het Institut de France en daartoe in orde
gebracht. De koepel werd doorboord, en halver
wege zijn hoogte ondervangen door een nieuwen
koepel, op een ovaal rustend, en licht latend
door acht luiken. Deze koepel word van den
denhout getimmerd onder toezicht van den
heer Vaudoyer, architect van de civiele ge
bouwen."
In de groote zittingzaal zijn vier nissen inge
nomen door de standbeelden van Fenélon, Sully,
Bossuet en Descartes, die voor de gelegenheid
zijn gewasschen en ... gekamd, zouden wij bijna
zeggen. In de vestibule een standbeeld van
Napoleon I, rechtop, de kroon op het hoofd, den
keizerlijken scepter in de hand. Links van
hem Lafontaine en rechts Molière. Verderop een
Montaigne, met een dichterblik ten hemel
schouwend; met de eene hand legt hij een
spiegel tegen zijn hart, den spiegel der waarheid,
en met de andere schrijft hij : »Que sais-je", een
pretentieus beeld, waarin de vrienden van Mon
taigne niet gaarne hun gelief koosden, eenvoudigen,
oprechten leermeester zullen zoeken. In een
dooden hoek van een gang, eenzaam, in witten
steen, zit Montyon.
Een tweede zaal is bestemd voor de Académies,
de Académie fram;aise uitgezonderd. Ook hier we.
melt het van beelden en bustes : Racine, Molière,
Lafontaine, Pierre Puget, Poussin en Corneille;
Cuvier, Cherubini, Andrieux, en nog vele andere.
Overal in het Institut zijn bustes te vinden, op de
trappen, in de antichambres, in de gangen, in
verloren hoeken, overal waar men er maar kon
nederzetten. Van velen is de man vergeten, en
leeft alleen de buste.
De Académie der veertig heeft een aparte zaal
voor haar besloten zittingen ; de bibliotheek is
gemaakt van twee vertrekken boven elkander,
waartusschen de zolder is weggenomen. Er staat
een beeld van Voltaire, geheel naakt, een mooi
kunstwerk. Maar Voltaire, die ook van lichaam
allesbehalve akademische vormen had, maakt in
zijnen Belvédère-Apollo-tenue een zonderlingen
indruk.
Het Institut, en de verschillende Académies
hebben over groote sommen te beschikken. In
'87 had het Institut 522.000 fr. rente, thans is
dat bedrag nog aanzienlijk hooger. Het keert
jaarlijksch 725 000 fr. aan prijzen uit. Meer dan
twintigmaal is het millionnair. En het heeft nog
heel wat te wachten, o. a. het domein Chantilly,
van den hètog van Aumale, dat op 43 millioen
wordt geschat. Het is niet gewaagd, te voor
spellen, dat weldra het Institut 70 millioen francs
rijk zal zijn.
Mr. Banck ca. Jhr. de Stuers.
Er is nog een derde artikel over Christelijke
Kunst verschenen van de hand van mr. J. E. Banck
in de Arnh. Crt. Ni t gewoon den strijdbaren
referendaris te zien kamp geven, hebben wij op
een antwoord van zijn kant gewacht, om dan van
het dispuut tusschen beide heeren aan onze lezers
opnieuw een overzicht te geven. Jhr. de Stu<=rs
heeft echter tot nog toe gezwegen, en zal dus
wel niet meer antwoorden.
In de Arnh. Ct. van 17 Oct. schrijft mr. Banck
o. a. dit: »De heer de Stuers laat in zijn betoog
alles liggen, wat hem minder gelegen komt, om
zich tot datgene te bepaleu wat, volgens zijn
meening, voor tegenspraak vatbaar is. Aldus
maakt men zich de taak gemakkelijk, maar of
een debat, op zulk een onvolledige en onwille
keurige wijze gevoerd, tot eenig resultaat kan
leiden, is een andere vraag."
Wat het Maastricbische huldeblijk betreft:
»De heer de Steurs ontken1", dat het voetstuk
door een reliekhouder gevormd wordt, maar hij
verzuimt te zeggen, wat het dan wel is. Het
beeldje is zoo karakterloos, dat het evengoed een
verheerlijkten schutspatroon als een gewonen
engel kan voorstellen. Wij vermoeden dat de
meesten en ook de Koninginnen zelve liever een
schilderij van een onzer talentvolle schilders
zouden hebben gehad dan een proeve van de
min of meer geslaagde technische bedrevenheid
van den heer Broms, waarvan de voornaamste
iviarde in het gebezigd materiaal moet worden
gezocht."
liet spelen van het Wilhelmus in de St. Servaas :
»Het was niet meer dan een beleefdheid, aan
haar rang en waardigheid verschuldigd."
De voorliefde vcor den Roomsch-koning Willem
II wordt vervolgens weinig gegrond genoemd,
daarentegen werd Frederik Hendrik te Maastricht
»als een redder en verlosser begroet, zooals de
heer de Stuers in het reeds vroeger aangehaalde
gedicht van Vondel kan lezen, die tevens in
herinnering brengt hoe het bloedblad door de
Spanjaarden, onder aanvoering van Alexander
Farnese, in 157!) aangericht, bij de bevolking een
onvergetelijken indruk had achtergelaten."
Wat de restauratie van het grafmonument in
de kerk te Breda betreft, mr. Banck wijst er op,
dat zelfs katholieken een madonnabeeld in een
protestantsche kerk misplaatst achten, en zegt
verder: »Het beeld zelf is overigens zeer leelijk,
echt fabriekswerk, vermoedelijk uit de bekende
Roermonder werkplaats afkomstig, waar de vol
ledige inventaris eener katholieke kerk, volgens
prijscourant, verkrijgbaar is. Het is een stijve
pop, zonder ziel en uitdrukking, die bij den
stijl en het karakter der andere figuren niet past
en als zoodanig een storenden indruk maakt,
zoodat het beter achterwege was gebleven. Er is
een wijze van restauratie, die met een vermin
king van het origineel gelijk staat."
I!ij de firma E. .1. van Wisselingh & Co., Spui
23, is tentoongesteld een schilderij van Ed. Karsen.
Warendorf's (l(illustreerde fttmiliekalcnder roor
1S!><! is uitgekomen. Behalve een volledigen
kalender, munttafel, zepeltarief enz., bevat hij
de volgende novellen: Wijnkenners, van Jus LTS
VAX MAIKIK; Met eigen oogen gezien en
toch'.-1 van TIIKKKSK HOVEN; Annie's eerste be
proeving, van Mevr. LA (?ii.u'uu.u-Rnonni.; Een
huwelijk uit liefde in bet jaar 2;)!HJ, door A. PHKU.;
verder twaalf groote illustraties enz,
Daarbij behooren twee premies: Een
Nederlandsch sportspel, ten doel hebbende: geblind
doekt de ruiters op het paard te bevestigen, en
een praktische portefeuille-almanak in fraai
omslag. En. dat alles voor 10 Cts.
' Inhoud Eigen Haard No. 45: Tragedie door
fyriel Buysse. Het grootboek eener loterij
in de ,-e helft der 17e ecmc door N. M.
KeukenI meester (met afbeeldingen). Xujwrxtemmwg
i (met plaat naar de schilderij van !?'. J. Du
l Chattel). Uit de Fri&sclie wouden. (Voorheen
' en thanf) door J. II. Popping (met af beelding).
Mr. J. Kappeyne van de Capella (Mededeelingen
en herinneringen) van Mr. H. J. Smidt (met
portret). De man zonder na mi. Verscheiden
heid : Een tubelaire ketel te Pompeji, gevonden.
De ontbrekende tsehakel. Feuilleton: De slimme
dochter van den armen man. Advertentiën.
Inhoud van de Nuvorse'ier, afl. 10:
Oudheidkunde: Bijdrage tot de geschiedenis
van het Wijnhuis en den Wijnhuistoren te Zutphen
door J. Gimberg. Onlusten te Briel'e in het
begin der 15de eeuw, door II. de Jager.
Zeeuwsche toerbeurten Raadpensionarissen.
Geslacht- en Wapenkunde : J. Fr. van Nieuwkuyk
en zijn mannelijke zoowel als vrouwelijke nako
melingen, door J. F. Verster. Met wapenpl.
Nadere stukken over het geslacht van Mathenesse,
door Mr. W. Bezemer. Aanteekeningen betref
fende de familiën de Craecken v. d. Laen en v.
Geesdorp, medeged. door M. G Wildeman
Taal- en Lttteikunde: Suffridus Petri., onbekend
gedicht. Stelle. Bilderdijkiana,
Catechismusvervalsching.
iiiiiiiiiiiiiiiiuiiiliiifiiiiiiimiii
iiriiiniiii iiiiiiiiii
40 cents per regel.
millUIIIHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIUIIIHIIIillimilllllllllllllllllllllimillllHIIIM
In No. 20 van de Medizinische Post schrijft
Dr. GANSER, tandarts te Weenen:
De tot nu gebruikelyke mondwatersoorten zyn
of niets anders dan reukwerken, met name de
Fransche fabrikaten en hunne navolgingen, of
zy bevatten inderdaad antiseptische stoffen. In
dat geval z:;n zy tevens, in het byzonder het
Salicyl- en Benzoë-mondwater, voor de tanden
nadeelig, daar zij sterk zuur reageeren en
de tanden aantasten, ontkalken. Oilol daaren
tegen is neutraal, tast de tanden niet aan,
neemt krachtig den oawelriekenden reuk weg,
en verhindert gedurende langen tijd ontbindings
processen in den inond."
Prijs per heele flacon f 1.?? Alom verkrijgbaar.
Depot van het Dresdener Chemisch Laborato
rium, LINGNER, Amsterdam.
TRAOB
MARK.
MARTELLS COGNAC
Dit beroemde merk is verkrijg
baar bij alle soliede Wijnhandelaars
en bij de representanten
KOOPMAXS «fc 15 KII ME R,
te Amsterdam.
Prijzen vanaf ? 2.50 per Flesd
STOOKT
BRUINKOLEN-BRIKETTEN
Verkrijgbaar bij
Handelaren in Brandstoffen.
Deze sedert tal van jaren hier in
gevoerde en op de meeste ten
toonstellingen bekroonde
briketten.geven debeste doofkolen,
houden het langste stand, ont
wikkelen de meeste hittekracht
en zijn daarom in het gebruikdan
ook veel voordeeliger dan de an
dere goedkoopere merken, die
bijna geen kool geven en stinken.
SS* Let toe-dat U onder
het merk A 9een andere
merken gemengd krijgt!
Gebr. SfiiRoDER, Rokin 50.
Kunstzaal. Bjekgeschenken.
Magazijn KEI/ERSHOF", Kieinvendijk 196.
Zljdenstoffen. Grootste sorteering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
H. R AHR te Ut recht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.