Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 960
houwer Merciéis, gelijk de lezer kan zien, van
niet alledaageche kracht. Figaro vertelt van de
onthulling, dat verscheiden collega's den heer
Merciéom den hals vielen van ontroering, wij
mogen dus aannemen, dat het beeld mooi is.
In tegenwoordigheid van bijna al wat Par\js
aan groote mannen oplevert, werd het doek van
dit standbeeld weggetrokken. Bonnet verhaalde
hoe Meissonier van een historisch genreschilder
de man is geworden van het eerste Napoleontische
tgdperk; in het midden van zijn leven zijn talent
opnieuw doende opbloeien in een groot lan van
vaderlandsliefde en artisticiteit. »Meissonier heeft
z\jn kunst liefgehad gel\jk hij zijn vaderland
lief had: hartstochtelijk. Beiden, dankbaar, heb
ben zijn roemrijken naam ingeschreven in het
gulden boek van Frankrijk."
De, nu gevaren, minister Poincaréhield een
van die sobere, heldere, pittige redevoeringen,
waarvoor hij bekend is : »Het werk en het leven
van Meissonier kunnen worden samengevat in
twee woorden: het zoeken naar schoonheid en
waarheid. Voor hem ligt de eerlijkheid der
kunst niet alleen in de teekening: zij ligt even
eens in de keus van het onderwerp, in de helder
heid der compositie, in de nauwgezetheid en de
juistheid der uitvoering, in de weldoorgedrongen
kennis van de lijn, van de beweging en van de
kleur." En hij herinnerde aan de uitroep van
den meester : »ziel, ziel, ziel! het kan niet genoeg
aan de jengd worden op het hart gedrukt....
Heb veel hart, en gij zult altijd genoeg geest
hebben."
Ook Poincarésprak over Meissonier's vader
landsliefde, over zijn Franschman zijn: »Hij was
»le plus francais" der kunstenaars."
En wat misschien de mannen van het proza
niet hebben willen zeggen, heeft Jean Aicard
gezegd in zijn verzen, uitgesproken door
MounetSully :
II a flxéles plus grands gestes
Les Gestes de Dieu par les Francs.
Et, sur les profondeurs célestes,
Ses petits drapeaux sont bien grands!
Daarenboven scheen bébéin den laatsten tijd
in het gesloof van haar kennissen en het echte,
onvervalschte volksdialect pleizier te hebben.
Inmiddels was bébébijna twee jaar ge
worden. Ze was geniaal in alles. Vroeg
men haar, hoe ze heette, zoo luidde het vol
zelfbewustzijn : »Uffouw Justina."
Maar hoe jammer! Hoe aardig »Uffouw
Justina" ook babbelde, ze zei alles in plat
dialect.
Mama was er ontroostbaar over. Dat kwam
natuurlijk door den omgang met die keuken
prinsessen en kindermeiden !
Dat zou anders worden. En het werd ook
anders. Bébéverhuisde van de kinderkamer
naar de vertrekken van papa en mama.
Nu zou het beter worden!
Uffouw Justina zou zuiver leeren bab
belen. Maar bébéleerde niets. En
geen wonder. Opdat een kleine kleuter iets
met zijn bébé-zinnen zal kunnen opnemen
en vasthouden, is het toch zeker in de eerste
plaats wel noodig, dat zij zich in een wereldje
beweegt,waarin zij zich op haar gemak gevoelt.
En de wereld, waarin papa en *mma
leefden, voldeed bébénu juist niet.
Geen wonder dus, dat het kleine, nietige
ding besloot, met het leven af te rekenen
en zei: »Die wereld om mij heen bevalt
mij niet, ik ga haar dus verlaten''.
Ja Uffouw Justina wilde niets meer van
die wereld weten, waarmee ze reeds van den
beginne af strijd had gevoerd «i Uffouw
Justina was een klein, maar kordaat ding.
Ze wilde geen beschuitpap, ze weigerde
melk, ze smeet pop en prentenboek weg ....
ze protesteerde.
Het was een Januari-avond. In een schit
terend balkleed had mama juist zooeven haar
huis verlaten. Toen dokter Manhold een
uur later van zijn ziekenbezoek thuis kwam,
vond hij Uffouw Justina op 't vloerkleed
in de woonkamer liggen, evenals een vogeltje,
dat uit het nestje is gevallen en de vleu
geltjes heeft gebroken.
Bébéwas ziek, zwaar ziek, dat stond vast.
Dokter Manhold nam zijn kind op en bracht
II a, peintre d'une popée
Dont l'univers tressaille encor,
Chantéla gloire de l'Epée,
Comme un Homère a lyre d'or.
Les bles taient bien pres d'être lies en gerbe
Que broie, au grand galop, l'escadron bondissant...
C'est un peuple qui passé! et qui foule, superbe,
Des moissons qui, demain, renaitront de son sang.
Le chef est la, pensif, grand comme dans Ihistoire,
Chapeau leve devant tout ce peuple perdu,
Tranquille mais soufflant l'ame de la victoire
Aux cavaliers debout sur l'étrier tendu.
léna ! Friedland ! quoi ! ces gloires sont nótres !
Oui, l'Art fait ternel un instant glorieux...
Patrie, Orgueil, Espoir, si vous manquez d'apötres,
Dites-nous de lever sur cette oevre nos yeux,
Et l'effort renaltra dans notre ame abattue...
Voila pourquoi, devant «et artiste vainqueur,
La France, consacrant sa gloire et sa statue,
Léve trois fois l'épée, en saluant du coeur.
Heeft dat niet een klein beetje van een
»revanche"?
Reproductie-ateliers Roeloffzen &
Hübner.
De heeren Roeloffzen & Hübner alhier hebben
een keurig album uitgegeven met de nieuwste
staaltjes van hunne reproductiekunst. Wat zij op
dit gebied tegenwoordig leveren, kan in menig
opzicht de vergelijking doorstaan met het beste
wat in het buitenland wordt geproduceerd. De
»simili-gravure en email" op koper en zink wordt
door hen op zeer gelukkige wijze uitgevoerd en
geeft mooie platen,
Schilderijen, aquarellen, teekeningen van mees
ters vallen onder het bereik van weinigen; goede
gravures en etsen naar meesterwerken zijn ook
nog voor vele beurzen te duur. En daarom mag
het van belang worden geacht, dat de methodes
voor mechanische reproductie langzamerhand ver
beteren en juistere indrukken geven van het
oorspronkelijk werk.
Mechanisch is die reproductie ongetwijfeld ;
zij mist het persoonlijke van de graveernaald en
de etsnaald. Maar ook achter dat mechanische
verschuilt zich de artistieke en de wetenschap
pelijke leiding. Zoo behoort het althans, en zoo
is het bij de firma Roeloffzen & Hübner zeker
het geval.
Veiling.
De firma Frederik Muller & Co. zal den 19den
en den 20sten November in de »Brakke grond"
de oude schilderijen, en een verzameling anti
quiteiten veilen, voor het grootste gedeelte afkom
stig van »T Klooster", het buitengoed van wijlen
den heer J. J. Korthals. De catalogus bevat 713
nummers : onder de schilderijen zijn er van Govert
Flinck, Jan van Goyen, Paulus Moreelse, Rubens
(atelier du maitre), Roeland Savery, enz.
Dezelfde firma brengt 19 November in veiling
de paarlen, edelsteenen en kunstvoorwerpen in
zilver en goud van wijlen mevr. S. L. G. W. . . .,
te Amsterdam overleden.
Kijkdagen : voor particulieren den IGden en
17den, voor publiek den 18den.
Bij de firma E. J. Wisselingh en Co., Spui 23,
zijn tentoongesteld : 3 schilderijen van Ed. Karsen
»Schuiten", »0ctoberavond" en »Avond in Mei"
en voor het zijraam een schilderij van Ed. Karsen
»Begijnhof" en een teekening »0p de paden bij
Amsterdam."
het naar bed.
De grijze nacht kwam. Een vreeselijke
nacht. Hij vond een vader aan het ziekbedje
van zijn kind. En de anders zoo wijze en
kalme dokter, die bij zoo menige sponde van
een kranke had gestaan, was radeloos.
Onder dien druk van leed kwarn voor de
eerste maal de vraag : »Ben ik en is ook
mijn vrouw voor dit kind wel geweest, wat
we zijn moesten ?"
En : »Neen ! neen ! ' klonk het beschuldi
gend daar binnen, »dat zijt ge niet geweest!"
Neen. De wereld van het koude verstand,
waarin nooit de adem van het sterkende
Geloof, van de bemoedigende Hoop en de
bindende Liefde diep gemoedsieren hadden
gewekt, die wereld was niet geschikt voor
een kleine kleuter, die licht en warmte, en
vader- en moederliefde behoefde.
En dat kind, dat geen liefde, geen
teederheid, geen moeder had gekend, lag daar nu
neer om te sterven.
Wie redt dat brooze leventje?
Wie ? . . . Die vrouw soms, die daar de
ziekenkamer komtbinnenruischen, welriekend,
lachend, schitterend en schoon als een fee ?
Wonderlijk schoon is die vrouw ! Hare oogen
glinsteren met een zonderlingen gloed, hare
lippen zijn purperrood, maar haar hart
is van ijs. Die vrouw is geen moeder. Die
draagt geen feestgewaad als haar lieveling
kermend en hijgend worstelt met den dood.
Ze vermoedt nog niets. Hoe is 't mogelijk!
Ze is nog met haar gedachten op het
vroolijke feest. Nog k'iuken haar de
wegsleepende tonen van de balmuziek in de ooren,
nog hoort ze de geestige gezegden van haar
dansers, nog voelt ze den bedwelmenden
invloed van de nu eens wiegelende en dan
weer wilde walsen. Ze denkt nog met ge
noegen aan de conquétes die ze dezen
avond gemaakt heeft.
Dokter Manhold kan zich bij het zien van
die ongevoelige vrouw niet beheerschen. Hij
gevoelt hoe de toorn zich als een ontketende
storm in zijn hart verheft. Hij voelt zijn
spieren zwellen. Hij vliegt naar die schoone
gestalte met dat prachtige, golvende haar,
Inhoud Eigen Haard No. 40: Tragedie door
Cyriel Buysse (slot). Het grootboek eener loterij
in de 2e helft der 17e eeuw door N. M. Keuken
meester (slot). Het Raadhuis te Bohward door
C. Muysken (met platen en afbeeldingen).
Mr. J. Kappeyne van de Coppello (mededeelingen
en herinneringen) van Mr. H. J. Smidt. Ver
scheidenheid : Het laatste nieuics ran de maan. ?
Bereden mieren. Een vuurvaste boom. De
warme Septemberdagen. De Nigara onder het
juk. Straatnamen in Parijs. Hoe en waarom
men de tongen der bijen meet. Schriftlezing.
Feuilleton: De slimme dochter van den armen
man. Advertentiën.
uniiuiiiiiiiiiiiiiim
mimmmiimiimitmimiiiimiHii
40 cents per regel.
De Aerztliche Rundtchau, 1864, No. 17, schrijft:
Het Odol werkt volgens een voor mondwater
geheel nieuw beginsel, door gedurende het
spoelen van den mond op het slijmvlies een groote
hoeveelheid antisepticum achter te laten, zoodat
de antiseptische werking niet uitsluitend beperkt
blijft tot de korte oogenblikken, dat men den
mot d fpoelt, maar nog langen tijd daarna aan
houdt. Geen mondwater heeft by de uitvoerig
beschreven proeven, zelfs niet iiabi.jkomend
een zoo duurzame, antiseptische werking getoond
als Odol.
Prijs per heele flacon f 1.?. Alom verkrijgbaar.
Depot van het Dresdener Chemisch Laborato
rium, L1NGNER, Amsterdam.
HTRAHRTeUtrecht
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Euime kenze in Huurpiano's.
Anker Hepcules-Poptemonnaie
Welkom St-Mcolaas-Gcsclieiik.
Alleen de prima Q^ ct~
qualiteit is voorzien '
vanhetFabrieksmerk.
Te AMSTERDAM uitsluitend bij:
VERWEEGEN & KOK,
No. 90 KaWraat, No.
iiiiiiiiiiiiiniiuiiiiiii immiiiHiuiiHiiiiiiiiimiiiiiimmiiiiiiiiu
hij stort zich op die fiere koningin van het
bal in het sneeuwwitte atlas-kleed en rukt
haar de strikken van het lijf, de parels van
den hals.
En als ze zich met moeite heeft los
gerukt, als ze, vermoedend, dat er iets
vreeselijks moet gebeurd zijn, naar het ziekbed
van haar kind wil ijlen, dan stelt zich de
man tusschen haar en het ziekbedje en
klinkt het haar verpletterend in de ooren :
»Ga, je kind heeft zonder je zorgen moeten
leven, het kan ook wel zonder je zorgen
sterven."
Ontzettende, vreeslijke woorden !. . .
Als door een bliksemschicht getroffen staat
ze een oogenblik als verlamd. Daarna grijpt
ze wild om zich heen, als voelde zij den grond
onder hare voeten wegzinken en dan dan
stort ze neer.
Daar ligt nu die zichzelf bewuste, trotsche
vrouw, die schoone »reine du bal", met de
bloemen in 't haar, het hoofd tegen het kus
sen van haar kind. Vol angst staren de
wijd opengesperde oogen naar het kranke kind.
Vier nachten waren sinds die schrikke
lijke stonde verloopen. Maar die moeder,
l die bleeke vrouw had niets van den loop
der uren gehoord. Onbeweeglijk uit ze
bij haar lieveling. Half' dood van angst
staart ze naar haar lieveling. Geen woord
komt over haar lippen ... Het beeld van
stomme smart.
Het is weer nacht geworden. Kreunend
ligt bébéin haar bedje. Zie, die bleeke vrouw,
die zorgende moeder Xe wringt de handen
en met nokkende stem, waaruit half waan
zinnige droefheid spreekt, klinkt het: »Mijn
i God mijn God indien Gij bestaat laat
mij mijn kind behouden."
De wanhoopskreet sterft weg. De diepe
stilte van den nacht neemt hem op, begraaft
hem. En het is weer zoo stil, zoo huivering
wekkend stil geworden als te voren. Het
was, alsof een diepbedroefde menschenziel
haar schrijnend leed niet had geklaagd, niet
haar roerend gebed had opgezonden in de
groote onmetelijke ruimte, die de aarde van
l
Depots te AMSTERDAM:
ULITH & Co., Zeedijk 1B.
A. v. TUYI.L, Paleisstr. 13.
CLÉBAN, Heil'gerweg 42.
ScALONGNK.Kattenb.pl.13.
HULSWIT, Vondelkade 89.
DE CASTSO, Muidcrstr. 14.
A. STARK, Mauritsstr, 5
SpAARKOGEL,Marn.str.l25
QUEHIDO, Roeterstraat 92.
v.HEMERT.Utrecht.str.118
ScHAFFERS,Ferd.Bolstr.ll
MARNETTE, Wagenstr. 40.
v. WISSEN Jr., Vijzdstr.28.
SCHUWT, Haarl»m.8tr. 139
KOCK P. C. Hooftstr. 130.
D. STORK, Lelie4<racht 44.
A. BARNEVELD, Overt.419.
ELSMANN, Van Woustr.56.
UOMULLE, Leidschestr.55.
J. D. STEEN, Singel 176.
Hoof<l-I)ep«t
VAN
Dr. JAEGER'S OKIG.
Noriiiaal-Wolarteta.
K. F. DEUSCHLE-BENGER,
Amstei dam, Kalverstraat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland.
'edeit l Mei Beduidend Verlaagde prijzen.
STOOKT
BRUINKOLEN-BRIKETTEN
Verkrijgbaar bij
Handelaren in Brandstoffen.
Deze sedert tal van jarenhier ui
tvoerde en op de meeste
ten.oonstellingen bekroonde bri
ketten. ge ven de beste doof kolen,
houden het langste stand, ont
wikkelen de meeste hittekraoht
en zijn daarom in het gebruikdan
ook veel voordeeliger dan de an
dere goedkoopere merken, die
bijna geen kool geven en stinken.
Let toe-dat U onder
het merk ^ geen andere
merken gemengd krijgt!
frebr. SCERÖDER, Rokin 50.
Kunstzaal. Boekgeschenken.
Magazijn KEI/ERSHOF", Niemvendijk 196.
Zrjden s t o f f en. rootate sorteering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerd
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
minimin i n immuun i IIIIIIIIIIIIIIMII i" iifiiiliiiiiiiiiiiiliiliiiiiiitiiiiltiliiint
den hemel scheidt.
Het was drie uur in den morgen, toen een
lange, diepe zucht aan de lipjes van het zieke
kind gleed. Indien het eens de laatste ware
geweest! Als die lieve bébéeens dood was!
Als haar kind, haar lieveling eens nooit meer
zou ontwaken! O, God!
Doch zie! Bébéziet plotseling met haar
groote, heldere oogen, waarin verbazing de
overhand heeft, in het rond.
Waarom is bébézoo verwonderd ? Zou het
misschien zijn, omdat zij haar ouders aan haar
bedje ziet geknield liggen en alles, zoo andere,
zoo geheel anders geworden is?
Want, ja, het was anders geworden!....
»Ei! ei!" Tweemaal achtereen laat béb
die woordjes hooren.
Over bébé's gelaat glijdt een tevreden
lachje van stil genoegen, uit mama's oogen
vallen dikke tranen op het bedje.
»Ons kind is gered," zegt dokter Manhold
en zijn vrouw ziet hem met verrukking aan.
Vader, moeder en kind zijn bijeen en in
die menschenzielen ruischt de wiekslag dei'
Liefde. En de Liefde, »die alle dingen
vermag," doet die schoone bleeke vrouw de
armen naar haar man uitsteken.
«Vergeving, Robert, vergeving !" zwaar rusr,
het mooie hoofd aan zijn borst, terwijl ze
murmelt:
»Ik heb in die lange, bange uren vreezen
en sidderen geleerd, maar ook jou leeren
liefhebben."
Diepe, plechtige stilte hcerscht in het ver
trek. Keine liefde doet haar werk: Dokter
Manhold vindt zijn vrouw. Innig bewogen
houdt hij haar aan zijn hart gekneld. In
haar slaap glimlacht kleine Uffouw Justina.
En dat vaste geloof in en het zalige gevoel
van hun teedere liefde, dat alles is her,
is bijna niet te gelooven bet werk van een
kleine kleuter, nog geen el lang, die nog
niet loopen kan, zonder telkens te vallen en die
hoewel ze zeer parmantig Uffouw Justina
kan zeggen, nog niet eens haar tien vingers
kan tellen."