De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 24 november pagina 8

24 november 1895 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 961 W. H. Paling, t Te Sydney in Australiëis in Augustus over leden de heer W. H. Paling, een Rotterdammer van geboorte, die in het jongste werelddeel den ouden naam der Hollanders heeft hoog gehouden. Zjjn vader was pianomaker, en een bekend musicus. Ook hijzelf was bekend voor de kunst. B\j Tours studeerde hij viool en hy gaf les aan de Rotterdamsche muziekschool. In '53 of '54 kwam h\j naar Australië, gaf daar concerten, en richtte er vervolgens een handel in muziekin strumenten en muziek op, en gaf lessen. In alle opzichten ging het hem goed ; hy werd een ge erd burger, bekleedde o. a. de betrekkingen van vrederechter, van wethouder en van burgemeester in de buurt Petersham en maakte zich vooral bekend door den yver, waarmede hij streed voor sanitaire hervormingen. Dat hij het hiermede ernstig meende, kan blijken uit het volgende: Op een goeden dag ging hij naar den gouverneur, Lord Carrington, en deeld hem mede, dat hij een boerderij te Camden met al wat er by be hoorde plus een cheque van £. 10,000 ten ge* schenke gaf voor een te stichten hospitaal voor herstellenden. Lord Carrington opende een inschrjjving, en weldra was een som bijeen, vol doende om, met het geschenk van den heer Taling tot grondslag, het kapitaal te vormen voor den bouw en het in stand houden der gewenschte stichting. Lady Carrington legde den eersten steen, Lord Carrington opende ze in 1888; in het begin van dit jaar werd de groote zaal ver sierd met een buste van den heer Paling, die zjjn vrouw eertyds te Florence had doen ver vaardigen. De heer Paling bereikte den leeftijd ran 70 jaar. Het bestuur van de doofstommenvereeniging Door liefde saamgebracht" te Amsterdam, die alle uit de instituten ontslagen doofstommen die in nood verkeeren, onverschillig van welke gods dienstige gezindte zy z\jn, gees'eljjke en stoffelyke hulp tracht te verleenen, doet een beroep op den liefdadigheidszin van het publiek. Zij hoopt zooveel te ontvangen, dat z\j met dit be drag, daarbij gevoegd de jaarlyks haar ge schonken sommen, door de Hoofddirectie en onderwijzers aan het Instituut te Groningen en vele anderen, in het lot der ongelukkigen een noemenswaardige verlichting kan brengen. De penningmeester, den heer C. Hellingman Jr., woont van Oldenbarneveldstraat 77. De Nederlandsche Patroonsvereeniging Boaz heeft aan den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid een adres gericht, inhoudende een tweeledig verzoek. Ten eerste, om te voorkomen, dat aan financieel onbekwame aannemers, de ge legenheid wordt geopend mede te dingen naar werken, die hunne financieele krachten verre te hoven gaan, vragen zij te bepalen, dat behalve de bestaande «persoonlijke", daarenboven, als borgtocht, door den aannemer, een som gestort moet worden, gelijkstaande met, b.v. zooals dit in Belgiëen Frankrijk geschiedt, '/joste gedeelte der aanneemsom, welk bedrag alleen mag dienen, tot meerdere zekerheid, voor de nakoming der verplichtingen, tegenover onder-aannemers en leveranciers van het betreffende werk, en niet zal worden teruggegeven dan iïmaanden na de uitbetaling, van den termijn, voor 1ste oplevering bepaald. Ten tweede, om deugdelijke hollandsche 'n Gezegende tl voor ds effecten-mannetjes. (Sühou&tte.) DOUMEK zorgt voor de coulissiers ! aannemers niet te ontmoedigen, wenschen zij aan het voorbehoud der gunning, de verklaring te zien toegevoegd dat ter vergelijking der in schrijving van Nederlandsche en buitenlandsche fabrikanten, die van laatstgenoemde, met b.v. 5 percent van het bedrag dier inschrijving worden verhoogd. De phrenologie bezegeld. Niet lang geleden ontving de heer Bosch, mi nister van Openbare Werken te Madrid, een bezoek van den aartsbisschop van Valladolid, dom Antonio Cascajares. »Ik kom'J, zeide de prelaat bij het binnenkomen, »om mij, mijnheer de minister, door u te laten feliciteeren. Zooeven ben ik tot kardinaal benoemd." Wel, de heer Bosch wenschte den nieuwen kardinaal geluk, maar begreep niet goed, waarom hij daarvan op een zoo plechtige wijze mededeeling kreeg. De prelaat legde hem dat echter uit. »0p een goeden dag, toen gij ongeveer twaalf jaar oud waart, nam uw vader, Miguel Bosch, u mede naar een zijner vrienden, den heer Indalecio Mateo, opper hofmeester, om hem uw buitengewonen aanleg voor de wiskunde te laten bewonderen. Toen gij met uw vader binnenkwaamt, had Mateo be zoek van een kapitein der Artillerie. Gij werdt geëxamineerd, en de drie mannen, Mateo, uw vader en de kapitein, bewonderden uw aanleg. Daarop volgde een gesprek over phrenologie. Uw vader was een geestdriftig voorvechter der theorien van Gall, de kapitein trok ze in twijfel. Nadat uw vader op alle mogelijke manieren zijn standpunt had verdedigd, sloeg hij, half in ernst, HETSJES Van Jaya's blanwe bergen. Particuliere correspondentie. Zelden hebhen we hier een zoo abnormaal jaar gehad als 1S95. Eerst een regen zonder einde, en nu een verschroeiende hitte. Een ieder, die het dan ook doen kan, tracht in de hergen verpooziug te vinden. Want het is af mattend, avond aan avond blazend eii puffend achter de klamboe te krjipen om, zich om wentelend voor de zooveelste maal in de 2i uur, zich weer in het zweet te werken. Want ook de slaap ontfermt zich niet over u eu er ontstaat eene afmatting, die lichaam en zenuwen aantast. Maar bij de meeste plaatsen liggen nog geen 2 of 3 uren ver, Java's heerlijke bergen, meteen klimaat zoo heerlijk, zoo opwekkend, dat het te be jammeren is dat zoo weinig van die goede gelegenheid gebruik gemaakt wordt. In dat opzicht zijn de Engelschen praktischer. Zij wachten niet tot lever, hart of zenuwen zijn aangedaan en het herstel dikwijls te laat is. Keen, ieder jaar nemen zij hun holydays en komen opgewekt weer terug van de hills. Eu de keuze is zoo moeilijk niet, al heeft de eene plaats meer voor dan de andere. Nu er toch te Buitenzorg races zijn, kunnen wij via die plaats naar Garoet gaan en pleisteren dan op de eerste plaats. De race-manie is ook over ludiëvaardig Kroonprins Boris van Bniprüe. Het tanon vernagelen, (Judge.) De schildwacht slaapt, terwijl John Buil met zijn ultimatums het Monroe-kanon vernagelt. half uit gekheid voor, den schedel van zijn tegen stander te onderzoeken. Deze ging daarop in, en de heer Miguel Bosch kwam tot de conclusie: «Volgens mijn theorie zult gij het in den soldatenstand nimmer ver brengen. De knobbel van den strijdlust is bij u weinig ontwikkeld, maar die van de zachtmoedigheid, der zelfverloochening en van het godsdienstig gevoel zijn sterk. Het j staat voor mij vast, dat wanneer gij het zwaard j ruilt voor de stola en de uniform voor het priester- l gewaad, gij kardinaal zult worden".Eenigen tijd daarna nam de kapitein zijn ontslag, ging naar het seminarium, en de profetie van uw vader is vervuld : de kapitein is kardinaal geworden, want de kapitein was ik !" Vroeg opstaan. Alle vorsten van Europa, uitgezonderd konin gin Victoria en haar zoon, schijnen overtuigd te zijn dat de morgenstond goud in den mond heeft. Keizer Wilhelm staat des morgens te vijf uur op; de koningin-regentes van Spanje staat lederen morgen te zeven uur klaar om uit te gaan. Ko ning Humbert is om zes uur op, Oscar van Zwe den en Karel van Roemenie evenzoo. Dom Pedro, de overleden ex-keizer van Braziliëkwam met het klokje van drieën uit zijn bed, en bezocht soms zijn vrienden tusschen vier en vijf uur. j Maar Victoria staat nooit vóór achten op, en bij den prins van Wales, hetzij hij op Marlboroughhouse is of te Sandringham wordt het eerste ont bijt nimmer gebruikt vóór tien uur. geworden, Behalve de Buitcnzorgsche wedloopsociëteit, die in de oude Bataviasche een voor gangster had, heeft men er te Bandong, Soemedang, Garoet (bootraces op het meer Bagendit), Djocdja Salo, Blitar, Malang, en waar al niet, zelfs te Batavia ook weer. Ik vergeet er zeker nog wel een half dozijn. Eu dat alles.. .. ter ver edeling van het paardenras. Het zal wel zoo zijn, maar dan staat die veredeling in omgekeerde reden tot het hardloopen. Waar wél in //geraced" wordt, dat is in de toilet ten der dames, door de kleuren van hoedjes en japonnen trachtende tegemoet te komen aan wat zij helaas missen aan kleur op haar lieve gezichtjes. Het is een luxe, die frappeert en vooral toto's verbaast. Want in hun mistig land, waar nevels en motregens alles in ecu grijs-grauwen tint hullen, daar zou liet al te opzi ;htig schijnen om in zoo kleurrijke toiletten te voorschijn te komen. Maar hier waar alles zonneschijn is, daar pakken die //voyante" (dat is immers de term dames?) kleuren beter, eu makeu onze schooncn lleurig. En zij kleeden zich goed onze dames dat moet gezegd worden, want met evenveel gratie drairen zij de Sarong en kabaai als een goedkoop (?) toiletje van Speybrouck Sacré, de eerste modisteuwinkel van Batavia. Eu de uajaarsraces waren ditmaal drukker be zocht dan ooit te voren. Meer dan hu paarden waren ingeschreven, w. o. heel oude bekenden maar ook tal van nieuwe pairdeu. De rijke sporttaal had er ook al winst bij, men heeft een nieuw woord uitgevonden en wel de Java-Uerby. Het was dit maal de topic van de races, en het winnen er van, niet door de favorite van het publiek maar door een paard waarop weinigen gewed hadden, gaf heel wat opschudding en bewees nog eens weer dat het eene paard harder loopen kan dan liet andere. Neem het wedden weg, laat de dames in een eenvoudig toilet verschijnen eu vraag dan eens wat voor interessants er aan die wedrennen is. Drie kwart van het publiek zou het u niet kunnen zeggen. En voor de offleieele gasten w.o. Z.Excd«n G. G., dunkt 't mij een telken jare vrij verve, lenne eorvée. Nog daargelaten of de achteruitgang van het paardenras, waarover het veeartsenijkundiglijdschrift al meermalen ernstig klaagde daardoor waar eenigszins wordt voorkomen. Neen dan. werkt of zal het Sandelhoutstamboek zekerder en vlugger werken, eene vereeniging; die een tweetal jaren bestaat en te Bandong ge vestigd is. Als een heilzame //luchtknur" werken die races ook al niet voor de meegewerkte Bataviaiien, want de Loterijavond was 's nachts om 2 uur nog m vollen gang, het bal ten hove duurde tot l uur, en het racebal in de Sociëteit was om 3 uur nog niet afgeloopen. Na een vluchtig kijkje vertrekken wij dan ook liever met den trein naar Bandong. Een snel trein is het nog wel niet, wat gelukkig ook is.. want anders zou veel van het schoone voor u verloren gaan. Te Masseng nog geen half uur vaa Buitenzorg wordt al gestopt en als Salak en Gede hun slaapmutsen reeds hebben afgezet, wordt u daar een kijkje gegeven op een schitterend mooi landschap, gevormd door de groote vallei tusschea die reuzen, die als wachters liggen bij de poort van de Preanzerregentschappen waarin Tjitjoeroek de eerste halte is. Jammer dat zooveel verloren, gaat van het schoone dat de reis oplevert : de wagons zijn voor 't meerendeel nog onpractisch al zijn de nieuwe wagons n van de N. I. Sp. Mij. u van de S.S. zeer geriefelijk). De siutels doen u de oogen zwellen, die pijnlijk en hinderlijk worden en het eeuwigdurend gegil van de stoomfluit. trekt een duchtigen wissel op uw zenuwen en eehoorspieren. Da.t zijn lastige eu onaangename iuconvenienteii. te meer daar er zooveel te zien en te genieten valt. De tocht langs Batoetoelis en Masseng waar men links en rechts langs clc baan de Sedanie to bewonderen krijgt is een voorproefje van de rest. Deze, nu kalme rivier, maar straks in den Westmoesson een woeste bergstroom, is zeker eenig mooi. Dat uu heldere water, de duizcude riviersteenen telkens met wit schuim besp.ittend en betrekkelijk snel .voortjagend, is aanstonds als de regens bij plassen nedervallen, een donkerbruine massa, donderend de reusachtiee steenmassa's mee voerend, alles verwoestend in zijn ontzettende vaart. En dan de tocht door de Preanger! Eerst krijgt men het station Soekaboemi waar al de menschen tijd te veel schijnen te hebben zoo vol kan het er in het station zijn. Het is een aardig plaatsje, met, een schilderachtig gelegen kerkhof waar zoo velen rusten, die voor goed de reis maakten naar het onbekende boven". Een uurtje verder stoomt gij door Java's eerste tunnel, die de booze wereld beweert dat niet eeus noodig was om langs het schilderachstige gedeelte naar Tjaudjocr te komen. Aan de zuidzijde ligt de Djampaug, de welbekende streek waar tal vau ondernemingen verrezen in de kinaperiode, toen kiua'' nog niet zóó bitter was als nu. Van Tjrandjoer naar Bandoeng krijgt men een paar grootsche punten bij het passeereu van de Tji-taroem en haar zijrivier de Sokkan. liet is een reusachtige hoogte als gij uit uw spoorweg raampje naar de diepte kijkt. Het wordt warm al is men in de hoogvlakte en de digestie wordt daar niet beter door. Vroeger kon men te Tjandjuer op ziju gemak rijsttafelen. Dr, L«r, de leider der Weener antisemieten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl