Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 961
W. H. Paling, t
Te Sydney in Australiëis in Augustus over
leden de heer W. H. Paling, een Rotterdammer
van geboorte, die in het jongste werelddeel den
ouden naam der Hollanders heeft hoog gehouden.
Zjjn vader was pianomaker, en een bekend
musicus. Ook hijzelf was bekend voor de kunst.
B\j Tours studeerde hij viool en hy gaf les aan
de Rotterdamsche muziekschool. In '53 of '54
kwam h\j naar Australië, gaf daar concerten, en
richtte er vervolgens een handel in muziekin
strumenten en muziek op, en gaf lessen. In alle
opzichten ging het hem goed ; hy werd een ge
erd burger, bekleedde o. a. de betrekkingen van
vrederechter, van wethouder en van burgemeester
in de buurt Petersham en maakte zich vooral
bekend door den yver, waarmede hij streed voor
sanitaire hervormingen. Dat hij het hiermede
ernstig meende, kan blijken uit het volgende: Op
een goeden dag ging hij naar den gouverneur,
Lord Carrington, en deeld hem mede, dat hij
een boerderij te Camden met al wat er by be
hoorde plus een cheque van £. 10,000 ten ge*
schenke gaf voor een te stichten hospitaal voor
herstellenden. Lord Carrington opende een
inschrjjving, en weldra was een som bijeen, vol
doende om, met het geschenk van den heer
Taling tot grondslag, het kapitaal te vormen voor
den bouw en het in stand houden der gewenschte
stichting. Lady Carrington legde den eersten
steen, Lord Carrington opende ze in 1888; in
het begin van dit jaar werd de groote zaal ver
sierd met een buste van den heer Paling, die
zjjn vrouw eertyds te Florence had doen ver
vaardigen. De heer Paling bereikte den leeftijd
ran 70 jaar.
Het bestuur van de doofstommenvereeniging
Door liefde saamgebracht" te Amsterdam, die
alle uit de instituten ontslagen doofstommen die
in nood verkeeren, onverschillig van welke gods
dienstige gezindte zy z\jn, gees'eljjke en
stoffelyke hulp tracht te verleenen, doet een beroep
op den liefdadigheidszin van het publiek. Zij
hoopt zooveel te ontvangen, dat z\j met dit be
drag, daarbij gevoegd de jaarlyks haar ge
schonken sommen, door de Hoofddirectie en
onderwijzers aan het Instituut te Groningen en
vele anderen, in het lot der ongelukkigen een
noemenswaardige verlichting kan brengen. De
penningmeester, den heer C. Hellingman Jr.,
woont van Oldenbarneveldstraat 77.
De Nederlandsche Patroonsvereeniging Boaz
heeft aan den minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid een adres gericht, inhoudende een
tweeledig verzoek. Ten eerste, om te voorkomen,
dat aan financieel onbekwame aannemers, de ge
legenheid wordt geopend mede te dingen naar
werken, die hunne financieele krachten verre te
hoven gaan, vragen zij te bepalen, dat behalve
de bestaande «persoonlijke", daarenboven, als
borgtocht, door den aannemer, een som gestort
moet worden, gelijkstaande met, b.v. zooals dit
in Belgiëen Frankrijk geschiedt, '/joste gedeelte
der aanneemsom, welk bedrag alleen mag dienen,
tot meerdere zekerheid, voor de nakoming der
verplichtingen, tegenover onder-aannemers en
leveranciers van het betreffende werk, en niet
zal worden teruggegeven dan iïmaanden na de
uitbetaling, van den termijn, voor 1ste oplevering
bepaald. Ten tweede, om deugdelijke hollandsche
'n Gezegende tl voor ds effecten-mannetjes.
(Sühou&tte.)
DOUMEK zorgt voor de coulissiers !
aannemers niet te ontmoedigen, wenschen zij aan
het voorbehoud der gunning, de verklaring te
zien toegevoegd dat ter vergelijking der in
schrijving van Nederlandsche en buitenlandsche
fabrikanten, die van laatstgenoemde, met b.v.
5 percent van het bedrag dier inschrijving worden
verhoogd.
De phrenologie bezegeld.
Niet lang geleden ontving de heer Bosch, mi
nister van Openbare Werken te Madrid, een
bezoek van den aartsbisschop van Valladolid,
dom Antonio Cascajares. »Ik kom'J, zeide de
prelaat bij het binnenkomen, »om mij, mijnheer
de minister, door u te laten feliciteeren. Zooeven
ben ik tot kardinaal benoemd." Wel, de heer
Bosch wenschte den nieuwen kardinaal geluk,
maar begreep niet goed, waarom hij daarvan op
een zoo plechtige wijze mededeeling kreeg. De
prelaat legde hem dat echter uit. »0p een goeden
dag, toen gij ongeveer twaalf jaar oud waart,
nam uw vader, Miguel Bosch, u mede naar een
zijner vrienden, den heer Indalecio Mateo, opper
hofmeester, om hem uw buitengewonen aanleg
voor de wiskunde te laten bewonderen. Toen
gij met uw vader binnenkwaamt, had Mateo be
zoek van een kapitein der Artillerie. Gij werdt
geëxamineerd, en de drie mannen, Mateo, uw
vader en de kapitein, bewonderden uw aanleg.
Daarop volgde een gesprek over phrenologie.
Uw vader was een geestdriftig voorvechter der
theorien van Gall, de kapitein trok ze in twijfel.
Nadat uw vader op alle mogelijke manieren zijn
standpunt had verdedigd, sloeg hij, half in ernst,
HETSJES
Van Jaya's blanwe bergen.
Particuliere correspondentie.
Zelden hebhen we hier een zoo abnormaal jaar
gehad als 1S95. Eerst een regen zonder einde,
en nu een verschroeiende hitte.
Een ieder, die het dan ook doen kan, tracht in
de hergen verpooziug te vinden. Want het is af
mattend, avond aan avond blazend eii puffend achter
de klamboe te krjipen om, zich om wentelend voor de
zooveelste maal in de 2i uur, zich weer in het zweet
te werken. Want ook de slaap ontfermt zich niet
over u eu er ontstaat eene afmatting, die lichaam
en zenuwen aantast.
Maar bij de meeste plaatsen liggen nog geen
2 of 3 uren ver, Java's heerlijke bergen, meteen
klimaat zoo heerlijk, zoo opwekkend, dat het te be
jammeren is dat zoo weinig van die goede gelegenheid
gebruik gemaakt wordt. In dat opzicht zijn de
Engelschen praktischer. Zij wachten niet tot lever,
hart of zenuwen zijn aangedaan en het herstel
dikwijls te laat is. Keen, ieder jaar nemen zij hun
holydays en komen opgewekt weer terug van de hills.
Eu de keuze is zoo moeilijk niet, al heeft de eene
plaats meer voor dan de andere. Nu er toch te
Buitenzorg races zijn, kunnen wij via die plaats
naar Garoet gaan en pleisteren dan op de eerste
plaats.
De race-manie is ook over ludiëvaardig
Kroonprins Boris van Bniprüe.
Het tanon vernagelen,
(Judge.)
De schildwacht slaapt, terwijl John Buil met zijn ultimatums het Monroe-kanon vernagelt.
half uit gekheid voor, den schedel van zijn tegen
stander te onderzoeken. Deze ging daarop in,
en de heer Miguel Bosch kwam tot de conclusie:
«Volgens mijn theorie zult gij het in den
soldatenstand nimmer ver brengen. De knobbel van
den strijdlust is bij u weinig ontwikkeld, maar
die van de zachtmoedigheid, der zelfverloochening
en van het godsdienstig gevoel zijn sterk. Het j
staat voor mij vast, dat wanneer gij het zwaard j
ruilt voor de stola en de uniform voor het priester- l
gewaad, gij kardinaal zult worden".Eenigen tijd
daarna nam de kapitein zijn ontslag, ging naar
het seminarium, en de profetie van uw vader is
vervuld : de kapitein is kardinaal geworden, want
de kapitein was ik !"
Vroeg opstaan.
Alle vorsten van Europa, uitgezonderd konin
gin Victoria en haar zoon, schijnen overtuigd te
zijn dat de morgenstond goud in den mond heeft.
Keizer Wilhelm staat des morgens te vijf uur
op; de koningin-regentes van Spanje staat lederen
morgen te zeven uur klaar om uit te gaan. Ko
ning Humbert is om zes uur op, Oscar van Zwe
den en Karel van Roemenie evenzoo. Dom Pedro,
de overleden ex-keizer van Braziliëkwam met
het klokje van drieën uit zijn bed, en bezocht
soms zijn vrienden tusschen vier en vijf uur. j
Maar Victoria staat nooit vóór achten op, en bij
den prins van Wales, hetzij hij op
Marlboroughhouse is of te Sandringham wordt het eerste ont
bijt nimmer gebruikt vóór tien uur.
geworden, Behalve de Buitcnzorgsche
wedloopsociëteit, die in de oude Bataviasche een voor
gangster had, heeft men er te Bandong,
Soemedang, Garoet (bootraces op het meer Bagendit),
Djocdja Salo, Blitar, Malang, en waar al niet,
zelfs te Batavia ook weer. Ik vergeet er zeker
nog wel een half dozijn. Eu dat alles.. .. ter ver
edeling van het paardenras. Het zal wel zoo zijn,
maar dan staat die veredeling in omgekeerde reden
tot het hardloopen.
Waar wél in //geraced" wordt, dat is in de toilet
ten der dames, door de kleuren van hoedjes en
japonnen trachtende tegemoet te komen aan wat zij
helaas missen aan kleur op haar lieve gezichtjes.
Het is een luxe, die frappeert en vooral toto's
verbaast. Want in hun mistig land, waar nevels
en motregens alles in ecu grijs-grauwen tint hullen,
daar zou liet al te opzi ;htig schijnen om in
zoo kleurrijke toiletten te voorschijn te komen.
Maar hier waar alles zonneschijn is, daar
pakken die //voyante" (dat is immers de term
dames?) kleuren beter, eu makeu onze schooncn
lleurig. En zij kleeden zich goed onze dames dat
moet gezegd worden, want met evenveel gratie
drairen zij de Sarong en kabaai als een goedkoop (?)
toiletje van Speybrouck Sacré, de eerste
modisteuwinkel van Batavia.
Eu de uajaarsraces waren ditmaal drukker be
zocht dan ooit te voren. Meer dan hu paarden
waren ingeschreven, w. o. heel oude bekenden maar
ook tal van nieuwe pairdeu. De rijke sporttaal
had er ook al winst bij, men heeft een nieuw woord
uitgevonden en wel de Java-Uerby. Het was dit
maal de topic van de races, en het winnen er van,
niet door de favorite van het publiek maar door
een paard waarop weinigen gewed hadden, gaf heel
wat opschudding en bewees nog eens weer dat het
eene paard harder loopen kan dan liet andere.
Neem het wedden weg, laat de dames in een
eenvoudig toilet verschijnen eu vraag dan eens wat
voor interessants er aan die wedrennen is. Drie
kwart van het publiek zou het u niet kunnen
zeggen. En voor de offleieele gasten w.o.
Z.Excd«n G. G., dunkt 't mij een telken jare vrij verve,
lenne eorvée. Nog daargelaten of de achteruitgang
van het paardenras, waarover het
veeartsenijkundiglijdschrift al meermalen ernstig klaagde daardoor
waar eenigszins wordt voorkomen.
Neen dan. werkt of zal het Sandelhoutstamboek
zekerder en vlugger werken, eene vereeniging;
die een tweetal jaren bestaat en te Bandong ge
vestigd is. Als een heilzame //luchtknur" werken
die races ook al niet voor de meegewerkte
Bataviaiien, want de Loterijavond was 's nachts om 2
uur nog m vollen gang, het bal ten hove duurde
tot l uur, en het racebal in de Sociëteit was om
3 uur nog niet afgeloopen.
Na een vluchtig kijkje vertrekken wij dan ook
liever met den trein naar Bandong. Een snel
trein is het nog wel niet, wat gelukkig ook is..
want anders zou veel van het schoone voor u
verloren gaan. Te Masseng nog geen half uur vaa
Buitenzorg wordt al gestopt en als Salak en
Gede hun slaapmutsen reeds hebben afgezet, wordt
u daar een kijkje gegeven op een schitterend mooi
landschap, gevormd door de groote vallei tusschea
die reuzen, die als wachters liggen bij de poort
van de Preanzerregentschappen waarin Tjitjoeroek
de eerste halte is. Jammer dat zooveel verloren,
gaat van het schoone dat de reis oplevert : de
wagons zijn voor 't meerendeel nog onpractisch al
zijn de nieuwe wagons n van de N. I. Sp. Mij.
u van de S.S. zeer geriefelijk). De siutels doen
u de oogen zwellen, die pijnlijk en hinderlijk
worden en het eeuwigdurend gegil van de
stoomfluit. trekt een duchtigen wissel op uw zenuwen
en eehoorspieren.
Da.t zijn lastige eu onaangename iuconvenienteii.
te meer daar er zooveel te zien en te genieten
valt. De tocht langs Batoetoelis en Masseng waar
men links en rechts langs clc baan de Sedanie to
bewonderen krijgt is een voorproefje van de rest.
Deze, nu kalme rivier, maar straks in den
Westmoesson een woeste bergstroom, is zeker eenig
mooi. Dat uu heldere water, de duizcude
riviersteenen telkens met wit schuim besp.ittend en
betrekkelijk snel .voortjagend, is aanstonds als de
regens bij plassen nedervallen, een donkerbruine
massa, donderend de reusachtiee steenmassa's mee
voerend, alles verwoestend in zijn ontzettende vaart.
En dan de tocht door de Preanger! Eerst krijgt
men het station Soekaboemi waar al de menschen
tijd te veel schijnen te hebben zoo vol kan
het er in het station zijn. Het is een aardig plaatsje,
met, een schilderachtig gelegen kerkhof waar zoo
velen rusten, die voor goed de reis maakten naar
het onbekende boven". Een uurtje verder stoomt
gij door Java's eerste tunnel, die de booze wereld
beweert dat niet eeus noodig was om langs het
schilderachstige gedeelte naar Tjaudjocr te komen.
Aan de zuidzijde ligt de Djampaug, de welbekende
streek waar tal vau ondernemingen verrezen in de
kinaperiode, toen kiua'' nog niet zóó bitter was
als nu.
Van Tjrandjoer naar Bandoeng krijgt men een
paar grootsche punten bij het passeereu van de
Tji-taroem en haar zijrivier de Sokkan. liet is
een reusachtige hoogte als gij uit uw spoorweg
raampje naar de diepte kijkt.
Het wordt warm al is men in de hoogvlakte en
de digestie wordt daar niet beter door. Vroeger
kon men te Tjandjuer op ziju gemak rijsttafelen.
Dr, L«r,
de leider der Weener antisemieten.