De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 1 december pagina 3

1 december 1895 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No 962 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. vertoont gfen enkel weerbarstig haartje en zijn overigens gladgeschoren vaalbleek gelaat bewijst van tijd tot tijd, als er eens iets mindtr aangcnaains aan het adres van publieke werken wordt gezegd, door een licLt roodetiut, dat de wethouder ook houder is van een licht ontvankelijk gemoed. Bij dien blos blijft het echter. Van des heeren Coblijns lippen komt nooit een enkel woord, waaruit men zou kunnen opmaken dat hij geërgerd is. Hij verliest ook in de moeilijkste omstandig heden zijns raadslevens nimmer zijne bedaardheid en ernst. Hij overweegt nauwkeurig elk woord dat aan zijnen mond ontrolt; geen glimlach komt daarbij ooit om zijne lippen; hij staart het lid dat hij beantwoordt, met zijn groote, goedige oogeii door zijn lorgnet aan of neemt dit de lorgnet, niet het raadslid van tijd tot tijd in de rech terhand en maakt er mede een op en neergaande beweging, maar glimlachen De Geer, gij moet het en zult het vergeven hfb ik den heer Coblijn nog tooit zien doen, evenmin als hooren schertsen. Hij is een en al ernst; hij praat niet, maar hij spreekt en hij houdt kolossaal voet bij stuk. Geen haarbreed wijkt hij terug van het standpunt dat hij eenmaal heeft ingenomen, al zou ook de geheele Raad op zijn achterste pooten dat wil zeggen niet op die van den heer Coblijn, maar op 's Raads eigen achterste pooten gaan staan! Zijn gelaat blijft onder zijn gesprek zoo effen en onbeweegli. k als des wethouders jas, die geen rimpeltje vertoont en soms zou men geneigd zijn te denken, dat het een spreekmachine is die men hoort, wanneer niet de hoeveelheid en sne digheid zijner argumenten het tegendeel bewezen. Wanneer de wethouder niet spreekt en er ook door een ander niets gesproken wordt, dat hem direct belang inboezemt, dan ziet men dadelijk een geheel ander beeld van hem. Dan rust hij achterover in zijn stoel en schertst en lacht met zijn neven- en achttrburtn en draait zijn gou den lorgnet door de vingers of speelt met zijn gouden horlogeketting of met het groote gouden medaillon dat daaraan hangt en doet door al dat goud niet weinig denken aan den oud-officier. Onze wethouder is een werkzaam man, zoo ge tuigen al zijne medeleden, en de afdeeling aan welker hoofd hij staat heeft in hem oenen chef, die met ijver en kennis van zaken de adviezen zijner ambtenaren onderzoekt en beoordeelt en moedig en met talent tegen alle aanvallen in den Baad verdeJigt. llltlllllllMIMIIIIIllllllMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIHMIIHIimmilllMIIIIIIIIIIIU Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad. 24 Nov. De regeling van het kiesrecht," (voorloopig verslag). Opvoedkun dige overdenkingen bij het a. s. Sr. N.-feest." 29 Nov. Begrooting en rekening." De Standaard. 25 Nov. De Teugel," III, (s'ot). 27 Nov. Zonder tegenwicht" (het soc. stelsel). 29 Nov. Dwingen" (werkstakingen). Het Centrum, 23 Noy. Onzekerheid en nog jets" (personeel). 25 Nov. Het ^orloopig verslag over het kieawetontwerp." 26 Nov. Een heerlijk voorbeeld" (verkiezingen in België), door Dr. Lmcas. 27 Nov. De Plattelands-club'1. 29 Nov. De pannen van den minister van Justitie.1' Het Nieuws v. d. Dag. vl Nov. Een onvol ledig advies" (de marine in Indië), door Mc. Leod. 25 Nov. Lastige vragen", door G. e Telegraaf. 21 Nov. Zijn wij op den goe den weg?" (Volksonderwijs), door P. Kats Pzn. te Zutphen, I; 22 Nov. II (slot). De T ij d. iO Nov. Misverstand of ... .?" (pole miek met de Standaard). Het Volksdagblad. 23 Nov. Gemeentelijke werklieden-statistiek." 25 en 27 Nov. v. Houtens kieswet," I «n II. N. Rot t er d. C r t. 19 Nov. Buuruerkter" I; 20 Nov. II (slot). 24 Nov. Het voorloopig verslag over het kieswetontwerp". De (antir.) Nederlander, 25 Nov. Plutocratisch kiesrecht1'. 26 No». E-genaardige logica" (Knyper Lohman). 29 Nov. Marionetten" (het volk en de politiek). Het Vaderland. 24/25 Nov. Surinaamsche zaken". De Avondpos t, 24/25 Nov. De Oostersche quasfcie." Transport van militairen in Indië," door een oud-hoofdofficier van het I. leger. Haagseh Dagblad. 19 Nov. Na 't vierdaagsch debat" (over het personeel). 22 Nov. Een uitnemend amendement" (Vermeu len?Kolkman). 23 Nov. Een belangrijk verslag" (Ii.dische be grooting in de Eeiste Kamer). 24 25 Nov. 't Kieswet-verslag". Utrechtsch Dagblad. 24 Nov. De algejneene beschouwingen over de Staatsbegrooting " N. Ar n h. C r t. 28 Nov. Een sociaal museum". A r u h. C t. 25 Nov. Debat over het personeel in de Tweede Kamer." 29 Nov. Naar aanleiding van het voorloopig ver slag over de kieswet," I. M i d d e l b. C t. 22 Nov. Er « as eens !" (Patroons en Werklieden). 28 Nov. Voorloopig verslag Kiesrecht-Ontwerp." Prov. G r on. G t. 28 Nov. Het voorstel Hartogh." De NieuwöWinsch. C t. 24 Nov. De mo derne talen." De L i m b. Koerier. 23 en 26 Nov. »Op sociaal gebied" (werkstakingen), I en II 25 Nov. Uit de Tweede Kamer" (herziening van het. personeel), I. door M. de Eas. N. Leeuw. C r t. 23 Nov. Dioogmaking van de Zuiderzee.' Het Yenloosch W eekblad. 23 Nov. Nog even ontsnapt" (wet op 't personeel). De Liberaal, 23 Nov. Politiek en kunst." Soc. W e e k b l a d. 23 Nov. De synode der Ned. Herv. Kerk over sociale toestanden en nooden. De Volksstem, 23 Nov. De belasHngk]ucht",II. De arbeiders en de kieswet" Wat nu ?" (A. O. M.) De Nederlander ("Weekblad), 23 Nov. Uit de Tweede Kamer". N. Sur in. C t. 31 Oct. De hervorming, 1517 81 Oct. 1895." 3 Nov. Ministers koloniaal beleid." Weekblad voor de Burg. Administra tie. 21 Nov. Organisa'ie der politie", I, 28 Nov. II. De Vrijdenker. 23 Nov. Veideehng van den aibeid in de groot-industrie". (Etn hoofdstuk nit \ D. Nieuwenhais' brochure Werkeloosheid".) F r i e s c h Volksblad. 24 Nov. Vooruitgang?" Weekblad v. d. Al g. Ned. Dia m. Bond. 22 Nov. Vakorganisatie." De Volks tri bunn. 23 Nov. Een finale." Patrimonium. 23 Nov Het wetsontwerp tot (prichting van Kan ors van Arbeid." K echt voor Allen. 24/25 Nov. Misdadig mooi!' De Baanbreker. 23 Nov. De Uuie en de kies recht uitbreiding". V r ij l a n d, 3 Nov. De agrarische kwestie". N e e r l a n d's Werkman, 23 Nov. De Heer is Goei !" De Wachter (soc. dem. volksblad), 23 Nov. »De Chris us en de sociale nooden'', II. Weekblad v. d. Al g Ned. Diamantbew. bond. 22 Nov. Vak-orRanisatie." De Volks ban i er (E. K. Volksbond). 28 Nov. Kamers van arbe'it" III. Het Schoolblad, 26 Nov. De toekomstige onderwijzer-cip-er", II. De Wekker. 23 Nov. Onderwijs-vooretellen, Staatsbegrooting 1896." De N ij v e r h e i d. 27 No^. Een brug over het Y." Het arbeidersvraagstuk in Engeland VIL" IIIIIIIMIIIIIIItlllllllllllllllll iiiiiiiiiiiiiiiimijiiinniiililill u z e in de Hoofdstad. De uitvoering van de Maatschappij Coecilia verdient nog eene afzonderlijke bespreking, om dat deze het in vei l opzichten won van de reeds door mij vermelde donateurs-repetitie. Men kent de zamenstelling van het orkest. De enorme be zetting van strijkinstrumenten geeft in die groep een klankgehalte dat men elders niet aantreft, doch voor den dirigent die met al deze krachten uit grootere en kleinere, uit goede en minder goede orkesten een geheel moet verkrijgen, is de taak waarlijk heel wat moeielijker dan wanneer bij geregeld met een eigen orkest kan studeeren. Daarom beschouw ik een artistiek succes zoo als het orkest Donderdagavond behaalde, van meer dan gewone beteekenis. Het woord succes vat ik hier niet op in den zin van het applaus, doch van het gehalte van de uitvoering. De symphonie van Beethoven maakte thans nog een geheel anderen indruk, hoewel ik voor wie het interesseert ook nu vlekjes zou kunnen ver melden ; de Imprefffions d' I'a/i? van Charpentier, die mij reeds Dinsdag zoo troffen, werden thans nog brillanter vertolkt. De klank van de strijkinstrumenten was hifr frappant en de artestieke wijze waarop Henri Bosmans de violoncel soli vervulde en S. van Adelberg de alt-solo ten gehoore bracht, werkte daartoe zeer mede. In het vierde deel: Sur les Cimes was de uit voering door het orkest bijzonder schoon, doch dit nummer is tevens een van de voortreffelijkste deelen van het werk en thans was het vijfde deel: Nt'poli tot in alle détails gemakkelijk te volgen. Om tot zoo groote duidelijkheid te komen moet er heel wat gestudeerd zijn en daarom bracht ik niet ten onrechte, hulde aan Mr. Viotta, die deze resultaten met dat orkest weer heeft weten te verkrijgen Schitterend besloot de ouverture Tannhiiuser dit concert. Ongetwijfeld blijft er aan het gehalte wat de blaasinstrumenten betreft nog een en ander te verbeteren over. Daarvan zyn de belanghebben den ongetwijfeld zelf overtuigd. Dit wierp echter weinig schaduw op deze uitvoering, doch het komt mij voor dat eene verdubbeling van den grond van de houten blaasinstrumenten (de fa gotten) het geheel ten goede zoude komen en. aan de in die groep wel eens onbrekende volheid van klank zou te gemoet komen. Van de sterkste bezetting van strijkinstrumen ten kom ik op de soberste bezetting, en wel op de eerste kamermuziek-soiree van Toonkunst, die reeds een paar maal was uitgesteld. De kunstenaars die hieraan medewerken zijn dezelfden van het vorige jaar, n.l. de heeren Röntgen, Cramer, van Adelberg, Hofmeester en Bosman?, en dus kan zonder inleiding tot het belangrijkste feit van dezen avond worden over gegaan. Dat belangrijkste feit was eene noviteit en wel een strijkkwartet van Köntgen A kl. t. manuscript, dat met groote liefde was ingestudeerd en met veel zorg en toewijding werd ten gehoore gebracht. Dit werk heeft mij bij de eerste auditie ten zeerste geïnteresseerd, omdat het den componist geheel teekent die met sobere klaarheid in een voortrerfelijken vorm zegt wat bij te zeggen hreft. In dit werk wordt de belangstelling bovendien hoe langer hoe meer gaande gemaakt. De beide laatste deelen toch zijn m. i. de belangrijkste. Doch ook in de eerste deelen geeft de componist ons veel te genieten. De beide constras!eerende thema's in het eerste deel: het rhythmische en het zangerige motief zijn op zeer beknopte wijze verwerkt. Het thema van het andante in A gr. t. spreekt ons van de groote sympathie die Röntgen voor de muziek van het Noorden gevoelt. Hier zijn de beide thema's hoewel verschillend van rbythme meer analoog. Het tweede thema ontstaat op na tuurlijke wijze uit het eerste. Wat deze beide deelen ook zoo aantrekkelijk maakt, is de bewerking, zoo practisch en zoo eenvoudig schijnend, en tevens van zoo groote kunstvaardigheid en kennis getuigend. Dit blijkt ook uit de laatste twee deelen : het Inteimezzo m. i. zeer belangrijk en zeer oor spronkelijk en vooral ook de <'male waarin men aan het hoofddenkbeeld van het werk in veranderdtn vorm wordt herinnerd. Er is daardoor eenheid in deze compositie. Dit deel, het meest ingewikkelde, stelt ook aan de uitvoerders zeer hooge eischen. Eigenaardig frappeerde my in het hoofdthema de overgang van e. kl. t. naar d. kl. t. waardoor men zich een oogenblik in een modern Fransch werk verplaatst meende. Bij een tweede uitvoering zal de Finale nog beter slagen, doch zooals ik zeide, de uitvoering stelde de waarde van het werk in een zeer juist licht. Na de pauze kregen wij eene schitterende ver tolking van het bekende schoone piano-kwartet opus 2G in A. gr. t. van Brahms te booren. Minder schoon was in veel opzichten de ver tolking van het kwartet van Mozart. Zoo iets komt wel eens meer voor op deze soirees b\j werken van dezen meester. Het zou jammer zijn wanneer dit gewoonte werd. Er schuilt toch groot gevaar in de meerdere gemakkelijkheid van uit voering, daarom zij er met nadruk opgewezen. Doch ditmaal zij er niet te veel van gezegd, want blijkbaar hadden de uitvoerders zich bijzonder ingespannen voor Köntgen's werk. De Zondag-matinees zyn voor muziekuitvoe ringen ten zeerste gewild. Dat kan men in het Concertgebouw opmerken en dat kon men ook weer gewaar worden bij eene uitvoering in de Vrije Gemeente door den organist, den heer Tierie gegeven met medewerking van den gunstig be kenden violist den heer Wolters en van de jonge, aankomende zangeres mej. Rust. Het kerkgebouw was geheel gevuld en met dankbaarheid genoot het publiek van hetgeen ge boden werd. De organist gaf in Preludium van Bach, eene Sonate van Mendelssohn en een Ko raal en Fughetta van onzen landgenoot Joh. Wagenaar het bewijs dat hij als organist groote vorderingen gemaakt heeft. Meer soberheid en zelfbeheersching zijn daarvan de krachtigste bewijzen. Zoowel in zijne soli als bij de bege leidingen van de ardere solisten kon men z\jn talent van registreeren opmerken. De jonge zangeres, die sterk onder den indruk van een eerste optreden was, belooft m. i. veel. Zij bezit een zeer schoone stem en had vooral in het laatste lied gelegenheid te doen beoordeelen wat zij zal kunnen bereiken. De eenvou dige voordracht in dit lied bewees tevens dat men met eene muzikale natuur te doen heeft. De lieer Wolters die in de Sonate van Handel te worstelen had met de stemming van zijn in strument (het was erg warm in de kerk) toonde weder dat hij onder onze zeer goede violisten mag gerekend worden. Van de kerk naar den schouwburg is meer dan eene schrede al zegt Heine ook: In die Kirche ging ich morgens, urn Komödien zu schauen abends ins Theater mich an der Predigt zu erbauen. Ook dit citaat kan ik in mijn verslag niet ge bruiken. Want het waren geen zwaar rollende, preekerige verzen die wij in den schouwburg gingen hooren, doch wel een stuk van den alles i behalve slichtelijken levensloop van Carmen nog i eens aanschouwen. Carmen: thans uitgebeeld door i mej. Cornelie Meysenheim, onze landgenoote, in i Indic geboren, in den Haag tot concertzangeres | opgeleid, later in Duitschland vele jaren als ! opera-zangeres werkzaam en thans Carmen in het Fransch zingend. Zonder er mij in te verdiepen waarom deze dame nu juist in het Ivransch zong, waardoor weder dezelfde taaiverwarring ontstond als bij de vorige opvoering, terwijl het bleek dat zij niet overal even zeker van den Frans<chen tekst was, verklaar ik gaarne dat wat spel betreft ik nooit eene betere opvatting van die partij heb gezien dan van IPJ. Meysenheim. Xoo stel ik mij Oarme.n ook geheel voor, doch niet zooals andere zan geressen die meenen te moeten opvatten. i Mej. Meysenheim toonde tevens een uitstekende zangeres te zijn, al ligt deze partij baar nu juist niet overal even gunstig. Waar die haar te laag j ligt loopt de zuiverheid nog wel eens gevaar, j n. 1. in de lage tonen van het medium, doch als geheel genomen was het de vertolking van eene kunstenares van beteekenis. Dat zegt alles. Ditmaal vervulde de heer Orelio de rol van Toreador tot groot genoegen van het publiek en tot groot relief van die partij. Overigens was de bezetting van deze zeer ge slaagde opvoering geheel gelijk aan een vorige maal. VAX MILLIGEX. P.S. Ten slotte heb ik nog iets op het hart. Niet als kritikus doch als collega-kunstenaar moet ik een protest doen hooren. Ik had ver wacht dat anderen dit zouden doen, doch nu zulks niet het geval is geweest, ben ik zoo vrij die taak over te nemen. Het heeft op zeer velen een hoogst pijnlijken indruk gemaakt, dat in de eerste toespraak van den heer Kes te Glasgow een blaam is geworpen op de onderlinge verhoudingen van de kunste naars op het vasteland, dus ook in ons land. Voorzeker had men die aanklacht allerminst van den heer Kes verwacht en laat ik er bij voegen, niemand had minder dan hij het recht aldus te spreken. Hij die slechts bij hooge uit zondering belangstelling toonde in het streven van zijn kunstbroedt rs, dien men in de concert zaal bijna nooit zag verschijnen wanneer hij niet zelf moest dirigeeren of spelen, heeft waarlijk geen recht, zich te beklagen over te weinig colle gialiteit. Doch de aanklacht is bovendien onwaar. Voor zeker is niet altijd alles couleur de rose; doch in welken kring vindt men dat, en het is vaak genoeg gebleken dat er wel degelijk esprit de corps bestaat. De heer Kes wist dat evengoed als wij, doch hij heeft verkozen ten onzent in isolement zijn kracht te zoeken, wat hem natuur lijk vrijstond. Doch het stond hem niet vrij, na de waar deering van zijne gaven die zijne kunstbroeders hem steeds getoond hebben bij de eerste zeer oppervlakkige kennismaking met het muziekleven te Glasgow, de verhoudingen aldaar te verheffen ten koste van die zijner landgenooten. Hiermede heeft hij waarschijnlijk zeer handig partij getrokken van de gelegenheid om zich populair te maken, door de ijdelheid zy'ner nieuwe landgenooten te streelen, doch hieruit spretkt tevens zeer weinig hart en zeer weinig kieschheidfige Oil. Ik hoop dat de heer Kes er eenmaal over zal leeren blozen. v. M. Sudermann's nieuwste werk. Met Mitterwurzer, frl. Sandrock en Sonnenthal in de hoofdrollen, is in het Burgtheater te Wrenen Sudermanu's nieuwste werk, D >s Gr/ilck >m Winkel, gespeeld. Er wordt door de Duitsche bladen met nogal ophef gesproken van dit drama. Het heeft dti eigenst happen, de deugden en de gebrtken, die al zijn tooneelstukken hebbpn : »0ok dit werk is een tragedie van een terugkeer. Weder om staan hier twee werelden tegenover tlkander en voeren strijd in den boezem der hoofdper soon'' zoo schrijft een der critici. Ehsabeth nl. is van adellijke afkomst, en, hoewel verliefd op een baron, in wiens huis zij drie jaar lang gastvrijheid heeft genoten, getrouwd met den rector Wiedemann. Haar hartstocht is blijven voortsmeulen, en als zij na drie jaar den baron terugziet, valt zij hem in de armen. De expos van het stuk is bijzonder duidelijk gedaan, alle figuren, ook al zijn zij aangegeven met maareen paar lijnen, staan, en »door het opvolgen van het oude dramatische principe, dat de toeschouwer de gebeurtenissen moet voorzien, en alleen de personen van het stuk zelf in het onzekere verkeeren, speelt hij zijn beste troeven uit," aldus de reeds geciteerde schrijver. Maar ook dit stuk heeft een onbevredigend slot: terwijl alleen de dood der zondares: want het kussen van den baron is een symbolieke handeling geweest, en dringt door haar geheele gemoeds- en lijfleven; verzoening kan brengen, wordt zij door haar man van zelfmoord teruggehouden, om in een hoekje een nieuw geluk te doen opbloeien, van reuklooze, vredige passiebloemen. Hier beg;nt een nieuw drama, zeggen de experts, dit is dus geen slot. Het zul interessant zijn, eens van een criticus, die voor werken als die van Sudermann een oprechte w^ardeering heeft, te vernemen wat bij zijn opvatting van het drama wel, wat niet geoorloofd is. Men verlangt realisme, het leven moet worden «afgeluisterd" en afge beeld, en tegelijk verzet men zich er tegen, dat het noodzakelijk einde van alle realisme altijd tegelijk het begin is van een nieuwe complicatie. JoséLederer. Deze bekende zanger heeft zich te Frankfurt van het leven beroofd. Als oorzaak noemt men de hevige pijnen die zijne ziekte hem veroor zaakten, waarbij nog kwam dat hij door speculeeren zijn geheele vermogen had verloren. In Duitschland was hij eenigen tijd zeer popu lair, want hij was het die den l.'iden Juli 1<S74 te Kissingen den moordenaar Kullmann aangreep toen hij zijn revolver op v. Bismarck richtte. Lederer heeft den veldtocht tegen Italiëin de Oostenrijksche gelederen medegevochten en zich toen zeer onderscheiden. Alexander Zurzycki. Te Warschau overleed dezer dagen de directeur van het cons rvatorium aldaar, Alexander Zur zycki. Als componist was hij bekend o.a. dcor een Mazurka de concert, door Sirasate en Ysaye bekend gemaakt. Toevallig maakt in deze dagen Zurzycki's leermeester Antoine de Kontski, die bijna 1)0 jaar is, zich gereed voor een kunstreis naar Japan met expresselijk vervaardigde stukken voor de Japanners. liimiiiiHiililMiiiiiiiMliiiillllliiimiilliiiimiiititltliiiiiiiiiilliMlililililiiillMI Wat Etsen zijn, Naar aanleiding van de tentoonstelling van de Ntd. Etsclub te Amsterdam. (Slot.) In een voorgaand artikel heb ik vermeld hoe een plaat geëtst, of met de droge naald behandeld wordt. Zorgvuldig wordt zij schoongemaakt, het vernis af- en uitgewasscheu met terpentijn of petroleum; nu, volkomen droog, moet ze afgedrukt worden. Ook dit afdrukken is een tier werk, en de beste drukker van etsen is, wanneer hij het doen kan, de etser zelf. ifaar daar nu dikwijls groote op lagen vereischt worden, moet liet drukken door eeu plaatdrukker gedaan worden, zoo mogelijk ouder onmiddelijk toezicht van den etser. Dit drukken geschiedt bijna op dezelfde wijze als het drukken van een gravure. De plaat, ecnigzins verwarmd, wordt met een laag laaie, vette inkt bedekt, eu deze wordt zorgvuldig (altijd!) in l; lijnen gedreven. Met stijf, glad gaas wordt die iuktlaag langzaam van de oppervlakte der plaat weggeveegd, terwijl de drukker de grootste zorg moet dragen, de iikt niet uit de lijueu te duwen. Zóó gaat hij voort tot dat de gilieele oppervlakte weder schoon is, en de ets zich in zwarte lijnen vertoont op de glanzende metalen plaat, bijna gelijk aan de afdruk op papier. Somtijds wordt ook de inkt van de oppervlakte verdreven met de palm. van de hand, die met fijn krijt steeds droog ge houden word1. Dit werk is nog teerder, en terecht

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl