Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 963
depots tot stand gekomen, van welke land
bouwproducten rechtstreeks als ijlgoed aan
de Consumenten worden toegezonden. Daarbij
bad men natuurlijk te doen met eene'massa
van kleine hoeveelheden, en nu bleek het,
dat de wijze van verpakking zoo onhandig
en onpractisch was, dat de laadruimte der
waggons slechts voor een betrekkelijk klein
gedeelte nuttig werd gebruikt. De North
Westtern spoorwegmaatschappij heeft nu tegen
uiterst geringen prijs kisten beschikbaar ge
steld, waarin de producten gemakkelijk kun
nen worden verpakt en waardoor de schade
lijke ruimte tot een minimum wordt beperkt.
»In zaken" zoo besluit het Berlijnsche
blad »en de landbouw moet tegenwoordig
als een koopmanszaak worden behandeld en
niet met allerlei grootscheepsheid worden
omgeven gelden ook de kleinste voordeelen.
De landbouw van alle industrie-staten moet
den algemeenen industrieelen en
commercieelen stroom volgen."
Advies ook aan onze agrariërs!
?iimitiiiiiiiiiiiiMiiniiuii
uiiiiiiiiiniiiiiiuii
Sooiala
niiiiiiiiii mi
De feMel voor de f erilieöen,
De geschiedenis van Carmaux is bekend:
een werkstaking ter wille van de organisatie
gesteund door de machtigste leiders der socia
listische partij, volgehouden met groote hard
nekkigheid. Desniettemin een staking, die op
een nederlaag der arbeiders is uitgedraaid.
De patroon bleef intransigent. Hij lachte
wat met de publieke opinie, hij wees een
radicaal ministerie, dat hem met zachten
dwang tot buigen wou brengen, beslist en
trots de deur; en de werklieden, uitgeput,
hebben zich op genade of ongenade moeten
overgeven.
Maar geheel Frankrijk had zich met die
staking bezig gehouden. Honderdmaal was
Jaurès heen en weer gereisd van Parijs naar
Carmaux; het was alsof Carmaux een stuk
Parijs was, zooveel belangstelling wekte het. Er
moest iets op worden gevonden; de schijn van
een volledige nederlaag moest althans worden
vermeden. Daar kwam als een reddende engel
Rochefort, met een bedrag van 100 000 francs,
geschonken door mad. Dembour.om den grond
slag te vormen voor een fabriek, een fabriek
van de arbeiders, die in de eerste plaats zou
dienen om de slachtoffers der staking som
migen waren door den heer Rességuier voor
goed weggejaagd, anderen werden voorloopig
geweigerd aan den arbeid te zetten.
Het denkbeeld scheen zeer gelukkig. Men
kon, ter wille der uitgeslotenen, niet eeuwig
blijven staken en met hen verhongeren, en
dezen zelf zouden zeker niets liever verlangen,
dan in plaats van het juk van den heer
Rességuier te dragen, vrije mannen te zijn in
hun eigen fabriek. Maar zoo mooi als het
plan er voor het oog uit zag. zoo spoedig
kwamen ook de bezwaren. Wel waren de
100.000 francs spoedig verdubbeld, toen de
socialistische bladen een inschrijving openden,
maar het kapitaal van 500.000 francs, dat
men meent noodig te hebben, is er nog
niet. De aandeelen zijn echter gesplitst
tot in de kleinste bedragen, en de werk
man die een dubbeltjes-aandeel heeft, zal op
vertoon daarvan een tijdlang vrijen toegang
hebben tot alle bijeenkomsten, door de deel
nemende werkliedenvereenigingen uitgeschre
ven. Het vinden van het kapitaal zal de
grootste moeielijkheid niet zijn. Ernstiger was
de aanvankelijke oneenigheid over den
eigendom der fabriek. Men had in den beginne
geen ander plan, dan om haar te doen zijn
een »verrerie aux verriers", een glasblazerij
van de glasblazers. Buiten het vak staande
aandeelhouders zouden met de zaak alleen
in zooverre te maken hebben, dat hun een
billijk percentage van hun voorgeschoten ka
pitaal werd verzekerd. De glasblazers zouden
verder onafhankelijk hun eigen zaak bestie
ren, en de winst die werd gemaakt, besteden
aan het stichten van nieuwe dergelijke
vereenigingen. Hiertegen kwamen in de eerste
plaats de Alrnenanisten in verzet. Zij namen
de volgende motie aan :
Wij betreuren het, dat men het initiatief
heeft genomen, om te Carmaux een coöpera
tieve productie-vereeniging te stichten. De
actualiteit der omstandigheden is niet bij
machte, een idee van 18-18 te doen herleven,
die door de praktijk is veroordeeld. Want
de uitkomst ervan is treurig geweest. Zij
heeft een uitbuitersstelsel te voorschijn ge
roepen, dat in zijn nieuwen vorm volstrekt
niet beter is dan in zijn ouden,
individualistischen. De werkstakers te Carmaux hebben
gezien, wat voor gevolgen gedeeltelijke werk
stakingen vroeger voor hen hebben gehad.
Wij noodigen hen dus uit, zich bij ons aan
te sluiten tot een algemeene werkstaking.
Daarvan alleen is iets te hopsn!"
De tweede helft dezer motie was weinig
geschikt om weerklank te wekken; maar de
eerste vond vrij algemeen instemming. Weldra
stond het dan ook vast, dat de nieuwe fabriek
niet zou worden een gewone coöperatieve
productievereeniging, maar een propaganda
middel, dat zou worden aangewend tot süjving
der kas van alle coöperatieve en
vakvereenijingen, die deelnamen in het maatschap
peiijk kapitaal. De glasblazerij zou worden
niet een »verrerie aux verriers", maar een
»verrerie ouvrière". Nu komt echter Roche
fort en zegt, dat de hem toevertrouwde 100.000
francs alleen zijn gegeven voor een stichting
naar het eerste plan.
Deze oneenigheid echter is te boven te
komen, maar ook dan nog blijven er bezwaren
over, en wel zeer ernstige, ernstiger dan de
genoemde. De »verrerie ouvrière", zoo is o. a.
de meening van den franschen minister van
Handel, zal de concurrentie niet volhouden.
Wanneer het alleen om de bekwaamheid der
werklieden ging in hun vak, was het iets
anders. Maar de zaak moet worden gedreven,
er moet afzet voor haar product worden ge
vonden ; wie dat wil opsporen voor een artikel,
zoo weinig een onmiddellijke levensbehoefte
als het product van een glasblazerij, moet
tehuis zijn in den franschen handel en op de
wereldmarkt. Totnogtoe, aldus de minister,
hebben de door werklieden opgerichte coö.
peratieve productievereenigingen daarmede
zoo weinig rekening gehouden, dat zij allen
aan dit ene gebrek zijn te gronde gegaan.
Te dreigender is het voor de glasblazerij,
omdat de flesschenmarkt op het oogenblik
zeer slap is. Resgéguier heeft zeer goed ge
weten wat hij deed, door zijn fabriek eenige
maanden te stoppen. Hij zou in drukken
tijd wel anders hebben gehandeld. Nu be
hoefde hij zijn fabriek niet aan den gang te
houden, geen weekloonen uit te betalen.
Hadden de werkstakers niet uit hun
weerstandskas een voorschot moeten geven van
7500 francs, om de glasblazeiij, te Rive de
Giers eenige jaren geleden door de
werkliedensyndicaten opgericht, aan den gang te kun nen
houden ?
Ten slotte komt voor de socialisten de groote
vraag: worden wij beter door deze glasbla
zerij ; zal zij een duw geven aan het kapita
lisme. En zij betoogen van niet. Men zal
bestendigen den loonarbeid; het afdanken
van werklieden, het beknibbelen op hun loon,
zal evenals in de fabrieken van Rességuier en
de zijnen, getrouw zich regelen naar het dalen
der markt, het scherper worden der concur
rentie. Op de werklieden worden de nadeelen
der huidige productiewijze verhaald, en zoodra
dus eenige vereeniging begint te produceeren,
maakt zij de werklieden tot haar slachtoffers,
onverschillig of zij is een vennootschap van
kapitalistische ondernemers, dan wel van een
werklieden-syndicaat.
Er staat dus wel een aanzienlijk getal ern
stig fronsende dokters rondom de wieg der
nog niet geborene. Herinneringen van voor
bijna vijftig jaar worden opgehaald: hoe in
'49 de regeering 3 millioen francs schonk aan
de werklieden, voor het stichten van produc
tieve vereenigingen, en hoe van de vijf en
veertig, door dezen maatregel in het leven
geroepen, er juist een was blijven bestaan,
zegge een, die zich door niets onderscheidde
van een gewone maatschappij op aandeelen.
De oude werklieden-eigenaars waren kleine
kapitalisten geworden, en zogen nieuwe werk
lieden, niet-eigenaars, uit. De onbillijkheid
van die vergelijking springt in het oog.
Verbeeld u, dat de Nederlandsche regeering
tot onze werklieden kwam met een
gevulden buidel, onze werklieden, die voor
het meerendeel van produktieverecnigingen
niets moeten hebben, en hun dien buidel aan
bood, onder voorwaarde dat zij het voorbeeld
van hun engelsche collega's gingen volgen.
Wel, de produktievereenigingen van werk
lieden zouden als paddestoelen uit den grond
komen, om nadat het geld door de vingers
was gegleden, even snel weder te verdwijnen.
Maar heel iets anders is het, indien de
werklieden in den strijd tegen het kapita
lisme zelf' tot de overtuiging zijn geko
men, dat zulk een vereeniging, een fabriek
van wat ook, hun een wapen in de hand
kan zijn tegen den patroon. Het aantal
j produktievereenigingen in Frankrijk is niet
zoo heel gering. Zij hebben allen flessehen
noodig, en kunnen zich verbinden, die te be
trekken van de?verrerieouvrière". Natuurlijk
zullen de heeren Rességuier, cm aan de/e
j nieuwe en gevaarlijke concurrentie een einde
te maken, hun prijzen laten dalen, desnoods
tot beneden den fabrieksprijs. Zulke manoeu
vres echter zijn niet lang vol te houden ; het
komt er maar op aan, dat de vereenigingen
haar belang inzien, en zich herinneren dat de
tijdelijke prijsvermindering alleen dient om
haar glasblazerij in den grond te boren. Een
prijsvermindering gaat bovendien weder met
loonsverlaging gepaard, en aan de geëxploi
teerde werklieden staat het, te beantwoorden
of zij zich die zullen laten, welgevallen, we
tende dat niet alleen zij er door lijden, maar
hun glasblazerij, dat is indirect de geheele
arbeiderswereld, daarbij mede gevaar loopt,
wetende bovendien, dat werkloosheid, en druk
ken van het loon door de werkloozen hunner
ten gronde gerichte glasblazerij het gevolg er
van zal zijn.
De zaak is, gelijk men ziet, van twee kan
ten te beschouwen. Ik zou de laatste rede
neering nog een weinig kunnen uitspinnen,
en de verwachting openen van een toekomst,
waarin zonder dat revolutie had plaats ge
had, juist door deze wijze van doen de werk
lieden den ommekeer der maatschappij van.
een kapitalistische tot een socialistische had
den tot stand gebracht. Zij toch, verreweg
de grootste afnemers, door hun massa, zouden
door hun uitsluitend zich laten leveren door
fabrieken van werklieden, het kapitaal als
element in de productiewijze tot een zeer
kleine rol verwijzen, en de kapitalistische on
dernemers den een voor den ander over den
kop jagen. Dan zou het hun niet lastig meer
vallen, de productie te regelen naar de be
hoefte, en de eerste voorwaarde voor een
nieuw tijdperk in de samenleving zou zijn
vervuld. Maar nu eindig ik, want ik vrees, dat
ik reeds menigen lezer bij tnijn bespiegelingen
over wat zou kunnen gebeuren, kippenvel
heb doen krijgen. En daar het mij alleen te
doen is om de vragen die zich bij de stichting
dezer fabriek voor de werklieden opdringen,
onder de oogen te zien, heb ik mijn bevoegd
heid reeds overschreden. Gelukkig hij, die
met de fanatieke kalmte van den
mohamedaan al dergelijke evoluticn kan aanzien,
hoogstens een : het kan vriezen, maar het
kan ook dooien" uitende, in de overtuiging
dat Allah alles ten goede leidt!
F. M. C.
P. S- Naar aanleiding van het vorig artikel
ontving ik een paar brieven, die tot nadere
bespreking van het onderwerp aanleiding
zullen geven.
De Plattelands-Onderwyzers
in Duitschland.
Volgens de Kölnische Zeüunp, een onverdachte
getuige in deze, is de toestand der onderwijzers
op het platteland in Duitschland ver van be
nijdenswaardig. Een ministeriëele aanschrijving
had in 1891 bij de autoriteiten erop aange
drongen, de salarissen te verhoogen, maar de
autoriteiten hebben gemeend, dat ministers heen
gaan, maar budgetverhoogingen blijven. Op het
oogenblik, nu bijna alle levensmiddelen duurder
worden, zijn de onderwijzers er ongelukkig aan
toe. Een daglooner die niets heeft geleerd, ver
dient in het jaar meer dan een onderwijzer die
een moeielijke en kostbare studie heeft moeten
maken. Volgens een van de jongste statistieken
zijn er 13000 onderwijzers, wier traktement 'oe
neden de ? 500 blijft; de domme begint vaak
met f 1000 a f 1250 ; zijn buurman de onder
wijzer, ouder dan hij, komt niet verder dan f OO.
Een congres van onderwijzers is onlangs te Maag
denburg gehouden, en daar heeft men den vol
genden eisch gesteld : »Wij verlangen een
minimum-salaris van ten minste f 750", fin na 25
dienstjaren het dubbele van ons
aanvangstraktement. De Pruisische Landdag zal zich weldra
met deze kwestie gaan bezig houden.
HlllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIII
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad, l Dec. De kwaal der
staatsbegrooting."
4 Dec. Verwaarloosde kinderen."
(J Dec. De weg tut decentralisatie (in Indiëi."
De Standaard, 2 Dec. Persoonlijke ontwik
keling."
4 Dec. Een voos ontwerp (personeel)."
G Dec. Vrije examens."
Het Centrum. 2 Dec. De onderwijzer en
ijne aanspraken" (iflgez. door raovr. Uongertz).
4 Dec. Een en ander" (uit Belgiëdoor dr. Lucasl.
5 Dec. De Katholieken als volkspartij."
Het Nieuws v. cl. Dag. Spcelg >ed," door B.B .
3 Doe. Het feest der goedaardige granpen."
4 Dec. Onvoldoende controle?" door F.
D e T ij d. l Dec. Een Groot Protestantscue
partij in aantocht?'
3 Dec. Een vorkeerde wijze van wetgeving".
4 Dec. Echtscheiding''.
Het V o l k s d a g b l a d, 30 Nov. ..Carmaux"
(verrerie ouvrière).
2 Dee. Een proef met werkvernnliafling". (Slot).
5 Dec. Weikluozcn sta'istiek", I.
N. llotterd. C r t, l Dec. De laudrente op
Java". I. 4 Dec. II (slot).
i 4 Dec. Uit en over het IVde Hoofdstuk der
staatsbegrooting".
\ De (A u t i r.) Nederlander, 2 en 5 Dec. Sociale
{ On r enkingen".
i !ï!)>?(?. ,,.Vd hoc". (Dr. Kuyper in de Kamer).
\ D <* M a a s h o d e. l Dec. Gemeenteambtenaren".
! 4 Doe. Jïnrgorlijke Verecn'gingeJï. Historische
i schets, l Kucht van bestaan", door ,J. H Wijnen.
5 Duc. .. [)e kindermoord, to Uotterdam", door Eerd.
van Maasl richt.
j Het V a d e r l a n d, l en 2 Doe. rtOorlogsLegrooting".
! H a a g s c h D a g b l a d. 1/2 Dec. uToch geschorst"
j (personeel).
i 3 Dec. Het begrootingsdebat.''
l 5 Dec. Binnonlandsche zaken."
l De A vondpos t 1,2 Dei'. Een
schutterij! quaestie."
j U t r e e h t s c h Dagblad, l Dec. Het
voor! loopige verslag over du Kiesw-jt".
! A r n h. C t. 3 U Xov., 2 en 5 Dec. Naar
aauloi1 ding van hrt voorloopig verslag over do kieswet."
II. III en IV.
i M i d d e l b. C t. 4 Dec. Staatstoezicht op
levonsj verzekering-maatschappijen."
i 5 Dee. De Uegceriug en de Amstordamsche
ten: toonstelling.''
j P r o v. G r o n. C t. 2 Dec. Een buitenkansje"
(kwestie omtrent de uitlegging van de drankwet).
Nieuwe W i n s c h. C t. l Dec. Nog eeus de
nieuwe kieswet".
Limb. Koerier, i Dec. «Uit de Tweede Kamer'
(het wetsontwerp personeele belasting! door M. de Bas.
N. A r n h. C r t. 30 Nov. De stembus van 3
December a.s."
3 Deo Arnhemsche revivals."
N. Leeuw. C t. 30 Nov. Onze Engelsche
boterhandel in gevaar!"
4 Dec. De boterkwestie in zake den handel op
Engeland."
De Liberaal. 80 Nov. België, Verzekering
tegen den ouden dag." Kiesrechtbeweging."
S o c. Weekblad. 23 Nov. De synode derNed.
Herv. Kerk", over sociale toestanden en nooden.
30 Nov. »De politieke tuestand". I. Iets over de
vrouwenquestie, door Corn. Huygens".
De Nederlander (Weekblad). 30 Nov. Een
uitvoerig veralsg" (Kiesrecht-ontwerp).
F r i e s c h Volksblad, l Dec. De hoop der
toekomst."
De Wachter. 30 Nov. Op onzon post!" Da
strijdmiddelen van het proletariaat", V.
Weekblad v. d. A l g. N e d. D i a m. b o n d.
29 No^. Bij den nieuwen jaargang." Een joodsche
werkliedenvereeniging," door A. S. de Levita.
De Baanbreker. 30 Nov. Kiesrecht
wenschelijkheden-"
De Wachter (soc.-dem.weekblad). 30 Nov. Op
onzen post" (voorloopig verslag kieswet).
HetVenloosch Weekblad. 30 Nov. In
goed gezelschap." (Polemiek met het Centrum).
Becht voor allen. 33 Nov., l Dec. »Wat
wij noodig hebben."
De V o l k s b a n i e r. (B. K. Volksbond). 5 Dac.
Kamers van Arbeid." IV.
V r ij l a n d. 30 Nov. Over privaatbezit."
De Volksonderwijzer. Dec. '95. Mokers
en vijzeltjes," door Luctor. Te groot voor een
een servet en te klein voor een tafellaken,' door D. B.
De Wekker 30 Nov , Nog eens hetschoilarrest
in Zwitserland." door Ln.
Het Schoolblad. 3 Dec. Kookonderwijs voor
minvermogende meisjes."
Neerland's Volksblad. 30 Nov. Kerk en
Gemeente."
IIHIIIIIIIIIIIIIIIIMtllllllllllMllllllinillllllltllllllltlllllllllllllll
Théatre de roeme,
De tweede abonnementsvoorstelling van Lugn
Poë. Lz Baifsfr van Th. de lianville, en Le
constructeur Solneas van Ibsen. Twee werken,
die v r van elkander staan. Le Baiser, een stukje
woordkunst, met Pierrot en de fee als accessoires.
Een vertroeteling van vormen, zoo mogelijk ook
van kleuren en lichaamslijnen. Salnts?, een
ideeënkunst, en een kunst van het tweede gezicht.
Le Baiser, gebruikt om eenige persoonlijke anti
pathiën van den dichter een duwtje te geven.
Solncss, alleen geschreven om het werk zelf.
Le Uaiser werd gespeeld door Lugné-Poëen
mlle Clary. De laatste, met een hard, schel
stemmetje, en Lugnémet zijn enorme
treurspelgebaar, hebben niet de illusie kunnen geven van
de zoetvloeiendheid en de wijkende rondheid van
zijn, die hier allereerst werd verwacht. Maar wel
kwam uit Lugné's spel menige intelligente en
gelukte poging naar voren, om een buitengewoon
geestigen en fijngedachten Pierrot te geven. Ik
geloof hem geen onrecht te doen, door te zeggen
dat bij zijn lichaamsbezwaren voor het spelen
van deze rol dikwijls overwon, zonder ze op den
duur te kunnen wegnemen. Ah Lugnénaar den
voorgrond gaat en zijn lange, hoekige armen en
groote handen wijd uitslaat, wekt hij bij den
toeschouwer Orestes- herinneringen.
Waarom ook speelt hij Pierrot, terwijl hij zij n
kracht vindt in het trekken van scherpe, groote,
harde lijnen, zooals hij in Solness met meester
schap doet ? Ik heb van Solness bijna twee
bedrijven bijgewoond, en hem hier bewonderd.
Hij brengt nu en dan het mirakel tot stand,
dat Ibsen van zijn acteurs eischt, het oproepen
van het tweede gezicht. Want ik meen de stel
ling te mogen verdedigen, dat het Ibsen met al
zijn dialogen nimmer te doen is om den dialoog
zelf, maar om er door cp te roepen het symbool,
de idee, dio het onderwerp is van zijn stuk Van deze
opvatting uit zijn al zijn zonderlinghedon, zijn
raadseltjes te verklaren ; zij geeft den weg aan
tot waardeering van den zonderlingen dramaticus,
die door wanbegrip tegelijk wordt verguisd en
vergood. Indien men in den bouwmeester Solness
niet ziet een realistische, maar een symbolieke
iiguur, het genie dat het zelfvertrouwen mist,
dat alle wreedheden van zijn karakter heeft,
maar tegelijk alle menschelijk berouw over zijn
wreedheden, dat weet. een goddelijken plicht te
hebben dien het verzaakt, en daardoor de ver
ontschuldiging te missen voor het verzaken zijner
menschon plichten, dan blijft er in dit drama
weinig duisters over. Er doen zich dm andere
vragen voor: of deze opvatting van de botsing
tusschen inenschelijken en goddelijken plicht niet
is een zeer afgeleefd begrip, dat door wat beters be
hoort te worden vervangen, en vooral, of dit drama
j niet afschuwelijk naar de lamp riekt; of het
proi cód<; van dyii dichter niet onmogelijk is, en nimmer
i tot eenig resultaat kan leidon. Op de eersta
vraag kan veilig ja worden geantwoord ; de be
vestiging der tweede wordt verzwakt door het
l moeten erkennen, dat er toch ook zeer spontane
i gedeelten in dit stuk zijn, die hun werking wel
j zouden doen, indien maar niet het procédézoo>
onmogelijk was. Want het is bij Ibsen althans
onmogelijk. Ik zou niet weten, hoe het anders,
beter kan worden gespeeld dan door Lugnéen mlle
Desprez ; maar de oogenblikken van illusie, van het