Historisch Archief 1877-1940
No. 964
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
9 D«e. Art. 91 der concessie a»n de Am»1 erdamsche
Omoibusmatttschftppij '. Ingezonden door X.
N. Botter d. Crt. 4 Dee. De landrente op
Java", n (slot).
5 Dec. »Het licht op het Noorderhoofd rui den
Botterdam&chen waterweg."
8 Dec. De conversie.'
De Maasbode. 6 Dec. Het St Nicnlaasfeest."
7 Dec. Burgerlijke Vereenigingen." Historische
schtta
II. Winstgevende syndicaten, door 3. H. Wijnen.
8 Dee. De Kaïolingiscbe kapel te Nijmegen " door
P. JL. Bots. pr. Afschaffing van de doodstraf."
D e (autir.) Nederlander. 9 en 13 Dec. So
ciale overdenkingen" III en IV.
10 Dec. Leider of Beginsel ?"
11 Dec. Welk verschil is er?" (Patrimonium over
het wetsontwerp Kamers van Arbeid.)
Het Vaderland. 8 en 9 Dec. De
vestingbegrootiug voor 18Ü6."
De Avondpos t. 8 en 9 Dec. Staatkundige
vrrjbeid."
Haagsch Dagblad. 3 Dec. Het
begrootingsdebat."
5 Dec. Binnenlandsche Zaken."
8 en 9 Lïec. Een algemeen tarief."
Arnh. C t 9 Dec. De begrooting in de Kamer."
9 en 10 Dec. Christelijke kunst." V en VI.
Middel b. C t. Dec. Het algemeen Depot van
discipline te Vhsaingen."
11 Dec. Als men hem had!" (opsporen en straffen
yan miadad;gers).
12 Dec. Mr. Kerdijk en de Amsterdamsche ten
toonstelling,"
Pro v. Gr o n. C t. 9 Dec. Ongewenschte f
amenkoppeling'' (kiesrecht voor Kamer en Gemeente)
W i n s c h. C t. 8 Dec Huil dan maai" (Mr.
Kerdijk en de tentoonstelling).
Zaanl. C t. 7 Dec. Het kiesiechtontwerp naar
zijne innerlijke waarde."
De N. Spaarnebode. 13 Dtc Het Hervormd
Kerkelijk Congres iu Patrimonium" II.
N. Leeuwarder Crt., 11 Dec. Bandeloosheid
der jeugd."
Utrechtsch Dagblad. 7 Dec.
Begrootiugskwestie" (Justitie.)
8 Dec. Vergaderen."
Venloosch Weekblad. 7 Dec. De uiterst
abnormale toestand (van regeering en kamerfracties.")
De Volksstem. 7 Dec. Een geschikte ge
meentebelasting. Ouze gesplitste Inkomstenbelasting."
Weeldenitgaven." Huil dan maar." Monnikenwerk."
De Liberaal. 7 Dec. Debaipersoneel."
Christelijke Staathuishoudkunde."
Fries c h Volksblad. 8 Dec. Het
pachtoontract."
De Volksbanier (E. K. Volksbond.) 12 Dec.
Kamers van arbeid" (slot.)
Hecht voor Allen. 12 en 13 Dec. De revo
lutionaire propagaiida in het parlement "
Weekblad v/d A l g. N e d. D i a m. Bond.
13 Dec. Coöperatie".
De N ij v e r h e i d, 11 Dec. Het arbeidersvraag
stuk in Engeland", IX.
Alma Mater. 10 Dec Feestnummer bfj
gelegenhe d van de Tweede Luatrumvieriug van den
A. S. B."
Weekblad voor Muziek. 7 Dec. Lotge
vallen eener rondzwervende melodie," door J. van
Santen Kolft'. De nederlandschn opera," door
Hugo Nolthenius.
Weekblad voor de gemeentelijke
administratie. 12 Dec. Controle op gemeente
ontvangers."
Het Vrije Woord, (Weekblad voor Israëlieten).
18 Dec Een woord vooraf".?Bijbelsche personen."
Het Schoolblad. 10 Dec. Het gebrek aan
onderwijzers officieel geconstateerd."
iimiiiiiiiiiiiitiiimiiiiiiiuiitmiiiiiiiiliiitiiimiiiiiiiiiiiiiiitiimiiiiiiiliiti
iek.
in de Hoofdstad
Het, is bij de uitvoering van Sehumann's Scenrn
aus Goethe's Faust door de Zangvereeuiging
Excelor&uiU&fon.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimtiiHiiimiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
HET DERDEGESIACHT.
DOOR
A. CONAN DOYLE.
Scudamore Lane behoort tot de stilste
wijken van Londen. Slechts enkele deftige
woningen zijn tusschen kantoren of pakhuizen
verdwaald, en in eeii dezer oefent dr. Hora
tius Selby zijn drukke praktijk uit. Het is
een vreemde buurt voor een zoo groot man,
maar een specialist van Europeesche
vermaardheid kan wonen waar hij wil. Ook
vindt het genre patiënten dat hem komt
raadplegen, een minder bezochte wijk wel
zoo aangenaam.
Het was tien uur. Het rumoer van karren
en rijtuigen begon langzamerhand te bedaren.
Het regende dat het goot; de gaslantaarns
wierpen een spookachtigen gloed in de groote
plassen. Er was slechts n mensch zichtbaar
in Scudamore Lane, een man, die op de stoep
stond voor het huis van dr. Horatius Selby.
Hij had gescheld en wachtte tot er open
gedaan werd. Het licht van een lantaarn
viel op zijn glimmende regenjas en zijn
omhoog geheven gelaat. Het was een bleek
gezicht, met scherp uitkomende trekken en
eene eigenaardige uitdrukking in de oogen
iets als van een opgejaagd hert, van een kind
dat angstig zoekt naar hulp. De knecht die
opendeed, herkende terstond in hem een
patiënt. Hij zgg die uitdrukking meer.
»De dokter thuis?"
De "knecht aarzelde.
sior al weer gebleken dat Berlioz gelijk had, toen
hij voor tal van jaren zoo geestig den spot dreef
met het gebruik als passe-partout dat vau de Fufftt
gemaakt wordt.
In ziine opéra-comique Beatrice et Benedict heeft
hij daarvan op zeer gelukkige wijze partij getrok
ken, wanneer hij den kapelmeester voor de feeste
lijkheid van het huwelijk van de twee hoofdperso
nen eene Fuga, die hij expresselijk voor dit feest
heeft vervaardigd, met zijn koor laat instndeeren.
De opmerkingen over de beteekenis vau liet woord
Fuga zijn allervermakelijkst; doch wanneer de
Fuga wordt uitgevoerd, bespeutt men dat Berlioz
de verzoeking te machtig is geworden om een zeer
schoon muziekstuk te schrijven, dat voor koor heer
lijk klinkt.
De Fuga heeft toch eene goede zijde, zelfs ia
een opera, zegt men dan onwillekeurig.
Of nu de Fuga-stijl bij koren zooals: Geret/et
ist das e/lle Glied der Geixlerwdt vom Böss» of Dan
ewig Weibliche ziekt UKS /una», ook eeue goede
zijde heeft, durf ik niet te bekennen, want juist
deze wijze van behandeling van het slotkoor Chorus
mysticus is vrij bedenkelijk. Dat heeft Scbumann
zooals men weet ook begrepen en daarom eene
tweede bewerking gegeven, waarin alles meer iu
een mysthch waas gehuld is. Ook dit koor geeft
niet alles wat men er van verwachten zou, doch
de tint is hier meer in overeenstemming met het
karakter.
Slechts eenmaal heb ik die tweede bewerking
hooren uitvoeren, en wel bij grlegeuheid van den
Schumann-feier te Bonn in 1873 en t'oeu heeft het
wel indruk gemaakt, al verzwakten de vels her
halingen ook hier niet weinig de kracht van uit
drukking.
Doch er lag niettemin eene bekoring in het
wazige van die bewerking.
Tn het algemeen maken de uitvoeringen van
werken, waarmede men vroeger zoo gedweept heeft
en die men nu meer bekijkt uit een historisch
oogpunt-, eenigszins den indruk van eene begrafe
nis, want waar liet woord verbleekt wordt gebruikt,
is reeds min of meer een vounis geveld. Doch ik
stel daar gedeelten tegenover waarin Schutnann
ons in een geniaal licht verschijnt, en dat is mij
bij de uitvoering opnieuw duidelijk geworden, daar
om acht ik dit niet toepasselijk op dit werk, waarin
vooral wat kleur betreft zooveel treffunde motuen
ten te vinden zijn.
Men moge terecht beweren, dat waar Fiinst aan
het filosofeeren is, het verband tusschen woord eu
toon niet kan worden verkregen, het is niet te
weerspreken, dat een Faust, zooals Carl Perron ons
dien uitbeeldde, een warm eu gelukkig pleidooi
voor Schumann's opvatting was. Zijne opvatting
was doordacht en warm gevoeld, tot in alle details,
heeft op mij veel indruk gemaakt en nog nooit
[ heb ik eene vertolking vau liet tweede deel,
ge[ boord die mij zoo heeft getroffen. Alleen aan het
slot van Fuuxfs Tot/ meen ik dat liet meer
Seluirnann's bedoeling moet geweest zijn de stem niet
te laten wegsterven, doch de woorden : gcni'-fs1
ii'h /e/:t den h'órhaten Aut/enhlifk, met volle stem,
zij liet dan ook piano, te zingen, omdat daarna het
orkest in de gesyncopeerde chromatisch dalende
triolerifignren het wegzinken vau de krachten heeft,
geschilderd.
Deze uitvoering, onder leiding van Mr Viotta,
was in veel opzichten schoon. Het koor toch heeft
zich vaak zeer gelukkig gekweten van zijn zoo
moeielijke taak.
Vooral de klankontwikkeling heeft mij nu en
dan getroffen, iets wat bij groote koren uog al
eens verwaarloosd wordt. O.a. zougen de sopranen
zeer mooi legato in het koor: Jene Roseti, en klon
ken de tenoren beter dan bij de laatste
uitvoeriugen van Excelsior het geval
wasDat de heer Viotta iu het derde deel bij de
ensembles eu koren wel eens met inspanning alles
in het spoor moest houden, las voor een deel aan
de sopraan- en tenorsolisten Mej. Pui Idemann en
den heer Piuks, die in rhythmisch opzicht zicli nog
al eens vrijheden veroorloofden, hetgeen toch bij
ensembles zeer storend werkt. Den tenorzanger met
zijne schoone stennniddelen vond ik over het geheel
liiiiiiHiiniiiiiiiiiiiiiiiiiMiiMiiiiinliiiiHiiiiiiritfiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
»De dokter heeft een paar heeren bij zich,
meneer. Hij ontvangt alleen patiënten op de
spreekuren.'1
»Zcg dat ik den dokter noodzakelijk spreken
moet. Zeg dat het een ernstig geval is. Hier
is mijn kaartje." Zijn vingers beefden zoo;
hij kon het slechts met moeite uit zijn por
tefeuille halen. »Sir Francis Norton is mijn
naam. Zeg dat Sir Francis Norton van
Dcanc- Park hem onmiddellijk moet spreken.'
«Jawel, meneer." De knecht klampte zjjn
vingers om het kaartje en het geldstuk, dat
hem tegelijk daarmede in de hand gestopt
was. »Wilt u uw jas niet even in de gang
hangen, meneer ? tl is zoo nat. Als u even
in de wachtkamer wilt gaan de dokter
zal wel bij u komen."
Het was een ruim, hoog vertrek waarin
de jonge edelman gelaten werd. Het tapijt was
zoo zacht en dik, dat hij zelfs zijn voetstappen
niet hooren kon. Twee gaspitten, slechts
half opgedraaid, wierpen een geheimzinnig
waas over alles. Hij schoof een met leder
bekleeden fauteuil bij den haard, nam
plaats en keek de kamer rond. p den wit
marmeren schoorsteenmantel, even ais op een
tweetal kleinere tafels tegen den muur, s ion
den eenige fleschjes en doozen, fk-sschen van
allerlei grootte en vorm, sommige met, «Voor
zichtig"; doozen met watten, met pluksel,
met instrumenten ; thermometers enz., op een
andere tafel boeken, een oogspiegel, en meer
doktersbenoodigdheden.
Sir Francis Norton lette gewoonlijk niet
op dergelijke dingen, heden echter trok alles
zijn aandacht. Zelfs de vorm van een kurk
op een flesch,- en hij verwonderde zich dat
de dokter niet de voorkeur gaf aan glazen
stopfleschjes. Eenige krassen op de mahonie
houten tafel, een paar vlekken op het leder
van het bureau, latijnsche opschriften
in dat opzicht niet te prijzen. Van zijne zangkunst
gaf hij nu en dan echter goede bewijzen, al was
ik het niet overal eens met de kleur dieu hij aan
wendde.
Mej Plüddemann bevredigde mij niet. In
de solo Neiffe" was de ademhaling voortdurend
onvoldoende, waaronder het geheel zeer leed.
Eene schoone stem bezit deze dame, die echter
wel wat mag waken tegen een gebrek dat men in
de duitsche opera's ook zoo vaak hoort, o.a. waar
zij zingt: erre liebte mich.
Deze dame scheen mij echter toe niet
gedisponeerd te zijn. Dat bij een zanger als Perron andere
solisten in het niet, zinken is niet te verwonderen. De
bas de heer Riechuiann, die eene beschaafde, goed
geschoolde stem bezit, zal dit ook wel gemerkt
ht-bben. Doch hij gaf wel wat heel weinig kleur.
Er was iets gemoedelijks in zijn Mejihislo en
Uoser Gei.it.
Een solo-ensemble bestaande uit de dames:
Mevr. v. S. t. G.; Mej. LiuaWyger; Mej. Leonie
Wilson en Mevr. H. W. heeft vooral in het
solokwartet in Gesdur in het derde deel veel sc'ioons
gegeven. Dit was ook als klank voortreffelijk.
Alleen domineerde de 2Je sopraan nu en dan
wat veel.
Thans gedenk ik in het bijzonder de eerstge
noemde dame die als Fniu Sorge hare moeielijke
partij zeer gelukkig vervulde. Ik ontwaardde bij
deze dame, die ik vroeger wel eens meer hoorde,
grooten vooruitgang in de expressie en
stembelieerschiug.
Nu ik toch vau klankontwikkeling en
stembeheerschmg spreek, dwaal ik even af om de aan
dacht, te vestigen op een werkje dat mij voor kort
werd toegezonden: Ein Biicldein van der Sinc/ekunst
vau Anna Fles. Dit boekje heeft een oud-duilscb.
gewaad en is ook in dien geest geïllustreerd. De
vereenigde firma's Wagenaar te Utrecht en
Breitkopf und Hartel te Leipzig, hebben voor een passend
gewaad gezorgd. Het boekje bevat allerlei uitspra
ken over muziek- en zangkunst van oudere meesters,
die gerangschikt zijn in verschillende hoofdstukken.
De bewerkster ging van de gedachte uit dat, wil
men voor de zangkunst het nieuwe gebouw (die
uitdrukking is van Sefleri) stichten, waarvan zoovele
jongeren droomen, dan moet men menigen steen
aandragen die diep begraven of lang onopgemerkt
aan den weg gelegen heeft.
Tl-jewel alle citaten in de duitsche taal zijn,
bevatten zij vele gulden woorden van meesters van
verschillende lauden.
Later hoop ik een en ander uit dit boekje van
waarde mede te deelen. Thans vestig ik er alleen
de aandacht op van allen, die in de zangkunst
beLng stellen.
De uitvoering van Excelsior mag eene zeer ge
slaagde hetten, want niet alleen is er veel sclioous
geboden, doch liet opvoeren van dit werk, dat
zoolang niet alhier ten gehoorc was gebracht, heeft
ons weer eens een blik doen slaan in deze com
positie, die, al heb ik er niet meer alles in ge
vonden, wat, mij er vroeger zoo in aantrok, toch
Sühumann voor ons doet herleven in een zijner
scheppingen waarin hij naar het hoogste heeft durven
grijpen waarnaar een componist toen grijpen kon.
\Vij zijn Mr. Viotta die op hoogst intelligente
wij'.e dat, werk heeft ingestudeerd en dit met
vaste hand leidde er zeer dankbaar voor dat hij
ons dit werk nog eens.gebracht heeft.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik een
voorloonig woord over de Zwolf Lied er van mr. Viotta
te zeggen die bij de firma Van llolkema en
Wareiidorf verschenen ziju.
Met groote belangstelling heb ik met deze schoone
liederen kennis gemaakt. In al deze lieden/n is het
innig verband tusschen woord eu toou op schoone
wijze betracht.
Xij zijn gecomp'ineerd op gedichten van Goethc,
Hcine en Hoft'iuanu von Faüersleben, waaronder
enkele zijn die reeds vaak gecomponeerd waren.
/eer interessant is de meer moderne behandeling
van Mr. Viotta vau die gedichten, temeer omdat de
componist overal met sobere middelen zijne uit
drukking heeft verkregen.
Later kom ik op deze liederen, die ik ten zeerste
IliltiiiijjiiiiiiliiltiiiiiliiliiiMiHiiiiitiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifi
ter kennismaking aanbeveel, uitvoeriger terug.
* *
*
Over de Ned, Opera die een zeer ge
motioneerden tijd doorleefde, hoop ik weer te schrijven na
de première vau T u nnhauser. Van de reprises in
den laatsten tijd gegeven, acht ik Carmen wtarin
Mej. Mrysenheiin op zoo intelligente wijze den
titelrol vervulde, de belangrijkste.
V AS MILLIGE».
op eenige fleschjes -- niets ontging hem.
Ook zija gehoor was scherper dan anders.
Het zware tikken der sombere,
zwartrnarmeren pendule drong hem door merg en
been. Eu door de dikke muren heen, hoorde
hij mannenstemmen en kon hij zelfs nu en
dan een enkelen volzin verstaan. »Je hadt
hem moeten nemen !"
»Jij hebt de trek." »IIoe kon ik de vrouw
spelen zoolang het aas er nog in was!'"
Deze zinnetjes kwamen bij horten en stooten,
tussehen de pauzen van het gesprek in.
Toen ging er een deur open, een stap klonk
in de gang, en Sir Horatius voelde met
kloppend hart, dat de crisis van zijn leven
i 11 aantocht was.
Dr. Selby was een groote corpulente kerel
met een imposant voorkomen. Neus en kin
waren zeer geprononceerd, de wangen
bolrond, een gezicht dat een beter figuur zou
maken in de pruik en kanten van
deOeorges dan bij het korte haar en de zwarte
geklcede jas van het einde der negentiende
eeuw. Hij was glad geschoren; de mond was
te welgevormd om te worden verborgen, en
de vriendelijke trek, zoowel als de zachte
bruine oogen hadden voor de patiënten iets
geruststellend.?. Het goedhartig, deftig uiterlijk
van den ruan der wetenschap, wekte vertrou
wen zelfs de groote, lijue, blanke handen,
waarvan hij er nu een zijn laten bezoeker
toestak, deden aangenaam aan.
»Het spijt mij dat ik u moest laten \vach- |
ten. Ken botsing van plichten! De. gastheer i
tegenover zijn «rasten; de raadsman tegen
over zijn patiënten. Maar nu ben ik tot uw j
dienst, Sir Francis. Foei, u is koud.'' j
»Ja, ik ben erg koud." i
»Fn u beeft! Tut, tut, tut, dat mag niet! '
Het afschuwelijke weer heeft, u letterlijk ver
kleumd, misschien zal een kleine opwek- ;
Een Théatre-Libre te Sint-P etersburg.
Iets dergelijks als de »vrije" schouwburgen te
Parijs, London, Berlijn ; maar toch iets anders.
Te Petersburg worden voor den verkoop der
toegangsbewijzen geen andere maatregelen ge
nomen dan in de gewor.e schouwburgen, en de
censuur spreekt ook over het Taéatre Libre haar
vonnissen. Maar de artistieke richting is een
nieuwe. Er worden stukken gespeeld, die men
totnogtoe in Rusland voor onvertoonbaar hield:
Tolsto'ï's: Macht der Dmsternti, Hanptmann's
Hannele, en een blijspel van Turgenieff, Ie Pain
d'autrui, dat Antoine nu juist op zijn répertoire
beeft gezet. Ook ouden, die verouderd schenen,
drama's van Pisemski en Ostrowski, die voor
een der grootste dramatische geniën dezer eeuw
wordt gehouden. Sedert een maand is deze
schouwburg geopend, er zijn. een tiental stukken
gegeven, en het welslagen der onderneming schijnt
verzekerd. Vertalingen van Engelsche en Duitsche
klassieken worden nu beloofd, en onuitgegeven
werken van jonge Russische schrijvers. Reeds
is Potapenko te voorschijn gekomen met een
blijspel: De Vreemdelinge», dat een
hartstochtelijken pennestrijd heeft doen ontvammen. Het
onderwerp is hetzelfde als in Turgenieff's Voders
en Kinderen : het contrast van twee opeenvol
gende generaties. Maar hier zijn het de vaders,
die nog een weinig idealisme hebben bewaard,
terwijl de kir-deren «praktisch" zijn, en alleen
revolteeren tegen »vooroordeelen" als deugd, eer
en geweten.
Tijl Uilenspiegel.
Te Berlijn en nog wel in de boet- en
doodenweek wanneer bijna uitsluitend kerke
lijke werken worden ten gehoore gebracht is door
de Koninklijke Kapel, onder leiding van
Weingilrtner, eene nieuwe compositie van Richard
Strauss heel onschuldig als Sinfoninihe Dichtung
aangekondigd, doch tot titel hebbend : TM
E-Uenspitfiei's lust<ye StreichM in R-jnioform uitge
voerd.
Daar ook dit werk onder de programma-mu
ziek moet gerekend worden, heeft de kapel
meester Dr. Wtillner uit Keulen, die dit werk
voor het eerst heeft uitgevoerd, om eene korte
verklaring van den inhoud gevraagd, waarop de
componist antwoordde: Het is mij onmogelijk
een programma voor »Knlenspiegel" te geven;
wat ik bij de verschillende deelen heb gedacht
is vaak niet onder woorden te brengen eu kon
ook wel eens aanstoot geven, l/iten wij de toe
hoorders zelf de noten laten kraken die de schalk
hun geeft.
Alleen geef' ik u de beide hoofdthema's die
als een draad door bet. werk loopen tot
decata| strofe komt wanneer Tijl wordt opgehangen.
i Laten wij dus de vroolijke Keulenaars laten
raden welke muzikale poets een schelm huu
heelt gebakken.
De pnrtitie ziet er verbazend ingewikkeld uit,
doch bij het aanhooren klinkt alles zoo klaar en
duidelijk dat men er schik in heeft. Strauss heeft
aan den liondovorm als het ware hier nieuw
leven gegeven.
Voortreffelijk uitgevoerd had dat werk veel
succes.
Sulltvan en Mascagni.
In welke groote stad zoudt gij het liefst wo
nen V vroeg Sir Arthur Suüivan aan Mascagni
niiiiiiiiiMiiiiiriiiHittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiuifiiiiiitti
king . . ."
»Neen, dank u. Dat liever niet. Die kou
is geen gevolg van het weer. Ik ben bang,
dokter."
De geneesheer keerde zich halverwege in
zijn stoel om, klopte den bezoeker op de
knie, zooals men het een onrustig paard zou
doen en vroeg:
»Wat is er dan ?"
Tweemaal opende de jonge man den mond
als zou hij beginnen. Doch eensklaps bukte
hij zich, stroopte het rechterbeen van xijn
pantalon op, haalde de sok neer en liet zijn
scheenbeen zien. De dokter maakte een ge
luid met zijn tong terwijl hij keek en vroeg:
» Beide boenen ?"
»Neen, slechts een."
»riotseluig?"
»Van morgen."
»Hum!" De dokter stak de lippen naar
voren en streek met zijn vinger en duim
langs de kin. Op eens vroeg hij: «Kunt u
vermoeden hoe u er aan komt?"
»Neen."
Eeti ernstige uitdrukking kwam in de
groote bruine oogen.
»Ik behoef u niet te zeggen dat alleen de
grootste openhartigheid . . ."
De patiënt vloog van zijn stoel:
»Mtjn (iod, dokter, ik heb mijn gansche
leven niets gedaan dat ik mij zou kunnen
verwijten ! Denk toch niet dat ik zoo gek
zou zijn hierheen te komen en u voor te
liegen. Eens voor al: ik heb mijzelven. niets
te verwijten.'1
Het was een tragisch gezicht die jonge
edelman, niet opgestroopte broekspijp en
nog steeds die schichtige uitdrukking van
angst in de oogen. Een hartelijke lach van
de whistspelers in de andere kamer drong
tot hen door. Zwijgend keken de twee
man