De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 22 december pagina 2

22 december 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T E R D A M MER, WEEKBLAD V O O E NEDERLAND. No. 965 De nederlaag der Italianen in Abessinië. De Italianen zijn met hun koloniale poli tiek niet gelukkig. Toen de Europeesche mogendheden, naar aanleiding van de conferentiën over den Congo-staat, zich otn de landkaart zetten om al wat van het kust gebied van Afrika nog beschikbaar was of scheen, onder elkaar te verdeelen, werd Itali met Massauah afgescheept, dat vroeger tot het rijk der Egyptische Khedive's had be hoord. Het was niet veel bijzonders, maar men troostte zich met de gedachte aan het zoogenaamde «Hinterland/1 dat vruchtbaar en begeerlijk was, en dat, volgens de Europeesche begrippen over Afrikaansch grond gebied, toebehoort aan hen die zich van de kuststreek hebben meester gemaakt. Jammer maar, dat de half beschaafde, krijgszuchtige AbessBiniërs er anders over denken, en zich met alle macht verzetten legen de uitbreiding der zoogenaamde colonia Eritrea. Met meer recht dan van Oostenrijk zou men van Abessiniëkunnen zeggen, dat het geen staat, maar een aardrijkskundig begrip is. Tal van hoofden, die den titel van Ras voeren, zijn elk voor zich vrijwel onafhanke lijk en onderwerpen zich slechts in schijn aan dengene, die tijdelijk onder hen de mach tigste is. Dit laatste was indertijd het geval met koning Johannes, die zich keizer van Aethiopiëen «negus negesti", koning der koningen, noemde. Tot zijne felste tegen standers behoorde toen Menelik, de koning van Schoa, die voor zich zelf aanspraak maakte op de keizerlijke waardigheid en haar na den dood van Johannes, zoo al niet inder daad, dan toch in naam verkreeg, waarbij hij door de Italianen werd gesteund. In ruil daarvoor stond hij den Italianen bij het trak taat van Uccialli eene eoort van protectoraat over A beseiuiëtoe. Zoodra hij echter meende, hunne hulp niet meer noodig te hebben, ver klaarde hij dit traktaat voor ongeldig, onder voorwendsel, dat de Italianen in den tekst eigenmachtig wijzigingen hadden gemaakt. Menelik wist nu verscheiden van de hoofden over te halen, om met hem tegen de Europeesche indringers gemeene zaak te maken. Het eerst rekende hij op de hulp van Ras Mangascha, dtn stadhouder van het aan het Italiaansche gebied grenzende Tigre. Mangascha, die tot voor korten tijd tegenover de Italianen eene zeer vriendschappelijke hou ding had aangenomen, wierp een paar maan den geleden het masker af. Hij trachtte de hoofden in het door de Italianen bezette gebied tot afval te bewegen, en zond, bij wijze van uitdaging, aan de bevelhebbers der vooruitgeschoven Italiaansche kolonnes, de majoors Toselli en Meglio, eenige MariaTheresia thalers (de in Abessiniëgangbare munt) met het borstbeeld van Menelik, »den Zoon van Johannes, den Koning van Zion, de koning der koningen van Aethiopië." Deze uitdaging beantwoordde majoor Toselli eveneens symbolisch, door aan Mangascha een patroontasch te zenden, gevuld met patronen van het nieuwste Italiaansch model. Generaal Baratieri, die in de colonia «Eritrea" het opperbevel voert, besloot toen Mangascha te voorkomen; het gelukte hem inderdaad, in October, diens troepen uiteen te drijven, en een deel van Tigre te bezetten. Het bleek toen echter, dat de tegenstand niet slechts van plaatselijken aard was, maar zich over gansch Abessiniëuitstrekte; dat men rekening moest houden rnet Ras Mahonneri van Schoa, met Ras Olie, van het meer Aschangi, met Ras Michael, van Magdala. Men had dit trouwens lang van te voren geweten : reeds in Mei had generaal Baratieri er de Italiaansche regeering op gewezen, dat zulk een algemeen verzet niet slechts moge lijk, maar zeer waarschijnlijk was. Wat hij echter in de eerste plaats noodig had om krachtig handelend op te treden, namelijk gald, kon hem niet worden gezonden; hij bepaalde zich daarom tot het innemen eener versterkte stelling bij Makalle in Tigre. Nog meer zuidelijk stond de kolonne van generaal Arimondi te Adera; nog verder vooruitge schoven, bij Amba Alaghi, majoor Toselli, die beschikte over eene macht van een paar duizend inlandsche troepen van welke het kader uit Italiaansche officieren en onderoffi cieren was samengesteld. Het is deze kolonne, die voor den onverwachten aanval van eene ontzaglijke over macht van Schoanen onder aanvoering van Ras Makonnen is bezweken. Bij den aanval gebruikte Makonnen dezelfde batterij, die hem vijf jaar geleden, toen hij Italiëbezocht en daar als «bondgenoot" werd gefêteerd, door koning Umberto was ten geschenke gegeven ! De bijna totale vernietiging der kolonne van majoor Toselli is waarschijnlijk daaraan toe te schrijven, dat den majoor een bij herha ling door generaal Arirnondi gegeven bevel om terug te trekken, niet is overgebracht, terwijl hij integendeel in den waan verkeerde, dat de generaal op weg was om hem hulp te verleenen. De overwinning der Abessirürs was zoo volkomen, dat generaal Arimondi, toen de weinige overgeblevenen van Amba Alaghi bij hem waren aangekomen, dezen reeds op den voet door Makonnen's Schoaansche ruiterij zag volgen en overhaast moest teruglrekken naar Makalle. De houding der Italianen en der inland sche hulptroepen is bij den ongelijken strijd voortreffelijk geweest. Zij streden met ware doodsverachting en richtten onder hunne tegenstanders eene ont/aglijke slachting aan, daar elk hunner zijn leven zoo duur mogelijk verkocht. Op de Abessiniërs heeft die held haftige tegenstand grooten indruk gemaakt; maar het is niet te verwachten, dat zij zich daardoor in hun vaart zullen laten stuiten, te meer omdat achter het leger van Ma konnen dat van Menelik zelf staat. De Italiaansche koloniale troepen zijn uitmun tend geoefend en gedisciplineerd, maar zij hebben thans eene legermacht tegenover zich, die minstens viermaal zoo sterk is als hun eigene, met achterladers gewapend is en over artillerie beschikt. De eerste vraag is dus, of generaal Baratieri zich in de forten van Makalle en Adigrat zal kunnen handhaven, vooral ook of hij eene omtrekkende beweging van de zooveel talrijker vijandelijke strijdmacht zal kunnen verhinderen. De Italiaansche regeering heeft onmiddel lijk uit Napels versterking naar de colonia Eritrea gezonden ; de Kamer heeft zich tot alle financieele offers bereid verklaard, met een patriotisme dat voor een oogenblik alle veten d<=ed vergeten. Er schijnt een oogenblik sprake van ge weest te zijn, dat Italiëaan de Engelsche regeering vergunning zou vragen om troepen te Zeïla te ontschepen, ten einde die van daar langs den kortsten weg, door Harrar, naar het oorlogsterrein te zenden. Hiertegen hebben de Fransche bladen reeds bij voor baat geprotesteerd. .. . omdat in Februari 1888 tusschen Engeland en Frankrijk eene conventie is gesloten, bij welke de beide mogendheden zich verplichten, niet zonder elkanders toestemming Harrar te bezetten. Hieruit volgt, naar de Temps beweert, dat over dit gebied alleen Engeland en Frankrijk kunnen beschikken en dus, dat de Italiaan sche troepen zich daar niet mogen vertoonen, al is het slechts voor een doormarsch. Zeer klemmend zal men in Engeland en in Itali dit »dus" wel niet vinden; het bewijst alleen, hoe bijzonder weinig vriendschappelijk men nog steeds in Frankrijk ten opzichte van Italiëen Italië's belangen is gestemd. HllllllllllllllllltlllllllllUIIII iiiilliiiiiiiilliiiliiiiiiiiiiiniiiiiii SooiaU * ................ iiiiiiimiuiiiiiiiiiiiiiiinmimiii ............ nii ............ iïiiïi Tegen den man? De stad Parijs, om haar dakloozen iets meer te geven dan een slaapplaats, heeft aan haar toevluchten werkplaatsen verbonden, waar metalen beursjes worden gemaakt, bosjes brandhout, en dergelijke voorwerpen. Hoofdza kelijk is dat mannen arbeid ; voor vrouwen vond men niet zoo gemakkelijk werk. Van een der toevluchten werd een wasch- en strij kin richting gemaakt, maar er was op verre na niet genoeg werk voor de vele vrouwen die er zich aanmeldden. Ziehier wat men toen heeft uit gedacht: Van stadswege worden te Parijs een aantal schoolkinderen gekleed. Totnogtoe werd hun een bedrag in geld ter hand gesteld, waarvoor zij rokken, jurken, en boezelaars moesten koopen. Voortaan echter zal men de kinderen onmiddellijk kleeden uit een maga zijn, dat wordt voorzien door den arbeid der vrouwen, die de toevluchten als laatste schuil plaats tegen de ergste ellende hebben opge zocht. En deze socialistische gemeenteraad schrikt niet terug voor elders zwaar getilde bedenkingen de vrouwen zullen hier niet een loon verdienen, een weinig beneden het gang bare, maar meer. De verklaring van dit, wonderlijk klinkend feit, ligt voor de hand : deze vrouwen verdienen in de maatschappij der ongebreidelde concurrentie een dacloon van 50 tot hoogstens 75 halve centen per dag! Wanneer men dit cijfer beziet, en zich af vraagt, wat en hoeveel voedsel, kleding, en wat verder voor het leven onontbeerlijk is, de vrouw zich voor dit bedrag kan verschaffen, dan zal men niet lang aarzelen, met te erken nen, dat hier de vrouwenkwestie want daar over meen ik nogmaals te mogen spreken zich uit in ei n heel wat ernstiger symptoom dan bij -de ledigheid die vele welopgevoede meisjes het leven tot een last maakt, als /ij volleerd van de school gekomen, eenige jaren op den uitkijk naar een man worden gez*-l, of althans zijn ,,des jeunes iüles u marie1.'". En toch zou het verkeerd zijn, deze l wee verschijnselen specifiek te onderscheiden. Im mers, zij hebben n oorzaak: het verdwijnen van productieven arbeid uit den kring van hot huishouden. De heer Van Houlen reeds is het in Ne derland geweest, die de oorzaak der hedendaagsche vrouwenkwestie heeft gezocht in de omstandigheid, »dat de waarde van haren arbeid niet meer tegen de kosten van haar onderhoud opweegt.1' Wat deze ramp beteekent voor de geheele maatschappij, daarvan geeft men zich zelden rekenschap; alleen wanneer berichten als dit omtrent de Parijsche toevluchten de ronde doen, treedt de oor zaak met al haar treurige gevolgen helder in het licht. Men stelle zich het proces onge veer voor als volgt. Eerst gaan de dochters naar de fabriek, omdat zij overbodig worden in het ouderlijk huis; al wat voor het onderhoud der familie noodig is, word t daarbuiten gefabriceerd. Meestal blijven zij bij vader en moeder in wonen, en hebben dus maar een zeer gering Joon noodig. om in haar behoefte te voorzien. Door haar aanbod van goedkoops werkkracht nu, is de vader niet in staat zijn loon op het betrekkelijk gunstig peil waarop het stond, te houden. Het daalt zoo ver, dat om het gezin den kost te kunnen geven, ook de moeder haar werkkracht op de arbeidsmarkt te koop moet bieden, en weldra de kinderen in dezen noodlottigen maalstroom worden medegesleept. Niet alleen dat de materieele ver zorging van het gezin wordt verwaailoosd, en de zedelijke opvoeding der kinderen, ook hun technische vorming lijdt schade, waar de loon arbeid op zoo jeugdigen leeftijd hen in beslag neemt. Het aantal der ongeschoolde werk lieden" neemt toe, en vormt voor de toekomst een leger, dat over de geheele arbeidsmarkt de loonen zal drukken. Hij, wien cle gang van zaken aldus voor oogen staat, heeft eenige vergoelijking voor de bitterheid waarmede allerlei soort van werklieden zich uiten over de concurrentie, hun door de vrouw aan gedaan. In den beginne meenden zij, dat door hun vereende krachten de vrouw was te weren van de werkplaats. Maar het ge zegde van dien Engelschen fabriekant tot werkzoekende mannen: gij zijt het goede soort niet; wij moeten ze hebben met rok ken aan", heeft het vruchtelooze van dat streven doen gevoelen. Het aantal vrou wen in de fabrieken neemt gestadig toe; in sterker verhouding dan dat der mannen. In de textiel-industrie in Engeland arbeiden 028000 vrouwen, die voornamelijk de wevers eu de wolkammers een hevige concurrentie aandoen. In 1801 was de verhouding in de katoenindustrie deze, dat tegen 100 mannen 130 vrouwen werden gebruikt; in 1871 was het verhoudingscijfer der vrouwen 1-18; in 1881: 104. In het kamgarenvak werden in 1871 bij 100 mannen nog 102 vrouwen aan getroffen, in 1881 reeds 180. In de band- en de zijdefabrieken, in de geheele textiel industrie, neemt het aantal vrouwen, ook in verhouding tot dat der mannen voortdurend toe. En ook in andere vakken gaat meer en moer arbeid uit de handen der mannen over in die der vrouwen, omdat dezen misschien beter, maar zeker goedkooper werk verrichten. In de pottenbakkerijen doen de vrouwen dezelfde taak, waarvoor aan de mannen /' 18 werd be taald, voor ? 7.80 's weeks. In '85 brak een werkstaking uit onder de kleermakers van het West-End van Londen, omdat een van de groote magazijnen een poging deed, de mannen te vervangen door vrouwen, die voor de helft van den prijs zich aanboden. Lady Dilke heeft in de FortJinightl// Review eens een verhaal gedaan van een si garen fabriek, waar 1200 mannen arbeidden voor f' 18 in de week. Het aantal werklieden dier fabriek'is hetzelfde gebleven; maar de mannen zijn j vervangen door vrouwen, en kinderen, die l grootendeels a's leerlingen zijn aangenomen, en met f l 80 ;\ 2 10 's weeks mur huis worden gezonden. Iv.'ii fabriek te Halifax, waar Brusselsche tapijten worden geweven, neemt sedert de mannen weigerden zich in een loonsvermindering te schikken, nog maar alleen jongens en vrouwen aan, hoewel het werk voor vrou wen ongeschikt heet. De mannen verdienden /' 21 in de week, de vrouwen gaan mat/'l 2 h aar huis Bij het sluiten van ininaakbussen verdienden vroeger mannen een weekloon van /'it tot / 12: nu worden vrouwen gebruikt en N' <!,? verdienste /' 4 "20 a f (].?Sedert te Edinburg vrouwen het lelterzeUen zijn gaan uitoefenen hebben zij, door voor weinig' meer dan een derde van het door de vak veree.nlgingt'ii vastgestelde loon te arbeiden, een geluele omwenteling in het vak te weeg ge: 'braehr ; de mislukking der werkstaking van I^i2.'> wordt voornamelijk aan haar geweien. VO.T wie lufct heeft, dit relaas mot een tieni dubb'jltul voorbeelden aan te vullen, siaat de geschiedenis van dm arbeid n u-1 een rijkdom ' vun materiaal ton dienste. i Het !iee!'(. er iets van. alsof de "iivenmjaclijke logica van deze vo'jrboeldcn maar tot n leus kan kidi-n : tt-gen de vrouw. Om i nu niet n argument hiertegen te volstaan, y.ij er op pewczen, boe mannen in engelsche vakverenigingen, vaar vrouwen geen recht vai. i-prtkcn hadden, /onder eenige reden het hioii voer Muk".\erk voor vrouwen van 15 tot '?') procent lager hebben gesteld dan voor mannen; hoe de overheid en particulieren, zelfs in Engeland, wedijveren om voor den' zelfden arbeid sian de vrouw minder te be talen dan aan den man. Zoo bij de Landsi drukkerij, de Posterij, de Prudential Life Assurance Company, waar 240 vrouwen naar men zegt beter en vlugger werken dan de mannen, doch slechts de helft van hun loon ontvangen. Maar dit is, meen ik, althans uit het voor afgaande duidelijk geworden, dat het: tegen den man, van sommige voorvechtsters van de vrouwenbeweging niet minder onzinnig is. Alweder de geschiedenis van Engeland be wijst, dat waar de loonen der vrouwen hooger zijn geworden, dit te danken is aan de mannen, die hebben ingezien, dat hun vakvereeniging met weerstandskas en scheidsgerecht hun niet langer zou helpen, als niet ook de vrouwen van hun vak georganiseerd waren, en die deze organisatie daarop met kracht en met succes hebben ter hand genomen. Weliswaar heeft de door mrs. Patterson gestichte Women's Protedive and Procidence League? die thans in haar n en twintigste levensjaar is, de eerste i poging tot organisatie gedaan; maar zij heeft eerst met vrucht gearbeid, nadat de mannen, sterk door de ervaring, in een langdurigen strijd opgedaan, met hun admi nistratief talent de vrouwen zijn te hulp gekomen. Het eerst heeft de vereeniging der schoenmakers; een bond van 11000 leden, met 30 vertakkingen ; haar deur voor de vrou wen opengezet, daarna is de textiel-industrie gevolgd. Om mij tot enkele cijfers te bepalen geef ik een overzicht van de vlucht, daarna door de organisatie der viouwen in dezen tak van nijverheid genomen. l'er.-eniyin!, Mannen in ] vj'l'Tu 1893 De vollers 6.500 18.500 21.000 J)c katoen-^miners in het district OUIiam 1.044 7.1S1 De wevers der noordelijke i?raaleliappcn .'...'.... 29.000 2'i.OOO 43.000 l)e we.c.rs van Alvn ISO 220 YuadonenGuisely 120 276 15 ilt m ....'. 11 K) 3.000 Scheelte fubricksarbci.lCTsver. Hurik of l'VI'nr 700 1.411 2.500 j Wevers van D ?«-bnrp, Hallav, Hirstall en/ .'. 350 050 Wevers van l In Idevsfi. ld l .000 1.000 \\\-s;-R;diii2-i)!'Yorkshiiv ^ - - 2000 Het slechtst georganiseerd, trots de aan| houdende en volhardende pogingen, sedert twintig jaren in het werk gesteld, zijn de vakken waarin geen mannen arbeiden. Van de p. m. 90.000 georganiseerde vrouwen behooren slechts 8700 tot de uitsluitend vrouwe lijke vakken. Is er meer noodig om aan te toonen, dat | ook de economische strijd der vrouwen niet moet worden gevoerd door de eene sexe tegen de andere, maar door beiden gemeenschappelijk? De Girl's Letter Guild. De Girl's Letter Guild is een stichting van ! miss Isabel Kenward, van Birmingham. Het beI ginsel van haar vereeniging is het volgende: Er j is voor een jong en welgesteld meisje, dat gaarne wat voor haar minder bedeelde natuurgenoot doet, een zekere heldhaftigheid noodig, haar arme zuster in haar wijken en woningen te gaan opzoeken, en heldhaftigheid is een zelzame, onbestendige eigenschap. Daarom heeft zij een communicatie gezocht tusschen arrn en rijk door middel van brieven. ]n ISS'J begon zij met twee vriendinnen ; ieder van haar zocht in de arbeiderswijk een bescherme linge, en de zusterschap werd gesticht. Xu heeft zij reeds een oraaan, waaruit de werkzaamheid van (ie vereeniging het best blijkt Tne Letter G-ui!<l Juurnnl. Miss Kenward geeft daarin raad gevingen aan haar medeleden, die door middel van brieven een patronaat willen op zich nemen. «Schrijft", zoo zegt zij, «geregeld ; en vraagt om antwoord. Eisclit het, gelijk een vriendin zich erover beklaagt, in. den steek te worden gelaten. Laten uw brieven niet ijdel gesnap zijn, noch pedant beweren. Spreekt baar van u zelf, en vooral, spreekt haar van baar zelve, van wat zij doen en wat zij konden doen. Houdt, zon der er u den schijn van te geven, aan op som mige nuttige dingen ; spreekt haar van de zeep, dien dokter die niets kost, de matigheid, het naaldwerk, enzoovoorts. En vooral : slaat geen bescbermonden toon aan ; laat uw omgang met haar die var. uw gelijke zijn. Zorgt ervoor, dat op uw enveloppe staat miss, gevolgd door den eigennaam vau uw vrienden, en begint uw brieven altijd met sDear" (lieve), gevolgd door haar doopnaam". Er is, ook in Engeland, vrouwenwerk van allerlei soort! j De Alzijdige opvoeding. j In een prosprv.tus wordt het rapport van het onderxoek naar de inrichting er. de werking van het weeshuis IVévost te Cempuis, ingesteld op last der vereenigingei!: De Dageraad, afd. Amst. I, van hot N. O. ('?. en den Hond van Ncd Onder i wijzers, geprezen door ^l bladen en tijdschriften, terwijl dit blijkbaar nog slechts een deel der gun-.tige hooordeelingen is. Het boek van ^(K) jtasiina's is verkrijgbaar voor /' l.'_'ó, voor leden' ' der genoemde vereenigingen voor f O.7."), bij 1 vooruitbetaling, bij C. v. Twisk, Jtunstraat '2:5 en voor de Dagenmusleden ook bij L. J. Vermeer, Oude Hoogstraat 17.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl