Historisch Archief 1877-1940
DE A M S T E R D A M MER, WEEKBLAD V O O E NEDERLAND.
No. 965
De nederlaag der Italianen
in Abessinië.
De Italianen zijn met hun koloniale poli
tiek niet gelukkig. Toen de Europeesche
mogendheden, naar aanleiding van de
conferentiën over den Congo-staat, zich otn de
landkaart zetten om al wat van het kust
gebied van Afrika nog beschikbaar was of
scheen, onder elkaar te verdeelen, werd Itali
met Massauah afgescheept, dat vroeger tot
het rijk der Egyptische Khedive's had be
hoord. Het was niet veel bijzonders, maar
men troostte zich met de gedachte aan het
zoogenaamde «Hinterland/1 dat vruchtbaar
en begeerlijk was, en dat, volgens de
Europeesche begrippen over Afrikaansch grond
gebied, toebehoort aan hen die zich van de
kuststreek hebben meester gemaakt. Jammer
maar, dat de half beschaafde, krijgszuchtige
AbessBiniërs er anders over denken, en zich
met alle macht verzetten legen de uitbreiding
der zoogenaamde colonia Eritrea.
Met meer recht dan van Oostenrijk zou
men van Abessiniëkunnen zeggen, dat het
geen staat, maar een aardrijkskundig begrip
is. Tal van hoofden, die den titel van Ras
voeren, zijn elk voor zich vrijwel onafhanke
lijk en onderwerpen zich slechts in schijn
aan dengene, die tijdelijk onder hen de mach
tigste is. Dit laatste was indertijd het geval
met koning Johannes, die zich keizer van
Aethiopiëen «negus negesti", koning der
koningen, noemde. Tot zijne felste tegen
standers behoorde toen Menelik, de koning
van Schoa, die voor zich zelf aanspraak
maakte op de keizerlijke waardigheid en haar
na den dood van Johannes, zoo al niet inder
daad, dan toch in naam verkreeg, waarbij
hij door de Italianen werd gesteund. In ruil
daarvoor stond hij den Italianen bij het trak
taat van Uccialli eene eoort van protectoraat
over A beseiuiëtoe. Zoodra hij echter meende,
hunne hulp niet meer noodig te hebben, ver
klaarde hij dit traktaat voor ongeldig, onder
voorwendsel, dat de Italianen in den tekst
eigenmachtig wijzigingen hadden gemaakt.
Menelik wist nu verscheiden van de hoofden
over te halen, om met hem tegen de
Europeesche indringers gemeene zaak te maken.
Het eerst rekende hij op de hulp van Ras
Mangascha, dtn stadhouder van het aan het
Italiaansche gebied grenzende Tigre.
Mangascha, die tot voor korten tijd tegenover de
Italianen eene zeer vriendschappelijke hou
ding had aangenomen, wierp een paar maan
den geleden het masker af. Hij trachtte
de hoofden in het door de Italianen bezette
gebied tot afval te bewegen, en zond, bij
wijze van uitdaging, aan de bevelhebbers der
vooruitgeschoven Italiaansche kolonnes, de
majoors Toselli en Meglio, eenige
MariaTheresia thalers (de in Abessiniëgangbare
munt) met het borstbeeld van Menelik, »den
Zoon van Johannes, den Koning van Zion,
de koning der koningen van Aethiopië."
Deze uitdaging beantwoordde majoor Toselli
eveneens symbolisch, door aan Mangascha
een patroontasch te zenden, gevuld met
patronen van het nieuwste Italiaansch model.
Generaal Baratieri, die in de colonia «Eritrea"
het opperbevel voert, besloot toen Mangascha
te voorkomen; het gelukte hem inderdaad,
in October, diens troepen uiteen te drijven,
en een deel van Tigre te bezetten.
Het bleek toen echter, dat de tegenstand
niet slechts van plaatselijken aard was, maar
zich over gansch Abessiniëuitstrekte; dat
men rekening moest houden rnet Ras
Mahonneri van Schoa, met Ras Olie, van het meer
Aschangi, met Ras Michael, van Magdala.
Men had dit trouwens lang van te voren
geweten : reeds in Mei had generaal Baratieri
er de Italiaansche regeering op gewezen, dat
zulk een algemeen verzet niet slechts moge
lijk, maar zeer waarschijnlijk was. Wat hij
echter in de eerste plaats noodig had om
krachtig handelend op te treden, namelijk
gald, kon hem niet worden gezonden; hij
bepaalde zich daarom tot het innemen eener
versterkte stelling bij Makalle in Tigre. Nog
meer zuidelijk stond de kolonne van generaal
Arimondi te Adera; nog verder vooruitge
schoven, bij Amba Alaghi, majoor Toselli,
die beschikte over eene macht van een paar
duizend inlandsche troepen van welke het
kader uit Italiaansche officieren en onderoffi
cieren was samengesteld.
Het is deze kolonne, die voor den
onverwachten aanval van eene ontzaglijke over
macht van Schoanen onder aanvoering van
Ras Makonnen is bezweken. Bij den aanval
gebruikte Makonnen dezelfde batterij, die
hem vijf jaar geleden, toen hij Italiëbezocht
en daar als «bondgenoot" werd gefêteerd,
door koning Umberto was ten geschenke
gegeven !
De bijna totale vernietiging der kolonne
van majoor Toselli is waarschijnlijk daaraan
toe te schrijven, dat den majoor een bij herha
ling door generaal Arirnondi gegeven bevel
om terug te trekken, niet is overgebracht,
terwijl hij integendeel in den waan verkeerde,
dat de generaal op weg was om hem hulp
te verleenen. De overwinning der Abessirürs
was zoo volkomen, dat generaal Arimondi,
toen de weinige overgeblevenen van Amba
Alaghi bij hem waren aangekomen, dezen
reeds op den voet door Makonnen's
Schoaansche ruiterij zag volgen en overhaast moest
teruglrekken naar Makalle.
De houding der Italianen en der inland
sche hulptroepen is bij den ongelijken strijd
voortreffelijk geweest. Zij streden met ware
doodsverachting en richtten onder hunne
tegenstanders eene ont/aglijke slachting aan,
daar elk hunner zijn leven zoo duur mogelijk
verkocht. Op de Abessiniërs heeft die held
haftige tegenstand grooten indruk gemaakt;
maar het is niet te verwachten, dat zij zich
daardoor in hun vaart zullen laten stuiten,
te meer omdat achter het leger van Ma
konnen dat van Menelik zelf staat. De
Italiaansche koloniale troepen zijn uitmun
tend geoefend en gedisciplineerd, maar zij
hebben thans eene legermacht tegenover zich,
die minstens viermaal zoo sterk is als hun
eigene, met achterladers gewapend is en over
artillerie beschikt. De eerste vraag is dus,
of generaal Baratieri zich in de forten van
Makalle en Adigrat zal kunnen handhaven,
vooral ook of hij eene omtrekkende beweging
van de zooveel talrijker vijandelijke
strijdmacht zal kunnen verhinderen.
De Italiaansche regeering heeft onmiddel
lijk uit Napels versterking naar de colonia
Eritrea gezonden ; de Kamer heeft zich tot
alle financieele offers bereid verklaard, met
een patriotisme dat voor een oogenblik alle
veten d<=ed vergeten.
Er schijnt een oogenblik sprake van ge
weest te zijn, dat Italiëaan de Engelsche
regeering vergunning zou vragen om troepen
te Zeïla te ontschepen, ten einde die van
daar langs den kortsten weg, door Harrar,
naar het oorlogsterrein te zenden. Hiertegen
hebben de Fransche bladen reeds bij voor
baat geprotesteerd. .. . omdat in Februari
1888 tusschen Engeland en Frankrijk eene
conventie is gesloten, bij welke de beide
mogendheden zich verplichten, niet zonder
elkanders toestemming Harrar te bezetten.
Hieruit volgt, naar de Temps beweert, dat
over dit gebied alleen Engeland en Frankrijk
kunnen beschikken en dus, dat de Italiaan
sche troepen zich daar niet mogen vertoonen,
al is het slechts voor een doormarsch. Zeer
klemmend zal men in Engeland en in Itali
dit »dus" wel niet vinden; het bewijst alleen,
hoe bijzonder weinig vriendschappelijk men
nog steeds in Frankrijk ten opzichte van
Italiëen Italië's belangen is gestemd.
HllllllllllllllllltlllllllllUIIII
iiiilliiiiiiiilliiiliiiiiiiiiiiniiiiiii
SooiaU
* ................ iiiiiiimiuiiiiiiiiiiiiiiinmimiii ............ nii ............ iïiiïi
Tegen den man?
De stad Parijs, om haar dakloozen iets
meer te geven dan een slaapplaats, heeft aan
haar toevluchten werkplaatsen verbonden,
waar metalen beursjes worden gemaakt, bosjes
brandhout, en dergelijke voorwerpen. Hoofdza
kelijk is dat mannen arbeid ; voor vrouwen vond
men niet zoo gemakkelijk werk. Van een
der toevluchten werd een wasch- en strij kin
richting gemaakt, maar er was op verre na niet
genoeg werk voor de vele vrouwen die er zich
aanmeldden. Ziehier wat men toen heeft uit
gedacht: Van stadswege worden te Parijs een
aantal schoolkinderen gekleed. Totnogtoe
werd hun een bedrag in geld ter hand gesteld,
waarvoor zij rokken, jurken, en boezelaars
moesten koopen. Voortaan echter zal men de
kinderen onmiddellijk kleeden uit een maga
zijn, dat wordt voorzien door den arbeid der
vrouwen, die de toevluchten als laatste schuil
plaats tegen de ergste ellende hebben opge
zocht. En deze socialistische gemeenteraad
schrikt niet terug voor elders zwaar getilde
bedenkingen de vrouwen zullen hier niet een
loon verdienen, een weinig beneden het gang
bare, maar meer. De verklaring van dit,
wonderlijk klinkend feit, ligt voor de hand :
deze vrouwen verdienen in de maatschappij
der ongebreidelde concurrentie een dacloon
van 50 tot hoogstens 75 halve centen per dag!
Wanneer men dit cijfer beziet, en zich af
vraagt, wat en hoeveel voedsel, kleding, en
wat verder voor het leven onontbeerlijk is,
de vrouw zich voor dit bedrag kan verschaffen,
dan zal men niet lang aarzelen, met te erken
nen, dat hier de vrouwenkwestie want daar
over meen ik nogmaals te mogen spreken
zich uit in ei n heel wat ernstiger symptoom
dan bij -de ledigheid die vele welopgevoede
meisjes het leven tot een last maakt, als /ij
volleerd van de school gekomen, eenige jaren
op den uitkijk naar een man worden gez*-l,
of althans zijn ,,des jeunes iüles u marie1.'".
En toch zou het verkeerd zijn, deze l wee
verschijnselen specifiek te onderscheiden. Im
mers, zij hebben n oorzaak: het verdwijnen
van productieven arbeid uit den kring van
hot huishouden.
De heer Van Houlen reeds is het in Ne
derland geweest, die de oorzaak der
hedendaagsche vrouwenkwestie heeft gezocht in de
omstandigheid, »dat de waarde van haren
arbeid niet meer tegen de kosten van haar
onderhoud opweegt.1' Wat deze ramp
beteekent voor de geheele maatschappij, daarvan
geeft men zich zelden rekenschap; alleen
wanneer berichten als dit omtrent de
Parijsche toevluchten de ronde doen, treedt de oor
zaak met al haar treurige gevolgen helder in
het licht. Men stelle zich het proces onge
veer voor als volgt. Eerst gaan de dochters
naar de fabriek, omdat zij overbodig worden in
het ouderlijk huis; al wat voor het onderhoud der
familie noodig is, word t daarbuiten gefabriceerd.
Meestal blijven zij bij vader en moeder in
wonen, en hebben dus maar een zeer gering
Joon noodig. om in haar behoefte te voorzien.
Door haar aanbod van goedkoops werkkracht
nu, is de vader niet in staat zijn loon op het
betrekkelijk gunstig peil waarop het stond,
te houden. Het daalt zoo ver, dat om het
gezin den kost te kunnen geven, ook de
moeder haar werkkracht op de arbeidsmarkt
te koop moet bieden, en weldra de kinderen
in dezen noodlottigen maalstroom worden
medegesleept. Niet alleen dat de materieele ver
zorging van het gezin wordt verwaailoosd, en
de zedelijke opvoeding der kinderen, ook hun
technische vorming lijdt schade, waar de loon
arbeid op zoo jeugdigen leeftijd hen in beslag
neemt. Het aantal der ongeschoolde werk
lieden" neemt toe, en vormt voor de toekomst
een leger, dat over de geheele arbeidsmarkt
de loonen zal drukken. Hij, wien cle gang
van zaken aldus voor oogen staat, heeft eenige
vergoelijking voor de bitterheid waarmede
allerlei soort van werklieden zich uiten over
de concurrentie, hun door de vrouw aan
gedaan. In den beginne meenden zij, dat
door hun vereende krachten de vrouw was
te weren van de werkplaats. Maar het ge
zegde van dien Engelschen fabriekant tot
werkzoekende mannen: gij zijt het goede
soort niet; wij moeten ze hebben met rok
ken aan", heeft het vruchtelooze van dat
streven doen gevoelen. Het aantal vrou
wen in de fabrieken neemt gestadig toe; in
sterker verhouding dan dat der mannen. In
de textiel-industrie in Engeland arbeiden
028000 vrouwen, die voornamelijk de wevers
eu de wolkammers een hevige concurrentie
aandoen. In 1801 was de verhouding in de
katoenindustrie deze, dat tegen 100 mannen
130 vrouwen werden gebruikt; in 1871 was
het verhoudingscijfer der vrouwen 1-18; in
1881: 104. In het kamgarenvak werden in
1871 bij 100 mannen nog 102 vrouwen aan
getroffen, in 1881 reeds 180. In de band- en
de zijdefabrieken, in de geheele textiel
industrie, neemt het aantal vrouwen, ook in
verhouding tot dat der mannen voortdurend toe.
En ook in andere vakken gaat meer en moer
arbeid uit de handen der mannen over in die
der vrouwen, omdat dezen misschien beter,
maar zeker goedkooper werk verrichten. In
de pottenbakkerijen doen de vrouwen dezelfde
taak, waarvoor aan de mannen /' 18 werd be
taald, voor ? 7.80 's weeks. In '85 brak een
werkstaking uit onder de kleermakers van
het West-End van Londen, omdat een van
de groote magazijnen een poging deed, de
mannen te vervangen door vrouwen, die voor
de helft van den prijs zich aanboden. Lady
Dilke heeft in de FortJinightl// Review eens
een verhaal gedaan van een si garen fabriek,
waar 1200 mannen arbeidden voor f' 18 in de
week. Het aantal werklieden dier fabriek'is
hetzelfde gebleven; maar de mannen zijn
j vervangen door vrouwen, en kinderen, die
l grootendeels a's leerlingen zijn aangenomen, en
met f l 80 ;\ 2 10 's weeks mur huis worden
gezonden. Iv.'ii fabriek te Halifax, waar
Brusselsche tapijten worden geweven, neemt sedert
de mannen weigerden zich in een
loonsvermindering te schikken, nog maar alleen jongens
en vrouwen aan, hoewel het werk voor vrou
wen ongeschikt heet. De mannen verdienden
/' 21 in de week, de vrouwen gaan mat/'l 2
h aar huis Bij het sluiten van ininaakbussen
verdienden vroeger mannen een weekloon
van /'it tot / 12: nu worden vrouwen gebruikt
en N' <!,? verdienste /' 4 "20 a f (].?Sedert te
Edinburg vrouwen het lelterzeUen zijn gaan
uitoefenen hebben zij, door voor weinig' meer
dan een derde van het door de vak
veree.nlgingt'ii vastgestelde loon te arbeiden, een
geluele omwenteling in het vak te weeg
ge: 'braehr ; de mislukking der werkstaking van
I^i2.'> wordt voornamelijk aan haar geweien.
VO.T wie lufct heeft, dit relaas mot een
tieni dubb'jltul voorbeelden aan te vullen, siaat de
geschiedenis van dm arbeid n u-1 een rijkdom
' vun materiaal ton dienste.
i Het !iee!'(. er iets van. alsof de
"iivenmjaclijke logica van deze vo'jrboeldcn maar tot
n leus kan kidi-n : tt-gen de vrouw. Om
i nu niet n argument hiertegen te volstaan,
y.ij er op pewczen, boe mannen in engelsche
vakverenigingen, vaar vrouwen geen recht
vai. i-prtkcn hadden, /onder eenige reden het
hioii voer Muk".\erk voor vrouwen van 15 tot
'?') procent lager hebben gesteld dan voor
mannen; hoe de overheid en particulieren,
zelfs in Engeland, wedijveren om voor
den' zelfden arbeid sian de vrouw minder te be
talen dan aan den man. Zoo bij de
Landsi
drukkerij, de Posterij, de Prudential Life
Assurance Company, waar 240 vrouwen naar
men zegt beter en vlugger werken dan de
mannen, doch slechts de helft van hun loon
ontvangen.
Maar dit is, meen ik, althans uit het voor
afgaande duidelijk geworden, dat het: tegen
den man, van sommige voorvechtsters van
de vrouwenbeweging niet minder onzinnig is.
Alweder de geschiedenis van Engeland be
wijst, dat waar de loonen der vrouwen hooger
zijn geworden, dit te danken is aan de mannen,
die hebben ingezien, dat hun vakvereeniging
met weerstandskas en scheidsgerecht hun niet
langer zou helpen, als niet ook de vrouwen
van hun vak georganiseerd waren, en die
deze organisatie daarop met kracht en met
succes hebben ter hand genomen. Weliswaar
heeft de door mrs. Patterson gestichte Women's
Protedive and Procidence League? die thans in
haar n en twintigste levensjaar is, de eerste
i poging tot organisatie gedaan; maar zij
heeft eerst met vrucht gearbeid, nadat de
mannen, sterk door de ervaring, in een
langdurigen strijd opgedaan, met hun admi
nistratief talent de vrouwen zijn te hulp
gekomen. Het eerst heeft de vereeniging der
schoenmakers; een bond van 11000 leden,
met 30 vertakkingen ; haar deur voor de vrou
wen opengezet, daarna is de textiel-industrie
gevolgd. Om mij tot enkele cijfers te bepalen
geef ik een overzicht van de vlucht, daarna
door de organisatie der viouwen in dezen tak
van nijverheid genomen.
l'er.-eniyin!, Mannen in ] vj'l'Tu 1893
De vollers 6.500 18.500 21.000
J)c katoen-^miners in het district
OUIiam 1.044 7.1S1
De wevers der noordelijke
i?raaleliappcn .'...'.... 29.000 2'i.OOO 43.000
l)e we.c.rs van Alvn ISO 220
YuadonenGuisely 120 276
15 ilt m ....'. 11 K) 3.000
Scheelte fubricksarbci.lCTsver.
Hurik of l'VI'nr 700 1.411 2.500
j Wevers van D ?«-bnrp, Hallav,
Hirstall en/ .'. 350 050
Wevers van l In Idevsfi. ld l .000 1.000
\\\-s;-R;diii2-i)!'Yorkshiiv ^ - - 2000
Het slechtst georganiseerd, trots de
aan| houdende en volhardende pogingen, sedert
twintig jaren in het werk gesteld, zijn de
vakken waarin geen mannen arbeiden. Van
de p. m. 90.000 georganiseerde vrouwen
behooren slechts 8700 tot de uitsluitend vrouwe
lijke vakken.
Is er meer noodig om aan te toonen, dat
| ook de economische strijd der vrouwen niet
moet worden gevoerd door de eene sexe tegen de
andere, maar door beiden gemeenschappelijk?
De Girl's Letter Guild.
De Girl's Letter Guild is een stichting van
! miss Isabel Kenward, van Birmingham. Het
beI ginsel van haar vereeniging is het volgende: Er
j is voor een jong en welgesteld meisje, dat gaarne
wat voor haar minder bedeelde natuurgenoot doet,
een zekere heldhaftigheid noodig, haar arme zuster
in haar wijken en woningen te gaan opzoeken,
en heldhaftigheid is een zelzame, onbestendige
eigenschap.
Daarom heeft zij een communicatie gezocht
tusschen arrn en rijk door middel van brieven.
]n ISS'J begon zij met twee vriendinnen ; ieder
van haar zocht in de arbeiderswijk een bescherme
linge, en de zusterschap werd gesticht. Xu heeft
zij reeds een oraaan, waaruit de werkzaamheid
van (ie vereeniging het best blijkt Tne Letter
G-ui!<l Juurnnl. Miss Kenward geeft daarin raad
gevingen aan haar medeleden, die door middel
van brieven een patronaat willen op zich nemen.
«Schrijft", zoo zegt zij, «geregeld ; en vraagt om
antwoord. Eisclit het, gelijk een vriendin zich
erover beklaagt, in. den steek te worden
gelaten. Laten uw brieven niet ijdel gesnap zijn,
noch pedant beweren. Spreekt baar van u zelf,
en vooral, spreekt haar van baar zelve, van wat
zij doen en wat zij konden doen. Houdt, zon
der er u den schijn van te geven, aan op som
mige nuttige dingen ; spreekt haar van de zeep,
dien dokter die niets kost, de matigheid, het
naaldwerk, enzoovoorts. En vooral : slaat geen
bescbermonden toon aan ; laat uw omgang met
haar die var. uw gelijke zijn. Zorgt ervoor, dat
op uw enveloppe staat miss, gevolgd door den
eigennaam vau uw vrienden, en begint uw brieven
altijd met sDear" (lieve), gevolgd door haar
doopnaam".
Er is, ook in Engeland, vrouwenwerk van
allerlei soort!
j De Alzijdige opvoeding.
j In een prosprv.tus wordt het rapport van het
onderxoek naar de inrichting er. de werking van
het weeshuis IVévost te Cempuis, ingesteld op
last der vereenigingei!: De Dageraad, afd. Amst.
I, van hot N. O. ('?. en den Hond van Ncd Onder
i wijzers, geprezen door ^l bladen en tijdschriften,
terwijl dit blijkbaar nog slechts een deel der
gun-.tige hooordeelingen is. Het boek van ^(K)
jtasiina's is verkrijgbaar voor /' l.'_'ó, voor leden'
' der genoemde vereenigingen voor f O.7."), bij
1 vooruitbetaling, bij C. v. Twisk, Jtunstraat '2:5 en
voor de Dagenmusleden ook bij L. J. Vermeer,
Oude Hoogstraat 17.