De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 22 december pagina 8

22 december 1895 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 9 c 5 M Pack in bet OMe Bnileiasttnis, De werkverschaffing die in het oude Buitengasthuis verleden jaar als een voorbeeld van gezonde opvatting en verblijdenden uitslag op initiatief van dr. C. W. Janssen is gedreven, wordt opnieuw ter hand genomen, verbeterd nog, door de kennis in het afgeloopen jaar opge daan. De leiding blijft in dezelfde handen, de regeling der ondersteuning is gelijk aan die van het vorige jaar. Werkkaarten van 3?5 dagen ter waarde van fi.40 per dag van 7 uren worden uitgereikt aan de werkloozen, al naargelang deze kleinere of grootere gezinnen hebben. Alleen werd een verandering gemaakt ten opzichte van losse werklieden, waarvan zich zoovelen aanmeldden, dat het maximum dagen voor hen op 3 moest worden gesteld. Het spreekt van zelf, dat de Commissie bij het oproepen der werkloozen, na het gedurende den zomer gedane onderzoek, over veel betrouwbaarder gegevens beschikt, dan dit verleden winter mogelyk was, zoodat een hooge graad van zekerheid werd bereikt, dat de ondersteuning uitsluitend aan waardigen ten goede zal komen. Daar in sommige vakken de nood der werk loosheid reeds hoog is gestegen, wordt de hulp der fitadgenooten onontbeerlijk. Een luide opjyekking om de commissie in haar arbeid te helpen, klinke dus thans, Haar leden zyn de volgende dames en heeren: De commissie voornoemd : F. J. D. Barende, J. Becker, W. van den Berg, J. F. L. Blankenberg, A, J, M. Brouwer Ancher, N. A. Calisch, H. P. Cranenburgh, G. van Duivenboden, A. GC. van Duijl, Ph. Falkenburg, L. M. Fredanus van Gelder, C. V. Gerritsen, Aletta Gerritsen Jacobs, A. F. K. Hartogh, Th. Heerm-kerk, W. Heineken, W. Hovij, P. H. Hugenholts Jr., Cornelie Hujjgens, W. C. Jacobson, D. Josephus Jitta, K. de Jong, J. H. A. A. Kalft', K. Kater, Ch. R. i Kouveld, E. J. Everwijn Lange, A. G. Last, E. Laurillard, Helene Mercier, S. R. van Minden, C.J H. I. Muller, Hugo Muller, Jhr. H. C. J. M. van Nispen tot Zevenaer, P. Nolting, A. P. Obermeijer, P. A. L. van Ogtrop, Jb. van Oversteeg,* W. C. J. Passtoors, H. J. Poutsma, J. Bruinwold Riedel, A. Roelvink, L. Schuller tot Peursum, K. Schöriitzer, J. A. Sillem, P. Smitt, J. F. Staal, J. R. M. Steins Bisschop, J. F. M. Sterck, P. L. Tak, N. L den Tex, J. A. Tours, M. W. F. Treub, M. de Vries van Buren, W. S. J. van Waterschoot v. d. Gracht, A. C. Wertheim. H. Wertheim, W. J. M. Westerwoudt, J. A. Wormser, A. L. Wurfbain, I. X. van Zomeren. Het Dagelijksch Bestuur bestaat uit de heeren: W. van Hasselt, Voorzitter; C. W. Janssen, Secretaris ;\ H. B. Lefébure, Penningmeester, Kei zersgracht 629; A. D. Holterman en F. C. H. van Haeften. TpilBtten-scliooniaat lij de Mtsc&e conservatieve partij, (Luttige matter.) Echtscheiding te Frankrijk. Van 1885 tot 1892 is in Frankrijk het aantal echtscheidingen geklommen van 6335 tot 8632 in zeven iaar, dus met 2297. Dat is het gexamenlijk aantal van scheidingen van tafel en bed en de finitieve echtscheidingen. De verhouding was in '85 4132 volledige echtscheidingen en 2122 scheidin gen van tafel en bed. In '92 was het eerste cijfer 7035 geworden, en het tweede 1597. Volledige echtschei ding dringt dus meer en meer door in de fransche zeden; zoowel mannen als vrouwen verkiezen haar boven de gedeeltelijke; in '85 werd bij 2538 geval len door de vrouw scheiding van tafel en bed ge vraagd, bij 2803 volledige ; dat gaf dus een ver houding van 1:11; in '92 waren de cijfers 1774 en 4909, en de verhouding dus l : 2,7. In het zelfde jaar 1892 stelden de mannen 3210 acties in tot algeheele scheiding, en 320 tot scheiding van tafel en bed. Ook bij de rechtbanken scbijnt de tendenz te zijn toegenomen, om eerder volledige, dan ge deeltelijke echtscheiding toe te staan. In '85 werden 84 pCt. van de eischen tot algeheele scheiding ingewilligd ; in '92 86 pCt ; in '89 en '90 was het zelfs 87 pCt. geweest; aan het ver langen tot scheiding van tafel en bed daarer tegen werd in 8.1 72 pCt. van de gevallen vol daan, en in '92 bij 76 pCt. Natuurlijk leveren de steden het grootste contingent voor de echt scheidingen ; minder begrijpelijk mag het zijn, dat niet in de eerste huwelijk-jaren de verbi;>dtenissen het meest worden verbroken. In een zelfde jaar zijn 2585 echtscheidingen aangevraagd door lieden die minder dan 5 jaar gehuwd waren, 3703 door lieden die van 5 tot 10 jaar waren getrouwd. Zelfs bij de huwelijken die van 10 tot 20 jaar hadden geduurd, kwamen nog 2285 echtscheidingen voor. Het aantal huwelijken is van 283170 in '85, gedaald tot 269332 iii 1892. Yon Stephan's nierate rostzeiel-Ieyoclitigers-oiitoiDaat, (UIL) Lombroso misdadiger V Professor Lombroso van Milaan, de moderne theoreticus over de misdaad, schrijft een boek, Grcfolotjix, en steelt daarvoor een gedeelte van den tekst en de platen van een werk, door den franschman Crépieux-Jamin uitgegeven. -Overwegende, enz., zegt de rechtbank te llouen, waar Crépicux-Jamin een klacht indiende tegen den Italiaanschen geleerde dnt Lombroso woorde'ijk gdieele passages van het boek van Cr pieux-Jamin heeft verbaasd, en er voorbeelden en platen uit heeft overgenomen, alleen om ze te doen voorkomen als zijn eigen \verk en de uitdrukking van zijn gedachte", ...... veroordeelt Lombroso tot een schadevergoeding van 2500 francs. Crépienx-Jaimn had inbeslagneming gevraagd van Lobrobo's (tr«tologia, maar de rechtbank oordeelde, dat daartoe het plagiaat niet overheerschend genoeg was in het boek. niiMiiiiiiiiHiiMiiiiiiiiimimiiiiiiimiiiiiiiMiijmiiiNmiiimiiiiiHiiumiMMii »Is mevrouws toilet weer in orde ?" »Ik heb al mijn best gedaan, maar deze twee vlekken (Hammerstein en Stöcker) gaan er niet uit." Een vreeselijk geval. Zij zat in het spreek kamertje op mij te wachten, totdat ik t'huis kwam, met geduldige oogen u aar buiten ziende op de kille straat, waar de regen groote bobbels maakte in de plassen. Half knorrig kwam ik bet kamertje binnen. Er zitten zoo dikwijls menschen te wachten, die mij, zooals ze beweren, spreken moeten, en die me telkens onder anderen vorm, weer 't zelfde vertellen, om ten slotte hetzelfde te vragen, nl. een kleine geldelijke bijdrage of ondersteuning. Vrij kort vroeg ik dus: Wat had u juffrouvy'r" en terwijl bekeek ik haar wat nauw keuriger Zij zag er schamel, maar fatsoenlijk en_ netjes uit; ze had niet het gewone type van de mensehen, die er een vak van maliën, medelijden op te wtkken. Zij antwoordde mij door even op te staan en een kleine dienaresse te maken, zachtjes vragend : Heeft u een oogenblikje tijd voor me? Ik wou u een vreeselijk geval vertellen?U is immers Redacteur van de Groene ? Ja, juffrouw .. ... V Ze bfgreip me en zei: van Emelen, Mttria Gerardina van Emelen en ik woon in de Rozenstraat No. 120, boven. Zoo! en wat was dat dan voor een geval ? 'k Zal 't u vertellen, meneer, maar eerst wou ik u vragen of' u't asjeblieft niet kwalijk neemt, dat ik zoo brutaal ben om hier te komen, maar ik wist geen uitkomst meer en verschillende lui raadden me zoo aan om naar u te gaan. Als u d'r wat van in de Groene wou zetten, zouden er misschien wel mensehen te vinden wezen, die me hielpen. Hum! toch een bedeJpartij, dacht ik en om een lang, misschien vervelend, verhaal te voorkomen, zei ik tamelijk kortaf: Hoor eens juffrouw ! 't Weekblad is geen bureau van liefdadigheid; ik kan wel dagwerk krijgen van .... Zij liet mij niet uitspreken en viel, opstaande, haaslig in: Och neen, meneer ik vraag geen geld, want ik heb eigenlijk geld ge noeg, maar ik kan 't niet los krijgen; ik ben zoo gemeen bedrogen en bestolen, 't Is een heel particulier geval, luistert u nou maar eens effen, toe, asjeblieft? 't Oude mensch zag er zoo zenuwachtig en opgewonden uit, dat ik medelijden met haar kreeg. De weinige tanden, die nog in baar mond stonden, beten tegen de trillende boven lip en haar oogen, die rood van 't schreien schenen, kregen een smeekende uitdrukking. Met haar rimpelige, oude werkhar.den trok ze den dunnen zwarten omslagdoek over de polsen been en weer en, zachtjes 't hoofd schuddend, herhaalde zij: Zoo'n geval als 't mijne is u bepaald nooit voorgekomen. Nu, vertel dan maar. Toen ging ze weer zitten en begon op de langzame, wijdioopige manier, aan dergelijke vrouwtjes eigen, te vertellen : dat zij vroeger in de Passeerderslraat woonde, waar ze een i ge ! jaren lang rustig en kalm had geleefd van haar handenarbeid; 'n mensch neemt al bij de hand wat ie krijgen kan, meneer, dan ga je 'reis uit werken, dan heb je weer 'reis naaihuizen of verstehverk aan huis en zoo kom je door de wereld, maar altijd netjes en fatsoenlijk. Ik zie d'r nou maar sjofei uit, maar dat kan ik heusch niet helpen ! Zij verhaalde, dat ze n dochter had gehad, die corsettenmaakster was geweest en goed haar brood verdiende, totdat zij sukkelend werd ; samen hadden ze toen een brooddepot gedaan. Van de groote fabriek, meneer, op de Vijzelgracht; 't kan navraag velen en we hebben altijd goed onzen kost verdiend en zuinig geleefd, heel zuinig, meneer, zooals mensehen van uw kaliber 't niet begrijpen kunnen. Wij dachten als je spaart, heb je wat voor een kwajen tijd en voor den ouden dag, maar jawel 't oudje begon opeens hard te schreien nu is ailes weg; ik kan er niet aankomen ! M'n goeie men»ch huil nu niet, dan kan ik je iiiet goed verstaan. Uvézou ook wf l huilen als 't je was overkomen; 't is ook zoo'n verschrikkelijk geval. Zij bedaarde, slikte haar tranen op en deed een 'lang relaas, van al (ie zorgen en moeite, die 't haar gekost had, om op drie spaarbankj boekjes een gom van zeveutienhonderd gulden bijeen te krijgen. Met God en met eere bijeengehaald, meneer, bij kleine beetjes, ik heb er van kindsbeen af voor gespaard, m'n heele leven lang. Zeventien honderd gulden ? 't Is veel, vrouwtje, dan heb je zeker altijd nog al goed geld verdiend ? Dat heb ik ook en goeie diensten gehad, 1 bij meneer Roelvink, die groote koperslager | in de Kalverclraat, bij Mevrouw van udersterp en bij meneer van Kopper,aal in de | grutterij. En overal ben ik loffelijk bekend en overal heb ik wat overgehouden en altijd heel zuinig bewaard. Ja, toen had ik een best leven ! i Haar oogen glinsterden een oogenblik bij j die herinnering, maar dadelijk daarop kregen ! ze weer de gewone doffe, smartelijke uitdruk king toen zij vertelde, hoe haar dochter be trekkelijk jong gestorven was en zij alleen bleef; Familie en kennissen had ik zoogezegd niet, maar ik dacht voor m'n ouden dag ben ! ik ten minste geholpen zij wachtte even, snikte en zei droevig : -- En nu met 't ver huizen is alles weg, glad weg'. i Hoe bedoel je V Wel. meneer, ik ging verhuizen, van de | Passeerdt-rstraal naar de Rozenstraat en ik i had een knap inboeltje, dat moest mee, daar voor nam ik een man aan, die zou't voor me i wegbrengen en die nam weer een jongen aan. die hem hielp en toen hebben ze uit mijn j gesloten linnenkast, nadat ze die overgebracht i hadden, een broodtrommel gestolen een buurvrouw heeft gezien dat ze er imêbezig j waren en is me nog komen waarschuwen, maar ''t was te laat. In dien trommel, 'k had hem ingepakt in een gonjezak. met 'n paar j stukjes tapijt er omheen, heelemaal goed dicht, l met 'n slootje er op, zat m'n goud en zilver, i filly Enrinester. viool-virtuoos. m'n geboortebewijs, al m'n papieren en m'n spaarbankboekjes. Ailes weg! De politie commissaris van de Lauriergracht heeft er dadelijk werk van gemaakt, hij heeft dien. man, die me had helpen verhuizen, nog een dag vastgehouden, maar d'r was niets uit 'm te krijgen. De groote rechter van 't Leidscbe plein heeft er z n eigen ook nog mee bemoeid, maar 't hielp niks. Die man weet niemendal. zegt ie, en dien jongen wil hij niet noemen. Weer begon de oude juffrouw (e schreien : Nou bezit je zeventien honderd gulden, en je hebt geen cent, is 't niet vreeselijk, meneer,, 't gaat rne an me hart, ik moet m'n boeltje langzamerhand opeten, want werken kan ik zoo goed niet meer en d'r is ook zoo weinig werk. Ik maakte de opmerking, dat zij de spaar bank dadelijk van 't feit in kennis had moe ten stellen om zoodoende Ie voorkomen dat het bedrag van de boekjes, die aan toonder zijn, werd uitbetaald. Neen maar, zóó wijs ben ik wel geweest. meneer, zei ze haastig, met een tintje voldoe ning in haar stem. Van 't geld zijn die leelijke dieven tenminste nuchter gebleven, maar ik kan 't ook niet krijgen. Er heeft een week lang een rechercheur aan de spaarbank geze ten om te wachten of de boekjes ook aangepresenteerd werden. \\ras 't maar gebeurd;. maar neen ! zóó leep zijn ze ook wel ze loopen niet in den val. Nou liggen misschien mijn kostelijke boekjes ergens in 't water c,f op avontuur zijn ze verbrand. Nou heeft niemand er wiit aan, want aan de dieven be taalt, de spaarbank ze niet uit, maar aan mij ook niet; is dat nou niet 'n ijselijkheid ? Dat is 't zeker vrouwtje, maar hoe komt het dat de spaarbank jou niet uitbetaalt'? Je bent toch de wettige eigenares, kennen ze je daar persoonlijk? Nou of ze, ze hebben last genoeg van me gehad. Neen .' dan zullen ze je niet kennen ? Ik heb hemel en aarde bewogen om mijn geld terug te krijgen ; zelfs meneer Tleers van de sooi-jalen, en ook de katholieken. hebben moeite voor me gedaan, maar de heeren van de spaarbank mogen niet buiten de reglementen gann. En zijn die dan zoo streng ? Ja meneer, de heeren bennen d'r z< H mee begaan, maar zij kunnen niet anders, ze moeten d'rlui aan die reglementen houden : die zeggen, dat in zoo'n geval als 't mijne dal gelil rijf jaar leut/j leiraanl blij/i, en als in dien tusschentijd de boekjes niet zijn aanj geboden kan 'k 't krijgen. Vijfjaar Goeie heer! hoe kom ik nou vijf weken door?vijf' ! jaar.' dan ben ik drie en zeventig. De meeste mensehen worden zoo oud niet! [ Eri is er nu geen andere weg om je l geld terug te krijgen '! Edele yerontwaardiffiiiE. (PuticJi.) Di: C/AH: >,ïk ben zelf zoo'n beetje autocraat, maar hoe zi.n onderdanen han kunnen uiJ staan ! ! O !''

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl