De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 29 december pagina 2

29 december 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T E R D A M M E R, WEEKBLAD VOOR N E D E R L A N D. No. 966 heer Olney, heer en meester zijn, zulk eene inmenging niet dulden. Deze souvereiniteit van eigen vinding over alle andere Ameri kaansche Staten hebben de Vereenigde Sta ten, altijd volgens den steller der nota, te danken aan de wijsheid en rechtvHardigheid hunner politiek, aan hunne ontzaglijke, haast onbegrensde hulpbronnen, aan hun geïso leerde positie, en (alweer eene vriendelijke concessie!) aan de goede gezindheid der an dere staten. Maar zij zijn ook verplicht, die positie te handhaven, om te verhinderen, dat in Amerika dezelfde strijd wordt ge voerd als in Afrika, waardoor zij (de Ver eenigde Staten) spoedig gebukt zouden gaan onder den druk van het militarisme, gelijk dat met de staten van de Oude Wereld het geval is. Op dit mengelmoes van gezond verstand en dwaze aanmatiging heeft Lord Salisbury eenvoudig geantwoord, dat het niet op zijn weg lag, de leer van Monroe te bestrijden, maar dat deze hier volstrekt niet van toe passing was. Hij had er kunnen bijvoegen, dat Engeland, door zijn uitgebreid koloniaal bezit in de Nieuwe Wereld, men denke slechts aan Canada en Guyana, om van de kleinere bezittingen niet te spreken zelf onder de Amerikaansche staten kan gerekend worden. President Cleveland heeft de opmerkingen van Lord Salisbury niet rechtstreeks beant woord, maar een boodschap gericht aan het Congres, waarin hij de Amerikaansche op vatting der Monroe-leer handhaaft en deze gezond en steekhoudend noemt en onmisbaar voor de veiligheid der natie en voor het be houd harer vrije instellingen. Wil Engeland geen scheidsrechterlijke uitspraak aanvaarden, dan is het de taak der Vereenigde Staten, de grenzen tusschen Venezuela en Britsch Guy ana vast te stellen. Het congres wordt daarom uitgenoodigd, de noodigecredieten toe te staan voor eene door den president te benoemen commissie ad hoc. En als die commissie haar rapport had uitgebracht, dan zouden de Ver eenigde Staten mei alle hun ten dienste staande middelen zich moeten verzetten tegen eene opzettelijke aanranding van hunne rechten en belangen, zooals de mbezitneming door Engeland zou zijn van die streken, welke de commissie aan Venezuela zou toewijzen. Ten overvloede voegde de president hier nog aan toe, dat hij zich ten volle bewust was van de pijnlijke gevolgen, welke dit besluit voor de verhouding van twee stamverwante natiën zou kunnen hebben, maar dat die overweging hem niet mocht weerhouden van te doen wat hij als zijn plicht beschouwde. En het Congres applaudisseerde. Demo craten en republikeinen vergaten voor een oogenblik hunne partij twisten, om deze »mannelijke en echt vaderlandslievende taal" toe te juichen. Maar het gevolg was heel anders, dan de president zich had voorgesteld. Het Journal des Débats teekent dit resultaat in een paar woorden: «President Cleveland heeft gepoogd, Engeland schrik aan te jagen, en hij is er slechts in geslaagd, Wall-Street bang te maken." De paniek aan de New Yorksche beurs heeft duidelijk getoond, hoe de Ameri kaansche mannen van zaken over een mogelijken oorlog met Engeland denken. De com missie zal worden benoemd, maar zij zal zich niet haasten en in dien tijd kan mis schien een compromis worden gevonden. Te betreuren blijft het intusschen, dat president Cleveland, na zich gedurende zijn eerste en zijn tweede presidentschap als een verstandig, bezadigd en belangeloos man te hebben doen kennen, thans dooreen onverklaarbaren coupde-lête bedorven heeft, wat hij in al die jaren met zorg en moeite had tot stand gebracht. Heeft hij met zijne boodschap het oog gehad op de naderende presidentsverkiezing en ge hoopt zijne populariteit te vermeerderen, dan zal hij zeer waarschijnlijk bedrogen uitko men. Zijn oude tegenstanders, de protectionisten en de zilvermannen, steken het hoofd weer op, en beweren, dat de ontzaglijke ver liezen, welke het land tengevolge der beurs paniek heeft geleden, slechts door toepassing van hunne universeele geneesmiddelen kun nen worden goed gemaakt. En Engeland? Caran d' Ache, de geestige teekenaar, laat ons in den Figaro een welgedanen John Buil zien, in al zijn dikheid troonende op twee stoelen. Rechts van hem zit de magere Jonathan; links ziet men een knorrigen Ier, een onverschilligen Schot en een kalmen Engelschen zeebonk. John Buil verkondigt de leer: »Wat van niemand is, is van mij! Dat zal altijd mijn leuze zijn!" Broeder Jonathan neemt de cigaar uit den mond, en fluit even. John Bull's gezicht betrekt, en terwijl zijn toehoorders, de Ier vooral, een spottenden glimlach niet kunnen weerhou den, herhaalt hij, met zuurzoet gezicht: »Ja, gentleman, ik zeg nogmaals, wat van niemand is, is van mij! Dat zal bijna altijd mijn leuze zijn!'' Moraal: John Buil heeft gemerkt, dat de vrienden in Europa hem, al moeten ze offi cieel broeder Jonathan ongelijk geven, toch wel een koopje zouden gunnen. En zoo zal ook hij wel te vinden zijn, om dezen keer een weinig water in zijn wijn te doen. Sergius Stepniak. Stepniak,of Sergius Michaelowitch Kravchinsky, gelijk z\jn Russische naam is, werd in 1852 ge boren in Zuid-Rusland. Zijn vader was afkomstig uit »Wit-Rusland", zijn moeder uit Ukraine. Hij was van adelijke familie, en werd op het land op gevoed, om daarna een gymnasium te bezoeken en artillerie-officier te worden. Reeds in die hetrekting kwamen zijn democratische gevoelens in bot sing met de in de dienstkringen heerschei de mee ningen. Hij was een van de eerste lieden van onwik keling en geboorte, die in het geheim propaganda maakten voor de democratie, door »ouder het volk te gaan," en in den zomer van '74 werd hij gearresteerd, omdat hij aan dit misdrijf zich had schuldig gemaakt. Hij ontvluchtte echter, en ging met zijn propaganda voort. Zijn sterk en nobel karakter had zich voornamelijk ge prikkeld gevoeld door de onme1 schelijke behan deling die de gevangenen hadden te lijden, en de straffe repressieve maatregelen van het Rus sische gouvernement brachten hem en zijn vrie den tot hun zoogenaamde terroristische politiek. Hij werd een hoofdman van de «revolutionaire organi satie'', meer en meer W3rd zijn positie een ge vaarlijke, tot hij in '80 genoodzaakt werd te vluchten. Een korte tijd woonde hij in Zwitser land, daarna huisde hij naar Londen over, en schreef daar Underground RÏI*MI dat in'82gepubliseerd zijn meest bekenden, en misschien ook zijn beste, althans zijn warmste werk was. Het werd gevolgd door De Russi-che boeren, llu-land onder de tsaren, De RUS*>S' hèstormwo/k, De loopb ian van een n'hilist, Nihilisme, wat het betee kent, Koning Stork" en Koning Log", Ken studie over h't moderne Rusland, het laatste eerst onlangs uitgekomen. Langzamerhand begon Step niak te gelooven aan vreedzame hervorming van husland, hoewel zijn afkeer van het tegenwoordig regime daardoor niet verminderde. In zijn jongste werk heeft hij een hartelijk welkom over voor de liberale oppositie, en onderstelt hij een adviseerende volksvertegenwoordiging als een voorloopig middel om aan de nooden en behoeften vanj het volk uiting te geven. Behalve de wer ken van politieken aard .bestaan er van Stepniak twee bundels novellen, en met W. Westall samen geschreven. Hij lever.ie een aantal artikelen aan Engelsche en Amerikaansche tijdschriften, hij was een der eerste mannen in de »English Society of Friends of Russian Freedom", en van het Russian Free Press Fand ; hij hield lectures in de oude en in de nieuwe wereld. Dinsdagmorgen, wandelende van zijn huis in Bedford-park te Chiswick, naar dat van zijn vriend Volkhorsky, moest hij den spoorweg pas seeren. Het is een wijk in aanbouw, en een overweg bestaat er niet. Men pleegt over een barrière heen te stappen, en zoo den spoor weg over te gaan. Naar beide zijden loopen de rails rechtuit; voor wie omzichHg is, kan er geen gevaar bestaan, maar Stepniak schijnt geheel in gedachten verzonken te zijn geweest. Hij hoorde het waarschuwend signaal van een aankomende locomotief niet, werd door haar gegrepen en ge heel verminkt onder den trein uitgehaald Bureaux van consultatie. Te Parys zal op aansporing van den advocaat Pouillet door Uden der balie een bu'eau van consultatie worden gevormd, om minvermogende lieden, die een gratis consult bij een rechtsge leerde, of desnoods een gratis pleidooi zouden verlangen, met hun weU kennis bij te staan. De «ville lumière" kan dus zelfs van het mistige Holland nog iets leeren: verschillende Nederlandsche steden bezitten reeds t-edert eenige jaren een inrichting als de hier bedoelde. iiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiMiiiHiiimiiinitmumiiiimiiiiiiiiiiHiiiiiiiiii Brieven uit Utrecht. door GlESE VAN DEN' DOM. Het klinkt misschien ondankbaar uit mijn mond omdat ik zijn naam draag maar ik moet oprecht bekennen dat ik, op gevaar af mij den onverzoenlijken haat mijner stadgenooten op den hals te halen en al zou dr. Fock, die er bevallige proportiën in ontdekt heeft, zich ook in zijn graf omkeeren, dat ik dien hooggeroemden Utrechtschen Dom een afschuwelijk leelijken toren vind. Het is wel de hoogste en ook de mooiste dien we hier hebben, maar dat beteekent niet veel, want de anderen zijn ook niet veel zaaks. Van den een, den Jacobitoren, is het bovengedeelte afgewaaid en zal er wel nooit meer opgebouwd worden aangezien de protestant sche kerkmeesters, hoeveel torens van katholieke kerken we er hier ook in den laat-ten tijd bijgekregen hebben, een toren niet als een onmisbaar vereischte bij den godsdienst schijnen te be schouwen. Een andere, die van de Buurkerk, werd al jaren geleden door Dr. Broers zeer juist bij een peperbus vergeleken en dat lompe ding blijft daar maar staan, ofschoon het alles behalve tot versiering van de omgeving strekt. Misschien zijn er drie redenen, waarom men dat gebouw niet sloopt. Ten eerste omdat de brandwacht er 's nachts naar aloud gebruik gezeten is om zijne spiedende blikken naar alle richtingen over de stad en den omtrek te werpen. Ten tweede omdat, ook al naar oud gebruik, in den top de klok hangt, waarmede elk jaar de ketmis wordt in- en uitgeluid. En ten derde, wijl als historische merkwaardigheid in den buiteumuur nog altijd eenige steenen bulten aangetoond worden: inge metselde kogels die daar indertijd door de Span jaarden uit het kasteel Vredenburg in zijn ge schoten. De St. Nicolaastoren staat ook nog altijd naast een stuk van zijn tweelingbroeder, die het waar schijnlijk ook eens niet tegen een storm heelt kunnen uithouden en dien men het de moeite maar niet waard geacht heeft om te herbouwen, evenmin als men er aan schijnt te denken, om den geheel verweerden zonnewijzer aan de zuidwestzijde van den nog staanden toren eens op te knappen. Waarom men dat smerige toestel, welks bestaan toch aan de meeste Utrechtenaren onbekend is, maar niet liever wegbreekt dan het in zulk een armoedigen staat te laten voortbe staan, begrijp ik niet. En tusschen al die, en nog andere torens, staat de Dom als een kaars overeind en beschermt den geheelen omtrek. Nu, met zijn kleine schuine dakje als top maakt hij op mij altijd den indruk, van een heel grooten jongen met een papieren steek op het hoofd. Hij is niet doorgegroeid, hij is niet at'! Die steek is er blijkbaar maar opgezet omdat er geen geld was om hem een fatsoenlijken myter op het hoofd te zetten en hoe leelijk dat staat valt nu destemeer in het oog, nu van een aantal nieuwgebouwde katholieke kerken en kapellen de sierlijke torenspitsen fier omhoog steken. 't Is wel jammer en 't is te hopen dat nu in den laatsten tijd zooveel aan het herstel en aan de instandhouding van oude bouwwerken gedaan wordt, men er ook eens aan moge donken om aan den ouden Dom eens eene spits, zijner vaaardig, te geven. Misschien kan Dr. Cuijpers graaf Van Zuylen wel bewegen om daar eens een paar guldens aan te besteden. Hij zou er allicht meer eer mede inleggen, dan met de oud-Hollandsche huisjes waarmede hij nu, met opoffering van kolossale sommen, zijn kasteel de Haar te Vleuten gaat omringen. Het gaat moeilijk tegenwoordig om dit merk waardig gebouw eens te bezichtigen en toch kan het ongetwijfeld de bedoeling niet zi.m van den eigenaar, die daar o, maar zoo zelden en zoo weinig vertoeft, om dit kostbare gebouw en de schatten die het bevat voor anderen verborgen te houden. Tot voor eenigen tijd was men dan ook tamelijk vrijgevig met de kaarten en kon men gemakkelijk toegang krijgen. Maar sinds de critiek zich heeft doen hooren komt men er niet meer in ! Zoo is het ook gegaan met de herstelling van den »omloop" in ons academiegebouw. Zoolang de arbeid duurde was het werk door een hooge schutting afgesloten waarvan zelfs de reteu tus schen de planken aan de binnenzijde met latten bespijkerd waren. \u het werk voltooid is, is de schutting natuurlijk weggenomen, maar men moet toch nog t >t de bevoorrechten hooren om het van nab\j te z en. Daar in Vleuten schijnt dr. Cuijpers vrij spel te hebben en als men daar dat kolossale werk ziet, en hoort van de kostbaarheden die het her bergt, dan behoeft men niet eens het oog te laten gaan over de laan van vijftigjarige eiken, die daar in eenige weken verrezen is, om volstrekt geen gering denkbeeld te krijgen van de schatten waarover die gelukkige graaf Van Zuijlen te be schikken heeft. Toch zijn al die schatten nog niet in staat om een graaf in alles zijnen zin te doen krijgen. Een klein eenvoudig boertje dwarsboomt hem daarin, natuurlijk tot zijn eigen schade. Zooals men weet, zal om het huis de Haar een fraai park worden aangelegd en heeft graaf van Zuylen zich daarom den eigendom der omlig gende gronden verzekerd. Dien van een klein stuk grond, bezitting van een boer, kon hij echter niet verkrijgen. De grond was getaxeerd op een waarde van acht honderd gulden en zeer vorste lijk werd den eigenaar acht duizend geboden. Maar de eisch was twintig duizend ! En nu is de graaf koppig en de boer is koppig. Doch de laatste zal de dupe van de histo ie zijn. Zijn bezitting zal er zoo netjes in getornd worden, dat zij niet eens zal worden opgemerkt en of schoon bij natuurlijk recht van uitgang houdt, zal hij vermoedelijk later wel handelbaarder wor den en het is zeer de vraag of hij dan zal krij gen wat hem thans geboden is. Een aardig bewijs hebben we hier voor eenigen tijd gehad, dat in een stad als de onze winkeliers toch eigenlijk veel te afhankelijke menschen zijn om lid van den Raad te wezen. Men mag, neen men mug niet vorderen dat iemand in het belang van anderen, zij het dan algemeen belang, zijn eigen belang verwaarloost en benadeelt. De heer Marius, die pas lid geworden is, stemde, als eerste regeeringsdaad, tegen de sub sidie dat uit de stadskas jaarlijks aan den schouw burg wordt gegeven. Nu is directeur van dien schouwburg prof-ssor van Overbeek de Meijer en Marius is leverancier van het laboratorium in het Sterrebosch, waar de professor ook al directeur van is. liet raadslid kreeg den volgenden dag na de afwijzing van het subsidie aan den schouwburg al een briefje van den hooggeleer den heer, dat hij niet meer op bestellingen voor het laboratorium behoefde te rekenen. Daar was de heer Marius volstrekt niet mede tevre den en nadat bij den hooggeleerde nog eens over de zaak geschreven had, schijnt deze te hebben ingezien dat eene zoodanige verwikkeling van Rijks- en particuliere zaken nu niet aar ging en hem misschien wel eens kwalijk kon genomen worden. Hij kwam daarom op zijn besluit terug. Maar.... professor Overbeek is nu zoo oprecht om niet te zeggen zoo verstandig geweest om den heer Marius de blijken van zijnen toorn op schrift te geven. Doch hoevelen misschien, die dat niet doen en toch zeer toornig zijn en geen tooneei k ijkers meer bij den heer Marius koopen. Professor Overbeek zal nu zijn woord wel houden en bij Marius blijven koopen, maar misschien zal deze, door zooveel menschlievendheid bewogen, dan het volgend jaar weer vóór het subsidie stemmen. Er zal wel een klein omstandigheidje veranderen, waardoor dat te excuseeren zou zijn. De L i m b. Koerier. 21 Dec. Een o; perwettenmaker (aan 't dep. van Jnstiti»)." Het Volksdagblad. 21 en 25 Dee. Banken van Leening." Arnh. C t. 21 en 23 Dec. Over oeniere beslis singen büde behandeling van Hoofdstuk V der beg'ooting.' Mi d d e l b. C t. 20 Dec. Patroons en we>klieden." 23 Dec. ..De politieke toestand (volgens Mr. Treub in 't Soc. Weekblad)." Nieuwe W i n s c h. C t. 22 Dec. Eerlijkheid (ia belastingzaken!.'1 Recht voor Allen. 21 en 22 Dec. Eene herinnering (aan de slavernij)." 24 en 25 Dec. Welkomstgroet aan het congres." ,,0' s Kerst-evangelie." Venloosch Weekblad. 21 Dec. Dr. Bronsveld contra De Stuers " Het Schoolblad. 24 Doe. Plaatselijke leer plicht " Het Nieuwe Schoolblad. 20 Dec. Da baldadigheid der straatjeugd." De Vol k s s te n). 21 Pee. Onze schutters" Mr. Treub en de gemeente-nnanciën." Zondags rust." ,.Sntoriaansche sociologie.'' De Telegraaf. 23 Dec. De conversiewet," door J. J W H e t N i e u w s v. d. D a g. 16 Dec. Naar om laag," door .... t. 17 Dec Nogmaals de zaak Seret," door ***. 19 Dec. Een vergunnit g te koop," door *,,*. 23 Dec. De kleinen." De T ij d. 17 Dec. De verloren parel" II (slot), door fr. A. van Kerkhnff, o. c. 18 Dec. Treurige herinnering" (Irgezonden) I, 19 Dec. II (slot). (Alexander Dumas). 23 Dec. San enwerking" I. Haagsch Dagblad. 22/23 Dec. Invoerrf chten." De Maasbode. 17 Dec. Het land van beloften" (Italië). 18 Dec. Burgerlijke vereenigingen" IV. Gevaren voov werklieden syndicaten, door J. H Wijnen. 19 Pee. Jesnïtenvr ees'1. N. B o 11 e r d. C t. 22 Dec. Het licht op het hoofd van den Bot'erdamschen waterweg''. »Het amende ment der Commissie van rapporteurs op de conversiewet." 24 Dec. De Küometerboekjes," door X. Het Vaderland. 22 en 28 Dec. Vrede op aarde" I. Het Utrechtsen Dagblad. 19 Dec. Volks opvoeding en V'ilk-sweerbaarheid" (Ingezonden) I. 21 Dec. II. 22 Dec. III. (Epiloog der Bedactie). 24 Dec. I'ert<oorj)ijkhei(]." Maandblad tegen de kwakzalverij. Dec '95. Het instituut Drouet." Weekblad v. d. burg. administratie. 26 Dec. Vriistelling van railitiedienst wegens broedervreemdeltng'', I. De Nijverheid. 25 Dec. «Een splinternieuw denkbeeld." Do verkeerde wereld." De Wachter. 21 Dec. De pers in den klas senstrijd." De strijdmiddelen van het proletariaat" VII De Liberaal. 21 Dec. De democratie en het geld." Kookscholen." Het Christendom en de leer van Malthus," door T. Hettema. De Volkstribuun. 21 Dec. Vrede op aarde...." Friesch Volksblad. 22 Dec. Een Kerst spreuk van Pater Brom Jr." Landbouwpolitiek", door D. B. M. De Zwoeger. 21 Dec. Kerstmis". De Nederlander. 21 Dec. Beden tot bezorgd heid". N. L e e u w. C r t 25 Dec. Kerstfeest". iniiiiiiiiiiniittiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiniiiiiiiiiuiiiiiiiiiittiiiiinfiiinn Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad. 21 Der. Indische financiën.'" 22 Dec. Indisch llegeeringsbeleid." 'J4 Dee. ..Een kostbaar president Cleveland)." ~Het Nut="rapport uver Armenzorg.'' 25 IJ* c. ,.InlandM'lic veeartsen." 2ül)t c. Het contract met Gow." De S t a n d a a r d. 23 Dec. Tweeërlei weg (tot verbetering der soc. toestanden)." 25 Dec. De wiudselen en 't wierook.'1 Het Centrum. 21 en 23 Dec. Huisjesmelkers.1' De (anti r.) Nederlander. 25 Dec. Kamers van Arbeid," I. UZ i e k. in de Hoofdstad. Zaterdagavond mochten wij ons laven aan de bronne waaruit Sclmmann, Beethoven en Bralims deu vereerders van werkcu voor kamermuziek te genieten gaven, Zondagmiddag deed Averkamp's klein a cappelia-koor ons weer vertoe pen in de reine atmosfeer van de monumentale kunst van Sweeliiick en da Palestriua eu een dag vroeger hebben wij den strijd aanschouwd over de ware bron der liefde zooals Wolfram, Walther en Tannhiiuser die verdedigen, welke strijd tevens een strijd om het bestaan kan genoemd worden van de Ne,d. Opera. In de kamermuziek-soirée van Toonkunst ?waarin het 'J'fin opus 100 G. kl. t. eu het xlrijkkicurli't opus 111 G. gr. t. van Bralims werden ten gehoore gebracht en waarin de heer Bosmans met deu heer Röutgen op buitengewoon artistieke wijze de beide sonates opus 102 van Beethoven vertolkte, mochten wij weer bespeuren met hoeveel ernst deze werken waren bestudeerd. Behalve in het, Quiatet waarin de doorwerkingen van het eerste en laatste deel in technisch opzicht wat te weuschen overlieten, was de uitvoering vol kleur en adel en vooral iii liet werk van Bralims trollen mij in dit opzicht zeer veel schoonheden. Doch in het bijzonder wil ik thans sprt ken over de vertolking van beide so nates, die deu heer Bosmans eu zijn partner weer dedcu kennen als kunstenaars van den echten stempel, d. w. z. als kunstenaars die ons eeu werk weten voortestellen iu een poëtisch haast zou ik zeggen ideaal licht, eu ons niet doen denken aan min of meer voorin 'elijke uitvoering, doch ors iu hun vlucht medenemcu en ons niet ver gunnen te ontleden of wat nog erger is te ! kritiseeren, alvorens zij ons weer veilig op den grond hebben neergezet. De lezer weet hoe ik over de uitvoerders van deze soirees denk. Dit zij dus voldoende. Even be kend is het hoe ik over Averkamp's koor denk, eu evenzeer van toepassing is daarop de rnaablafvau het gehalte die voor deze uitvoeringen mag worden 1 aangelegd. Soms was het koor eens meer, dan eens : minder gelukkirr, soms was de bezetting wat ster' ker, een andermaal wat zwakker, doch deze uitvoe! ringen waren meest alt.ijd van den eersten rang. j Ditmaal was de bezetting bijzonder gelukkig en verschaften de verschillende nummers een onver deeld genot. Zoowel in 'ie werken van Sweelinck als van Palestrina trof mij zeer de natuurlijke wijze van uitvoering. De aangebrachte dynaauschevoordracht en teekens kunnen toch zoo licht tot

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl