De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 5 januari pagina 4

5 januari 1896 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 967 Eline Vete , toonde hjj handigheid en routine. In datzelfde boek gaf hy veel bekoorlyks, velen roemden, hem, en hq kreeg een groot publek tot. zijn beschikking. En dat publiek werd later zeker niet kleiner, al viel menigeen af, dien Louis Cou perus in zijn binnenste hart wellicht gaarne be houden had. Zóó ging het met zijn succes, en stel u nu voor, dat Couperus over zy'n eigen kunst gaat nadenken, en met de niet meer dan menschelyke neiging om liever naar zich toe te reke nen dan omgekeerd, het voor en tegen van Wereld vrede overweegt. Zóó ongeveer dan zal hy denken. Slecht en ordinair is m^jn werk zeker niet. De taal is beschaafd en niet vulgair. Er is een belangrjjk thema en een boeiend verhaal. De karakters zjjn duidelijk geschetst en verscheiden van aard. Wereldvrede is een vol boek. Men ziet niet slechts den keizer en zyn gezin, doch ook de omgeving van het hof en de groote maatschappij. De dra matiek van het geval is niet verzuimd, en zeker heb ik van Othomar mér dan een tooneelpop gemaakt. Ik heb een rykdom van motieven in zy'n ziel gebracht; hy is een mensch en een nobel vorst tevens. Ik houd van hem, en myn liefde maakt hem beminnelijk. En hij is niet dom. Ik maakte zyn eigen nadenken een middel tot kritiek van het probleem. Over het algemeen zy'n my'n vorstlyke figuren inderdaad vorstlijk en in derdaad mensch, en ik verzuimde niet te toonen, dat er ook wel een zwart schaap bij kan zijn. En is de ziel der omgeving niet goed aangeduid ? Is prinses Zanti niet het symbool van den hofkring, die in schijn met den heerscher medeleeft, doch zy'n groote motieven niet deelt ? Is het niet knap om diezelfde figuur als overgang te gebruiken t ot die andere tegenstelling, de anarchie ? En ook de anarchist is niet goedkoop : ik maak hem een mensch, menschly'k van gevoel. Zeker, men kan het wat theatraal noemen, dat juist die man, dien ik als tegenstelling van richting noodig had, ook met de daad tegenover Othomar staat. Maar maak eens een boek van groote bedoelingen, waarin de figuren niet tevens de daad-mannen van hun eigen idee zyn. En dan het groote tooneel van den opstand, is dat niet bekwaam en goed ; werd de massa en het gansche gewar niet flink gehanteerd ? Als de menschen dat bewondren, ik zal het hun niet kwalijk nemen, en zeker schrijft men geen boek om de wereld te vervelen " Zoover gekomen in zijn denken, zal Couperus, naar ik vermoed, de ongunstige kritiek al licht verklaren uit overdrijving en doctrinariteit. »Wereldvrede had iets anders moeten zijn ? Nu ja, men kan altijd wel beweren, dat van het geval iets anders had kunnen worden, dan geworden is. Doch laat een ander het dan maar eens beter doen dan ik. Ik gun het hem. En zou Wereld vrede inderdaad een achteruitgang zijn opMajesteit? Ik vind het een onmisbaar vervolg, en wellicht had die meneer van de Revue Suisse niet den tyd myn nieuwe boek attent te lezen. Zeer vreemd toch zou het zijn, zoo ik opgang maakte, niet vulgair was, en mijn zaak had gered anders dan door goede eigenschappen." iiiiiiliiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiHimuiiiiiiiiiiiiiii onze twee kameraden hadden zich daar te ruggetrokken. Alleen monsieur Finouy, Renaud en ik, waren gebleven. Zij beiden tracht ten onafgebroken door te werken. Ik had het reeds opgegeven zelfs een boek op te slaan en was totaal verloren in den aanblik der op dat uur ledige straat. Ons huis stond, zooals ik reeds gezegd heb, op den hoek der Rue de Reims en der Rue des Sept-Voies, die zich daar plotseling ver breedde langs de bibliotheek Sainte-Geneviève tot aan het Pantheon. De topografische ge steldheid van dit hoekje van Parijs was dus zóó: Het Pantheon met het plein op den achtergrond de genoemde breede straat omzoomd met een trottoir, op het eerste plan, dan de Rue de Reims, die er loodrecht op uitliep en aan den anderen kant met een bocht in een nauw steegje eindigde. Deze uitlegging is noodig om het tooneel, dat ik thans nog schijn bij te wonen, duidelijk te maken. Het kon omstreeks n uur 's middags zijn, want al herinner ik mij den dag niet meer, weet ik toch zeer goed dat wij na het déjeuner naar boven waren gegaan. De Rue des Sept-Voies was verlaten, alle huizen gesloten, de leegte be zwangerd als 't ware met een tragische span ning. Plotseling gaf ik een gil die onzen leeraar en mijn vriend naar het raam deed snellen. Een man was om den hoek der biblio theek Sainte Geneviène verschenen en zoo snel hij kon het trottoir opgesteld. Het was een priester in soutane, maar zonder hoed. Duidelijk onderscheidden wij, op dien korten afstand, de bleekheid van zijn letterlijk van angst verwrongen gelaat. Hij had geen vijf-en-twintig stappen gedaan, toen een tweede gestalte, die hij blijkbaar trachtte te ontloopen, denzelfden hoek om kwam. Met een ontroering, die ons, Renaud en mij, aan het venster geboeid hield, herkenden wij de vrouw, die wij in de apotheek de pistolen hadden zien laden, dezelfde die ons zoo on verwachts in vrijheid had gesteld. Weer had zij een revolver in de hand, maar nu om dien zelf te gebruiken. Niet zoodra had zij Deze en diergelyke gedachten, stel ik mij voor, kunnen by Louis Couperus opkomen, als hy' over Wereldvrede en zyn eigen figuur nadenkt. Voor my, ik zeide het reeds, is Wereldvrede aangenaam tweede-rangs-werk, soms wat meer, vaak wat minder, en ik maak er my niet warm over, noch vóór, noch tégen. Noch vlei ik my' den heer Couperus van het onvolkomene in het algemeen te overtuigen. Doch niet gansch en al mis ik de hoop hem of een van zyn bewonderaars te toonen, dat Couperus door zijn routine tot slordigheid kwam, en zijn handigheid hem parten speelt, daar zy hem verblindt voor zijn zwakke oogenblikken. Er is in Wereldvrede inderdaad veel slordigheid van schrijfwerk. Al dadelijk noem ik het slordig, dat Couperus een allerkinderachtigst compromis heeft gesloten tusschen Kollewijn en De-Vries-en-te-Winkel. Geen schoolmeestershaan zelfs had gekikt, zoo Couperus het woord Vrede telkens naar zijn zin gesexueerd had. Maar in plaats van zoo vrij te zyn, zoo hij Vrede als allegorische vrouwen figuur noodig heeft, schryft hij den accusatief »de(n) Vrede" 2). Vrage: waar was toen Coupe rus' beroemde goede smaak gebleven ? Dit is nu maar een kleinigheid, doch geen kleinigheid is, dat Couperus in Wereldvrede zoo menigmaal in plaats van sober, zuiver en rhythmisch, overtollig, onzuiver en erbarmely'k ram melend styleert. Zóó overtollig, onzuiver en ram melend, dat iedereen het verbeteren kan. Ziehier eenige voorbeelden. «Geniussen schenen haar verder leven te wil len leiden langs de voorname paden van het »groote" leven, na dat, tegen hiar temperament in geleefd bestaan in obscuriteit, dat gedweep alleen nog haar vermocht had te doen dragen" 3). De gecursiveerde woorden zijn van een Thucydideïsche gewrongenheid, en zonder een spoor van het Thucydideïsche zware effekt. Wanneer men den zin eenige malen gelezen heeft, bemerkt men dat de woorden tegen htar temperament in geleefd bestaan in obscuriteit als n substantief bijeen hooren. Doch waarom zijn er geen verbin dingsstreepjes? Waarom staat achter dat een komma ? Wat voor moois is er aan die woor denreeks ? De andere woorden zijn slecht-schrijverij sansphrase. Zoo haar achter vermocht had was ge plaatst, het kon desnoods, nu kan het niet. Hollandsch is geen Grieksch, meneer Couperus. Vol gens uw woordschikking zou h'iar objekt van vermocht zijn, en naar de bedoeling, zoo mijn constructie juist is, is haar voorwerp van doen. Dat gedweep haar had doen drage- was voldoende en geoorloofd, en zeker minder stromplend ge weest. »Wat hadden zij anders gedaan dan barm hartig geweest 'i'' 4) Vraag het aan den heer Kollewijn, en hij zal u evenals ik antwoorden: slecht schrijven. Want anders zou Othomar zeker niet in zoo onzuiveren stijl peinzen, en geweest denken, in plaats van zijn of geweest zyn. Miskenning van rhythmiek heeft men in het MHIIIIlllllllllltlltlllllllnUIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIIIIIIinM het zwarte kleed van den vluchteling in het oog gekregen, of zij vuurde twee kogels op hem af, echter zonder hem te treffen. Het derde schot ging niet af. Het wapen was ledig. De priester snelde steeds voort. De vrouw wierp den revolver weg en liep hem hard achterna. Daar struikelde zij over het trottoir en viel. Nauwelijks weer opgestaan en wanhopend den vluchteling nog te kunnen inhalen, liep zij aanhoudend roepend naar den kant van het plein, ongetwijfeld om een tweeden nog onzichtbaren vervolger tot spoed aan te manen. Een soldaat der nationale garde verscheen en hield stand om zijn ge weer aan te leggen. Het schot ging af, op het oogenblik dat de priester den hoek der Rue de Reims omsloeg. De ongelukkige stond voor de deur van Balde. Wij wisten dat die deur 's morgens vroeg, op last van den directeur gesloten en gegrendeld was gewor den. Wij waren daarom niet weinig verbaasd haar te zien opengaan en den vluchteling er binnenstormen en tegelijkertijd iemand op het trottoir verschijnen, in wien wij monsieur Finouy herkenden. Terwijl wij, als een paar kinderen, naar het vreeselijk schouwspel bleven kijken, als naar een ververtooning, was de eenvoudige schoolmeester in de onwillekeurige aandrift van een recht schapen man, die een medemensen kau red den, regelrecht het gevaar tegemoet gesneld. Zijn gedrag stak zoo beschamend af bij onze houding, dat wij eveneens instinktmatig hals over kop de trappen afholden om hem te hulp te snellen en juist bijtijds beneden kwa men om zijn gesprek bij te wonen met den soldaat, wiens kogel de zwarte soutane zoo rakelings had gemist. »Mijn zwartrok is hier," zei de fédéré. »Geen gekheid, hoor! Ik moet hem hebben." »Hij is hier niet," antwoordde Finouy op de open deur wijzend, »ik ben naar buiten gekomen...." »Hij is hier niet?" herhaalde de andere. »Och, kom! dat zullen we eens zien!" en den leeraar met een kolfslag, en ons met een stomp uit den weg duwend vloog hij naar de kleine binnenplaats, waar helaas! volgende. »Zoo zouden kiezers aller landen voortaan in het oog moeten houden, dat al in niet minder dan vijftien Europeesche Parlementen een tak van de Interparlementaire Conferentie was geënt, ter wille van den Vrede, dat het de onafschuifItare plicht aller kiezers was geworden van hunne candidaten eene verzekering te krijgen hunner aan sluiting bij die parlementaire groepen . . .." 5) Wat voor literaire distinctie vindt men in deze woorden ? Zijn zij niet onuitstaanbaar onrhythmisch ? »Een nog ontzettender dwaling was deze, dat de oorlog de beschaving bevorderde." G) Het laatste woord is onrhythmisch. Vooruit bracht zou beter klinken. »De beweging was geen dilettantisme meer, als zy in haar eerste jaren geweest was; groote gees ten hadden haar geleid en de vredebeweging had een officieel karakter gekregen .. .." 7) Laat weg zij en geweest was; vervang had door thans, en schrap verkregen, dan begint het zin netje er een beetje fatsoenlijk uit te zien. »Hij had zijn rede, die hij voor Zijne Majes teit gerepeteerd had in het Keizerlijke Kabinet te Gastel Xaveria, moeten herzien, nadat hij geweten had, dat de Keizer zou komen." 8) Lees hiervoor het volgende: »Zijn rede, voor den Keizer in het kabinet gerepeteerd, was herzien, sinds hij zijne Majesteit's komst vernomen had." Lees dit, en ik wed, dat ge iets veel minder onduldbaars ziet. »Voor haar tegenwoordig bestaan miste zij de koel getrainde zenuwen, die noodig zijn om altijd in het mouvement te zijn." 9) Lees: noodig voor een gedurig zijn in het mou vement en ge leest iets minder slordigs. »Het was te begrijpen, dat zij elkaar gevonden hadden in het Itven en hunne levens in elkaar hadden verwikkeld." 10) Hieraan is veel te veranderen. Voorloopig stel ik slechts voor om in het leven en hadden te schrappen. Hunne gelijkheid was hun noodlot geweest. Maar ook was het te begrijpen, dat wat er ge barsten was in hen, disharmonie in hen wekte en dat zij uit de verwikkeling hunner levens zich met geweld hadden willen losscheuren." 11) Wie dit hardop leest en niet beroerd wordt, dien noem ik een Zondagskind. Ziehier eenige redenen, waarom ik gis dat Louis Couperus te veel op zijn routine bouwt. En misschien doet nog een andere zaak hem kwaad. Niet in Holland alleen, ook in Duitschland en in Engeland maakt hij opgang en weldra zal men hem ook in Frankrijk prijzen. En zeker zullen zijn deugden aan dit succes niet vreemd zijn, maar vele zijner gebreken ongemerkt blijven. Want wat ik en ieder Hollander ziet en voelt, dat zal ook voor een redelijk-goed Hollandsch kennend vreemdeling ongezien en ngevoeld zijn. Een goede Fransche vertaler zal wellicht een zeker element van bekoring in Couperus' werk vermoorden, doch de onzuiverheden goedmaken. In het Fransch zal Werelderide in menig opzicht lliiiiifiiMiiiMiiimimiiiiNimiiiiiiiiiMi de arme priester zijn heil had gezocht. »De deur, sluit de deur!" riep Finouy ons toe. Daarna, terwijl wij de bouten en gren dels voorschoven, snelde hij zelf den soldaat achterop. Dit alles was zoo schielijk in zijn werk gegaan, dat de vluchteling zelfs niet getracht had zich te verbergen. Hij had er den tijd niet toe gehad. Hij was blindelings het plaatsje rond gevlogen, de eerste de beste deur ingegaan en daar, ongetwijfeld zijn eind nabijziende, in een ledig studeervertrek op de knieën gevallen en bad. 't Was in die houding dat de soldaat der Commune en de schoolmeester hem overvielen. »Heidaar, geestelijke heer!" riep juist de soldaat, toen wij op onze beurt binnenkwamen. »Nu heb je genoeg gewandeld. De kameraden wachten je. Ga nu maar gauw mee terug of ik verbrijzel je kersenpit. . .." en hij deed alsof hij zijn geweer aanlegde. »Volstrekt niet," zeide Finouy, met een kalmte, die verbazend afstak bij de drift, waarmee hij vaak om den eene of andere schooljongensbaldadigheid tegen ons kon uitvaren. »Gij zult mijnheer den abb niet dooden..." en hij duwde den loop van het geweer op zijde. »Ten eerste zouden wij hem niet laten vermoorden, zonder hem te verdedigen en te wreken." Bij deze woorden haalde hij zelf een revolver uit den zak, dien ik mij herinnerde wel eens in zijn lessenaar te hebben zien liggen. »En ten tweede, ge steld dat gij het deedt, wilt ge mij dan even zeggen, wat u dat zou baten ?" De man trachtte zijn geweer los te maken, maar Finouy had ons een wenk gegeven en wij hielden nu met ons drieën den loop vast. »De deur is achter u gesloten," vervolgde de leeraar, »en er zijn hier veertig man in het college, die op onzen eersten roep zullen toesnellen . .. Neem aan dat ik u niet raak en dat gij ons alle vier doodt. Dan zoudt ge nog moeten heengaan, maar ge komt het huis niet uit. En als ge toch ontkwaamt, weet ge dan niet, dat ge toch verloren zijt? Dat de troepen van Versailles heden, morgen ochtend op z'n laatst, hier zullen zijn.... Geen der uwen zal ontsnappen .. . Welnu ! er beter uitzien dan in het Hollandsch. En daarom ben ik niet zeker, dat Louis Cou perus tot voordeel zijner distinctie door Edmund Gosse ontdekt, in Duitsch en Engelsch vertaald, en nu ook voor Frankrijk geïnviteerd is. Ik ge loof veel goeds van Gosse, maar niet dat hij beter Hollandsch kent dan de meesten in ons land. En nog minder geloof ik dat van Duitschers, Franschen en Zwitsers. Slecht proza zullen de vreem delingen schoon wasschen, en Louis Couperus zal meenen dat hij goed styleert. Maar dat er aan zijn proza nog wel wat ont breekt, dat, naar ik meen, werd hier getoond. Cn. M. VAN DEVENTER. 1) Blz. 4: Wereldvrede, dat geheel als vervolg op Majesteit dient gelezen te worden. 2) o. a. blz. 42. 3) blz. 80. 4) blz. 113. 5) blz. 32. G) blz. 34. 7) blz. 34. 8; blz. 119. 9) blz. 127. 10) 129 11) Ibid. iiiiiiiiinii ........ IIIIIIIIIHII 40 cents per tegel. """"""""""" ............ IIIIHI ..... Minimin ............ IIIHIIIIII ...... MU TRA DB MARK. Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle soliede Wijnhandelaars en bij de representanten KOOPMANS «V BRUIXIER, te Amsterdam. Magazijn KEIZERiSHOF", Xieuwendijk 196. Zijdensto f f en. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. RAHR te Utrecht Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Kuime keuze in Huurpiano's. iiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiimiiiiiiimiiuiiiHHMi ik ben de directeur van dit college," hij had, terwijl hij zich dien titel toeeigende, een air van autoriteit aangenomen, dat den ellen deling onwillekeurig imponeerde »en ik geef u mijn eerewoord, dat, als ge den abbélaat gaan en op mij vertrouwt, uw leven gespaard zal blijven ..." De priester had zich gedurende dit gesprek opgericht en kwam nu naderbij. Steeds zal mij dat spierwitte, bijna grauwe, door een uren lange doodsangst verwrongen gelaat, voor oogen blijven. Later vernamen wij, dat hij 's morgens te zes ure in de Rue NotreDame-des-Champs door de féderés aangehou den, van barrikade naar barrikade was ge sleurd en gedwongen zich bij eiken aftocht aan het vuur der aanvallers bloot te stellen, om hen te dekken met zijn kleed. Op de place du Pantheon had de paniek den mar telaar aangegrepen een blinde paniek, die een uitweg zoekt, onverschillig waarheen. Hij was ontvlucht, eerst achtervolgd door de vrouw die wij hadden zien schieten en op het trot toir uitglijden, daarna door den nationalen garde, wien onze leermeester zjjn prooi trachtte te ontrukken Nu had hij echter gebeden. De geest was weer sterker geworden dan het vleesch. Hij zag dat wij, Renaud en ikzelf, twee jongens, bijna nog kinderen, op het punt waren, onzen leeraar in een gevaarlijke wrorsteling bij te springen. Hij wist, dat de wanhopigen, wier gevangene hij dien geheelen dag was geweest, in die beslissende uren tot de vreeselijkste uitersten in staat waren. Wat kon hen, die het Louvre in vlammen hadden doen opgaan, den brand van een college schelen? «Mijnheer,'1 zei hij, het woord tot onzen voorgewenden directeur richtend, »de goede God heeft mij tot nog toe behoed, en zal mij ook verder behoeden. Ik mag niet gedogen dat gij uw leven, dat van deze kinderen en van uw andere leerlingen voor mij in de waagschaal stelt. Ik ben bereid om naar de barrikade terug te keeren .. ." (Wordt vervolgd.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl