De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 5 januari pagina 6

5 januari 1896 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 967 de aanrechtbank in de keuken. Zy is een heel goede dienstbode en de keuken is heel zindelyk. Zjj gaat vanavond in groot avondtoilet naar het bal van de W.-roeivereeniging Deze club bestaat voor een groot deel uit jonge werklieden. Haar invitatie heeft zjj gekregen door een bekend advokaat, -die als secretaris en penningmeester fungeert; hij zal haar tal van dansers, allen in zwarten rok, presenteeren; ik ben zeker dat haar danskaart in een oogenblik vol zal zjjn. Z\j zal daar de dochters van onzen eersten minister ontmoeten; misschien zal zy met hen in dezelfde quadrille staan." Het land waaruit dit geschreven wordt, is Nieuw-Zeeland. De curieuze toestand spruit er voor een deel uit economische gronden, voor een deel uit de wetgeving voort. De wetgeving is er zoo ingericht (rapport van den consul der Ver. Staten te Auckland) dat opeenhooping van eigendom in n hand zooveel mogelyk tegen gegaan wordt, dat de armeren, werkman, kleine boer of fabriekarbeider, zoo weinig mogelijk belasting betalen, dat b\j achturigen werkdag, de goede werkman nog een halven vrijen dag per week en minstens zes vrije dagen in het jaar heeft, alles met behoud van loon, dat er bijna geen armoede en geen enkele millionnair is. De economische toestand is er zoo (artikel van den heer Reeves in de Weslminster Review) dat het loon laag is, maar het voedsel ook heel goed koop; groenten heeft men er voor het kweeken, aardappelen kosten er een penny de drie pond en havermeel een penny het pond. De armste kan er geen gebrek lyden, want de regeering heeft zaagmolens in het onuitputtelijk bosch en ontgint er woeste gronden; het bureau van arbeid zorgt voor ieder. Vooral schy'nt de oorzaak van welvaart volgens de verslaggevers daarin te bestaan, dat de rjjke er niet rijk is. Er is geen andere school voor de kinderen der ryken; geen weelde is mogelyk voor zyn vrouw en dochters, die niet binnen ieders bereik valt. Dit verklaart ook den waaier en de lange handschoenen van de meid-alleen; maar de slotindruk lijkt ons toch te zjjn: het moet er een vervelend, oninteressant land zy'n; deze toestand zal wel niet lang duren ook. **. In The Forum staat een artikel van H. H. Boyesen, over de positie der vrouw in de »heidensche tjjden" en de vraag, in hoeverre de loop der beschavingsgeschiedenis haar goed of kwaad gedaan heeft. De schrijver meent dat zij er veel bij verloren heeft, en eerst langzaam aan het terugwinnen gaat. «Zoolang wy' onze meisjes de verderfelijke dwaasheid leeren, dat liefde het doel van haar leven is, zullen z\j haast niet waard zjjn dat men ze liefheeft, en uiterst moeilyk om mee te leven." De riddertyd en ridderlijkheid acht hij een vloek voor de vrouwen die er onder zuchtten. «Haar gansche leven, al hare emotiën werden geconcentreerd op liefde en hartstocht. Zy waren geliefden, echtgenooten, moeders (waarschijnlijk vrjj goede) en anders niet. Zij hadden geen individueel bestaan, geen publieke belangstelling; hare persoonlijkheid werd dus van geslacht tot geslacht verminderd, verarmd, verkleind. Haar sekse kreeg langzamerhand den boventoon boven haar menschely'kheid, en dit is wel het onge lukkigste wat of man of vrouw kan overkomen." Ook het Christendom droeg volgens Boyesen tot die vernedering b\j. «Het zou overdrijving zijn te beweren dat het Christendom alleen al de schuld draagt van die ontwijfelbare daling der vrouw, in burgerwaarde, in kracht van persoonly'kheid. in gewicht van karakter; maar de voor naamste der oorzaken is het zeker geweest. Weelde, veiligheid, beschaving met al hare steeds veran derende idealen deden de rest; de verschillende oorzaken grijpen zoo in elkaar, dat het onmoge lijk te zeggen is, waar de eene begint en de andere eindigt." Interessant is het, hiermede een artikel in verband te brengen, (in de Nineteenth Century), waarin de heer Morley de brieven van Matthew Arnold aan verschillende vrouwen bespreekt. Matthew Arnold ried aan zijn correspondenten aan, geregeld, als geestesbad, iederen dag een uur te lezen; «sporadisch lezen geeft niets, geregeld lezen van goedgekozen boeken is uitrustend en verfrisschend." Morley zegt hierna : »De toekomstige geschiedschrijver van deze eeuw zal, als verst strekkende verandering in de Engelsche maatschappij in deze periode, de wonderbaarlijke, uitbreiding van de opvoeding der vrouw, van haar positie en werkkring aanduiden. Van de aanzienlijke dame in haar grootsche woning, langs de dochters van advokaten, dokters en handelaars, tot het winkeljuffertje en haar vriendinnen, is er eene revolutie gistende, enkel onder vrouwen, die meer beteekent dan al wat politiek en godsdienst in dien ty'd gewonnen of verloren hebben. De vrouw is bezig in onze dagen in allerlei kringen een invloed te verkry'gen die, van geheel anderen aard, maar in kracht te vergelijken is met den invloed dien in vroeger eeuwen de vrouwen herhaaldelijk op de geschiedenis van Frankrijk hebben uitgeoefend." Onlangs werd de lof gezongen van de vrouw in Birma en Siam, als intelligenter, werkzamer, beter voor zaken en bestuur, dan haar man. Van de vrouwen op Formosa, dus betrekkelijk in dezelfde buurt, wordt wel iets dergelijks ver meid. In het Scottish Geographical Magazine vertelt de heer John Dodd: »De vrouwelijke wilden zijn in veel opzichten veel belangwek kender dan de mannen; de jonge meisjes en jonge vrouwen hebben ondanks de woeste omge ving iets welopgevoeds; zij zijn ijverige en goedwillige arbeidsters. Bij het verhuizen of rondtrekken dragen zij het heele huishouden, soms een kind erbij, in een net dat van het voorhoofd afhangt. Op zulke tochten ziet men de vrouw vijftig a tachtig pond dragen, terwijl de man alleen boog en pijlen of geweer draagt. De vrouwen zijn vriendelijk; zij geven hulp en raad; zij doen niet enkel spionnendienst in den oorlog, maar worden ook afgezonden om te onderhandelen en vrede te maken. Zij zijn be scheiden, en kennen noch vrees, noch overdreven preutschheid. Wie in het land reist, doet goed, eene vrouw als geleidster te vragen; zij ruimt voor hem de moeiely'kheden uit den weg, en verhindert dat een ongevederde pyl, uit het kreupelhout afgeschoten, een ontijdig eind maakt aan zijn onderzoekingstochten." ** * De hygiëne van handen en nagels is, nu de winter komt, een belangry'k punt. Al dineerende, is het prettig, mooie handen te hebben; en juist in dezen tijd, met noordewind en y'skoud water, loopt de teedere opperhuid gevaar. Moet men de handen met ijskoud, lauw of warm water wasschen ? Dat hangt van de handen af; ieder is hier door ondervinding zy'n eigen dokter. In 't algemeen is lauw water aan te bevelen,' maar dan moet men ook de scherpte van de zeep temperen door een zakje zemelen erin te bewegen, een beetje styfsel er in te mengen of, zooals de Amerikaansche dames doen, er een snuifje oatmeal (havermeel) in te roeren. Nog beter is het, tweemaal in lauw water te wasschen, eerst gewoon met zeep, waarbij men dan tegelijk de nagels borstelt, en daarna in lauw water, met styfsel of iets anders zacht gemaakt. Het nood zakelijkste van het wasschen intusschen is het afdrogen; het is niet goed voor de handen, als er vocht of zeep aan bly'ft. Wat de nagels betreft, men vijlt ze even af; goed onderhouden nagels behoeven eigenlijk nooit geknipt te worden, dan om hun vorm te ver beteren. Dan neemt men op een lapje flanel een drupje rozenolie (vette rozenolie) om er de nagels mee te polijsten, veegt ze met den handdoek goed af, en poetst ze na met een weinig poetspoeder. Als de nagels niet doorschijnend genoeg zijn, kan men ze met citroen wry'ven, maar niet meer dan ns of tweemaal per week, omdat anders het randje vel dat den nagel omgeeft, te droog wordt en allicht barst. Dit randje moet natuurlijk los blijven, maar men moet ook oppassen er niet overdreven aan te peuteren. Zoo is het ook niet geraden de binnenzijde van den nagel met een scherp instrument te schuren; als die rand ruw wordt is hij te wit, wat leelijk staat, en hij wordt te spoedig vuil. Recepten voor een pate om de handen mee zacht te wrijven zijn: I. 60 gram amandelolie; 150 gram honig; 4 gram essence van verveine, (JO gram bittere amandelen. II. 4 eierdooiers kloppen met 4 lepels fijne geparfumeerde olie ; onder het kloppen er 4 gram tinctura benzoo in mengen; eindelijk 50 gram kastanjemeel. III. GO gram bittere en 60 gram zoete aman delen ; 30 gram citroensap ; 50 gram amandelen; 90 gram brandewijn a 20 graden. Voorts heeft men : IV. Poetspoeder: zuiver tinoxyde, met karmijn gekleurd. V. Poeder om het water zacht te maken: 125 gram rijstmeel; 125 gram bittere amandelen, 5 gram bergamotolie. Men neemt, al wasschende, telkens beetjes van dit poeder tusschen twee vingers en wascht het zoo weg. VI. Idem : 100 gram kastanjemeel; 25 gram irispoeder; 05 gram bittere amandelen ; 3 gram carbonas potassii. VIL Middel om al te roode of al te magere handen in te wry'ven : 100 gram lanolin ; 25 gram vloeibare parafflne; 10 centigram vanilline en l druppel echte rozenolie. VIII. Nacht-handschoenen : Men neemt glac of peau de Suède handschoenen, te lang en te ruim; keert ze het binnenst buiten en wrjjft ze in met styfsel en oranjebloesemwater; laat ze droog worden, en wry'ft ze dan in met een pomade van 6 eierdooiers en anderhalven lepel amandel(of olijf-) olie, waarin men 10 a 12 gram was heeft laten smelten (au bain-marie). Dit strykt men lauw op de handschoenen, laat ze drogen, legt ze op een plank, rolt er met een stok over heen om er de overvloedige olie uit te persen, en keert ze recht. In een oud recept vinden wy' in plaats van was voor de helft spermaceti. E-e. MIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII naazon iiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiniiiiiiiu Aan de Redactie van de Amsterdammer, Weekblad voor Nederland. In uw blad No. 965 las ik met belangstelling »Iets over gestichten en weeshuizen". Ik twijfel niet of hare groote liefde voor »de menschen van de toekomst" heeft de schrijfster, niet op losse gronden, genoemde beschouwing uit de pen doen vloeien. Ik veroorloof mij echter de vrees uit te drukken dat deze beschouwing eenen te algemeenen indruk zal doen ontstaan, dat de daarin geschilderde toestanden »regel" zijn, terwijl zij »uitzonderingen" kunnen genoemd worden. Is het onpartijdigheid, dat de schry'fster de namen van de in haar beschouwing beoordeelde gestichten verzwijgt ? Ik vermeen echter haar er op te moeten wijzen dat juist tegen de leemten, die zij in de opvoe ding misprijst, in de kleinere gestichten en weeshuizen zooveel doenlijk wordt gewaakt en zij dus, die deze instellingen verlaten, komen met de door haar gewenschte eigenschappen toegerust in de maatschappij, terwijl de belang stelling in haar lot ook na het verlaten van de instelling voortduurt. Over de teleurstellingen, die elk gesticht ondervindt, wensch ik niet uit te wijden. De ervaring, door elke inrichting in deze op gedaan, zoude zeker eene veelzeggende statistiek geven, doch ongetwijfeld eene schitterende getui genis afleggen vóór de heilzame resultaten van eene, zonder overdrijving, op levensernst geba seerde opvoeding. Ik, en zeker velen met mij, hopen dat de schrijfster de aandacht blijft vestigen op mis standen in de maatschappelijke instellingen, doch geef haar in bedenking waar «uitzonderingen" wor.len gecritiseerd, den gunstigen »regel" wat helderder op den voorgrond te plaatsen. U dankzeggende voor de te verleenen plaats ruimte, verblijve Hoogachtend, Amsterdam, UEd. dw. dienaar, 27 December 1895. W. G. L. MEYER Trademark THEE-E. BRANDSMA Trademark KOLDEWEIJ & CORBIÈRE, Ofi LEIDSCHESTRAAT OH w U AMSTERDAM OU r o o t Van 6 tot 20 Januari a. a. offreeren wy' de I3OIVZEIV wegens einde van het seizoen en de WOLL.EIV JOKKENS, door taleeren of op zichtzenden beschadigd tegen Inventarispr ijzen. P.S. De gekochte wollen dekens laten wy alsdan GRATIS bij onzen fabrikant bewasschen. WJ P VAN HAM ^ l* Ai J> Y *;*? ^J *'i~if- ^--^ * UtochtechesIraaKSHarfesh-aarêZ DEN HAAG. Passage ARNHEM. Groot-e Gort 10. ROTTERDAM. Zoel-e st-eeg. >? A UJJLMMJ, ??*! 33, (Amsterdam. DAGELIJKS CONSULT. Uitsluitend in bussen VcotzTerfvsnons' GEDEPONEERD PABRIEKSMERK Hoofdvertegenwoordiger voor Nederland de Heer A. OVERWEG, Rotterdam. 3ehr|)f- en Copieerlakt MATHIEU PLESSY". Beste en goedkoopste. Prijzen en mon sters bij de agenten VAN EDEN & Co. te Krommenie. PHILIPPONA KETELAAR, Fournisseur de la Cour. KA I, VERSTRAAT 166, AMSTERDAM. GRANDE SPÉCIALITÉPOÜR Trousseaux & Layettes, Sur demande envoi franco de Devis et de modèles. 4OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO* De NEDERLANDSCHE ZUIVELFABRIEK te Kampen, Bekroond met de hoogste Onderscheidingen, A levert geregeld A ROOMBOTER van superieure kwaliteit O voor TAFEfj en I4KlHiK>. Franco zending door het geheele Kijk in origineele verpakking. Vraagt Prijscourant met Orderllocs. A ?ooooooooooooooooooooooo» v l GEVESTIGD TE NIJMEGEN. Abonnementsprijs per kwartaal voor piano 2-handig ?3,50, voor piano 4-handig ?4,00, voor zang ?3,00. Elke maand een portefeuille met minstens 10 nieuwe en degelijke, niet te zware muziekwerken, waaronder vooral die van Nederlandsche Componisten. Volledige prospectus wordt op franco aanvrage gaarne toegezonden. Deze inrichting wordt, wegens hare strekking, aanbevolen door de Heeren Musici RD. HOL, DL. DE LANGE en W. F. G. NICOLAÏ. De Directeur H. D, A. GöTZ, Nijmegen, Waalplein 42. 10 maal te veel voorraad daarom 25 procent goedkooper. Dames HEMDEN . . . v./1.30 vr ?0.95 NACHTJAPONNEN - 2.30 -1.70 PANTALONS. . -1.80.-1.S5 Heeren DAGHEMDEN van f 1.65 voor ?1.22 NACHTHEMDEN -1.60 -1.20 Prima kivaliteit goed. Kinder HEMDEN . van ?0.65 voor ?0.42 PONNEN . - 1.20 - 0.90 Best goed, net kantje. Beddelakens 155 cM. X 31/2 El lang van f 18.50 voor ? 14.SLOOPEN - 8.?, - 6.Vraag voor UITZETTEN Geïllustreerde Prijscourant. de Tafelgoed in meer dan 100 soorten l stel DAMAST voor slechts ?6.20 Keper iets vuil 20 El van ?6.?| voor / 4.20. 40 El on gebleekt KEPER ? 6.?! Orertnig . Vraag Stalen en Monsters welke franco worden toegezonden. H. H, KOLTBOF, Fabrikant, Al ie l o.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl