De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 12 januari pagina 9

12 januari 1896 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 968 DE AMSTERDAMMEK, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Pnrification, van M. REEPMAKER 1). Een Fransch boek door een Hollander ge schreven, is nog altijd iets zeldzaams, en de heer Reepmaker zal wellicht een kritiek verlan gen, die onderzoekt in hoever hij het met succes gewaagd heeft een andere dan zyn moers taal te spreken. Maar als hy dat verlangt, vindt hy hier zeker niet wat hy zoekt. Ik voor my althans heb al ?werk genoeg om in myn eigen taal een beetje thuis te raken, en zal het wel laten om het Fransch van den heer Reepmaker te bedillen. Wat ik van zyn boek zeggen zal, kon o)k gezegd zijn, indien het in een andere taal dan het Fransch geschreven was, want ik zal my Tiouden aan zaken, die in alle talen hetzelfde blyven: verhaal, motiaven, persoonscreatie, strek king en diergely'ken. Het andere zy' een ander 'toevertrouwd. Misschien is dit onbillijk ? Misschien is Purification prachtig Fransch, en maakt het Fransch van den heer Reepmaker alles goed ? Misschien is dit zoo; maar wellicht zou de schryver c"<5k ?ontevreden zyn, indien men hem in Holland gansch niet besprak, en moet hy dus van een Hollander niet mér verwachten, dan wat der meeste Hollanders deel is. Purification dan, beschouwd als een werk van verhaal, psychologie, persoonscreatie, strekking en ?diergelyke, is naar myn meening een zeer zwak boek. En wel vooral omdat de schryver zyn aan dacht vooral bepaalt tot n figuur, Bertha Taai bout, en van deze figuur volstrekt niet maakt wat hy klaarblijkelijk van haar wilde maken. En ?tot deze figuur vooral zal ik mij beperken. Hij wilde van haar maken een vrouw, die gebreken heeft, voorzeker, en slechte dingen ?doet, maar toch alles te saam, veel meer een nobel karakter is dan het tegendeel, zoo heeft hy' haar willen maken maar er is iets geheel anders ?voor den dag gekomen. De lezer oordeele. Een jong en schoon meisje debuteert in het leven daarmee, dat zy' haar liefde aan haar eer zucht opoffert: den man dien zy bemint en had aangemoedigd, zy laat hem zonder arbarmen loopen, als zij een rijken man met een politieke toe komst krygen kan. Maar dat huwlyk valt niet mee. Willem Taai bout is niet zoo superieur als Bertha gedacht had, en zij kry'gt al spoedig minachting voor zijn ?oppervlakkigheid. Af en toe, een heel enkele maal, gevoelt zij den plicht om vriendelijk tegen den echtgenoot te zijn. die haar toch liefde, fortuin en aanzien had gegeven. Een enkele maal, maar in den regel minacht zij haar man, en ge draagt zich daarnaar. In deze weinige regels vertel ik tweegemeene «treken van de fiere Bertha. Edmond van Bakel, de verloochende minnaar, ofiaafïspzl. 6d« Jaargang. 12 Januari 188G. Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres: Stonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. «IIIIIIIIIIIUII1IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIII CORRESPONDENTIE. H. Mendes. uw 4 zet (K f8) heeft een leelrjke ?dual in een der mooiste var. l K c5 2 D d3 enz. Alvorens wij 't probleem opnemen, geven wij u in bedenking zoo mogelijk dit gebrek te verhelpen, want ^t probleem is o. i. zeer de moeite waard. Na 2 K ei voert P d3 niet tot 't doel. Wit heeft -daarentegen 2 andere voorzettingen tot zijn beschik king n.l. S K d6 en 3 R b7 f Van dr. Sam. Gold, te New- York. Yervaardigd voor den Halfjaar!. Internationalen probleem-wedstryd in dit blad. Mat in (2) zetten. a b c d e f g Wit: K c6, D c4, L dl = 3. Zwart: K e5, T g8; c7, f5, f6 en g4 = 6. Wedstrijd te St. Petersburg. Stand na de 10de ronde. Lasker Pillsbury Steinitz tTschigorine . 1 Hl 1 1 ]/2 0 l) 0 l'jj ai/zó £5 1 S 0 0 l/s 1 I 11/2' 'n 000 N '5 'S OQ 1 1 H, 0 l/g !? ffl c o fcO jH o ;/? &4 1 V2 1 1 1 1 0 1 1 100 i een jonge man van vele goede neigingen, is wan hopig, gaat reizen, dan in Pary's wonen, en maakt zy'n goed, zy'n lichaam en zijn ziel vrijwel op. Hij komt na zeventien jaar by zy'n ouden vriend Willem Taaibout netjes droogen, en ziet Bertha terug. Bertha weet dat Edmond zich versjouwd heeft, doch haar eerste gedachte is niet om dit zich zelf, maar om het Edmond kwaly'k te nemen. Ik kan dat niet erg netjes vinden van de fiere Bertha. Bertha heeft twee kinderen. Van den oudsten houdt zy', de jongste verveelt haar, en zy doet geen moeite om het ventje een aangenaam en liefderyk leven te bezorgen. Ook dit feit geeft Bertha geen reden tot bij zondere trots. Natuurlijk wordt Edmond weer verliefd op Bertha, en doet de heer Reepmaker moeite, zoo wel om te laten uitkomen, dat Bertha's gevoel van vroeger nog niet geheel gestorven is, als om Bertha en Edmond door de omstandigheden nader tot elkaar te brengen. Aan deze bewerking on derwerpt Edmond zich met gratie. Hij wordt weer gezond, en weder verliefd op Bertha. Met zijn verplichting aan zijn vriend Willem rekent hij spoedig af, en hij verlangt niets liever dan Bertha te verleiden. Dit gedrag van Edmond, heb ik me laten ver tellen, is nog zoo onmenschelijk niet. Thans toont Bertha inderdaad wat ware fier heid. Zy bemint Edmond; zij haat echter nog altijd zijn los leven; zij gevoelt haar plicht tegenover haar echtgenoot, haar kinderen en haar eigen naam. Zij strijdt tegen de verleiding. Vele omstandigheden brengen haar nader tot Edmond; zij is zelfs gedwongen goede eigenschappen in hem te erkennen ; zij is zelfs tot dankbaarheid gedwongen. Maar drie ernstige pogingen doet zy om Edmond het huis uit te krijgen, en drie maal mislukt de poging tegen haar oprecht ver langen in. Wat zeg ik ? Drie pogingen ? Het zijn er vier, Groote Goden, en de vierde lukt, althans als het gelukken kan heeten, zoo men een vrij goed man sans fanons den nek laat breken. De vierde poging is de catastrofe, en in deze catastrofe viert de ploertigheid borghiaansche orgiën. Edmond, zeker van de overwinning, weigert het huis uit te gaan. En Bertha, die, geleerd als zij is, waarschijnlijk zich de eigengerechtigdheid van Medea en Clytemnestra gunt, beraamt een plan, waardoor het Edmond niet meer mogelijk zal zijn levend althans weer tot haar te komen. Want hij moet sterven; ja, hij moet sterven; anders zou Bertha zich aan hem geven, en nooit meer haar zoon durven aanzien ; haar zoon, die haar dien eigen dag nog verklaard had, dat hy zijn moeder voor de nobelste aller vrouwen hield. Dood dus moet Edmond, en Bertha zal hem zelf kapot maken, om zelf nobel te blijven. En hij gaat dood. Alle bijzonderheden van de uitvoering kan ik niet verhalen; maar het feit komt zoowat hierop neer: Bertha noodigt Edmond TWEEDE NAT. CORRESP.WEDSTIJD. Vijf-en-twintigste zet van Zwart. P ge7i T g5: T gd6 P dt D g6 K hS R d6 i K T e8 D c4 R e5: P c7 P e5 R d2 . . . . D T f7 T ae8 d5 P d5 T d8: p t>7 U R g5 a5 K e7 ? ? ? ? K T e8 P f4 F T f5 D a4 D h8 P f6 T s5 T c8 P cd4: T f8: Partij B 9 wordt geabandonneerd door den heer de M. en parlij C 9 duor den heer v. d. P. In A 7 is gespeeld 25 P f4: v. d. M. te A. In F 2 heb ik geno'eerd 24?b6 25 D da D a4 en in V 6 24?D g6 25 P h4 T g5 Is dit accoord? J. J. S. SPAA.NSCHE PARTIJ, Wedstrijd te Petersburg. Wit. Zwart. H. X. Pillsbury. l el 2 P f3 3 Rb5 4 0-0 5 d4 e5 P c6 P «5 P e4: R e7 Tegen Dr. Tarrasch te Hastinge koos Lasker de voortzetting P dC.waarna twee goede voortzettin gen het-ft nl. 6 R c6:, dcC: 7 de5:, P f5 8 D d8: f, K d8: 9 P c3, hG enz. en Cde5:, P b5: 7 a4 (7 c4? dan dO ! enz. d6 8 ab5: enz. 6 D e2 P d6 7 R cC: bc6: 8 de5: P b7 Wij hebben in deze verdediging nooit't rechte vertrouwen gehad, al was 't alleen om 't feit dat van de eerste 8 zetten Zwart 4 zetten gebruikt om zijn paard een slechte standplaats te bezorgeu en later weder twee zet ten noodig heeft om 't naar e6 te expedieeren. 9 b3 Dezen zet zagen wij 't E. Lasker. eerst van Lasker in een partij tegen O. C. Muller in 1891 te Londen ge speeld De paitij ver scheen in 't Weekblad de Amsterdammer" om streeks Aug. 1891. Mul ler beantwoordde den zet niet d5. 9 10 R 1)2 11 ed6: e.p, 12 P bd2 0-0 d5 cdö: R f6 D 16: P c5 P e4; R d7 T fe8 T el: f D (U: 13 R f6: 14 T fel 15 P e4 16 D e4: 17 c4 18 D d4 19 T el: 20 P d4: 't Verloop der partij tot dusver, dat hoofdza kelijk in 't afruilen van figuren bestaat, doet wei nig de Spaansche ver wikkelingen vermoeden die in aantocht zijn. 't Is zeker de eerste maal dat Lasker,de eindspeler par excellence", een eindspel op haar slaapkamer; met minder schroom dan Agamemnon loopt Edmond in den val; hij rekent op een schaapherdersuurtje, maar in plaats daarvan kry'gt hy' ruzie met Bertha, en als zy hem met verontwaardiging de deur wijst, die volgens haar woorden met een trap in het park zou uitkomen, stapt hy de deur uit en in de lucht, want er is geen trap, o nobele Bertha! Hij stapt in de lucht, roept: »Damnation", en klaar is Kees. Edmond dan is dood. En thans onderwerpt Bertha zich aan een ernstig zelfonderzoek. Zij erkent dat zy tegenover haar man, haar kinde ren en Edmond niet geweest is, gelijk zij had moeten zijn. Zij was trotsch geweest zonder reden ; zij zal zich beteren. En daar heeft zij groot gelijk in, maar het is voor den lezer een schrale troost, dat Bertha eerst na een serie gemeene streken gaat inzien, wat zij dadelijk had geweten, ware zij geen doortrapt canaille geweest. En nu weet ik wel dat een schrijver op vele wy'zen een canaille met fatsoen kan presenteeren, maar zoo hy' doet alsof er sprake is van nobelheid in het canailleuze, dan wordt het walgelijk. En als hij zyn creatie, haast onmiddellyk na den sluipmoord laat gevoelen en denken als volgt: «Elle se sentait rajeunie de dix-septans, comme elle avait téau jour de son mariage. Que de jouissances lui ctaient peut tre réservées, si son mari et ses enfants voulaient lui pardonner ces nombreuses années d'aveuglement obstiné... Elle deviendrait pouse. Elle deviendrait mère "2) dan zal de lezer waarschijnlijk uitroepen: »als er tien zulke carogne's in de wereld waren, hing ik mij op." In allen geval, zoo de heer Reepmaker ook al zoo goed Fransch schrijft als Flaubert, hij zal er niet in slagen den Franschen.een gunstigen in druk te geven noch van de Hollandsche heeren, noch van de Hollandsche dames, en dat raakt ons Hollanders van nabij. Ten slotte vraag ik aan de deskundigen dit: aan de ingenieurs of deze bewering : »Nos rivières sont a plusieurs places bien trop larges. Entre les digues et la rivière il y a des terrains tres fertiles, submergés en hiver, mis a sec en té: une réduction des débordements du Nil. En té, ces terrains sont inoffensifs, mais en hiver ils diminuent de nouveau Ie courant en largissant trop la surface des rivières. En rapprochant les rives, les eaux, lancées avec plus de force, creuseront Ie Ut des rivières, creusement qui rendra plus tard possible Ie comblement des »overlaten" 3). of deze bewering wel geheel in orde is. Aan heeren die goed Fransch kennen, of: »La nuit, quand la lune cclairait l'immense mer qu'était devenu Ie Bommelerwaard, les toits ressemblaient a de gigantesques monstres marins, endormis il fleur d'eau, se laissant emporter par Ie faible courant ou pousser par Ie vent, prêts ii rouvrir les yeux et a se jeter sur leur proie, lorsriue la chance serait bonne" 4), IIIIIIIIIIIIIIIIMII verliest, waarbij de krach ten in den aanvang ge lijk staan. Zwart is zelfs nog iets in 't voordeel. daar in eindspelen, waai de vijandige pionnen over de beide vleugels verdetld zijn, de raadsheer gewoonlijk meer te duch ten is dan 't paard. Daar enboven ii Zwart's pionnenstellmg ook iets gun stiger dan die van Wit. Opmeikelijk is 't, dat Lasker, en alle aanwe zige autoriteiten meen den, dat Zwart na den 20sten zet gewonnen spel had. 20 K fS 21 K fl a* 22 a4 De zet heeft zij a voor en tegen. De b-pion wordt verzwakt, doch daarte genover staat dat de zwarte a-pion in zijn vaart ge stuit wordt en op a5 niet door den raadsheer kan gedekt worden. 22 T e8 23 T eS: f K e8: 24 K e2 K d8 25 K d2 26 K c3 K c7 K b6 De beide keningen xijn thans op de plaats hun ner bestemming aange land, ter ondersteuning van de zwakke punten (b3 en a5). Zwart heeft echter bovendien agres sieve plannen met zijn koningszetten op 't oog, want hij dreigt na K c5 den d-pion vooruit te bren gen, 't Scheelde slechts een haar breedte of deze aanval was hem gelukt. 27 fl ha 28 h3 K co? Hier had gO moeten geschieden,wat tot remise had grtleid. Bijv. g6 29 l' f3, K c5 30 P d4(niet 30 Pg 5? wegens d5! en zwart win ) R f5 31 Pe 2 enz. niet 31 P f5 : wegens gf5: en Zwart wint door dwangzetten van Wit.) De positie is verbazend inte ressant. Pillsbury forceert de winst op onbe schrijflijke njne en geniale wijze, steeds treft hg de sterkste zetten, hoe ver borgen deze ook wezen mogen. 29 f5! g-6 h4 gelijkt veel op een wimieudtin zet, daar P f3 een gedwongen tegenzet schijnt te zijn. Dit is echter gezichtsbedrog, N* 29 - h4 30 P f3, R f5; 31 P h4:, B e4 (dreigt g5) 32 P f3, B f3: 33 gf3:, g5! 34 f 4 wint Zwart met f61 Maar Pills bury had de volgende scherpzinnige weerleg ging in petto, die zijn sluwen tegenstander ook opgemerkt moet hebben. Wit speelt nl. 30 f6! en wint met glans nl. aldus 30 f6, gfü: 31 P f 3, R f 5 32 P hé:, R e433g4 ge volgd door P f5 en de h-pion haalt ongehin derd dam. 30 f6! d5 31 cd5: K d5:2 Een foutzet. cd5: had tot remise gevoerd. Lasker slaat, evenals in 't eindspel met Dr. Tar rasch te Hastings, in 't meest kritieke moment de plank mis. 32 P f3 K e6 Hier werd 't spel af gebroken om te diueeren. Gedurende den maaltijd moet Pillsbury zich ge uit hebben dat hij aan zijn overwinning geen oogenblik twijfelde. 33 P d2üK f6: 34 P c4 h4 Zwart's hoop was geves tigd op het doordringen van deng -pion, nadat de witte g-pion gevallen is. 35 P o5: K e5 De koning wil naar f4 en kan zicli daarom 't schaak veilig laten wel gevallen. 36 P c4 f K f4 37 P 1)6! Snijdt den R 't veld c8 af, waardoor de baan voor den a pion vrij wordt. of dit niet nog al mooi is. En aan alle verstandigen of dit: »Et elle avait priépour lui; elle avait demandésa vie! Elle sentait encore sa chère tête contre son paule. Celle-ci lui semblait sacrée, sanctifiée par ce doux attouchement..." 5) of dit niet allermalst is. CH. M. VAN DEVENTEK. 1) Paris. Tresse & Stock. 2) blz. 311. 3) blz. 138, 139. 4) blz. 157. 5) blz. 265. Officieele hulde. Sedert den herfst van 1892 had Engeland geen »poet laureate". Gladstone begreep, dat het wat zwaar was, aan Tennyson een opvolger te geven. De tijden dat de kunsten door den landvorst vaderlijk werden beschermd zijn immers lang vervlogen, en de tijdgenooten erkennen hun geniën niet meer. Rosebery dacht er ook zoo over. Maar de conservatieve heer Salisbury is van een ander gevoelen geweest, en heeft den heer Alfred Austin Esq, met den ouden titel getooid. En dat wel minder, omdat deze man een zoo enorm poëet is, als om zijn politieke ver diensten jegens de conservatieve partij. Hij was jarenlang aan de Standard verbonden; o. a. ver tegenwoordigde hij dit blad bij den oorlog van '70 in het Duitsche hoofdkwartier, en bij het ecumenisch concilie te Rome. Ook in de Daily News heeft hy menig hoofdartikel geschreven, soms vijf in n week. Maar ook schreef hij een Human Tragedy en Golden Age en tusschen 1881 en '00 nog een half dozijn boekdeelen, waarbij een Savonarola een Lucifer en een aantal lyrische gedichten. Een Tennyson of een Wordsworth is hij niet, maar dat zijn een aantal van zij a oudere voorgangers ook niet geweest, en hij is lang genoeg in het vak, om over de voorvallen aan het hof lieve versjes te schrijven. Het ging immers niet aan, om een Morris te belauweren, die sociaal-democraat is, of Swinburne, die in zijn jeugd onzedelijk en bloeddorstig 'was, in zijn verzen : hij heeft aan czaar Alexander III den dood toegewenscht, dien de nihilisten hem later hebben bezorgd! Tegelijk met Austin is de schilder Frederic Leighton officieel gehuldigd. Hij is pair van Engeland gemaakt. Leighton is (Jöjaar oud, en het best bekend om zijn idyllische natuurtafereelen. Bovendien heeft hij een olympisch gelaat, en een lange, golvende baard, een rijke en majesteuse welsprekendheid. Hij is dus lang niet ongeschikt voor pair. Inhoud van Tijdschriften. Inhoud : Eigen Haard No. 2. Een, misdeelde, door Louise B. B. II. Ein kijkje in eene Marinierskaze.rne (slot), (met afbeeldingen naar H. M. Krabbé). De aanslag op het goudland (met afbeeldingen). De Malsische kolonie in de Kaapstad, door (wijlen) Prof. Dr. l'. J. Veth. De bnevendief, naar het Duitsch van Karl Pauli. Verscheidenheid: Het winnen van goud uit arme ertsen. De slachtoffers van verscheurende dieren en slangen in E-tgelsch-Indië. Pretroleumbrikdten. - Werkelijke beelden op het netdie^. Het ontivaken der vleermuizen. E°.n bijdrage tot de psychologie der apen. Feuilleton : Mijnheer Martin. Advertentiën. imiiiiiimiiiiiiiiimimmiimN IIIHIIIIIIIIU 37 R f5 38 K d4! Om c5 te beletten, w*U de diagonaal hl?a8 voor den R zou openen. 38 R e4 39 a5! Wederom prachtig ge speeld on veal sterker dan de voor de hand lig gende zet K cö. /wart zou daarop de winst ver ijdelen met R g2: 40 a5. l f l 41 P c4, R h3: -12 au (P bo dan weder R f 1), R c8 enz. 39 c5 f Gedwongen want op R g2: beslist da prachtige zet P d5 til 40 K c5: R g2: 41 a6 gv> Oppervlakkig zou men weer denken dat Wit ver loren is, want hoe zal de a pion dam halen ? Op P d51 volgt natuurlijk K O) en 't paard moot de weer verlaten. Aan den ande ren kant schijnt 't uur van triomf voor de zwarte boeren geslagen. 42 P da t K e5 43 P e3! De dooddoener! 43 R f3 44 bt K c6 46 b5 R e2 Een vertwijfelingszet. K d7 kan den uitslag evenmin veranderen. K d7 46 b6 (dreigt P d5) K 08 47 P d5 (dreigt b7 f) H d5: 48 K d5: g4 49 K cG, 33 50 b7 f, Kb8 51 K bB en wint. 46 P da en Zwart hijscht de vlag. 2 u. 45 m. 2 u. 20 m. Pillsbury heeft alle recht trotsch opditeindspel te zijn. 't Blijkt meer en meer dat de profetieëa van zijn landgenooten juist zijn geweest. Hoeden af mijne hee ren, een genie! UIT DE SCHAAKWERELD. Op de jongste vergadering (28 Dac.) van 't V. A. S. moest in twee vacatures voorzien worden. De heer Kothe trad af als Voorzitter en de he.;r v. Dien als Secretaris. Door de vergadering werden benoemd: tot Voorzitter Jhr A. E. v. Fureeat, tot Secretaris C. Tinholt. Op een buitengewone vergadering (3 Jan.l werd de afgetreden president Kothe tot eerelid van 't V. A, S. benoemd. De heer Kotho, de nestor der Amsterdatnsche scha kers, was een der trouwste bezoekers van 't V. A. S , van af zijn oprichting. De benoeming tot eerelid is een welverdemde hulde aan den populairen en wak keren veteraan. VOLLEDIG OVERZICHT DER MATCH TE NEWYORK. l dl opening Lipschütz (Wit) won in 64 zetten '2 Sliowalter 47 3 Spaansch Lip.-schütz 50 4 d4 opening remise 31 5 Spaauscli Lipschütz 51 C di opening S'nowalter 50 7 Russisch remise 76 8 d4 opening Showalter 41 9 Russisch (Zwart) 35 10 dt opening (Wit) 51 11 Weeuer Lipschütz 95 12 di opening remise » 77 13 Russisch Showalter (Zwart) 112 14 d4 opening (Wit; 25 Uitslag: Showalter 7, LipbChüU 4, 3 remise. De inleg bedroeg ? 1875 van weerskanten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl