Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 969
tot bezinning te brengen. Zes dagen later,
den 9n December 1895, maakte hij den heer
Vermeulen dit aldus duidelijk:
»De geachte afgevaardigde schijnt bevreesd
dat het middel, hetwelk ik in eene interruptie
bij wijze van antidotum dezer dagen toepaste,
door mij zal worden beschouwd als eene soort
van Universal Heilmittel bij discussie. Ik
wensch het gebruik van dergelijke middelen
inderdaad beschouwd te hebben als het toe
dienen van een gif als tegengif, en waar het
gif niet aanwezig is, behoeft men niet te
vreezen dat van mijne zijde tegengif zal
worden gebruikt."
Het komt mij voor, dat na deze toelichting
de beschuldiging van parlementaire majes
teitschennis eiken grond verliest.
De gang mijner gedachten heeft mij er toe
geleid, het andermaal voor den minister van
binnenlandsche zaken op te nemen. Ik vind
daarin aanleiding om te verklaren dat ik voor
den heer Van Houten, als politiek man, ge
negenheid noch achting koester; maar in zijne
intellectueele superioriteit een zeer groot be
hagen schep. De gevoelens, waarmede de
meeBte onzer landgenooten op dit oogenblik
dezen staatsman aanzien, zijn dezelfde waar
mede Peel, Disraeli, Gladstone, Chamberlain,
Guizot, Gambetta, Crispi, Bismarck,
Liebknecht en eenige dozijnen andere parlemen
taire celebriteiten op zekere tijdstippen hunner
politieke loopbaan door een deel hunner
tegenstanders aangezien zijn geworden.
Van latere daden zal het afhangen of de
stemming van dit oogenblik voor eene nog
minder gunstige, dan wel voor meer waar
deering zal plaats maken.
JULIUS.
De afdrijvende onweersbui.
Thans weten wij, wat den Duitschen keizer
heeft genoopt tot de verzending van zijn
veel besproken telegram aan president Kriïger!
Als Jacques Saint-Cère, alins Hermann
Roeenthal, die in den Fiyni'o zijn licht liet
schijnen over de buitenlandsche politiek, niet
onder verdenking van oplichterij, afdreiging,
spionneering en wat niet meer, was gear
resteerd, zou de vernuftige Denis Guibert
diens redactioneelen zetel niet hebben inge
nomen en zou de groote ontdekking niet
gedaan zijn.
De heer Guibert is namelijk een tijn
menschenkenner. »Voor de goedige snob.*, waar
uit de menschheid over het algemeen be
staat," zoo schrijft hij »is Wilhelm II,
de bijna almachtige keizer, die den zwakken
ter hulp snelt, die overwegingen van voor
zichtigheid en familie-gevoelens als zaken
van gering belang naar den achtergrond
schuift, een heerlijk voorwerp van verbazing.
Hij is de paladijn, die de grieven herstelt,
die door de wereld doolt om te zien of het
recht wel geëerbiedigd wordt, en die zich
geweldig boos maakt als hij iets schandelijks
ontdekt. Maar, als men u nu eens be
wees, dat die paledijn eene arrière-pc.nxée
had?"
Ja, dan zouden we uit de koets vallen.
En zie hier de iirrure-pcjixi'e, welke de
heer Guibert, in de argeloosheid zijns harten,
voorloopig nog op rekening van »de pessi
misten'' stelt: »Wilhelm II heeft het voor de
Duitschers eene goede politiek geacht, op te
komen voor de Hollandsche belangen, omdat,
bij toekomstige verwikkelingen, de Duitschers
het bezit van Nederland begeeren. Hij be
dacht, dat de hartelijke verstandhouding, die
door deze eenigszins theatrale demonstratie,
met de Hollanders van de Transvaal zou
ontstaan, zich spoedig in Europa zou ont
wikkelen en ten slotte hare sanctie zou ont
vangen door het huwelijk van de jonge ko
ningin Wilhelmina met een Duitschen prins."
Als wij Hollanders niet zulke sentimenteele
lieden waren, die al blij zijn met een com
plimentje aan onze verre neven in Zuid-Afrika,
zouden we al lang lont geroken hebben.
Keizer Wühelm's voorliefde voor het Oude
Wilhelmus, zijn bezoek aan Amsterdam, zijn
hulde aan de Ruvter, zijn telegram aan ge
neraal Van der Heijden, alles arrii'rc-peiifice.
Waarlijk, het past ons, in zak en assche
boete te doen over onze kortzichtigheid en
tot onze belangelooze vrienden in Engeland,
die ons nooit kwaad hebben gedaan en nooit
iets hebben afgenomen, te zeggen: Pakt, wat
ons betreft de heele Transvaal in en den
Oranje-Vrijstaat er bij, zendt ons een van uw
Engelsche prinsjes (ge hebt ze in keus en
keur) als aanstaand gemaal voor onze jonge
koningin, maar houdt ons de booze Duitschers
van het lijf!
* *
Of de vermindering der spanning in de
laatste dagen ook aan deze en dergelijke
geniale ontdekkingen moet worden toege
schreven, durven wij niet beslissen; maar
zeker is het, dat die vermindering met dank
baarheid kan worden geconstateerd. Wij voor
ons zouden geneigd zijn, die gelukkige wen
ding allereerst toe te schrijven aan de wijze
en bezadigde houding der Transvaalsche re
geering, en in de tweede plaats hieraan, dat de
Engelschen duidelijker dan ooit te voren zijn
ingelicht omtrent de gevoelens, die men in
de Oude en de Nieuwe Wereld te hunnen
opzichte koestert.
De Daily hews heeft omtrent den loop
van zaken in de Transvaal-quaestie eene
eigen voorstelling geconstrueerd, die zeer ge
schikt is om een pleister te leggen op de
wonde van Engeland's gekrenkte nationale
ijdelheid. Waarom, zoo vraagt het blad,
heeft Duitschland zich zoo bloot gegeven,
dat het om de Transvaal-zaak plotseling is
gekomen tot eene crisis tusschen dat land
en Engeland? Het Duitsche Kabinet heeft
nooit de bedoeling gehad, met Engeland in
conflict te geraken, maar heeft alleen eene
grove fout begaan in de keuze der middelen
om de waarde van zijn vriendschap en de
nadeelen van zijne minder vriendschappelijke
gezindheid duidelijk te maken. Niet slechts
heeft men in Duitschland den indruk onder
schat, dien Duitschland's tusschenkomst in
de Transvaal-zaak heeft gemaakt op de
openbare meening hier te lande, maar men
heeft den invloed, dien de heeren Leyds en
Beelaerts van Blokland op president Kriiger
bezitten, zér overschat. Deze heeren hebben
natuurlijk getracht hun land te dienen op
de wijze die hun het best voorkwam, maar
zij schijnen plus royalistes que Ie roi geweest
te zijn. Zij zagen zich zelven plotseling als
het middelpunt der politiek van een mach
tigen staat. Zij confereerden met Duitsche
staatslieden, werden aan den keizer voor
gesteld, en lazen de scherp gestelde artikelen
der Duitsche dagbladen, die in hen de over
tuiging hebben opgewekt, dat Duitschland
bereid was te hunnen gunste zijn drie
millioen soldaten op de weegschaal te werpen.
Opgewondenheid is aanstekelijk, en het is
niet meer dan menschelijk en natuurlijk, dat
de gedelegeerden der Boeren in Europa de
zaak met minder kalmte en gelijkmoedigheid
hebben beschouwd dan hun president in
Zuid»Afrika. Toch gaven zij blijken van
groote politieke bekwaamheid, want x/y'slaag
den erin, voor hun eigen doel Duitschland
op het sleeptouw te nemen."
Het verschil tusschen president Krüger
en zijne Europeesche zaakgelastigden ziet de
Dr/Ui/ News hierin, dat thniis ook de heer
Beelaerts van Blokland, uit naam der re
geering van de Zuid-Afrikaansche regeering
verklaart: Wij denken er niet aan, de af
schaffing te vragen van artikel 4 der Con
ventie van ISSvl; wij wenschen alleen, dat
Engeland zich vereenigt met de interpretatie
door onze regeering aan dit artikel gegeven.
».(// tliis sound* r/ither lamc" zegt de
Daihj News ... en president Krüger is de
brave, de verstandige man. Dat is waar
lijk een stap tot den vrede, en de heeren
Leyds en Beelaerts zullen het zich niet sterk
aantrekken, dat men hen, met een mooi
complimentje er bij, tot zondenbokken maakt.
Toch zou men misschien in Engeland op
vrij wat scherper toon spreken, als bet bij
deze gelegenheid niet was gebleken, dat nie
mand in deze zaak Engeland's partij wil
trekken. Bedreigingen met eene alliantie
tusschen Engeland, Frankrijk en Rusland
zijn eenvoudig belachelijk. Zulk een samen
werking zou slechts kunnen worden ver
kregen ten koste van opofferingen, waartoe
geen Engelsch staatsman de hand zou kun
nen leenen, zonder politieken zelfmoord te
plegen. Trouwens geen enkel gezaghebbend
blad maakt zich tot tolk van dergelijke fan
tastische plannen.
Maar de koortsachtige spanning, waar
mede Engeland de uitbreiding zijner vloot
en de mobilisatie der reeds beschikbare sche
pen ter hand neemt? Een rechtstreekse!),
onmiddelijk doel heeft die buitengewone ijver
thans niet meer. Waarschijnlijk denken de
Engelsche ministers, dat men het ijzer moet
smeden terwijl het heet is en zijn voordeel
moet doen met de waarschijnlijk zeer kort
stondige chauvinistische strooming, om leem
ten aan te vullen, die reeds lang bekend en
betreurd zijn. Zoo zal ten slotte John Buil
de rekening betalen; het is een troost, dat
anderen dit niet behoeven te doen.
iiiimiiiuiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiitiiiiuii
Sooiaw
fciiiiiiiiiiinmiiiiiiiiiiiiiiinntiiiiiiiHiiiinmiininiiiiiiiiiiiiimutriniHiiiiMi
Concurrentie en Moraliteit,
n.
De concurrentie, zegt Yves Guyot, dwingt
tot altruïsme. Indien deze bewering steek houdt,
moet zijn artikel ik vergat de vorige week
te zeggen, dat het staat in de laatste \oitrrllr.
Jleruc serieus worden behandeld. Want
nutteloos is het, te twisten over de vraag,
welke de ware moraliteit is. Filosofen mogen
daarover verhandelingen schrijven, een empi
rische, een metaphysische moraal opbouwen,
of haar algeheele ontkenning verkondigen,
voor het bewustzijn der menschen, ook den
beste en verstandigste, is hij die zich met de
borst toelegt op het welzijn van zijn naaste,
een braaf' en achtenswaardig man. en zoo hij
slechts zorgt, dat hij met zijn gezin, door zijn
peinzen over de welvaart van anderen, niet
zelf aan de armen vervalt, zal ieder hem ook
als nuttig burger eeren. En evenmin is het
noodig, ons het hoofd te breken met deze
kwestie: of het altruïsme waartoe men wordt
gedwongen uit zorg voor zijn eigen broodkast
; of wijnkelder, wel van het ware soort is, want
het vrijwillig altruïsme is een zeer zeldzaam
! ding in onze christelijke wereld, en de wetten
| volgens welke het ontstaat zijn voor der men- '
! echenoog totnogtoe verborgen. Inderdaad moet
de concurrentie als een hoog en heerlijk
be; ginsel worden geprezen, indien zij tot altruïsme
j de lieden dwingt. :
Hoe moeten wij een maatstaf vinden ter
beoordeeling van de bewering van den
franschen schrijver ? Door het aanhalen van voor
beelden uit de praktijk? Misschien komen wij
er een weinig verder mede. Laat ons bijvoor
beeld de kwestie hier aanvatten, waar Yves
Guyot beweert, dat de concurrentie den werk
gever dwingt, gelijk om de best mogelijke
macltines te koopen en die in den best
mogelijken staat te onderhouden, zoo ook om een
hoog loon uit te keeren aan zijn arbeiders,
hun behoorlijke rusttijden te geven, en al hun i
levensvoorwaarden zoo gunstig mogelijk te i
maken. Wij treffen in de maatschappij voor
beelden van het tegendeel aan. Er zijn, ieder
kan ze helaas bij name noemen, werkgevers,
die wel hun machines verzorgen en sparen '
zooveel zij kunnen, maai die zich om het
lot hunner werklieden niet bekommeren,
die hen te lang laten arbeiden tegen een
te gering loon, en nadat zij ze hebben
afgebruikt, ze arm en ellendig overlaten aan
de zorg der weldadigheid van anderen, wetende
dat jonge en sterke handen in menigte zijn
uitgestoken naar het vrijgevallen werk. Ver
lagen deze lieden de looneu, of verlengen zij
den arbeidsduur, spreekt men hen aan, om
de ouden van dagen niet werkeloos op de
straat te zetten, wat plegen zij te antwoor
den 'i De concurrentie dwingt er mij toe;
handelde ik anders, ik zou mijn fabriek wel
kunnen sluiten. Vraag daarentegen aan
werkgevers als de heeren van Marken, Stork
en dergelijken. welke hun drijfveer is geweest
bij het tot stand brengen van hun regelingen
en instellingen in het belang hunner arbei
ders, of zij dit hebben gedaan om beter te
kunnen concurreeren, ik meen dat hun ant
woord zal luiden, dat wel is waar een goed
inzicht in zaken medebrengt, dat men den
werkman behandelt als inensch, en zij op
den duur ook voor hun koopmanschap de
voordeelen hopen te zien van hun wijze
van handelen, maar dat de concurrentie
op zichzelf een factor is, die hen ver
hindert, nog menigen maatregel te nemen,
waartoe zij gaarne zouden overgaan, maai
waarvoor de mogelijkheid eerst ontstaat, zoo
dra zij aan een aantal concurrenten den kop ,
hebben ingedrukt of een nieuw veld van
afzet voor hun waren hebben gevonden. Wel
beleedigd, en terecht, zouden zij zich achten,
indien men van hen onderstelde, dat zij alleen
ter wille van den bloei hunner zaak hun
arbeiders zooveel mogelijk in de vruchten
van den gemeenschappelijke!! arbeid doen
deelen. En ook zullen zij toegeven, dat
indien een hunner concurrenten, begaafd met
dezelfde bekwaamheid, dezelfde energie en
voorzien van dezelfde hulpmiddelen, in geheel
gelijke omstandigheden dus. het wilde be
proeven om door middel van besparing op
arbeidsloon enzoovoorts hen in den grond te
boren, zij wel gedwongen zouden zijn, elke
uitgave boven de strikt, noodige te staken,
d. w z.. de loonen in tekorten, het pensioen
fonds het pensioenfonds te laten en de geheele
winst in hun zak te houden ter beveiliging
van huh zaak. Ja, zelfs nu reeds is de heer
van Marken, volgens eigen bekentenis, wel
gedwongen, behalve de nuttige gist, ook den
schadelijken alcohol te produceeren, de con
currentie drijft hem daartoe.
Het zorgen voor het heil der geheele wereld
heeft dus tengevolge het benadeclen der be
langen van eigen omgeving; een praktische
Hollander zal opmerken, dat het gewooniijk
zoo gaat niet lieden, die al te veel willen
omvatten.
Maar, zal iemand zeggen, al lijdt dan ook
de minderheid eenig/.ins onder de gevolgen der
concurrentie, de meerderheid profiteert ervan.
Wie zijn echter de meerderheid ? Welgeteld, de
werklieden. Kn wat is het gevolg van het
schade lijden der werklieden 'i Dat de winke
liers schade lijden. De kleine hel, eerst; want
bij hen komen de werklieden koopen, maar
daarna de grooten, want bij hen komen de
kleine winkeliers koopen. En zij weder
zijn de afnemers der groothandelaren en
f'abriekanten, en op een goeden dag dus zullen
de werkgevers met hun produkt zitten, en het
niet moei' kunnen verkoopen. omdat de werk
lieden niet koopen. Doch zij, in hun ijver,
om hun produkt toch aan de geheele mensch
heid zoo goedkoop mogelijk te verschaffen,
zullen weder het loon een weinig verminde
ren, enzoovoorts, gelijk ik zoo even begonnen
ben. Wij zijn aangeland in wat de mond der
geleerden een vicieusen cirkel pleegt te noemen.
Doch laat ons het kind nu maar bij zijn
naam noemen : de heer Yves Guyot is handig,
maar niet sterk. Men kan zijn redeneering1
doortrekken, en betoogen tot welk een top
punt van moraliteit de werklieden komen,
voor het geval dat zij eens recht
onmenschelijk worden geëxploiteerd. Want zij zullen het
besef krijgen, zich op te offeren voor geheel
de overige menschheid. Hun lijden, zoo zullen
zij zeggen, is de vreugde van millioenen ande
ren ; de armoede der wevers is de rijkdom
van al wat baadjes draagt, de uitputting der
bakkers de gezondheid van al wat brood eet,
de ellende der mijnwerkers de weelde van al
wat stookt, en eet met zilver gerei, en zich
tooit met diamanten. Martelaren zijn zij voor
een heilige zaak .... Ja martelaren, maar
wier geloof in de menschheid verdwijnt, wier
moraliteit bij den dag achteruit gaat, die
verdierlijken, in plaats van heiligen te worden.
Laat Yves Guyot zijn filosofische uien op
eten; terwijl de nuchtere lieden zoeken naar
een maatschappij, waarin de concurrentie in
den tegenwoordigen vorm, met haar nasleep
van immoraliteit, niet meer is dan een schrik
beeld ! F.M.C.
niiiiiiiiiiiiimiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiminiiHiiiiiiiiiiiHMiiiiiiiiiiimi
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad, 15 Jan. De
Kijksmiddelen". Verzekering tegen werkloosheid" III en IV
(door Mr. II. S. Veltman).
17 Jan. 's Hijks financiën in het dienstjaar 1895".
De S t a n d a a r d, 13 Jan. In da gele zee'',
14 Jan. Koloniale moeilijkheden".
15 Jan. Duitschland".
10 Jan. Oostenrijk en Itxlië" in het jaar 1895.
Het Centrum. 11 Jan. De oude trek". (Samen
werking).
13 ui 14 Jan. De rcsultalen der drankhestrijding."
15 Jan. Heidensche zeden" (exploitatie van Max
Lehaudy).
1G Jan. Xog eens: De oude trek".
17 Jan. Het militaristisch juk".
Het V o l k s d a g h l a d. H Jan. Op den ver
keerden weg" (Werkverschaffing).
l;i Jan. ..Meer dan treurig" 'De heer v. Aken over
verhooging van schoolgeld te '.-s Hage).
17 Jan. Bij de Edelachtbare»." (Advies over de
Duinwatermaatschappij).
De T e l e g a a f. 10 Jan. Een water, maestie",
ingezonden door Hunry Tiudal.
Het Nieuws v. 'd. Dag. 9 Jan.
Volksweerbaarheid. Het reservekadoi", door li.
13 Jan. Pestalozzi".
15 Jan. Der sneeuwvlokken lied" door K.
10 Jan. De adresbeweging in zake de banken van
leening".
De Tijd. O Jan. ...Moderne Bijbelcritiek".
10 Jan Waar is de kerk van Christus?"
ingezonden dooi' H. E. v. Berckel.
13 Jan. ,.11'illooz'i gemakkelijkheid".
14 Jan. Uonddorst."
15 en lli Jan. Een slilitrede" (II. K. Volksbond),
door Fr. A. van de KerckhotV. O. C.
N. Hot t er d. C r t. 12 Jan. Bolastingvraagstuk".
(Nota dor heeren Muller, Kbeling, Kraemer en Van
lto-,sem).
De (antir.) Nederlander. 14 Jan. Democra
tisch '.-" (Prof. Mcilengraaff over liet onderzoek naar
het vaderschap".)
Ui Jan. Opheldering" (aan de Standaard i.
16 en 17 Jan. In het parlement of op de straat?"
(Ken kijkje in de groote wereld).
De Maasbode. 7 Jan. Denkbeeld of droom
beeld?" door A. V.
7 Jan. ,.De vrijinetselarh". door I.aicus. Voor
den werkman", I. H Jan. 11 .slot).
9 J-i'i. Winst- en vt rliesrekemng."
10 Jan. ..Dr. Kuyper over de Allerheiligste maagd
Maria", l, 11 Jan. 11. 14 Jan 111, door . A. Maaier.
12 Jaii. Keno verdienstelijke instelling"
ivereeniging van den St. Vincent ius a Paulo), door A. V.
15 Jan. .Samenwerking". Het bankroet der
wetenschap", I 1(1 Jan. II. door Fe'd. Sarton, pr.
!li Jan. ..De Xederlandsche suikerindustrie."
Haagsche 1) a g b l a il. O Jan. Ken imperia
listisch liasco". door van Vredenburch (Transvaal.)
10 Jan. Eene oude quacstie", !'-oho:d\\et '.
12 13 Jan. Het p> (igranima der radicale Unie".
H Jan. ..Engeland Transvaal's snzerein ? (inge
zonden door mr. II. H. A. Nevis.)
IC Jan. De vrunwenvraag".
He. t Vaderland. !' Jan. Het vraagstuk der
armenverzorging" UI. 12 13 Jan. IV.
De A vond po s t. 12 1;! ..De hectograaf en de
stenograaf in het leger."
l' t r. Dagblad. 7 Jan. 1895", IV. 10 Jan. V,
12 Jan. VI
11 Jan. ..Hands off".
Arnli.'Ct. 13 Jan. Engeland en de 7..-X.
l'.epubliek."
Middnlb. C t., 11 Jan. ..De jongste circulaire
der Linerale Unie''.
13 Jan. Een bedroevend feit" (jeugdige veroor
deelden l.
P r o v. (i r o n. ft, 13 Jan. ..De, conversie
deinationale schuld".
Nieuwe W i n s c h. ('t.. 12 Jan. Het zaad der
cmtc'vri denheid" de zaak Vroons).
L i m b. Koerier. 10 Jan. ..Een mini.v.er van
ooi log diplomaat" (door M. de Kas .
V c' n loos c h Weekblad. 11, Jan. Altijd de
zelfde". De Katholieke Kamerleden tegenover het
K, i binet).
N oor d-H o l l and HI' h Weekblad. 11 Jan.
,.D>- dapperen van de Transvaal".
'Sociaal Weekblad. 11 Jan.
Devvrrkversehafting in liet oude Luiten-gasthuis" (dooi- Dr. C'. W.
Janssen1. ..De maatschappij De Velnwe."
De Nederlander ; weekblad) 11 Jan. Een
zedeloos en brutaal voor schrift..'" (Prof. Molengraaf!'
over het onder/ju k naar het. vaderschap).
De Volkssfem. 11 Jan. De
Kiesreclduitbrei(ling in de Troon. Liberale Unie-program.
Scheidsgorechten en Kann-rs van arbeid."
P a tri in o n i n m. 11 Jan. Welken weg wijst ons
de historie der werklieden- beweging in Nederland als
den jnisten weg aan.-" IV.
De S o c i a a I-.i e m o c r a a t. 11 Jan De
niaroch;ui>-.e<- Arh, idsw, tu'eving" (door Kien/i U.
F r i e s c h V o l k s b l a d. 12 Jan.
I.iiiKlboUvv-poli. -.
Hecht voor Allen, 11 en IQJan. De
Nederlamlsche Justitie".
14 en 15 Jan. ..Komedie-spel'' (Onze geestdrift
De \" Ik- 't
takti.'V.
Neerland's V o l k s b l a d, 11 Jan.
..MioruvejaarslantaMe".
Y r ij l a n il. 11 Jan. Yrijlanders !"
D e ' il a n d w e r k s m u n. Jan. '90. .,Bij den aan
vang van lö'JO.'