De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 19 januari pagina 2

19 januari 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 969 tot bezinning te brengen. Zes dagen later, den 9n December 1895, maakte hij den heer Vermeulen dit aldus duidelijk: »De geachte afgevaardigde schijnt bevreesd dat het middel, hetwelk ik in eene interruptie bij wijze van antidotum dezer dagen toepaste, door mij zal worden beschouwd als eene soort van Universal Heilmittel bij discussie. Ik wensch het gebruik van dergelijke middelen inderdaad beschouwd te hebben als het toe dienen van een gif als tegengif, en waar het gif niet aanwezig is, behoeft men niet te vreezen dat van mijne zijde tegengif zal worden gebruikt." Het komt mij voor, dat na deze toelichting de beschuldiging van parlementaire majes teitschennis eiken grond verliest. De gang mijner gedachten heeft mij er toe geleid, het andermaal voor den minister van binnenlandsche zaken op te nemen. Ik vind daarin aanleiding om te verklaren dat ik voor den heer Van Houten, als politiek man, ge negenheid noch achting koester; maar in zijne intellectueele superioriteit een zeer groot be hagen schep. De gevoelens, waarmede de meeBte onzer landgenooten op dit oogenblik dezen staatsman aanzien, zijn dezelfde waar mede Peel, Disraeli, Gladstone, Chamberlain, Guizot, Gambetta, Crispi, Bismarck, Liebknecht en eenige dozijnen andere parlemen taire celebriteiten op zekere tijdstippen hunner politieke loopbaan door een deel hunner tegenstanders aangezien zijn geworden. Van latere daden zal het afhangen of de stemming van dit oogenblik voor eene nog minder gunstige, dan wel voor meer waar deering zal plaats maken. JULIUS. De afdrijvende onweersbui. Thans weten wij, wat den Duitschen keizer heeft genoopt tot de verzending van zijn veel besproken telegram aan president Kriïger! Als Jacques Saint-Cère, alins Hermann Roeenthal, die in den Fiyni'o zijn licht liet schijnen over de buitenlandsche politiek, niet onder verdenking van oplichterij, afdreiging, spionneering en wat niet meer, was gear resteerd, zou de vernuftige Denis Guibert diens redactioneelen zetel niet hebben inge nomen en zou de groote ontdekking niet gedaan zijn. De heer Guibert is namelijk een tijn menschenkenner. »Voor de goedige snob.*, waar uit de menschheid over het algemeen be staat," zoo schrijft hij »is Wilhelm II, de bijna almachtige keizer, die den zwakken ter hulp snelt, die overwegingen van voor zichtigheid en familie-gevoelens als zaken van gering belang naar den achtergrond schuift, een heerlijk voorwerp van verbazing. Hij is de paladijn, die de grieven herstelt, die door de wereld doolt om te zien of het recht wel geëerbiedigd wordt, en die zich geweldig boos maakt als hij iets schandelijks ontdekt. Maar, als men u nu eens be wees, dat die paledijn eene arrière-pc.nxée had?" Ja, dan zouden we uit de koets vallen. En zie hier de iirrure-pcjixi'e, welke de heer Guibert, in de argeloosheid zijns harten, voorloopig nog op rekening van »de pessi misten'' stelt: »Wilhelm II heeft het voor de Duitschers eene goede politiek geacht, op te komen voor de Hollandsche belangen, omdat, bij toekomstige verwikkelingen, de Duitschers het bezit van Nederland begeeren. Hij be dacht, dat de hartelijke verstandhouding, die door deze eenigszins theatrale demonstratie, met de Hollanders van de Transvaal zou ontstaan, zich spoedig in Europa zou ont wikkelen en ten slotte hare sanctie zou ont vangen door het huwelijk van de jonge ko ningin Wilhelmina met een Duitschen prins." Als wij Hollanders niet zulke sentimenteele lieden waren, die al blij zijn met een com plimentje aan onze verre neven in Zuid-Afrika, zouden we al lang lont geroken hebben. Keizer Wühelm's voorliefde voor het Oude Wilhelmus, zijn bezoek aan Amsterdam, zijn hulde aan de Ruvter, zijn telegram aan ge neraal Van der Heijden, alles arrii'rc-peiifice. Waarlijk, het past ons, in zak en assche boete te doen over onze kortzichtigheid en tot onze belangelooze vrienden in Engeland, die ons nooit kwaad hebben gedaan en nooit iets hebben afgenomen, te zeggen: Pakt, wat ons betreft de heele Transvaal in en den Oranje-Vrijstaat er bij, zendt ons een van uw Engelsche prinsjes (ge hebt ze in keus en keur) als aanstaand gemaal voor onze jonge koningin, maar houdt ons de booze Duitschers van het lijf! * * Of de vermindering der spanning in de laatste dagen ook aan deze en dergelijke geniale ontdekkingen moet worden toege schreven, durven wij niet beslissen; maar zeker is het, dat die vermindering met dank baarheid kan worden geconstateerd. Wij voor ons zouden geneigd zijn, die gelukkige wen ding allereerst toe te schrijven aan de wijze en bezadigde houding der Transvaalsche re geering, en in de tweede plaats hieraan, dat de Engelschen duidelijker dan ooit te voren zijn ingelicht omtrent de gevoelens, die men in de Oude en de Nieuwe Wereld te hunnen opzichte koestert. De Daily hews heeft omtrent den loop van zaken in de Transvaal-quaestie eene eigen voorstelling geconstrueerd, die zeer ge schikt is om een pleister te leggen op de wonde van Engeland's gekrenkte nationale ijdelheid. Waarom, zoo vraagt het blad, heeft Duitschland zich zoo bloot gegeven, dat het om de Transvaal-zaak plotseling is gekomen tot eene crisis tusschen dat land en Engeland? Het Duitsche Kabinet heeft nooit de bedoeling gehad, met Engeland in conflict te geraken, maar heeft alleen eene grove fout begaan in de keuze der middelen om de waarde van zijn vriendschap en de nadeelen van zijne minder vriendschappelijke gezindheid duidelijk te maken. Niet slechts heeft men in Duitschland den indruk onder schat, dien Duitschland's tusschenkomst in de Transvaal-zaak heeft gemaakt op de openbare meening hier te lande, maar men heeft den invloed, dien de heeren Leyds en Beelaerts van Blokland op president Kriiger bezitten, zér overschat. Deze heeren hebben natuurlijk getracht hun land te dienen op de wijze die hun het best voorkwam, maar zij schijnen plus royalistes que Ie roi geweest te zijn. Zij zagen zich zelven plotseling als het middelpunt der politiek van een mach tigen staat. Zij confereerden met Duitsche staatslieden, werden aan den keizer voor gesteld, en lazen de scherp gestelde artikelen der Duitsche dagbladen, die in hen de over tuiging hebben opgewekt, dat Duitschland bereid was te hunnen gunste zijn drie millioen soldaten op de weegschaal te werpen. Opgewondenheid is aanstekelijk, en het is niet meer dan menschelijk en natuurlijk, dat de gedelegeerden der Boeren in Europa de zaak met minder kalmte en gelijkmoedigheid hebben beschouwd dan hun president in Zuid»Afrika. Toch gaven zij blijken van groote politieke bekwaamheid, want x/y'slaag den erin, voor hun eigen doel Duitschland op het sleeptouw te nemen." Het verschil tusschen president Krüger en zijne Europeesche zaakgelastigden ziet de Dr/Ui/ News hierin, dat thniis ook de heer Beelaerts van Blokland, uit naam der re geering van de Zuid-Afrikaansche regeering verklaart: Wij denken er niet aan, de af schaffing te vragen van artikel 4 der Con ventie van ISSvl; wij wenschen alleen, dat Engeland zich vereenigt met de interpretatie door onze regeering aan dit artikel gegeven. ».(// tliis sound* r/ither lamc" zegt de Daihj News ... en president Krüger is de brave, de verstandige man. Dat is waar lijk een stap tot den vrede, en de heeren Leyds en Beelaerts zullen het zich niet sterk aantrekken, dat men hen, met een mooi complimentje er bij, tot zondenbokken maakt. Toch zou men misschien in Engeland op vrij wat scherper toon spreken, als bet bij deze gelegenheid niet was gebleken, dat nie mand in deze zaak Engeland's partij wil trekken. Bedreigingen met eene alliantie tusschen Engeland, Frankrijk en Rusland zijn eenvoudig belachelijk. Zulk een samen werking zou slechts kunnen worden ver kregen ten koste van opofferingen, waartoe geen Engelsch staatsman de hand zou kun nen leenen, zonder politieken zelfmoord te plegen. Trouwens geen enkel gezaghebbend blad maakt zich tot tolk van dergelijke fan tastische plannen. Maar de koortsachtige spanning, waar mede Engeland de uitbreiding zijner vloot en de mobilisatie der reeds beschikbare sche pen ter hand neemt? Een rechtstreekse!), onmiddelijk doel heeft die buitengewone ijver thans niet meer. Waarschijnlijk denken de Engelsche ministers, dat men het ijzer moet smeden terwijl het heet is en zijn voordeel moet doen met de waarschijnlijk zeer kort stondige chauvinistische strooming, om leem ten aan te vullen, die reeds lang bekend en betreurd zijn. Zoo zal ten slotte John Buil de rekening betalen; het is een troost, dat anderen dit niet behoeven te doen. iiiimiiiuiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiitiiiiuii Sooiaw fciiiiiiiiiiinmiiiiiiiiiiiiiiinntiiiiiiiHiiiinmiininiiiiiiiiiiiiimutriniHiiiiMi Concurrentie en Moraliteit, n. De concurrentie, zegt Yves Guyot, dwingt tot altruïsme. Indien deze bewering steek houdt, moet zijn artikel ik vergat de vorige week te zeggen, dat het staat in de laatste \oitrrllr. Jleruc serieus worden behandeld. Want nutteloos is het, te twisten over de vraag, welke de ware moraliteit is. Filosofen mogen daarover verhandelingen schrijven, een empi rische, een metaphysische moraal opbouwen, of haar algeheele ontkenning verkondigen, voor het bewustzijn der menschen, ook den beste en verstandigste, is hij die zich met de borst toelegt op het welzijn van zijn naaste, een braaf' en achtenswaardig man. en zoo hij slechts zorgt, dat hij met zijn gezin, door zijn peinzen over de welvaart van anderen, niet zelf aan de armen vervalt, zal ieder hem ook als nuttig burger eeren. En evenmin is het noodig, ons het hoofd te breken met deze kwestie: of het altruïsme waartoe men wordt gedwongen uit zorg voor zijn eigen broodkast ; of wijnkelder, wel van het ware soort is, want het vrijwillig altruïsme is een zeer zeldzaam ! ding in onze christelijke wereld, en de wetten | volgens welke het ontstaat zijn voor der men- ' ! echenoog totnogtoe verborgen. Inderdaad moet de concurrentie als een hoog en heerlijk be; ginsel worden geprezen, indien zij tot altruïsme j de lieden dwingt. : Hoe moeten wij een maatstaf vinden ter beoordeeling van de bewering van den franschen schrijver ? Door het aanhalen van voor beelden uit de praktijk? Misschien komen wij er een weinig verder mede. Laat ons bijvoor beeld de kwestie hier aanvatten, waar Yves Guyot beweert, dat de concurrentie den werk gever dwingt, gelijk om de best mogelijke macltines te koopen en die in den best mogelijken staat te onderhouden, zoo ook om een hoog loon uit te keeren aan zijn arbeiders, hun behoorlijke rusttijden te geven, en al hun i levensvoorwaarden zoo gunstig mogelijk te i maken. Wij treffen in de maatschappij voor beelden van het tegendeel aan. Er zijn, ieder kan ze helaas bij name noemen, werkgevers, die wel hun machines verzorgen en sparen ' zooveel zij kunnen, maai die zich om het lot hunner werklieden niet bekommeren, die hen te lang laten arbeiden tegen een te gering loon, en nadat zij ze hebben afgebruikt, ze arm en ellendig overlaten aan de zorg der weldadigheid van anderen, wetende dat jonge en sterke handen in menigte zijn uitgestoken naar het vrijgevallen werk. Ver lagen deze lieden de looneu, of verlengen zij den arbeidsduur, spreekt men hen aan, om de ouden van dagen niet werkeloos op de straat te zetten, wat plegen zij te antwoor den 'i De concurrentie dwingt er mij toe; handelde ik anders, ik zou mijn fabriek wel kunnen sluiten. Vraag daarentegen aan werkgevers als de heeren van Marken, Stork en dergelijken. welke hun drijfveer is geweest bij het tot stand brengen van hun regelingen en instellingen in het belang hunner arbei ders, of zij dit hebben gedaan om beter te kunnen concurreeren, ik meen dat hun ant woord zal luiden, dat wel is waar een goed inzicht in zaken medebrengt, dat men den werkman behandelt als inensch, en zij op den duur ook voor hun koopmanschap de voordeelen hopen te zien van hun wijze van handelen, maar dat de concurrentie op zichzelf een factor is, die hen ver hindert, nog menigen maatregel te nemen, waartoe zij gaarne zouden overgaan, maai waarvoor de mogelijkheid eerst ontstaat, zoo dra zij aan een aantal concurrenten den kop , hebben ingedrukt of een nieuw veld van afzet voor hun waren hebben gevonden. Wel beleedigd, en terecht, zouden zij zich achten, indien men van hen onderstelde, dat zij alleen ter wille van den bloei hunner zaak hun arbeiders zooveel mogelijk in de vruchten van den gemeenschappelijke!! arbeid doen deelen. En ook zullen zij toegeven, dat indien een hunner concurrenten, begaafd met dezelfde bekwaamheid, dezelfde energie en voorzien van dezelfde hulpmiddelen, in geheel gelijke omstandigheden dus. het wilde be proeven om door middel van besparing op arbeidsloon enzoovoorts hen in den grond te boren, zij wel gedwongen zouden zijn, elke uitgave boven de strikt, noodige te staken, d. w z.. de loonen in tekorten, het pensioen fonds het pensioenfonds te laten en de geheele winst in hun zak te houden ter beveiliging van huh zaak. Ja, zelfs nu reeds is de heer van Marken, volgens eigen bekentenis, wel gedwongen, behalve de nuttige gist, ook den schadelijken alcohol te produceeren, de con currentie drijft hem daartoe. Het zorgen voor het heil der geheele wereld heeft dus tengevolge het benadeclen der be langen van eigen omgeving; een praktische Hollander zal opmerken, dat het gewooniijk zoo gaat niet lieden, die al te veel willen omvatten. Maar, zal iemand zeggen, al lijdt dan ook de minderheid eenig/.ins onder de gevolgen der concurrentie, de meerderheid profiteert ervan. Wie zijn echter de meerderheid ? Welgeteld, de werklieden. Kn wat is het gevolg van het schade lijden der werklieden 'i Dat de winke liers schade lijden. De kleine hel, eerst; want bij hen komen de werklieden koopen, maar daarna de grooten, want bij hen komen de kleine winkeliers koopen. En zij weder zijn de afnemers der groothandelaren en f'abriekanten, en op een goeden dag dus zullen de werkgevers met hun produkt zitten, en het niet moei' kunnen verkoopen. omdat de werk lieden niet koopen. Doch zij, in hun ijver, om hun produkt toch aan de geheele mensch heid zoo goedkoop mogelijk te verschaffen, zullen weder het loon een weinig verminde ren, enzoovoorts, gelijk ik zoo even begonnen ben. Wij zijn aangeland in wat de mond der geleerden een vicieusen cirkel pleegt te noemen. Doch laat ons het kind nu maar bij zijn naam noemen : de heer Yves Guyot is handig, maar niet sterk. Men kan zijn redeneering1 doortrekken, en betoogen tot welk een top punt van moraliteit de werklieden komen, voor het geval dat zij eens recht onmenschelijk worden geëxploiteerd. Want zij zullen het besef krijgen, zich op te offeren voor geheel de overige menschheid. Hun lijden, zoo zullen zij zeggen, is de vreugde van millioenen ande ren ; de armoede der wevers is de rijkdom van al wat baadjes draagt, de uitputting der bakkers de gezondheid van al wat brood eet, de ellende der mijnwerkers de weelde van al wat stookt, en eet met zilver gerei, en zich tooit met diamanten. Martelaren zijn zij voor een heilige zaak .... Ja martelaren, maar wier geloof in de menschheid verdwijnt, wier moraliteit bij den dag achteruit gaat, die verdierlijken, in plaats van heiligen te worden. Laat Yves Guyot zijn filosofische uien op eten; terwijl de nuchtere lieden zoeken naar een maatschappij, waarin de concurrentie in den tegenwoordigen vorm, met haar nasleep van immoraliteit, niet meer is dan een schrik beeld ! F.M.C. niiiiiiiiiiiiimiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiminiiHiiiiiiiiiiiHMiiiiiiiiiiimi Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad, 15 Jan. De Kijksmiddelen". Verzekering tegen werkloosheid" III en IV (door Mr. II. S. Veltman). 17 Jan. 's Hijks financiën in het dienstjaar 1895". De S t a n d a a r d, 13 Jan. In da gele zee'', 14 Jan. Koloniale moeilijkheden". 15 Jan. Duitschland". 10 Jan. Oostenrijk en Itxlië" in het jaar 1895. Het Centrum. 11 Jan. De oude trek". (Samen werking). 13 ui 14 Jan. De rcsultalen der drankhestrijding." 15 Jan. Heidensche zeden" (exploitatie van Max Lehaudy). 1G Jan. Xog eens: De oude trek". 17 Jan. Het militaristisch juk". Het V o l k s d a g h l a d. H Jan. Op den ver keerden weg" (Werkverschaffing). l;i Jan. ..Meer dan treurig" 'De heer v. Aken over verhooging van schoolgeld te '.-s Hage). 17 Jan. Bij de Edelachtbare»." (Advies over de Duinwatermaatschappij). De T e l e g a a f. 10 Jan. Een water, maestie", ingezonden door Hunry Tiudal. Het Nieuws v. 'd. Dag. 9 Jan. Volksweerbaarheid. Het reservekadoi", door li. 13 Jan. Pestalozzi". 15 Jan. Der sneeuwvlokken lied" door K. 10 Jan. De adresbeweging in zake de banken van leening". De Tijd. O Jan. ...Moderne Bijbelcritiek". 10 Jan Waar is de kerk van Christus?" ingezonden dooi' H. E. v. Berckel. 13 Jan. ,.11'illooz'i gemakkelijkheid". 14 Jan. Uonddorst." 15 en lli Jan. Een slilitrede" (II. K. Volksbond), door Fr. A. van de KerckhotV. O. C. N. Hot t er d. C r t. 12 Jan. Bolastingvraagstuk". (Nota dor heeren Muller, Kbeling, Kraemer en Van lto-,sem). De (antir.) Nederlander. 14 Jan. Democra tisch '.-" (Prof. Mcilengraaff over liet onderzoek naar het vaderschap".) Ui Jan. Opheldering" (aan de Standaard i. 16 en 17 Jan. In het parlement of op de straat?" (Ken kijkje in de groote wereld). De Maasbode. 7 Jan. Denkbeeld of droom beeld?" door A. V. 7 Jan. ,.De vrijinetselarh". door I.aicus. Voor den werkman", I. H Jan. 11 .slot). 9 J-i'i. Winst- en vt rliesrekemng." 10 Jan. ..Dr. Kuyper over de Allerheiligste maagd Maria", l, 11 Jan. 11. 14 Jan 111, door . A. Maaier. 12 Jaii. Keno verdienstelijke instelling" ivereeniging van den St. Vincent ius a Paulo), door A. V. 15 Jan. .Samenwerking". Het bankroet der wetenschap", I 1(1 Jan. II. door Fe'd. Sarton, pr. !li Jan. ..De Xederlandsche suikerindustrie." Haagsche 1) a g b l a il. O Jan. Ken imperia listisch liasco". door van Vredenburch (Transvaal.) 10 Jan. Eene oude quacstie", !'-oho:d\\et '. 12 13 Jan. Het p> (igranima der radicale Unie". H Jan. ..Engeland Transvaal's snzerein ? (inge zonden door mr. II. H. A. Nevis.) IC Jan. De vrunwenvraag". He. t Vaderland. !' Jan. Het vraagstuk der armenverzorging" UI. 12 13 Jan. IV. De A vond po s t. 12 1;! ..De hectograaf en de stenograaf in het leger." l' t r. Dagblad. 7 Jan. 1895", IV. 10 Jan. V, 12 Jan. VI 11 Jan. ..Hands off". Arnli.'Ct. 13 Jan. Engeland en de 7..-X. l'.epubliek." Middnlb. C t., 11 Jan. ..De jongste circulaire der Linerale Unie''. 13 Jan. Een bedroevend feit" (jeugdige veroor deelden l. P r o v. (i r o n. ft, 13 Jan. ..De, conversie deinationale schuld". Nieuwe W i n s c h. ('t.. 12 Jan. Het zaad der cmtc'vri denheid" de zaak Vroons). L i m b. Koerier. 10 Jan. ..Een mini.v.er van ooi log diplomaat" (door M. de Kas . V c' n loos c h Weekblad. 11, Jan. Altijd de zelfde". De Katholieke Kamerleden tegenover het K, i binet). N oor d-H o l l and HI' h Weekblad. 11 Jan. ,.D>- dapperen van de Transvaal". 'Sociaal Weekblad. 11 Jan. Devvrrkversehafting in liet oude Luiten-gasthuis" (dooi- Dr. C'. W. Janssen1. ..De maatschappij De Velnwe." De Nederlander ; weekblad) 11 Jan. Een zedeloos en brutaal voor schrift..'" (Prof. Molengraaf!' over het onder/ju k naar het. vaderschap). De Volkssfem. 11 Jan. De Kiesreclduitbrei(ling in de Troon. Liberale Unie-program. Scheidsgorechten en Kann-rs van arbeid." P a tri in o n i n m. 11 Jan. Welken weg wijst ons de historie der werklieden- beweging in Nederland als den jnisten weg aan.-" IV. De S o c i a a I-.i e m o c r a a t. 11 Jan De niaroch;ui>-.e<- Arh, idsw, tu'eving" (door Kien/i U. F r i e s c h V o l k s b l a d. 12 Jan. I.iiiKlboUvv-poli. -. Hecht voor Allen, 11 en IQJan. De Nederlamlsche Justitie". 14 en 15 Jan. ..Komedie-spel'' (Onze geestdrift De \" Ik- 't takti.'V. Neerland's V o l k s b l a d, 11 Jan. ..MioruvejaarslantaMe". Y r ij l a n il. 11 Jan. Yrijlanders !" D e ' il a n d w e r k s m u n. Jan. '90. .,Bij den aan vang van lö'JO.'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl