De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 19 januari pagina 7

19 januari 1896 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 969 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. gebracht en de manipulaties, die de voerman te verrichten heeft, zijn veel eenvoudiger dan die van een koetsier, zoodat hij zijn aandacht veel meer aan de veiligheid van beweging kan wijden. Wanneer bij sneeuw de paardentrams met halven dienst moeten rijden of de dienst geheel moeten staken, kunnen de electrische trams ongestoord doorrijden. Geen stelsel heeft zoo groote elasticiteit van vervoer. Door achter de z.g. motorwagens eenvoudig een of meer tramrijtuigen aan te haken kan het vermogen van vervoer op eenmaal drie of vier maal zoo groot worden gemaakt. Geen stelsel leent zich er toe om plotse ling zoo groote menscbenmassa's te vervoeren. Bij uitgaan van comedies en concerten is het met den electrischen tramweg mogelijk het geheele publiek binnen den kortst mogelijken tijd over de verschillende stadsdeelen te ver spreiden, wanneer, zooals hier, bij het concert gebouw en bij het Leidsche plein, voldoende lijnen samenkomen. Het plan bestaat dan ook, om, wanneer de behoefte blijkt, van deze punten uit, over de verschillende lijnen extra-trams te doen loopen. Een niet minder groot voordeel zijn de grootere snelheid en de goedkoopte, tegenover de paardentrams, waardoor het mogelijk wordt voor hetzelfde geld de reizigers veel grootere afstanden in korter tijd te doen afleggen dan men dit bij de paardentrams gewoon is en dat met dezelfde, zoo niet grootere, veiligheid op de straat en voor het publiek. Zoo zal men met de nieuwe trams ruim 5 kilometer kunnen rijden voor GVs cent, waar de gemiddelde lengte der ritten op de lijnen der A. O. M. nog geen 3 K.M. bedraagt. Het eenige bezwaar, dat tegen bovengrondsche geleiding wordt aangevoerd is, dat zij den welstand in onze straten niet verhoogt. Zeker een bezwaar dat geldt en dat bij verkeerden aanleg, zooals men die eerst in Amerika heeft toepast, zeer zwaar weegt. Ook bij de eerste toepassingen in Europa, als te Bremen, is men niet altijd even geluk kig geweest. Maar al doende leert men. Bij de laatste toepassingen heeft men ge leerd de grootste bezwaren, die hier kunnen gelden, weg te nemen; zoo levert b. v. Stuttgart, waaraan de hier gegeven lichtdrukken ontleend zijn, een goed voorbeeld. De misstanden die te vermijden zijn, zijn in hoofdzaak de volgende: Ie. de hinderlijke en vele kruisdraden in bochtige, nauwe straten; 2e. de beschermende netten boven den eigenlijken geleidingsdraad, waar die door telefoondraden gekruist wordt (een bezwaar, dat hier in Amsterdam in hoofdzaaak ver valt nu de telefoon ondergronds wordt aangelegd en ook op andere wijs kan worden opgeheven). 3e. ophoopingen van geleiddraden en mas ten (als op den Dam het geval zou zijn wanneer daar het stelsel werd toegepast en de standplaatsen der trams niet tevens wer den verplaatst). 4e. leelijke en ondoelmatige palen en armen tot ophanging der draden. Is op dit alles voldoende gelet, dan is de toepassing niet hinderlijk voor het oog, gelijk men uit de afbeeldingen kan zien. De palen, zes meter hoog, met sierlijke armen, worden op afstanden van ± 40 meter geplaatst en de enkele of dubbele dunne draad, al naarmate men enkel of dubbel spoor heeft, hindert in het geheel niet meer. der wereld, waar men terecht zoo groote piëteit heeft voor het karakter der stad en voor de oude schilderachtige gebouwen uit vroegere eeuwen, heeft men met vele anderen niet geschroomd, het stelsel aan te nemen. Paardentrams zijn zoowel uit technisch en economisch oogpunt veroordeeld. Alles samenvattend kan men Keggen, dat de electrische trams met bovengrondsche geleiding, thans, zoowel uit wetenschappelijk, practïscl/ Absoluut geen aesthetisch bezwaar kan het stelsel opleveren, waar het mogelijk is de palen of masten te plaatsen in boomen rijen, waar de tram dan, aan een of beide zijden, langs loopt. Op breede wegen moet men naar zulk een aanleg streven. In het hier ontworpen net is die aanleg op de Heerengracht, tusschen Spiegelstraat en Thorbeckeplein en voor het grootste deel op de Prins-Hendrik kade voorgesteld. Zelfs in Neurenberg,een der schoonste steden en fmantinel standpunt de beste zyn van alle bestaande en dal daarom de invoering ook in Amsterdam eene ijroote schrede voorwaarts zal xijn, omdat :"if goedkooper en aangenamer zijn en aan grooter behoeften en haoger ge stelde eischeti- kunnen voldoen, dan de thans beslaande paardentrams. Wij gelooven dan ook niet, dat de gemeente raad zich zal laten weerhouden, ook hier in navolging van zoovele steden, het hoogst eenvoudige goede stelsel aan te nemen, dat voor het verkeer, zulke tastbare voordeelen Panl Verlaine. 11 faut parier pieusement des grands poètes. SIK FHAXCIS PALGKAVE. Dit edele, diepe woord mocht vooral in ons landje wel eens ernstig overdacht worden. Ik heb me vaak geërgerd over de hardheid waarmee de koude Hollandsche prozamenschen een oordeel durven uitspreken over levens en werken die ze niet begrijpen, die hoog boven den engen cirkel van hun weten en voelen liggen. O, het woord poëzie is zoo'n ijdele klank in onze samenleving, want poëzie staat buiten het alledaagsche, want een dichter heft zich zoekend op uit de sleur der steeds terugkeerende beslommeringen van het be staan, dikwijls zoo leelijk en zoo klein en vraagt het leven schoonheid en kleur en gloed, en wij weten het immers dat dit alles ziekelijk en dwaas is. Paul Verlaine is gestorven en Coppée in zijn grafrede noemde hem een //martyr." Een marte laar is hij geweest, de teedere dichter, iu den dub belen zin, n door zijn physiek, n door zijn moreel lijden: immers, hij trachtte een ideaal te mengen met het leven. Sublieme, ongerijmdheid, bron van bitter leed en ongekende wanhoop, maar ook van een zalig zijn, heerlijk-droevig! Het is mijn doel niet de plaats van Verlaine te schetsen in het //Bohème littéraire" waarvan Ruteboeuf, Villon, Théophile, Fontaine, Gilbert, de meest bekende figuren zijn, evenmin om te wijzen op hoedanigheden van technischen aard, ik wil slechts een woord van warme hulde en sympathie brengen aan de nagedachtenis van Erankrijk's groot. sten jongere" en eenige zijner verzen citeeren die mij door buitengewone schoonheid, diep gevoel en hooge zachtheid ten zeerste hebben getroffen en die hem tot den glorierijken dichter maken wiens genie door Coppée, en velen met hem, werd benijd. Ik zou niet beter het algemeen karakter van poëzie kunnen aanduiden dan hij het zelf heeft gedaan in zijn //mémoires d'un veuf." J'abhorre la poésie prétendue bieu portante. Etes-vous comme mei? Si non loignez-vous. Si oui, parlez-moi d'une après-midi de septembre, chaude et triste, pandaut sa jaunc mélaneolit' sur l'apathic fauve d'uii paysage languissant de maturité. Parmi ce cadre laissez-moi voquer la i marche lente, recueillie, impériale d'une convales- j cente qui a cesséd'être jeune depuis trrs peu j d'années. Ses forces a peine revenues lui permettent i néanmoins une courte promenade dans Ie pare: elle \ a une robe blanehe, de grands yeux gris comme Ie ciel et eernés comme l'horizon, mais iminensément pensifs et surchargés de passion intense." Dat is Verlaine's muze. Niet de jonge, blonde godin die in gouden stralenkleed bij Musset neer daalde en tot wier ontvangst hij zijn studeerkamer in een zee van licht hulde, maar de ,/frêle charmeresse" die in zachte, stille sehemerstonden met kalme schreden nadert en in de plooien van haar gewaad najaarsgeuren met zich voert van overrijpe vruchten en wegkwijnende bloemen. Verlaine behoorde in den aanvang tot de groep der Parnassiens"; de Poèmes Saturniens (18GG) de tes galantes" (1870), //la Bonne Chanson" (1870) dragen allen het kenmerk van dezen in vloed. In 1874- verschenen de //Romances sans Paroles", waarin men duidelijk reeds een verande ring van richting en vorm kan waarnemen. De bundel dien hij in 1SS1 onder den titel van ..Sagesse" publiceerde, vloeit over van godsdienstige effusies, men vindt er de bewonderenswaardige samenspraken in sonnetvorm van den dichter met God: mou Dieu m'a dit: mon fils, il faut m'aimer", J'ai répondu! Seigneur, vous avez dit mon urne," Seigneur, j'ai peur mon Time en moi tressaile teute," Ah seigneur, qu'ai-je': Hélas! me voiei tout en larmes," en dan de plechtige, litur gische terzinen; o mon Dieu, vous m'avez bless d'amour" met aan het slot het touchant kinderlijk /?hingeben" van zijn gansche ziel: Vous connaissez tout cela, tout cela, Et que je suis plus pauvre que persoime Vous connaissez tout cela, tout cela. Mais ce que j'ai, mon Dieu, je vous Ie doune. In //Jadis et Xaguère", Amour", ParalMement", Bonheur", treft men onder veel schoons ook ver scheidene verzen aan die hem tot decadent stem pelen, evenals in zijn Chansons pour elle," Odes en son honueur," Elegies". Symbolist is hij volgens Brunetirre nooit geweest. In zijn Evolution de la poésie lyrique" zegt deze : Paul Verlaine repr sente l'exaspération de la poésie intime et comme tel est tranger au symbolisme, puisque Ie sym bolisme continue Ie naturalisme." In ] S93 verschenen de Liturgies intimes," klein bundeltje dat slechts 25 gedichten bevat, doch van een vreemde volheid van klank, een weelde van harmonie, een schittering van verrassende poëtische woorden, dat men als verblind op de regels blijft oplevert alleen zorge men voor eene goede toepassing. HET ONTWERP EN DE CONCESSIE. Het ontwerp, gelijk wij het voor onze lezers hebben ontvouwd, heeft groote ver diensten, het is breed opgevat; het geeft aan Amsterdam eene Ceintuurtrambaan, die aan hooge verkeerseischen dienstbaar zal kunnen worden gemaakt, niet alleen voor personen, maar ook voor goederen vervoer, die wordt gevoed niet alleen door krachtige lijnen van binnen, maar ook van buiten; de eenheid van exploitatie geeft eene groote kracht aan het samenstel; in de buitenwijken, doorsneden door stroo men reizigers van binnen en van buiten zal nieuw leven en vertier komen; de lijn naar Haarlem zal niet alleen een nieuw buurtverkeer tusschen de beide steden tot ontwikkeling brengen, maar wat van niet minder belang is, zij geeft de oplossing, waar naar vroeger vruchteloos gezocht is, om de Haarlemmermeer en omliggende gemeenten, een geheele landstreek, in allerlei richtingen met het spoorwegnet te verbinden. In het kort, deze eerste proefneming, op groote schaal, hier met electriciteit als trek kracht te nemen, zal zeker, in hooge mate, tot ontwikkeling van het verkeer en de wel vaart kunnen bijdragen. De gemeenteraad zal hebben te beslissen hoe de aangevraagde lijnen tot stand zullen worden gebracht. Tweeërlei weg staat open: hetzij concessie-verleening, op behoorlijke voorwaarden met behoud der A. O. M.; of naas ting der A. O. M. met aanleg der nieuwe lijnen door de gemeente, en exploitatie door haar van het geheele net, waarbij het noodzake lijk zal zijn overeenkomsten te sluiten met de ondernemers der lijnen buiten Amsterdam. Een derde weg, om de nieuwe lijnen te concessioneeren en de A. O M. te naasten; komt ons voor niet te zijn in het gemeente belang en ook niet noodig, omdat de con cessie der A. O. M. in billijkheid den weg opent naast haar door eene andere maat schappij de lijnen te doen aanleggen. Deze oplossing lacht ons ook niet toe, om hare tweeslachtigheid; omtrent de beide eerst genoemde willen wij geen oordeel uitspreken, daar de zaak, ten gevolge van de noodzake lijke toevoeging der buitenlijnen geen uit sluitend principiëele meer is, maar beheerscht wordt door velerlei practische overwegingen, waarvan B. en W. het best in staat zijn, het gewicht te beoordeelen. Waren er geen lijnen buiten Amsterdam in het plan opgenomen, gold het uitsluitend den aanleg van nieuwe stadslijnen, wij zouden niet aarzelen onverholen naasting en gemeente exploitatie aan te bevelen. staren en ze in zich opneemt om ze nooit, nooit weer te vergeten. Ziehier een voorbeeld: J u i n. Mois de Jésus, mois rouge et or, mois de PAmour, Juin,pendant quel lecoeurenlleuretl'ameenflamme, Se sont panouis dans la spiendeur du jour Parmi des chants et des parfums d'épithalame, Mois du Saint-sacrement et mois du Sacré-Coeur, Mois splendide du Sang réel, de la Chair vraie, Pendant quel l'herbe m ure oil're a l'étévainqueur l.'n ehampclos oïi Ie bic triomplie de l'ivraie, Et pendant quel, nous misérables, nous pécheurs, llemcmorés de la Présencc non-pareille, Xous seutons ravigorés en retours vengeurs ('ontre Satan, pour des triomphes que surveille. Du ciel h'i-haut, et sur terre, de l'ostensoir, l'Adoré, l'adorable Amour sanglant et ehaste, Et du sein douloureux ou gite notre espoir Le Coeur, Ie Coeur bcülant que Ie désir dévaste, Le désir de sauver les notres, O Bont Essentielle, de leur gagner la victoire Eternelle. Et l'encens de l'immuable t Monte mystiquement en des douceurs de gloire. Nog wil ik eenige verzen uit de andere bundels aanhalen. Ik zal den overbekenden //Rêve familier" niet kiezen, maar liever eenige niet minder schoone die niet hetzelfde fortuin hadden. Crepuscule dusoirmystique. Le Souvenir avec Ie Crepuscule Rougeoie et tremble a l'ardent horizon De l'Espérance en ilamme qui recule Et s'agrandit ainsi qu'une cloison Mvstérieuse oii mainte iloraison

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl