Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 970
niet. Sedert de oprichting der Kamers van
Arbeid is er echter veel veranderd. Wel mo
gen daar, waar het vakvereenigingswezen zich
nog weinig heeft ontwikkeld, in Zuid- en
Midden-Italiëvooral, ook coöperatieve en andere
vereenigingen die werklieden onder haar leden
tellen, tot de Kamers toetreden maar haar leden
niet-werkieden worden onmiddellijk buiten al
len invloed op het bestuur en den arbeid der Ka
mer gehouden, terwijl de werklieden-leden ge
dwongen zijn, zich te splitsen in secün, naar
gelang van hun bedrijf, en daar naast hun
vakgenooten zitting te nemen. Ongetwijfeld
is dit een der gewichtigste maatregelen die
in het belang der Italiaansche arbeidersbe
weging kan worden genomen; het spreekt
vanzelf, dat hij nimmer zou door te voeren
lijn, wanneer niet gestreng de politiek uit de
Kamers van Arbeid werd geweerd.
Een zuiver economische organisatie dus,
uit het midden der arbeiders zelf voortgeko
men, van snelle ontwikkeling en groote ver
wachtingen. Ziedaar wat de Italiaansche
Kamers van Arbeid zijn !
F. M. C.
IIIIIIIIHIIHIUHIIIIIIIIIIIMIIIIIIimlIIIHHIIIIIIIIIIINIMIII
IIIIHIIIIIimiH*
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad. 18 Jan. Britsen-Indische
en Ned.-Indische financiën."
19 Jan. Het Duitsche Rilk 1871-1896"
22, 23 en 24 Jan. De suzereiniteit van Engeland,"
I?III. Uit den goeden omie ' tijd." (O. I. comi agnie).
De Standaard. 20 Jan. Van overal" (het
jaar 1895."
22 Jan. Blaffen en bijten". (Transvaal).
24 Jan. Duurzaam ?" (De socialistische Staat).
Het Centrum. 18 Jan. De strijd om een kind"
(prins Boiie).
20 Jan. Kerk en politiek." (Samenwerking. De
Hederlander.)
21 Jan. Een Jubileum" (het Du'tsche rijk)
22 Jan. Een beroep op de kerk." (Pruf. N. G.
Pierson over het nuts-rapport armenverzorging).
24 Jan. Aangifte van kiezers."
Het Nieuws v/d Dag. 15 Jan. Der sneeuw
vlokken lied", door A.
16 Jan. De adresbeweging in zake de banken van
leening;.''
17 Jan. Een jubileum" (ongelirkkenverzekering in
Duitschland), door H. L. A.
20 Jan. Wreedheid", door B.B.
De Telegraaf. 21 Jan. Ue nieuwe Tramlij
nen" (ingezonden).
A m s t. C r t. 10 Jan. De vrije school voor heel
de Natie."
11 Jan. Volksvrienden."
13 Jan. Een 70-jaiige held." (K. v. d. Heijden).
Wat kunnen en moeten wij voor de Transvalers
doen."
14 Jan. Een vraag bij arbeidskamers". Nog eens
de ontworpen tramlijnen".
15 Jan. De toekomst van Zuid-Afnka" door W.
H. de Beaufort.
16 Jan. Liberaal of radicaal".
D e T ij d. 14 Jan. Gouddorst."
15 Jan. Een sluitrede." I, 16 Jan. II. (slot), door
Fr. A. van Kerkhof!', O C.
17 Jan. Jeugdige misdadigers" I, 18 Jan. II (slot.)
20 Jan. Tot de eenheid," I.
Het Volksdagblad. 21 Jan. De statistiek en
de werklieden".
22 Jan. De Eerste Kamer".
N. K o 11 e r d. C t. 19 Jan. Nog eens de
Surinaamsche leening."
De (antir.) Nederlander. 20 Jan. Onbillijke
aanval", (van de Standaard).
24 Jan. Wie betaalt de pensioenen ?"
De Maasbode. 16 Jan. De Nedorlandsche
suiker-industrie " Het bankroet der wetenschap"
II (slot), door Ferd. Sarton, pr.
17 Jan. Wourden en zaken". (Rerum Novarum),
door P. M. Bots, pr.
18 Jan. Scrupulen", door J. v. d. Knoet.
19 Jan. De Gioot en tiroenewegen." Nieuwe en
oude wijsheid" I.
Het Vaderland. 12 13 Jan. Het vraagstuk der
»rmverzorging." IV, 19/20 Jan. V (slot).
Haagsch Dagblad. 16 Jan. De
VrouwenTraag."
17 Jan. Academisch Socialisme in Duitschland," I.
19/20 Jan. II, door Eochusseu.
De Avondpos t. 20/21 Jan. Iets over de ar
beiderstoestanden in de Transvaal."
28 Jan. De stenographie en het leger", (ingezon
den door C. J. van Geel, journalist).
U t, r. Dagblad. 16 Jan. 1895" VII (slot).
19 Jan. Naar Transvaal!"
De A r n h. C t. 20 Jan. Reorganisatie der Ka
mers van Koophandel."
23 Jan. Strafbare vijandige invallen". (Transvaal).
18 Jan. Antwoord aan de Volksstem over het Li
berale Unie-program.
M i d d e l b. C t. 17 Jan. Werkverschaffing."
23 Jan. De Standaard over onze houding tegen
over Transvaal."
P r o v. G r o n. C t. 20 Jan. Ons land en de
Transvaal "
Nieuwe Winsc b. C t. 19 Jan. Pensioenen en
ambtenaren."
Z a a n 1. C t. 22 Jan. Haagsche brieven" (De
Lib. Unie en het onderzoek naar het vaderschap.)
N. Leeuw. C r t. 17 Jan. Weduuaarsfonds",
door Nemo.
22 Jan. De vrouw in N. Zeeland," door Nemo.
So c. Weekblad. 18 Jan. De negerkwestie in
Noord-Amerika".
Volksstem. 18 Jan. Een ministerie van Land
bouw", door C. de Goede Cz. Liberale
Lnieprogram". Twee Amsterdammers''. De Bond
van Ned. Onderwijzers". De werklieden der
Kijkspatronenfabriek. Het oordeel van hen, die na ons
komen'1.
Venlooscb. Weekblad. 18 Jan. Eene nieuwe
brochure", (van Mr. van Assendelft de Koningh over
het landbsuw-vraagstuk).
De Yolkstribuun. 18 Jan. Geen leuzen
maar daden!"
Recht voor Allen. 23 en 24 Jan. Eene
merkwaardige enquêtte" (te Weenen van arbeiders
door arbeiders).
HetFrieach Volksblad. 19 Jan. De gou
den zuil". (Loterijen). Laudbouwpolitiek. (Iluslandi.
D e V o l k s b a n i e r. (E. K. Volksbond). 23 Jan.
Een Sluitredfe" (van het vakcongres). I.
Het Schoolblad. 21 Jan. Pestalozzi en zijne
volgelingen" II.
Het Nieuwe Schoolblad. 17 Jan. De
Vaderlandsche Geschiedenis en de mannen der nieu
were richting."
De Wekker. 18 Jan. Meegaan met de klasse",
door Ya. Transvaal", door P. B. Viljoen. Een
program" (Lib. Unie), door L.
Sirocco,
Men zou boven het stuk van mevrouw Snijder
van Wissenkerke kunnen schryven de
oud-vaderlandsche spreuk:
»Kwade samensprekingen bederven de goede
zeden."
De schrijfster heeft dit zelve aangegeven.
Haar doel is geweest, heeft zij in een communiqu
aan het Viide.iland doen weten, te doen zien
hoe in een eenvoudigen kring van onbedorven
menschen, het optreden van een ontnuchterden
wereldling eene verwoesting teweeg kan brengen,
gelijk aan den verzengenden adem van den
woestijnwind, die over lentebloesems strijkt.
Hieruit volgt dat de mij in alle opzichten
sympathieke auteur van Lotos zichzelven in
Sirocco eene hoogst moeilijke, misschien
onmtvoerbare taak gesteld heeft. Het individu, waar
de ssirocco" in belichaamd is, moet zijn
verwoestingswerk verrich'en binnen de enge grenzen van
tijd en ruimte, die het tooneel trekt, en hij moet
dat werk vertoonen, doen zien, zóó dat het
aan de toeschouwers duidelijk wordt. Zijne woorden
zouden, om dit doel te bereiken, de zwaarte
moeten hebben van de «ijzeren dobbelsteenen",
waar Bismarck eens van gesproken heeft; zij
zouden tegen het gemoed van den toeschouwer
moeten bonzen als de drie noten, waarmede in
den aanhef van eene van Beethoven's symfonien
»het noodlot aan de deur klopt."
Tot zoo iets is Ibsen in staat, door de zwaarte
van zijn woord, en ook wel rien dfplnise aan
de jongste criticasters, die hem voor een bour
geois uitmaken, Alexandre Dumas f da, door
de vuurwerk-schitteringen van zijnen geest.
Het getuigt voor het hoog-strevende kunste
naars-ideaal van mevrouw Snijder, dat zij zich
dit doel gesteld heeft. Haar Sirocco is niet
alledaagsch, en niet een werk voor de menigte. Ik
wil het streven waardeeren, en niet in de mid
delen, die zij gebruikt, naar haakjes zoeken om
de critiek aan op te hangen.
Zij maakt haren »Sirocco" het werk niet heel
moeilijk. Een philofophiae doctor, die boeken
schrijft tot weerlegging der pessimistische
philosophie, maar die zijn tramontanen kwijt raakt
door een paar lichtzinnige gezegden van een
Haagschen gigr'l! Een verstandig meisje, van
vierentwintig jaar, dat haar «zwarten tijd" achter
den rug heeft, waarin ze Nietzsche (! !) las ?
en BiiGREEi' ? , doch dat van deze dwalingen
teruggekomen ip, en nu, door een paar gesprek
ken van een minuut of wat met dienzelfden
gigr'l, zóó van de wijs raakt, dat zij haar aan
staande den bons geeft, en a la Norn, aan 't
zoeken gaat van een eigen, hooger weg ! Een
fabrikant, een trouwhartig man, die zich zelf
zóó vergeet dat hij den kwajongen, die zijn
meisje's hoofd op hol bracht, niet bij de
lurven pakt, maar als tusschenpersoon gebruikt om
haar weer tot inkeer te brengen !
Neen, mevrouw Snijder is tegen dit zware
werk, dat zij zich opgelegd heeft, niet opge
wassen.
Maar met eene moeilijk uittespreken belang
stelling heb ik haar aan dezen arbeid gezien.
liet verwarmt het gemoed, in dezen tijd van
kilheid, eenen dichterlijken geest to ontmoeten,
die met deernis en liefde het schoone ziet, en
de gevaren die het omringen. Met vrouwelijke
fijnheid van perceptie zijn voor zooverre ik,
als man, daarover kan oorcleelen de twee
meisjesfiguren in Sirncco gedacht en uitgevoerd;
de jongste vooral, teere bloem in knop, door het
kwaad aangetrokken tegelijk en afgeschrikt, flad
derend tusschen zonnestraal en modderpoel, gered
door hare ingeschapen reinheid. O die afschuw,
welken de verleiding, wanneer zij haar masker af
werpt, op het onbevlekt gemoed gaat uitoefenen,
wat was dat goed gedacht en overtuigend gezegd, en
ook de andere zuster heeft, ondanks haar
Nietzschekuurtjes, groote aantrekkelijkheid. Daar is, in
het verbazend moeielijke derde bedrijf, een too.
neel waarin de zusters elkaar terugvinden, dat
door de aanvankelijke botsing der hartstochten,
door de diepste aandoeningen en door het na
tuurlijke der wendingen denken doet aan het
grootste en beste, dat door klassieke formeerders
van dramatisehe vrouwen-karakters gewrocht is.
Voorwaar, mevrouw Snijder van Wissenkerke
heeft het recht, in den Ilaagschen Kunstkring,
waar zij gaarne vertoeft, zich te plaa'sen voor
die wandschildering, waar de genius der kunst
den moegestreden zanger den kus der wijding op
het voorhoofd drukt, en te zeggen: Van dit ge
slacht ben ik !
De dames Holtrop-Van (ielder en van Ollefen
hebben van de zusters twee bekoorlijke figuren
gemaakt, en de heer Clous toonde zich een sym
pathiek, eenvoudig, diep-voelend man. De gewone
onbeholpenheden onzer llollandsche regie bleven
bij deze vertooning niet uit, en or.ze tooneel
auteurs zijn niet in de gelegenheid routine en
gezag genoeg te krijgen, om hare absurditeiten
te beletten. In het eerste bedrijf verwacht men
door de toiletten en de gesprekken eene schit
terende partij, die in het huis van een stil-levend,
in benarde omstandigheden van fortuin
verkeerend geleerde eenigszins vreemd lijkt, maar
later dan ook blijkt een dood-gewoon fami
epartgtje te zijn. Steekt men zich daarvoor, in
onze provincies'eden, in rok, witte das en pim-tron?
Of is het een misgreep van dezelfde soort als
die Tourniaire, een student van goede familie,
ten huize zyner moeder, voor het voetlicht doet
komen in een huispak dat hem op een hansworst
doet lijken ?
Als toegift kreeg men een, voor mij nieuw,
stukje in verzen, Droomew, door Caroline Banck.
Eenvoudig gedacht; niet heel hoog van stijl; met
hier en daar een nuchteren klank van berijmd
proza; doch dat door eene goede voordracht en
eene met smaak behandelde tooneelschiklung een
aangenamen indruk weet te maken. De heer De
Jong heeft de meeste eer daarvan. Hij geeft
waarde aan de woorden en warmte aan den zin.
Mevrouw Holtrop heeft hier niet veel te zeggen.
Royaards, die in Sirocco de hoofd- en in Droomen
de tweede rol heeft, is in beide stukken, zooals
dikwijls, kleurloos en eentonig. Wie Royaards
kent uit Latof, uit Noodlot, uit Het OoudriscJije,
uit Hamlet, uit Yolnnt.he (heet zóó niet het stuk
waarin hij voor Lodewijk XI speelt?) kent
hem op een prik. Altijd kwijnend en lamen
tabel ; steeds, op zekere oogenblikken, de hand
naar den horizont, de stem in een droom-toon,
alsof hij verzen opzegt van het »jonge" Holland,
die, naar men wil, met dezen vorm van reciteeren
gediend zijn. Dat in Sirocco een droppel
trotseerend, bijtend cynisme de rol goed zou doen.is bij
Royaards geen oogenblik opgekomen. Men moest
eens probeeren wat Henri de Vries daarvan maakt.
Die is, als hij goed op dreef is, in dit soort van
rollen uitnemend. Maar 't zou mij niet verwonderen
als Royaards een acteur naar het hart van mevrouw
Snijder en de Vries haar antipathiek was. Toch
is hare eigen kunst met de ziekelijkheid der
modernen slechts in zeer geringe mate behept.
Den Ha-.g. * * *
HIIMIIIIIIIIIIirilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMllllllllllllllllllllllllH
Inziet in de Hoofdstad,
Die Weise von bliih' und wachs' is ook de wijze
die de Wagnervereeniging in haar vaandel geschre
ven heeft.
Wij hebben gezien hoe deze vereeniging met
beperkte middelen en beperkte krachten is begon
nen fragmenten van de werken van den grootcu
meester uittevoeren. Wij hebben gevolgd hoe lang
zamerhand die uitvoeringen aan beteekents wonnen
tot het oogeublik daar was dat verwezenlijkt kon
worden wat, men reeds zoo lang hoopte, n.l. de
muziekdrama's te kunnen ere v c u iu de tooueelzaal.
Kortom liet is gebleken hoe deze vereeniging tot
wasdom en bloei is gekomen.
Nog krachtig lat; ons de laatste
SiffffficJ-opvoering in het geheugen, toen wij ons opmaakten
om het werk te gaan hooren dat, onder Waguer's
drama's een zoo eeuigc 011 liooge plaats inneemt
n.l. Die Meixtcrxiiir/cr fu/i 2* nfnbcrij.
Het is voor den kroniekschrijver vaak moeielijk
te beslissen of hij zich bij de bespreking in hoofd
zaak tot het werk of wel tot de. uitvoering zal
bepalen. Hij wil altijd liever zich verdiepen iu
een sclioou toonwerk, doch de lezer verlangt in de
regel van hem te liooren: hoe het geweest is."
Ja, ja, der Merker!
Wil de verslaggever nu fle lezers en zichzelf
tevreden stellen, dan overschrijdt hij verre de ruimte
waarover hij beschikken ma<r; hij moet zich dus
wel bepalen tot korr.c indrukken.
Laat ik beginnen met te doen evenals de oude
heer Sarcey en den indruk op het publiek weder
geven. Die indruk is zeer groot, geweest. Vooral
na de eerste en derde acte was het, enthousiasme
groot, zoodat tui slotte de heer Viotta moest ver
schijnen om de geestdriftige bulJebeiiiigingeu van
het, publiek i:i ontvangst te nemen, waarvan de,
regisseur de heer Ang. Harlaclier eveneens zijn deel
ontving.
In de eerste acte moest men dan ook reeds
onder den indruk komen. Het, schoon gezongen
koraal, de meesterlijk gezegde uitlegging van
Daritl (Hofmüllcr, ceu koning onder de solis
ten) aan W uithef (Gerhauser) hoeveel regels en
wijzen men moet kennen om zanger te worden,
alvorens men voor den meesterzang zelf woord
en toon kan dichten, de losse voortreffelijk ge
slaafde tafereeltjes van de leerlingen, liet op
komen van de meesters, de typische uitbeelding
van /)?'?/?»(??-'«>;? door Xebe, vol karakter zonder
ecnise charge, de groote scène waar Wulllur ter
verkrijging van deii meestergraad zingt, waarbij
eindel'ijk allen door elkander spreken en de leer
lingen een dansje doen, terwijl Wulthcr tracht
bovenal dat rumoer zijn lied ten einde te /ineen,
'/iet! dit alles slaagde zoo schoon, dat de indruk
groot moest, zijn. ook op hen, die onvoorbereid (leze
'uitvoering bijwoonden. (Want, er zijn altijd nog
toehoorders, die het tekstboekje op de uitvoering
voor het eerst, onder de oogeu krijsen en dan zeer
teleurgesteld zijn dat het iu de zaal te donker is
om iets te lezen.)
Men wilde terugroepen, doch het gordijn bleef
dicht. Bravo !
In de eerste acte frappeerde mij ook Orelio's
goed doordacht spel. Dat. hoekige, door sommieren
'?wonderlijk cenoeg, voor minder tooueel-routine
aangezien dat stijf pedante maakte van Kothiier
een sprekende figuur.
Overal was de invloed van de regie te bespeuren
en menig gedeelte gaf in dit opzicht iets zeer
verrasscnds te zien.
In de tweede en derde acte, kon vooral August,
Knapp zijne groote gaven als Hans Hiiclix tooneu,
hoen el hier en daar wat mat, vermocht die niet,
den schoonen indruk van zijne creatie over het
geheel te verzwakken.
Van den lieer Cerliauser had ik na do groote
opu:ie die men te Bayreutli van hem koestert-,
meer verwacht. Het voordurend ,/toonmakcu" zoo
als men dat, noemt, de onmacht mezza voce te
zingen en de soms zeer slechte rlvythmiek gaven
te groote schaduwzijden aan de expositie van zijn
gelukkige stunmiddelen. Het gebrek aan zuiverheid
geloof ik in dit geval aau vermoeidheid van de
stem te moeten toeschrijven.
Eveumin heeft mej. Wiborg als Eoa geheel kunnen
voldoen. Bij iets kinderlijks iu houding eu spel
vond ik iets kindcrachtigs iu de stem en wijze van
zingen ; iets schoolse!). Mevr. Staudigl maakte van
hare partij (Magdalene) zeer veel.
De kleinere partijen van de meester-zangers wer
den door landgenooten vervuld, welke heeren zeer
tot een goed ensemble medewerkten.
Het orkest, gaf zeer veel schoons; het was jammer,
dat in de tweede acte de klankverhonriing van
het orkest over liet geheel te sterk was tegenover
de stemmen. ]k geloof, dat voor dit werk de
plaatsing van het orkest uog dieper had kunnen zijn.
Het koor ontwikkelde vooral in de koraleu e< u zeer
schoonen klank, en ook uit de andere gedeelten
bleek, dat er reusachtig gestudeerd is.
Dat, niet alles zoo liep als men gehoopt, had, is
niet vreemd. De Piügel-seène, de schrik van alle
kapelmeesters, stelt ougeloofelijke eischen. Ook
was hier, zoowel als in de laatste acte, de plaatsing
en groepeering uog niet altijd zoo, dat men eea
oog op den dirigent, kon houden. Toch bleef in die
17-stemmige finale het geheel in het spoor.
Vroeger hebben wij sommige koren iu de laatste
acte wel eens beter hooren zingen op eeii uitvoering
van de Wagner-Vcreeniging. Wanueer Jeze uit
voering herhaald had kunnen worden, zou voor
zeker vau de opgedane ervaring partij getrokken zijn.
Zijn er dus op deze uitvoering wel aanmerkingen te
maken, dit neemt, niet weg, dat ik zeer veel genoten
heb, en onder den indruk huiswaarts keerde, dat
de Wagner-Vereeuigiug van dezen avond mag ge
tuigen : Wij hebben iets schoons tot stand gebracht.
Dat men den voortrcii'elijken leider, den heer
Viotta, daarbij in de eerste plaats gedenkt, spreekt
vanzelf. Dat deed, zooals ik zeide, ook liet publiek,
en wel met buitengewone geestdrift, het, bleek
dan ook duidelijk hoe in allo détails ziju leidende
1-aud te herkennen was.
** *
De vierde soiiée voor kamermuziek van Toon
kunst waar Messchaert de vijf zangen vau Wagner
en vier liederen van Ciir. Smding zong en waar
het Trio f<i<iet'rtnnte opus I van Céiar Franek
voor piano, viool en vioioncel, en de tonale opus
27 voor piano en viool van Siuciing werd vertolkt,
is bijzonder geslaagd. Messehaert zong verrukkelijk
de zangen van Wagner. Zoo had ik hem in lang
niet hooren zingen en de liederen van Siuding droeg
hij met, zooveel expressie eu realisme (waar de
componist en dichter dit verlangen) voor, dat meu
dien avoud weer ten volle ouder de bekoring van
zijne groote gaveu kwam.
Twee noviteiten (voor Amsterdam althars) w-aren,
de instrumentale werken vau 'ranck en buiding.
Het, werk vau Franck, hoewel tot do zeer jeugdige
werken vau dezen meester behoorende, legt, een be
wonderenswaardig getuigenis af van het meester
schap van 'ranck. Hoe eenvoudig ziju de melodieën.
Sommige zou men gcrhythmecrdc toonladders kun
nen noemen eu hoeveel eenheid is in dit werk ver
kregen door het onderlinge verband dat er Uisscheu
de melodieën bestaat. Uit, de ecuige wijze waarop die
motieven bewerkt, zijn blijkt hoc l'ranck toen reeds
den naam van meester toekwam. Als ik mij niet be
drieg was het, op dit werk dat Liszt voor ongeveer
?l-.") jaar de aandacht van den uitgever liscudier
vestigde. Hij wees in dit, schrijven reeds liet stand
punt aan dat, Franck iu de fransche kunst zou
innemen en toch heeft, het, heel wat, jaren geduurd
voor de Frauschen dit zelf begrepen. Door de
heeren Röntgen, Cramer en Bosmans werd dit werk
brillant en met pieteit vertolkt.
Ik waag hier echter het verzoek of het niet
?euschelijk zou ziju fransche werken op een
fran3heu vleugel uit, te voeren. Er is in Je
klankvolumo van de Bechsteius iets dat vloekt, met het,
doorschijnende van de fransche muziek.
De heeren Cramer en Röiitgeu hebben de sonate
van Siuding eveneens voortreffelijk vertolkt. Ik
heb den heer Cramer iu lang niet zoo schoon hooreu
spek n als dezen avond. Kortom liet was een avond
die als de schoonst geslaagde mag beschouwd
worien.
Het, werk vau Sindmg is hoogst interessant,
vooral wat den eersten en tweeden satz betreft.
?*- #
Het orkest, vau de Amsterdamsche
orkest-vereeukring voerde eveneens eene noviteit uit, ui.
S/ij/c. voor strijkorkest van onzen landgenoot C. P.
Hendr ik s Jr. waarmede deze jonge vereeniging loonde
met hoeveel ernst zij tracht goede orkestrale uit
voeringen te geveu. De compositie zelf getuigt
van de kennis van den componist, die in vorm en
bewerking toont zeer degelijk ontwikkeld te zijn.
Wat, richting betreft sta ik eenigzins tegenover
deu heer Hendriks, wat mij echter niet belet
liet goede iu zijne schepping te waarJceren.
Behalve polyphonie eu correcten vorm verlang ik
echter tevens kleur en xtetintiiiiff, en het is aan de
vormscliooulieid dat de heer Hendriks blijkbaar in
hoofdzaak hecht.
Deze Snik die zeer goed klinkt en practiseh
geschreven is, had veel succes. De componist werd
op het, podium geroepen eu hartelijk toegejuicht.
II i j had alle reilen over de vertolking van zijn
werk tevreden te zijn.
* *
Na de vertolking van Je partij van T.lkalt'.Ut,
hechtte Mevr. Safferah-l'radjaih er natuurlijk aau
ecu beteren indruk te maken. In f.a/l'/at' werd haar
daartoe de gelegenheid gegeven.
I u Je eerste'acte was die indruk werkelijk beter
en ik geloof wel dat wanneer deze, dame nog
eenigen tijd voorstudies maakt, en zich ontwikkelt
in het r>anscl:c-opera-eomi(jue genre en Je Duitsche
lyrische opera, zij wellicht een oede tooneelkrüciit
kan worden. Doch nu is Je stem beslist uog te
zwak. Vooral liet medium is vaak klackloos. Voor
hare ontwikkeling zal het, dunkt mij, noodig zijn,
vooreerst nog niet op te treden, althans nog niet
iu zoo gewichtige lionfdrollen. Ik heb ditmaal
echter iets bespeurd dat mij hoop geeft op iets
veel beters. Doch wil dit betere bereikt worden
dan moet- studie alleen de leuze zijn.
Dat het spel reeds zoover boven het, vocale staat
bewijst, dat deze dame besliste gaven voor het
wen
se!