Historisch Archief 1877-1940
~
No. 971
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
filliswinde.
Gedichten van Louis COUPERUS. 1)
Hoe legt iemand het aan, die zich niet branden
wil, een gevaarlijk werk onderneemt en niet weet
?of by de aangewezen man is om het er goed af
te brengen? H\j erkent het gevaar, hij arbeidt
met ernst en behoedzaamheid, en beweert niet
dat z^jn uitkomst onfeilbaar is.
Verzen kritiseerennu is een zeer gevaarlijk werk,
en behoorde hém overgelaten te zijn, die ook
veel praktische ervaring van de kunst der verzen
.heeft. De beste kritikus van gedichten zou zijn een
.goed dichter, tevens wysgeerig genoeg om zijn
«igen temperament er buiten te houden, en met
een oog voor anderer natuur.
Maar zulke kritici zjjn niet altijd te vinden,
en nu het mijn deel is om over gedichten te
spreken, kan ik niet anders doen dan ze lezen,
ze op mijn gevoel laten reageeren, nagaan welke
?de reactie is, en rapport over de uitkomst op
maken. En zoo ik dat rapport uitbreng als de
kritiek van iemand die het weet, dit geschiedt
voor de kortheid, want nogmaals: weter mag hij
zich slechts noemen, die zelve goede verzen maakt.
En thans het rapport.
De bundel van Louis Couperus is een bundel
?om verbaasd over te zyn. Op een zekere wijze
onberispelijk, zuivere vijfvoeten, verzorgde
taal, weinig of geen gemeenplaatsen en stoplappen
mist Couperus nagenoeg alle deugden, die
?verzen tot poëzie maken. Waarom schreef Cou
perus deze gedichten? Had hij een schoon ge
voel in zich, een ontroering van kracht, van
teederheid; iets van de innigheid, die hetzij in
iorschheid, hetzij in zachtheid zich openbaart ?
Had hy een droom van klank, die het vers kon
dragen en het op godentaai doen gelijken ?
"Was hg aangedaan door zijn fantasieën ?
Misschien had Couperus dat alles, en was hij
het, maar het toonen, dat deed hij niet; en zijn
gedichten lezend begrijpt men niet, waarom hij
ze maakte. Zijn werk is nagenoeg overal koud,
.zonder aandoening, zonder indruk. Het
verzenmaken van Louis Couperus gelijkt op een gedis
tingeerd spelletje, waarbij hij de woorden met
zekere bekwaamheid in het gelid plaatst, en
tegelijk gelegenheid vindt in zijn geliefde visioe
nen van goud en azuur en lazuur zich te ver
meien.
In Godsnaam, wat heeft men aan verzen als de
?volgende, de gelijken van welke men met handen
?vol uit den bundel kan oprapen:
En moede vlijde zich
De knaap met matten lach en luikend oog
Aan Vivianes voeten, waar zij zat
Op beuren troon van kristallen, als in
Een heiligdom, een tempel, hof van zuilen,
Louter kristal... Zij wenkte, ontving een harp,
En harpen namen ook heur nimfen, alle,
Ea zilvrend klonk dan Vivianes stem,
En ook heur nimfen, alle, zongen na,
En reiden zich in weeldrig-ronden dans,
Zich hullende en onthullende in een gaas,
Een enklen sluyer, eindeloos en licht....
«nzoovoorts, enzoovoorts.
Een zekere bekwaamheid, die weinig waard is,
maar aandoening, maar aandrang, maar innigheid,
maar gezang, zij zijn er niet, behoudens op
?eiikele plaatsen.
iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimmitiiiiiiiHiiiiMiiiiiiii
6d« Jaargang. 2 Februari 1896
Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres:
Stonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
mimïmiiiiiiiiiiiiiillllllllliiiiilmiliilllimimillinillllliiiiimiiiiiimilllllll
CORRESPONDENTIE.
H. J. d. H. te A. Wij zullen uw voorstel in ge
dachten houden. Hartelijk gegroet.
Van P. G. L. Fothergill, te Lymington.
Yervaardigd voor den Halfjaarl. Internationalen
probleemwedstrijd in dit blad.
JSfo. 321. Mat in drie (3) zetten.
a bcdefgh
Wit: K a5, T e3 en h3, R c8 en f8, P a2 en h6;
b6 = 8.
Zwart: K d5, P bl; b t, d2, e5, f4 eu h4 = 8.
Prof. Berger's beoordeeling van No. 318 (Gold) luidt:
Eine alte Idee einfach, gefallig dargestellt. (2)
Toegekend cijfer l 6/7.
Oplossing van No. 319 (Le Comte)
l T f6, P d5: 2 T Si l enz.
K fö: 2 D b.8 f
P c8 2 dc6 :
K d4
c6
} 2 D e7 : (t)
Het vreemde van het geval is, dat die enkele
plaatsen veelal aan den aanvang van een gedicht
of een hoofdstuk te vinden zyn. Het is of
Gouperus telkens begon met een zekere kracht van
poëzie, en dan dacht: zie zoo, nu kan ik er
verder maar op los schrijven. De eerste regels,
die goed zijn en gering in getal, moeten er vele
volgende rechtvaardigen, waar men niets aan heeft.
Hoe begint Viviane ?
Stil onder 't klaar en roereloos lazuur
Van 't blauwend meer, dat, vloeiende saffier,
Door 't loof van tooverwouden overschaüwd,
Het land van Logres ciert, rees uit kristal
Dit is niet zonder voorname statigheid.
Maar dan komt een slappe regel:
Rees uit kristal
Geslepen, Vivianes flonkerblauw paleis,
En dan weder met wat allure:
Als in azuren stilte reide zich
Er zaal aan zaal...
En dan wordt het heelemaal niets.
Zang IV van Williswinde (2) begint met een
goeden regel:
De hoogtijdszon ontgloeide in blonden glans
Der zoele lentezon...
Zang III van Semiramis vangt aldus aan :
De zwoele nacht weeft als een zilvren net
Van manestralen over de woestijn.
Maar het schoonst toont zich de inspiratie van
het beginnen in Williswinde, welke aanvang voor
mij het eenige brok van wat omvang is, waarom
ik den maker van den bundel dichter zou kun
nen noemen. Het lijkt mij, of Couperus zijn eigen
hart niet kent. Hij wil zwelgen in goud en dia
manten, in blauwe hemels en klare zeeën, doch
zijn ware liefde is of was althans, voor een teeder
jong meisje. Als hij over zulk een jong meisje
dicht, vindt hij buigingen van ridderlijke aanbid
ding, en fluisteringen van devote hulde.
(relvjk een lileeke bloem in sombren hof
Door zonnegloed maar zelden zoet gestreeld,
Zoo bloeide Williswinde droomende op
Ia schaüw van kloostermuren. .. .
Droomend zag
Ze, als droeve geesten, zwevende in den dood,
De witte nonnen, beden murmlend, gaan.
Ze speelde als kind er in den klooatertuin,
Door hoog-getransde muren gansoh omringd,
En, 't ruischte klaynnde, als een ziel in leed,
Langs loof van linden, en kastanjes voort. . .
Dan riep hiar 't ve^perklokje k/oosterwaarts,
En mijmrensmoede trad de kleine en loom
Naar binnen, met een enkel dorrend blad,
Dat uit haar lokken woei, en knielde neer,
En paarde kweelend haar kristal geluid
Aan't smeekend koor,dat wiekend steeg ten hemel.
Zoo bloeide 't kind tot maagd, en iedre dag
Schakelde somber zich een andren aan,
En al haar zonneschijn was bleeke glans
Van lentestralen en de glimlach, dien
Een non voorbijgaande op haar vallen liet,
En die nog bleeker was dan lentes straal.
Vooral de gecursiveerde regels komen mij voor
innig en schoon te zijn; en ik geloof dat Couperus
hier het diepste en meest echte van zijn ziel tot
uitdrukking bracht.
Ik wil in mijn rapport nog enkele regels op
nemen.
niiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimiiimiiiiMiiiiiiiimiMiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiu
Opgelost door C. Koekelkorn, Keulen i'4) Prof.
Berger, Graz (3) H. J. don Hei tog, Amsterdam (3i
E. B. Schwann, Londen (3) H. Mendes da Costa,
Amsterdam (3j Zier, 's Hage (2) R. R. R,
Amsterdam (4) S. te Gorssel (3)
Beoordeelingen (No. 319 Lecomto).
Eine vorzüglich ausgearbeitete Aufgabe. Dass der
erste Zug keinerlei Drohung entluïlt ist merkwiïrdig
genug (auch 2 T f4 drolit nicht wegen CD !) l T d7
wird nur duren P fó ! widerlegt.
C. Kockelkorn. *"
Nicht viel Inhalt, doch allenfalls 3.
Joh. Berger.
T wo very fair variations are nicely combined. The
position however does not strike me as a very
attractive one.
Edward B. Scbwann.
De positie der witte stukken op den K. vleugel
brengt den oplosser al boel spoedig op 't idee, dat
de zwarte koning o.a. op fG en t'4 verwacht wordt,
de ideutelzet ligt dus vrij wel voor de hand. 2 T f4
in de hoofdvar. is nit-t nieuw. Ook is 't probleem
niet vrij van duals. maar 't sobere in de bewerking
van 't geheel in aanmerking genomen, mogen ze niet
te zwaar worden aangerekend. Matstellingen niet
kwaad, 't Probleem kan m. i. nog wel een 3 halen.
H. J. den Hertog.
Vereenigd Amst. Schaakgenootschap Caféde Roode
Leeuw, Vijgendam 22. Speelavonden Dinsdag en
Zaterdag, 8?12. Jaarl. contributie / 6.
't V. A. S geeft voortaan toegangkaarten uit a ?3,
welke een jaar lang geldig zijn.
Amst. Schaakclub De Karseboom", Kalverstraat
's Maandags, 8?12. Contributie ? 3.
College Zeemansboop (Dam), allo middagen van
1?5 uur en Zaterdag 'savonds voor ge
utroduceerden en buitenleden.
Het Rotterdamsch Schaakgenootschap houdt bij
eenkomst des Woensdags en Zaterdagsavonds van
8 11 uur, in het K.jtterdamseh Leescabinet. Daar
enboven dagelijks gelegenheid in de namiddaguren
in bovengenoemd locaal.
De Nieuwe Rotterdamsche Schaakclub vergadert
Dinsdagavond en Zondagmiddag in CaféRondeel",
Hoogstraat.
Uit Viviane deze:
De vrouw des meers, zij blanke Viviane.
En ook uit het zelfde gedicht:
En elke klank ontlokte klaterhel
Aan 't klaar kristal een klaarder wederklank..,
En nog eens uit Viviane:
Raatlend in
Milliarden scherven valt het reuzendak
Des koepels neer, een woede van kristal.. .
Niet zeer poëtisch van doen, maar een voor
Couperus zeldzaam oogenblik van dramatische
emotie, in Williswinde:
Hij grypt haar kreuk'lend, zilvren sluierwaas,
En in die plooien schuilt zijn aangezicht
Door heete tranen overvloeid...
Wederom uit Willistvinde:
Smelt
In tranen weg, volzoete errinneringl
Want het is allerzaligst week te zijn,
Zeer week in de eenzaamheid en luid, zeer luid
Te klagen, dat men hoopte en niet meer hoopt.
Uit Semiramis:
Scharlaken kelken storten geuren uit.
Wat op effekt berekend, doch ook inderdaad
niet geheel zonder werking, de slotregels van
Semiramis :
Maar aan de transen, eerst zoo somber dof
Zich welvend boven 't zingend cederhout
Flonkeren myriaden starren plots
Haar hellen goudglans en heur stralen uit,
Maar den allerlaatsten regel laat ik weg, want
die bederft alles.
En nu meen ik, dat mijn rapport bevat, wat
het bevatten moest.
Clt. M. VAN Dl'.VKNTER.
1) Uitgave van L. J. Veen, Amsterdam.
2) Titel van het gedicht, waarnaar de gansche
bundel genoemd is.
Van den Neder land schen Vredebondis het jaar
boekje voor 18!M) verschenen, een werkje, dat
behalve de noodige inlichtingen omtrent de
vereeniging en de verwante lichamen in andere
landen, en het verslag der jongste algemeene
vergadering, talrijke opstellen van meer of min
bekende vredebonders in Nederland bevat, en dus
tevens als propagandageschrift kan dienst doen.
Inhoud van Eigen Haard, No. 5: Een mis
deelde, door Louise B. B. V. Jhr. mr. G. J.
Th. eelaerts van Blokland, door Charles
Boissevain (met portret). Fusains (Rhenen), door
Edw. B. Koster. Binnenhuis (bij de plaat).
Alb. Neuhuys, Binnenhuis (naar de schilderij
in het bezit van den heer P. Langerhuizen te
Bussum). Ongelijke karakter*, door A. Peaux.
Kijkjes in het Museum van Nederland sche dieren
in Arti~; door dr. J. E. Rombouts, (met afbeel
dingen naar photographieën van den schrijver.
Prinses Elisabeth van Waldeck-Pyrmont (met
portret). De X-stralen, door dr. E. van der
Ven (met afbeelding).
Nieuwe Uitgaven.
Van Mrijuba tot K*ugersdorp. Album, be
vattende Transvaalsche landschappsn, volkstypen
en portretten. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink.
DANIEL DE LANG K Cantate, (Uitgevoerd bij
gelegenheid van de 25ste jaarvergadering van
den Nederlandschen Protestantenbond). Woorden
iiiiiiiiiiiiiimiiiiiMMiitMimtHiiiiiiiimmii
UIT DE SCHAAKWERELD.
Steinitz en Schiffers zijn overeengekomen, na afloop
van don wedstrijd te Petersburg, een match te Charkow
te spelen. Een rijk schaakhefhebber aldaar heeft
een prijs van 1200 Roebels voor dit doel uitgeloofd,
800 Roebels voor den winner en 400 Koebels voor
den verliezer.
Pillsbury gaat van Petersburg naar Riga, waar hij
een blindelings en een simultaan séance zal geven.
Lasker neemt de terugreis naar Londen via Moskau
en Berlijn.
De club te Moskau wil voor Petersburg niet onder
doen en beeft pogingen in 't werk gesteld een tweede
match tusschen Lasker en Steinitz tot stand te bren
gen, die in Mei a. s. aldaar zal plaats vinden.
Volledig overz.
van den wedstrijd
te Petersburg
13 Dec. 189ötot
25 Jan. 1896.
Lasker I
Steinitz II
Pillsbury
Tschigorine
0 S
1» s
« 0
001101
11:011
OIOOiO
-?*
-S 0
'a*?
'S 't
-^ o
-a*
11101.1
011000
100111
.- ?
a '
-? 'S
~ o
S»
00 11. il
111111
000111
J
ti j»
5 2
P
lillll
011001
11100.1
lli
91
8
7
De volgende partij is oen der interessantste spelen
die wij tot dusver uit Petersburg te zien kregen.
Dit zegt zeer veel, indien men 't gehalte in aanmer
king neemt der overige gepubliceerde partijen. Naar
alle berekening zullen deze 30 meesterpartijen de
mooiste collectie vormen die ooit op schaakgebied
verscheen.
GEWEIGERD DAME GAMBIET.
Wit. Zwart.
Pillsbury. Lasker.
evenals R f4, voor minder
solide dan de lianchetto
ontwikkeling naar b2. Na
c5 is de zet geheel on
gemotiveerd.
5 cd4:!
<> I) (14:
P d4:? dan e5 enz.
6 P c6
7 D h4
«14
c3
f3
«15
e6
P f6
c5
l
2
3 P
4 P
5 R g5
Zooals wij reeds meer
malen hebben opgemerkt,
houden wij deze ontwik
keling van den raadsheer,
van ds. J. A. Böhringer. Zwolle, de Erven J.
J. Tjjl.
Bijdragen tot de statistiek van Nederland.
Uitgegeven door de Centrale Commissie voor de
statistiek, 's Gravenhage, van Weelden en
Mingelen. III. Overzicht betreffende de loonen en
den arbeidsduur bij rijkswerken in 1894.
Mr. C. J. H. SCHEDEL. Wegenrecht in Neder
land. Groningen, J. B. Wolters.
Dr. J. TIDEMAN. De Vereeniging ter bevordering
der oude Nederlandrehe letterkunde (1843-1850).
Bijdrage tot de geschiedenis van de Nederlansche
letterkunde in den 19de eeuw. 's Gravenhage,
Gebr. II. en J van Langenhuysen.
Verslag over den aanleg en de exploitatie van
de staatsspoorwegen in Ned. Indie, over het jaar
1894. 's Gravenhage, Martinus Nijhott'.
Mr. J. H. DE VRIES. De voorloopige werking
van de bedrijfsbeiusting. Zwolle, de Erven J. J. Tijl.
M. II. VAN 't KRUI.IS. T'-amva 'Ixhe volksliede
ren, voor harmonium, orgel of piano. Rotterdam,
Wenk & Birkhoff.
MAX ROOSES. Oude en ni uwe kunst I. Gent,
J. Vuylsteke.
F. v. KAPFE-ESSENTHER. Schulden. Roman.
Berlin, Hugo Steinitz.
A. v ON PERFALL. Das verlorene Paradies. Roman.
Berlin, Hugo Steinitz.
RICII. P. WÜI.KBR. Die Arthursage in der
Englischen Literatur. Leipzig, Alexander Edelmann.
IIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIII
iimiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiimiiiiii
Geachte Redactie,
Vergun mij, krachtig protest aan te teekenen
tegen de bewering van v. d. M. in het laatste
nummer van dit blad : »het is een bekend feit,
dat niet n leeraar in het teekenen, aan de H.
B. S. orde kan houden."
Het gaat niet aan, zulk een ongegronde en
algemeene bewering op te werpen, en aldus een
geheele afdeeling leeraren by het M. O., onder welke
vele bekwame en verdienstelijke mannen, onver
diend een smet aan te wrijven. Vroegere, vaak
slechte toestanden, mogen bij een beoordeeling
van het teekenonderwijs aan de II. B. S. niet
tot uitgangspunt dienen. En indien het billijk
ware, naar aanleiding van bijzondere gevallen te
gaan generaliseeren, zou het onderwijs in alle
vakken, zoowel op de Gymnasia als op de II. B.
S. onherroepelijk veroordeeld zijn.
Indien de heer v. d. M. in de gelegenheid
kon worden gesteld, een verjongingskuur te on
dergaan, en daarna als leerling, en liefst als zeer
ondeugende (van groote bescheidenheid zou hij
zeker, blijkens zijn opmerkingen, geen hinder
hebben) een der H. B. S., b.v. die te Goes,
Bergen o Z. of Rotterdam te bezoeken (deze
scholen zijn mij uit persoonlijke ervaring bekend),
zou hij spoedig ondervinden, dat er van »pan
maken ' geen sprake is. In dat geval zou hij
stellig minder waanwijs oordeelen over toestanden
van welke hij nu volkomen onkundig toont te
wezen.
Te geruster protesteer ik, daar ik bij het on
derwijs in het teekenen niet betrokken ben noch
eenig belang heb. Over het al of niet
wenschelijke van het invoeren van teekenonderwijs aan
de Gymnasia kan ik niet oordeelen. Dat de
heer v. d. M. de bewijzen atiegt, in deze kwestie
als deskundige op te treden, waag ik evenwel
aan sterken twijfel onderhevig te achten.
Rotterdam, Jan. '00. J. KUXST.
Hier kwam ook in aan
merking 7 R fO :, gfö: !,
8 D h4, R e7 9 cd5:,
ed5 :, maar ook in deze
variant behi udt Zwart 't
letere spel door zijn
beide raadsbeeren en de
open lijnen voor zijn
torens.
7 R e7
8 0-0-0
Wit stelt hierdoor zijn
koning aan vele gevaren
bloot, al verschaft hij ook
voor 't oogenblik den
toren een werkzaam aan
deel aan 't gevecht.
8 D a5
9 e3 R d7
10 K bl h6
11 C d5: ed5:
12 P d4 0-0
13 R f6: R f6:
14 D h5 P d4;
15 edl: R e6
16 f4 T acS
17 f5
Wit bemerkt niets van
't geen zwart in 't schild
voert, anders had hij hier
D f3 gespoeld.
17 T c3:
Prachtig gespeeld. De
combinatie is even diep
als brillant
18 fe6:
18 bc3: dan D c3 : 19
f e (i :, R d4 : 20 T dl:,
D dl: 21 ef7:f, T f7 :
en zwart wint.
18 T :i3
Pillsbury bekende, na
atloop der partij, dat deze
geniale voorzetting hem,
toen hij 17 f5 speelde,
was ontgaan. De zet for
ceert de winst, onver
schillig wat wit speelt.
l!) ef7:f T f7:
19 e7 dan T e8! 20
ba3 :, Dbti f 21 K c2 (Kal
dan R d4: f 22 T d4 :,
D d4 f 23 K bl, T e7 :
en wint) T c8 f 22 K d2,
R d4 : ! (niet D d4 : f we
gens 23 K el en de koning
ontsnapt) 23 e8 D f, T e8 :
i4 R d3, D a5 f 25Kfl,
T f8 f 26 II f2, T f2 : f !
en wint.
20 ba3: D b6f
21 R b5
Een noodzakelijk offer
want op K al zou volgen
R d4 : f 22 T d4 :, D d4 : f
23 K bl, T f2 24 D e8 f,
K h7 25 R e2, D d2 en
wint.
21 Db5:|
22 K al T c7
Zwart mist hier de
sterkste voortzetting n.l.
D cö! 23 D g4, T e7 enz.
23 T d2 T c4
24 Thdl T c3
25 D f5 D c4
26 K b2 .'
Wit ziet opnieuw een
geniale combinatie van
zwart over 't hoofd ; hij
zou anders K bl gespeeld
hebben.
26 T a3s
27 D e6 f K U7
28 K a3 :
Wit verkeerde waar
schijnlijk in tijdnood, an
ders had hij stellig 't mat
in 5 zetten ontdekt, dat
Lasker in petto bad, in
geval de toren genomen
werd. K bl was de zet.
28
29 K a5
30 K b5:
31 K a5
32 D b6
D c3f
1)5 f
D c4f
R d8f
mat.