Historisch Archief 1877-1940
No. 972
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Het Nieuw-Malthusianisme in de Eerste Kamer.
Een publiek buiten de zaal dat men wel het eerst over deze quaestie had mogen hooren.
"iiiiiiiMiiiiimiii
SNUIFJES.
Dat wil met die schutterij nog niet. Nu
spant het weer te Haarlem. Majoor Gerlings
heeft zijn ontslag aangevraagd of genomen,
omdat de schutterijwet van 't jaar '27 volstrekt
geen rekening houdt met de sociale toestanden
van 1896. De schutterijwet blijft precies zooals
zij is en de volksgeest wijzigt zich; de ge
vallen van »insubordinatie" nemen toe; de
eischen van «betaling voor verzuimden tijd"
worden talrijker, »het moreel overwicht van den
meerdere over den mindere" gaat achteruit,
neen »is volkomen te loor gegaan"... Wat heeft
iemand er nu aan onder zulke omstandigheden
majoor-commandant te heeten? Dat was in
den tijd toen de klokjes van Daroiate naar de
Spaarnestad verhuisden, en ook nog in de dagen
van Kenau Sim Hasselaar, heel anders. Maar,
zoo zou ik willen vragen, waarom is juist te
Haarlem de volksgeest dermate aan het ont
aarden? Haarlem heeft een Bisschop, een
Commissaris der Koningin; het bezit het be
roemdste orgel, een aantal kerken, geestelijken,
onderwijzers en scholen; het is prat op zijn
Hals, op zijn museum, op Teyler, op zijn
staalbron, op zijn bloemen, op zij u Hout.?Haar
lem onderscheidt zich boven zoovele steden
van ons land door zijn godsdienst, zijn kunst,
zijn wetenschap, door alles wat lieflijk is en
welluidt, en de schutterij wil er niet tieren.
Wie legt me dit uit ?
De zaak zal wel zijn, dat te Haarlem de
schutterij zoo slecht is, omdat de Haarlem
mers zelf zoo goed zijn, beter misschien nog
dan hun majoor-commandant. Zij zijn ont
wassen aan de schutterij!
Groote onaangenaamheden worden bericht
uit Noord-Holland. De Wormers en Jispers
hebben het met mekaar aan den stok.
Het kerkgebouw te Jisp werd in 1834 afge
broken, dat te Wormer en de pastorie te Jisp
werden hersteld en het beheer werd gevoerd
door vier diakenen, van elke gemeente twee.
De pastorie te Jisp werd sedert bouwvallig
en eischte algelieele vernieuwing, doch daar
door ontstond een oneenigheid, die onvoor
ziene gevolgen had. Men zou denken, dat de
nieuwe pastorie op de plaats der oude, dus
te Jisp, zou komen te staan, bovendien vonden
de gemeenteleden het billijk, dat, als Wormer
het kerkgebouw had, zij de pastorie zouden
behouden, terwijl Wormer, waar het grootste
deel der leden woont, bij de kerk ook de
pastorie wenschte. Maanden en maanden
achtereen werd over deze quaestie getwist,
tot eindelijk prof. Cramer en da. ILe.sia zou
den trachten partijen te verzoenen. Op hun
voorstel werden tot scheidsrechters benoemd
de heeren ds. raindijk, ds. JKKHC, en ds. Bocke,,
die de zaak onderzochten en als hun advies
te kennen gaven, dat Jisp de aangewezen
plaats was voor de nieuwe pastorie.
Doch vóór dat advies nog was kenbaar ge
maakt, werden door iemand, die sinds Mei
1890 niet langer te Wormer, doch te
Xieuweudam woonde, de leden tot een
verl.oeving'' bijeengeroepen, waar alleen de leden
van zijn partij verschenen. Daarin werden
de fungeerende diakenen ontslagen en een
nieuwe kerkeraad in hun plaats benoemd,
onder wie het te Nieuwendam wonend
kerkeraadslid. Het bedehuis werd door de op
positie-partij tijdig bezet en do diakenbanken
in beslag genomen (behalve door den
Nieuwendammer). zoodat de leeraar, om grove
ergernis te voorkomen, do kerk moest
verlaten, die daarop namens den kerkeniad door
Rijkspolitie werd verzegeld. Laier is de kerk
weer ontsloten en hadden de godsdienstoefe
ningen, onder bescherming (Ier politie, plaats,
en thans is de toestand rustig, ofschoon vele
leden nog met elkander op gespannen voet
l verkecren.
Met klimmende belangstelling en toene
mende spanning las ik dit verhaal en het
deed mij goed ten slotte te vernemen, dat de
Jispers de pastorie krijgen, terwijl do Wormers
l hun kerk behouden, ik vind dat ook het
j billijkst bij een huwelijk tusschen twee ge
meenten, de een de pastorie, en de ander de
kerk, ieder wat van de stokvisch. Al ken ik
nu de Wormers noch de Jispers, die Wor
mers hebben mij tegen zich ingenomen, uit
hoofde hunner verschrikkelijke inhaligheid,
en als ik dien Nieuwendammer ooit in mijn
leven ontmoet... . maar ik zal wel oppassen
vooreerst niet aan den overkant van het Y
te komen.
Intusschen heeft dit verhaal mij in een van
mijn liefste overtuigingen geschokt. Ik had
in mijn leven al veel over geloofsgeschillen
en kerkkrakeelen gelezen, zoodat ik mij aan
het denkbeeld gewend had, dat elk geloof
veel beter is dan zijn belijders. Maar n uit
zondering maakte ik altijd op den regel
nl. voor de Doopsgezinden. En dat niet alleen,
omdat zij, anders dan de overige christenen,
zich eerst laten doopen als /ij volwassen zijn,
maar 'vooral wijl zij zich steeds stipt houden
aan de evangelische voorschriften van
gansclielijk niet te zweren, geen zwaard te dragen,
iemand liefst tweemaal zoo veel te geven als
hij vraagt, enz. enz. En wat blijkt me nu
daar opeens? Dat zij precies zijn als de rest.
Ja. misschien erger nog dan de rest. Want
als ik bedenk, dat deze Wormers, en in 't
bijzonder die Nieuwendammer, een professor
en vier domino's, de heeren Cramer, Hesta,
(Jraandijk, Jesse en K >eke, hebben getrot
seerd, /,oo dat zelfs de leeraar niet kon pre
ken, en de politie de kerk moest verzegelen,
dan vraag ik bij me zelf, wat de
majoorcommandiint der Haarlemsche schutterij, die
er over klaagde dat liet moreele overwicht
van den meerdere over den mindere volko
men is t,e loor gegaan," wel van 'Ifn1
insubonlitiatie zal moeten zeggen ! Zoo naden
kende, knmt men allicht van het een op liet
ander. Te Haarlem telt men nog al veel
doopsgezinden. .Meer dan ergens elders in ons
land. Zouden die oneerbiediglieid tegenover
het ..gezag'' te Haarlem en die ongeregeldheden
onder de doopsgezinden te Wormer en Jisp,
ien slotje ouk n oorzaak kunnen hebben?
/?ui veel is zeker, zoowel hier als daar is,
om met den heer (ierlings te spreken : het
gezag ondermijnd, liet onmisbare gezag over
de manschappen zijn du commandanten kwijt!
IX' N'ederlandschc Rogecring heeft verlof
verkregen om d<; kUt niet het stoffelijk over
schot van Priii-; Wille.in Ge-jrge Frederik
van Oraaje-Xas.sau, dat begraven ligt in de
sacrisüe der Augu-itijiierkerk te I'adu.i, naar
Delft over te brengen. Mede zal dan wor
den overgevoerd het gedenkteeken dat zich
in genoemde kerk ter nagedachtenis aan
genoemden Prins bevindt en e3n kunstwerk
van Canova is.
Aangezien de Regeering zichzelf niet een
dankbrief kan schrijven, ben ik zoo vrij. uit
naam der Nederl. natie, de Regeering dank
te betuigen, gelijk dit bij de vermelding van
een dergelijke schenking past. Openhartiger
dan dit in de Si. Cl. pleegt te geschieden,
voeg ik er echter bij, dat mijn dank het kunst
werk van Canova geldt de asch van Prins
\Villem George Frederik, of de kist waarin
die asch geborgen ligt, zou ik zonder eenige
droefheid of teleurstelling der
Augustijnerkerk te l'adua blijven gunnen. Waarschijnlijk
nam dan ook (Ie Regeering, op het gedenk
teeken dat overschot toe.
Toen ik vóór een paar weken las, dat een
dagblad failliet was verklaard door de Recht
bank kon ik mijn oogen niet gelooven. Ik
zei bij mezelf, hoe kan iets failliet gaan, waar
zooveel intellect bij betrokken is. Als dat
mogelijk is, gaat er meer. Maar nu zie iktotmijit
genoegen dat het Hof, altijd wijzer dan de Recht
bank, de faillietverklaring te niet doet. Het fail
lissement was aangevra 'gddooreenleverancier
van papier voor het blad en de Rechtbank sprak
het faillissement uit op grond dat hier sprake
was van een daad van koopmanschap, /ij
nam aan, dat het koopen van papier en het
bedrukt verkoopen daarvan, daad van koop
manschap was.
liet i lof echter was niet van die meening.
Dit rechtscollege nam geen daad van koop
manschap aan ; het erkende wel is waar, dat
papier was gekocht en bedrukt verkocht, doch
de vraag was hier, of intellect was verkocht
dan \vel het gedrukt papier als zoodanig.
Men zou al geheel misdeeld moeten zijn van
verstand, om niet te begrijpen dat het Hof
gt-lyk heet!, en ik hoop dat er nu weldra ook
eA'ii.s ukspv.tak. van dat rechtscollege zal komen,
waaruit duidelijk blijkt, dat iemand, die intel
lect verkoopt, zijn rekeningen niet behoeft
te betalen. Dat zou voor de inteilectueele
wcri-ld een heele verlichting wezen ; zij wacht
daar iveds zoo lang op. Maar ook deze vraag
rijst, waar blijft nu de l>i unetière met zijn
verzekering, dat de M'clen^i'linp bankroet is?
Hoe die uitspraak te rijmen met de beslissing
van ons Hof over het hdrllcct Y Zoo ziet men
alweer dat iets te beweren gemakkelijker i*
dau iets te bewijzen.