Historisch Archief 1877-1940
974
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD- VOOR NEDERLAND.
D e (antir.) Nederlander. 15 Febr. Program
«f Partij?" (Aan de Standaard.)
17 Febr. Het Wetsontwerp voor de Kamers van
Arbeid."
21 Febr. Eén doel"; twee wegen". (Werkgevers
en werknemers.)
Het Volkadagblad. 15 Febr. Katholieke
bronnen" (v. d. Volksbanier)
17 Febr. Zoo heer, zoo knecht" (het Centrum over
de politie).
20 Febr. Staalman en de Standaard."
De Maasbode. 12 Febr. De minister van
Houten eu de liberale partif.
18 Febr. Er ingeloopen !"
N. Bot t, e r d. C r t. 11 Febr. De grondvernuur
op Java." II (slot).
16 Febr. Zeebrieven."
Het Vaderland. 16/17 Febr. Politieke Voor
uitzichten."
Haagsen Dagblad. 11 Febr. De
belastingqnaestie."
12 Febr. Een betreurenswaardig incident," (in
den Duitschen Rijksdag).
14 Febr. Noodige aanvulling." (N. Maltb,)
Ut r. Dagblad. 9 Febr. Alliantie." In orde."
10 Febr. Zou het tijd worden?"
12 Febr. Geraakt?" (Polemiek m d. Standaard.)
Utrechtsen Dagblad. 19 Febr. De
suikerA r n h. C r t. 17 Febr. Het programma der Lib.
Unie."
Middel b. Ort 15 Febr. De pers over de
ridderorde van den Aartsbisschop."
19 Febr. De bietenverbouwers en de nieuwe
Snikerwet."
P r o v. G r o n. C t. Zaaikoren" (Het nutsrapport
over armenzorg).
Nieuwe Winsc h. C t. 16 Febr. Ook een stuk
sociale kwestie". (Volksvoeding).
Z a a n 1. O t. 15 Febr. Eene gewetensvraag" (Ver
mogensbelasting).
Venloosch Weekblad, 15 Febr. Afschaf
fing der tollen."
N. L e e u w. C r t. 19 Febr. Een Amsterdamsen
?werkman voor de Tweede Kamer."
N. Arnh. C r t. .18 Febr. De opheffing der
Stedelijke Bank van Leening. ' V (slot).
Toynbeewerk."
De Nederlander (weekblad). 15 Febr.
Oudedagspensioenen in Denemarken."
S o c. Weekblad. 15 Febr. De Voorpost'1, door
Hel. Mercier.
De Volksstem. 15 Febr. Verwerpen of aan
nemen?" (Kieswet) door Dr. H. J. B«tz.
SociaalPolitiek "
DeSociaal Democraat. 15 Febr. De achter
uitgang van de u midden- en boerenstand iir Nederland."
De Vol ksb anier (B.-K Volksbond). 20 Febr.
Protest van den Katholieken Volksbond tegen de
erkenning als rechtspersoon van den N. Malth. Bond."
Weekblad v. d. Al g. Ne d. Diam Bond.
18 Febr. De werkstaking der roosjesslijpers."
Neerland's Volksblad. 15 F-br. Spel."
V r ij l and, 15 Febr. Een finantieel plBn."
Ordelijke hervorming. 15 Febr. 1796."
Courautengeschrijf fin du siècle," door Mr. A. H.
Koning.
Maandblad tegen de kwakzalver ij,
Pehr. '9(i. Brieven over Windelincx."
Weekblad v. d. Burg. Administratie,
20 Febr. Art 15 der fabriekswet".
De Volkstribuun. 15 Febr. De Kerk en
de Vooruitgang" door Yo que anj contrabandista.
In s ui in d e. 18 Febr. Zwijgen is goud."
N. S u r i n. C r t. 19 Jan. Begeeringsanglomanie
en vrees."
26 Jan. Bizondere of openbare scbolen."
Het Schoolblad. 18 Febr. Multatuli en
paedagogiek."
De Wekker, 15 Febr. Te groote klast<en" door
Ta. Het hoofd der school", door Een Veteraan.
iniiiiiiii uu
IIMMIINHMIIIIIimillllllll
BABY, WAAR BEN JE?
Carnavalsschets.
JVaar 't Duitsch van HILDEGARD VON HIPPEL.
Zij was een Noord-Duitsche, uit Lubeck,
en kwam met haar ouders, den heer Rath
en gemalin, uit het Zuiden terug, via Brenner
München. Ze was slank, blond, zeer schoon,
eenigszins stijf, met een sterke neiging, om iets
shocking te vinden. Daarin geleek zij haar
vader, die van top tot teen ambtenaar was,
terwijl haar levenslustige, nog jonge moeder
Rhijnsch bloed in de aderen had. Daarom
sloeg deze, de eenige van het drietal die schik
had, met glinsterende oogen het
Carnavalsgewoel gade. Zij waren in het caf
Maxiniilian te München. Anny, de dochter, had
zich dicht tegen haar vader gedrongen en
wist niet of ze lachen of schreien zou, toen
een jonge knappe gauwdief in het stemmig
gewaad van een heilige uit het morgenland,
baar den kop chocolade voor haar neus
leegdronk! Vóór hen woelde en warrelde het
dooreen; harlekijns, Engelschen, babies, negers,
Spanjaarden, dames uit het rococotijdperk;
terwijl een orkest ergens in een hoek de
nieuwste muziek ten gehoore bracht.
«Halten fest und treu zusammen, tralala
tralala!"
Het refrein werd telkens door het geheele
koor meegezongen.
»'t Is een schandaal!" zuchtte de oude heer.
Een harlekijn was op een tafeltje achter
hem gesprongen en kriebelde van af zijn
standplaats voorzichtig met een langen pau
wen veer den neus van den vertoornden familie
vader.
»Hatsjie!" niesde de heer Rath. ;>Hatsjie!"
»Hatsjie!" schreeuwde juichend de geheele
bende. »Hatsjie!"
De heer Rath was een beroerte nabij.
_ »Sophie!" riep hij angstig zijn vrouw toe,
»ik wd er uit!"
»Sophie!" gierde het koor, »hij wil er uit!"
»Nu dan, op zij!" gebood Suphie dood
kalm.
Er ontstond een kleine opstopping. Sophie
UZ
in de Hoofdstad.
Bij het samenstellen van een ruiker kiest men
natuurlijk harmonieerende bloemeu. In zulke gun
stige omstandigheden is de kroniekschrijver niet
altijd die de edelste, de bescheidenste, de meest,
smakeloos-opzienbarende, de doodgewone, de kleur
rijke en kleurlooze muzikale bloemen en bloemetjes
soms tot een ruiker moet vereenigen.
Wanneer het hoogst artistieke en het verdien
stelijke, zoo plotseling na elkander worden bespro
ken, moet dit wel leiden tot onjuiste, soms onrecht
vaardige beoordeel ing, want wie kan nog met zoo
groote ingenomenheid naar den Drachenfels of een
anderen berg staren, wanneer hij onder den indruk
van de Jungfrau is. Dat ligt niet aan den Drachen
fels, maar aan ons.
Ik heb daarom in mijn vorig artikel bijna uit
sluitend den kwartetspeler Joachim herdacht en
ga nu enkele uitvoeringen bespreken die op meer
bescheiden wijze waren georganiseerd, doch waar
voorzeker ook te bespeuren viel dat de kunst er
met ernst en liefde werd gediend.
Eerst een woord over de Liedertafel Kunst door
Oefening die onder leiding van den lieer Roeske
eeue uitvoering gaf waaruit bleek dat deze kleine
schare onder de talentvolle leiding van den direc
teur zich tot een standpunt heeft weten op te wer
ken waardoor de vereeniging (zooals de verhou
dingen op bet oogenblik zijn) onder de beste
liedertafels in onze stad mag gerangschikt worden.
Bovendien stelt deze vereeniging zich ten doel
veel Nederlandsche werken te doen hooren die
op hoogst conscieiitieuse wijze worden vertolkt.
De energieke jonge leider weet met zijne krach
ten te woekeren; zoowel de kleurschakeeringeu
als de zuiverheid waren in den regel ten zeerste
te roemen.
Ik vestig met ingenomenheid de aandacht op de
uitvoeringen van dit lichaam.
Drie solisten de hh. Selimier (zang), van der
Bruyn (viool) en Leydemer (zang), zorgden voor
de afwisseling van de koornummers.
De heer Schmier die eenige aria's uit opera's
en een paar liederen voordroeg, had groot succes
en was zeer gelukkig in de expositie van zijne
gunstig bekende en reeds meermalen besproken
eigenschappen als zanger. De lieer van der Bruyn
(een der eerste violisten van het Concertgebouw)
is een degelijke violist wiens techniek (al gelukte
hem ook niet alles) zeer ontwikkeld is en die met
smaak voordraagt. De derde solist is een joug
dilettant-zanger. Hij heeft eene zeer schooue tenor
stem en spreekt zeer duielijk uit.
Hoewel het aan het nog wel eens
keelachtige timbre te hoorea is, dat deze zanger in
hoofdzaak natuurgaven heeft te geven, doen zijne
muzikaliteit en gemakkelijke dispositie van de
steinor>;aiien hem zoo vaak het rechte vinden dat ouder
degelijke leiding iets bijzonder goeds van dezen
zanger te verwachten zou zijn.
Het was een zeer geslaagd concert.
" * *
De jaren zijn voorbij dat iedere stad eeu of meer
?miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHuiiniiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiHHn
liep vooruit, daarna volgde Anny met toornig
vonkelende blikken en eindelijk haar vader,
wiens oogen min of meer onrustig van links
naar rechts en vice versa dwaalden,
»Potstausend! wat 'n knappe meid ["mom
pelde een dikke neger bewonderend toen zij
voorbijkwam, en zonk met smeekend opge
heven handen voor haar op de knie. Atiny
wierp hem een vernietigenden blik toe en
schreed verder. Voor den uitgang stuitte de
troep weer. Mama had handig een boeketje
opgevangen, dat haar werd toegeworpen en
het aan haar ceintuur gehecht.
Oogenblikkelijk daarop vielen een paar sinaasappelen
voor haar voeten neer. Van het dichtstbijzijnde
tafeltje een paar roomsoezen grijpen en ermee
naar den sinaasappelenman gooien, was voor
haar het werk van een seconde. Dat hielp,
want het gemors veroorzaakte een kleine
paniek, die de onvervaarde dame zich ten
nutte maakte om, haar dochter schielijk
achter zich voortrekkend, uit het gedrang
te komen.
Een koor van gelach en scheldwoorden
volgde haar buiten de deur.
«Heerlijk!" zei mama buiten, «Goddelijk!"
»Ik zou je danken!" mompelde Anny
minachtend.
»Och, kind, daar heb jij geen begrip van,"
verklaarde haar moeder glimlachend, en wees
in de zaal: »Daar is leven, bruischend leven,
men moet het maar van den luchtigen kant
opnemen en zich niet laten overbluffen.
Ach God! als ik aan Lubeck denk, dat
saaie, verschrikkelijke Lubeck!"
Zij waren intusschen op den Residenzplatz
aangekomen, waar het iets minder woelig was.
»Mama!" riep Anny eensklaps verschrikt,
»waar is papa toch ?"
Mevrouw keek rond.
De heer Rath was nergens te zien. »Hij
zal toch niet naar het hotel zijn terugge
keerd?" veronderstelde mama.
»Alleen, door die drukte?" Anny schudde
twijfelend het hoofd.
»Ja, dan moeten we hem zoeken," besliste
mama kort en bondig.
»Hoe zou u 't vinden, als we dan een
rijtuig namen, mama ?" vroeg Anny smeekend,
»dan komen we er beter doorheen." |
Mama glimlachte... »Nu, voor mijn part! '
Maar je zult wat beleven!" voorspelde zij. [
De dames stegen in een der voor liet ,
postkantoor gestationneerde vigilanten en i
dilettanten-orchesten bezat waar, meestal met meer
overtuiging dan wel met juistheid, de symphoniëa
van de groote meesters werden onder handen
genomen.
De blaaslust is veel verminderd bij de dilettanten
en de concurrentie van de groote orkesten is
doodelijk geweest voor zoovele vereenigingen.
Het was vroeger vaak amusant met name
in kleine plaatsen zulke uitvoeringen gade te
slaan. Wie kent niet het type van den paukenist
die al dertig jaar had medegedaan en die zichzelf
hooger autoriteit gevoelde dan den muziek-directeur,
ea die van hem geen aanmerkingen duldde, zelfs
niet wanneer het bleek dat hij, na 70 maten rust
moetende invallen, eerst aan de 36ste maat bezig
was, omdat hij aldus telde: Een, twee, drie, vier,
dat's er een. Een, t*ee, drie vier, dat zijn er
twee enz. of van den bejaarden violoncellist die
ieder oogenblik het hoofd schudde over Beethoven
en Sehumann, die passages voor violoncel schreven,
die, niet te spelen waren.
Die jaren zijn voorbij zeg ik, veel dilettanten
orkesten zijn er niet meer en voorzeker is dat
jammer, want dilettant-strijkers en blazers vinden
daar een uitstekenden oefenschool in orkestspel,
en wanneer er, zooals bij de Amsterdamsche
Orkestvereeniging onder leiding van den heer David
Koning het geval is, met ernst gestudeerd
wordt 'dan kan men met genoegen zulk een uit
voering bijwonen. Wat mij op deze uitvoering
trof was het feit dat het onderwijs zeer sterk is
vooruitgegaan, want, er waren verscheidene speelsters
en spelers aan wier str> ken (viool, alt of
violoncelstreken wel te verstaan) men zien kon dat zij in
een goede school gevormd werden. Vooral de
klank van de violen was zeer te roemen, en bij
de tweede violen vond ik, bij vroeger vergeleken,
grooten vooruitgang.
Het corps blazers is natuurlijk bij zulk eene
vereeniging nooit compleet. Contrabassisten en
eenige blazers waren van het orkest van het Con
certgebouw en het is waarlijk geen verwijt voor
de dilettant-blazers dat men zonder er naar te
kijken goed bespeuren kon welke partijen door
werkende leden der vereeniging en welke door
orkest-leden van het Concertgebouw werden vervuld.
De klank was vaak zeer goed en al bleek het
nu en dau dat er zeer ongelijke momenten waren,
deze vereeuiging heeft getoond levenskracht te
bezitten.
Dat zij zich aan Beethoven's Vijfde Symphonie
waagde, moge zij voor haar eigen geweten ver
antwoorden. Ik geloof dit echter in het belang
der vereeniging te moeten releveeren, want het is
toch beter bij uitvoeringen binnen het bereik der
krachten te blijven. Nu was er in de uitvoering
vau deze symphonie wel veel verdiei.stelijks, doch
de leider had er iets op gevonden door alle tcmpi
langzamer te nemen, (alleen de finale werd in eeu
juister tempo ingezet), wat aan de duidelijkheid
echter zeer ten goede kwam. Als oefeitiny aclit
ik dit nog zoo onnut niet, doch er is zooveel
keuze vau orkest-muziek, dat meu bij uitvoerin
gen gemakkelijk buiten zulke proefnemingen kan
blijven. Het geeft een ernstiger cachet aan de
uitvoeringen en deze vereenigiiig verdient zulks,
want er was veel te prijzen.
De, solisten mej. Chr. Veltman en de heer F. Ph.
behaalden veel succes.
Mej. Vcltman's wijze van zeggen en muzikale
expressie hebbeu mij altijd zeer aangetrokken en
dit deden zij ook nu weer.
HI iiiiiiiinniiiiiiiiii iiiiiin iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiniii
beduidden den koetsier stapvoets in de richting
van het Hotel de Vier Jaargetijden te rijden.
De voerman, die een hooge papieren steek
op het hoofd had,sloeg deMaximilianstrassein.
Aan het eind daarvan vonkelde op den
hoogen, tegenoverliggende!! oever van den
Isar, het Maximilianeum; het trotsche ge
bouw gloeide en straalde in de ondergaande
winterzon als gesmolten goud. Bij dien
aanblik vergat Anny het gewoel om haar
heen geheel, 't Was toch eigenlijk een mooie
stad, dat München.
Eensklaps bemerkte zij twee oogen, die
diep in de hare blikten en terugdeinzend
zag zij vlak voor zich een baby in een lang
wit rokje, met rozenroode sjerp en een groote
muts waaronder de blonde krullen min of
meer verwaaid te voorschijn kwamen. Een
dotje bengelde aan een rose lintje over zijn
witte slabbetje. Hij balanceerde behendig
op de trede van het rijtuig en smeekte
met een fijn stemmetje:
»'k Ben zoo moe, mag ik niet een eindje
meerijden ?"
Mama stemde genadig toe, zonder echter
n seconde de straat uit het oog te ver
liezen, om haar zoek geraakten echtgenoot
zoo spoedig mogelijk weer machtig te worden.
De gedachte, dat de goede heer Rath zoo
lang zonder eenig toezicht in dat Sodom
rondzwierf, stemde haar niet pleizierig. Wat
zou er al niet kunnen gebeuren, het we
melde hier immers van mooie meisjes!
Jaloezie was het eenige zwak der goede
vrouw. De baby was intusschen voor Anny
op de knieën gaan liggen en haalde een
ivoren kammetje voor den dag.
»Och, tantetje" zei hij vriendelijk, haar
het kammetje toereikend »ik zie er zeker
erg verwaaid uit, kam mij even!"
Anny staarde verward in het frissche
knappe gezicht en nam bijna werktuigelijk
de kam aan. Baby boog sierlijk het hoofd.
Anny wist niet wat haar overkwam. Zij
Anny Lübke, achttien jaren oud, de gevierde
Lubecker schoonheid, zat op de publieke
straat een vreemde baby te kammen !
Het gonsde haar in de ooren. . . O ! dat
carnaval. Maar zij kamde, alsof haar leven
ervan afhing, totdat de lange, blonde lokken j
netjes over het hooge, energieke voorhoofd j
op het witte slabbetje vielen. Intusschen
bleven Baby's groote lichtbruine oogen onaf
gewend op haar gevestigd.
Het schoonst vertolkte zij Ideale van Tosti.
In de andere voordrachten was de zangeres niet
overal zoo meester over hare stem, wat aan eene
tijdelijke indispositie kan gelegen hebben.
De heer Ph. droeg uitsluitend Frausehe liederea
van Massenet, Saiat-saëns en Délibes voor. Mea
weet, dat, deze zanger van zulke werken zijn
spacialiteit maakt. Hij bezit groot talent voor dit
genre en beheerscht zijne schoone stem gemakkelijk.
Ik sluit mij gaarne bij het applaus aan dat hem
weer ten deel viel. Toch zou ik ter wille van
de afwisseling dezen zanger wel willen, verzoeken
ook eens iets in anderen stijl te geven.
Te veel suikergoed gaat tegenstaan.
Pensees d'Aatómne van Massenet was het
glanspunt van zijne voordrachten.
De begaafde pianiste mej. Henriette Roll bege
leidde mej. Veltman en de heer K. den heer Ph.
* *
*
De muziek-critici zijn niet gewoon
operettenvoorstellingen te bezoeken; toch vraag ik er geeu
verschooning voor, dat ik over zulk eene uitvoe
ring spreek en wel met ingenomenheid.
Voor den eere-avoud van mevr. Budermann van
Dijk werd de Parel van Zaandam, muziek van
Reuard, tekst van Kiehl opgevoerd.
Nu heb ik na kennisgemaakt te hebben met de
muziek van deze operette de overtuiging gekregen
dat Renard een werk heeft gegeven dat in veel
opzichten (in ziju genre) hoog staat. Alles geeft
hij zoo natuurlijk zoo //anspruchslos". Zijn muziek
is niet zwaarwichtig zooals, bij de duitache
operettezoo vaak het geval is. Zijn humor is van het
goede soort en het kleed waarin hij het geeft ver
hoogt den indruk.
Zeer goed geïnstrumenteerd en practisch voor
de stemmen schrijvende, wist hij juist hoever hij
gaan kon. Kortom ik beschouw dit werk als een
groote aanwinst voor het operette-repertoire.
De componist leidde het orkest dat eenigszins
versterkt was en allen spanden zich in, om ook
in muzikaal opzicht het beste dat zij kouden te
geven.
Ik prijs het zeer in mevr. Budermann dat zij
voor een eere-avoud niet maar een van hare
standaardrollen greep, doch een A 'ederlandsch werk koos.
Daar komt men bij andere vereeuigingen niet
zoo spoedig toe.
Zoo'n Hollaudsch man, wat heb je er an!'1 zou
men bij som nige nationale instellingen zeggen.
Deze directie voert geen nationale vlag, doch
houdt het oog op het nationale. Bravo.
De opvoering was zóó dat ik ieder aanraad er
eens heen te gaan.
* * *
\oor eenigen tijd heb ik eene circulaire vernield
waarin het bestuur vau de afdeeling van het Wil.
lemsfonds te Utrecht een beroep deed op allen om
de muziek van Nederlanders meer te steunen. De
president de heer F. A. Coers Fr.zn. begreep dat het
11 iet. voldoende is te klagen over de geringe belangstel
ling van ons volk voor het Nederlandsche lied, doch
hij begreep dat er gehandeld moest worden.
Het eerste deel vau zijn St,udentenlieder(en)
boek van groot Nederland is bij de firma Wagenaar
te Utrecht verschenen. Dit deel bevat enkele
studenteuliederen en volksliedereu vau Noord en
Zuid en de volksliederen van Transvaal eu
OranjeVrijstaat, verbroederiugsliederen, corps-liederen,
roeiers-, weerliaarheids- eu gezels -hapsliederen zul
len in dit boek worden opgenomen.
Prof. Paul Fredericq, de Vlaamsche
taalkun«Merkwaardige oogen," dacht Anny.
»Zeg, tantetje", begon het hooge stemmetje
weer. »U is zeker niet hier van daan?'1
Anny schudde krachtig het hoofd.
»Dat dacht ik al", keuvelde Baby verder.
»En hoe heet u eigenlijk?"
»Anny", antwoordde zij aarzelend.
»O, Anny tante Anny wat klinkt
dat aardig! Ik heet namelijk Frits en ben
mijn ouden heer voor een poosje ontsnapt
om hier in dit fideele nest eens terdege pret
te maken. Morgen moet ik weer aan het
werk, heel ver van hier, in een andere stad,
daar heeft mijn pipa een groot huis, dat een
kliniek wordt genoemd ; u zult goddank
dat woord niet kennen, u ziet er ten minste
niet naar uit!"
Anny liet dien woordenstroom als versuft
over zich heengaan en keek als versteend
in het lachende gezicht voor haar: Frits
heette de baby, Frits groote hemel!
Het duizelde Anny vandaar dat opval
lend hooge voorhoofd, die vlugheid en behen
digheid in 't klauteren en het donzige waas
om kin en lippen, dat zij onder het kammen
had opgemerkt !
»Mama", fluisterde zij verschrikt, »verbeeld
u, de baby is een mijnheer!"
Mevrouw keek even onderzoekend op. »Nu7
wat hindert dat?'' zei ze vroolijk; »hij heeft
zich uitstekend verkleed, moet ik zeggen;
'k zie het zelf nu ook pas !"
De baby was intusschen opgesprongen.
Hij had in het gewoel nog verscheidene
andere babies ontdekt, die hij nu door het
geraas van zijn kinderrateltje, dat een helsch
lawaai maakte, trachtte te lokken. Nauwe
lijks werd het opgemerkt, of het rijtuig werd
in den stormpas overrompeld.
«Allemachtig!" dacht Anny. ;>Wanneer dat
allemaal Fritsen zijn, kan 't een mooie boel
worden!"
De koetsier liet zich lijdzaam zweep en
teugels ontfutselen twee babies met flad
derende linten «en dotjes op den bok, twee
in het rijtuig, een harlekijn op ieder paard,
zou ging de jolige rit onder algemeen gejubel
verder.
Mama amuseerde zich kostelijk! Zij deelde
rechts en links knippen voor den neus uit
en was onophoudelijk in beweging, om de
lange papierstrooken, die uit de vensters op
straat werden geslingerd, op te vangen en
verder te werpen.