De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 23 februari pagina 5

23 februari 1896 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 974 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. MAISON H Ut SC H A A. TUL S T? 153 Lundi Ie 24 Février et jours suivants en. Vont© et El2s:p><z>jsitioii. d© LINGE TROÜSSEAÜX & LAYETTES Tous ces articles sont disponibles dans des assortimeuts tont Mise moucboirs, «fupotis, Corset», Robes de Hébéet d'tCnfaiita* etc. considérables a des Prix exceptionnels de bon marché. CHEMISES DE JOUR. PJipmi'npn de jour en tr sullDUllouu bon madapolam, 1 festonnées a la main. . J-« de jour en bon madapolam, garnies d'une dentelle de 1 O K fil ou feston a la main. ?«- ?/?'U de jour en belle percale garnies entre-deux broderie et dentelle de fil ...... 1 A K l.öU de jour, beau madapolam garnies d'une broderie formant berthe, pointe riches et rubans batiste blanche ourlet a jour. La douzaine batiste blanche pur fil ourlet a jour initiales brodées A *^K la douzaine AJ t U CHEMISES DE KUIT. de nuit, percale forte, collerettes jabots et manchettes, broderie ou feston a la O KA mam de nuit beau ma dapolam colleret tes, jabots et manchettes, O broderie a la main. . . *^' de nuit, bon ma dapolam, col rabattu, jabots et manchet tes, garnies volant feston a pois 3.90 de nuit Shirting renforcé, devant petits plis, broderie et A O K entre-deux suisse.... ^twU se volontébon jaconas garnis dentelle de fil ....... 1 AK J. t t/U PANTALONS. madapolam fort poignets a plis, volant festonnés a la main 1 ou broderie ->-? jarretière, mada polam renfore.é, garnis entre-deux et vo- 1 KA lant broderie suisse . . J-«UU madapolam, bonne qualité, entre-deux et volant broderie a la main . . . 1.95 forme Sabot, belle percale garnis volant broderie a la main SaWs-lit toutes nuances beau Zéphir, ' es U« CORSETS et JUPONS. en coutil gris, tresbelle qualité, ba leines véritables, eventaillés soie 4.75 Corsets Ipnptn en lasting crèmes, luuiu baleines véritables, eventaillés soie garnis (i KA dentelle et ruban . . . U. UU sur mesure coutil extra en fin, baleines véritables, faron 1 O K A p.orsfitière ' l'W.UU ii de dessous en molS leton piqué, feston 1 K.A la main J..UU de costumes, en belle percale, gar nis d'un haut volant, broderie suisse 1,95 en beau madapolam, garnis d'un haut volant, feston )a main .... modèle. 7.50 LAYETTES^ de jour très-beau mada polam poignets, gorges et manches festonnés a la main. Taille 40 50 GO 70 80 !)0 100 fl. (TöaYüaOÖOÖT:J5~1^57)"L75 I de nuit en très-beau mada polam cols et manches garnis broderie suisse ou galon rouge ou bleu. Taille (!5 75 85 !)5 10") 115 r:55 T5fTT75Ti)5 Y25^ 50 Pnntn|nnn IfllllfllUllu Taille en madapolam fort, poignets ii petits plis, volant festonné:i la main. :50 40 50 CO 70 H. " OG5 7vsrTLÖ5 lT->5T45 Taille fl. de dessous en beau pekin blanc volant festonné. 15 55 (15 75 85 <»5 l .'.25 l .50 i~7rlT-I._ '^irü' 50 Taille n en belle cretonne rouge garnis entre-deux et bro derie suisse. 45 50 55 60 i>5 70 .-_>ö~ .50 1 TrnitrriiïrïT Roües i i Nous envoyons par retour du courrier, sur demande, des devis " ' ' N J Jnnnnn SOÏ6 tOUTeiir douu|JÜUu bles erin, garnis 1 A KA dentelle 1Ï7.UU de Trousseaux et Layettes complets. '^ i?ÉV H M JE K. pour Bebos de l a :> ans on très-beau Zéphir. nns !.^5 SN DAMEjg. De zelfmoord in onze Letterïnnile, Aarzelend schreef ik 't hoofd boven mijn praatje niet omdat ik 't onderwerp //griezelig" vond of uit vrees, dat 't mijn lezers of mij een slapenloozen nacht of benauwde droomen kon bezorgen, maar omdat ik mij zelve afvroeg of 't wel moest zijn: De zelfmoord in onze Letterkunde!1 Of hier: Letterkunde niet vervangen moest worden door: Maatschappij ? Of 't niet wat optimistisch was de zelfmoordmanie als iets theoretisch te beschouwen. Want neem ik 't aan als een verschijnsel in de letter kunde als ontstaan, zijnde in het brein der novellisten dan kan 't theorie zijn, doch schrijf ik haar een plaats in de maatschappij toe, dan wordt ze praktijk. En dat is nu de groote vraag, die ik stel (en anderen mogelijk met mij): zou 't waar wezen, dat er zoovelen zijn, die geen andere oplossing voor het levens-probleem vinden?" Of is 't een truc, ten er-zich-van-afmaken van onze hedendaagsche auteurs? Zoo iets als... ja, 't klinkt niet eerbiedig maar 't is daarom even goed gemeend zoo iets als 'Jt einde uit de kindervertelsels: Toen kwam de olifant met zijn snuit, en blies 't heele spul letje uit." Dat zegt de verhaler, als hij er geen weg mee weet, of als de jeugdige toehoorders teekenen van verveling geven, of in 't kort, als hij vindt dat 't nu maar uit moet zijn. En dan komt heer olifant met zijn steeds bereidwilligen snuit en maakt 't spulletje uit; onverschillig of het spulletje wer kelijk uit is. Evenzoo komt de dood eensklaps zijn offer halen in de wereld der werkelijkheid evengoed als in die der fictie, dat is zoo en dat is altijd zoo geweest. Doch in den laatsten tijd is de schrijver daar niet tevreden mee, hij gunt zichzelf en zijn helden den tijd niet meer om behoorlijk te wachten, totdat de groote Maaier uit zichzelf komt. Hij laat zijn dramatis personae zichzelf richten, laat hen een soort van lynch-wet op zichzelf toepassen. Dat de zelfmoord tegenwoordig, om zoo te zeggen, schering en uitslag vormt in onze novellistische en dramatische producten is een feit. Men kan schier geen tijdschrift opnemen of men wordt er door getroffen, dat een. of meer der bijdragen eindigen met een zelfmoord. Waaraan ligt dat nu? Ontwikkelt het talent onzer auteurs zich tegen woordig in die richting? Is dat nu het mode-genre geworden, gelijk de historische roman in den tijd van Walter Scott, van Lennep en mevrouw Bosboom-Toussaint en sofftie was? Of wel, dooorleven we een hergeboorte van de zwarte, de Byron-sche periode, tegen welker aan vechtingen Nicolaas Beets en zijn tijdgen ooten zich hadden te verzetten ? Of is 't werkelijk zoo ? Geven de zelfmoord-tbeoretici altijd een tranche de vie, een stuk leven dat per «émet deu dood eindigt ? Wisten al die zelfmoordenaars geen andere uit komst? Waren het werkelijk de helden en held innen van 't verhaal of van 't stuk die 't zoo wilden als denkende, bezielde wezens, of was 'l de schrijver, die voor hen besliste? 't Zij uit een pessimistische neiging omdat hij toch geen goed meer voor hen op deze wereld verwachtte, 't zij uit 't toegeven aan een in geboren of aangeleerde verdelgingsmanie, 't zij om in de mode, in den geest te zijn of eindelijk oru er van af te wezen, omdat hij er geen raad mee wist ? Als men de statistieken leest niet alleen van ons land, maar van aadere lauden, vaii groote steden vooral als men nagaat hoeveel levens moeden de Seine en de Theems jaarlijks in zich opnemen nu ja dan komt ook wel tot een treurig cijfer maar 't is toch nog maar een minieme fractie van 't aantal boeken- en tooneelzelfmoorden. Als het in ernst altijd gevallen waren: //uit 't leven gegrepen", als er bij die en die gegevens maar n oplossing was: de dood ? maar dan zou de aMorgue" propvol zijn, dan zou er op den Pont Neuf en op London Bridge een ge drang wezen van belang. Dan zouden er geen dreggen genoeg zijn om al de drenkelingen op te halen; geen vergif genoeg om aan de aanvraag te voldoen, geen kolen genoeg voor al de verstikkingen. Dan zou men eiken nacht een bombardement hooren van al de revol vers, dan zouden de rails geëncombreerd worden door al degenen, wier laatste wensch het is door den trein te worden verpletterd .... Nog eens aangenomen dat onze hedendaagsche bellettristen in ernst 't leven afbeelden dan zou men, zoo rondziende, tot de overtuiging komen, dat de wereld nog zoo kwaad niet is, dat 't noodlot de menschen nog al met rust laat en dat het den meesten stervelingen nog al schijnt mee te loopen. Want als men aanneemt, dat dit en dat onvoor waardelijk tot zelfmoord leidt, dan mag men ook aannemen, dat al de levenden en zeker de ouderen van dagen dit en dat (men ontsla mij van een specificatie) niet ondervonden hebben. Daar dit niet waarschijnlijk is, ligt voor de hand. Ook onder de levenden zijn er, die crisissen van eiken aard ondervonden hebben. Er zijn kooplieden, wier ondernemingen en berekeningen faalden en die er zich toch uitredden. Er zijn vrouwen en meisjes, bedrogen en ver laten door den man en den minnaar, dien ze lief hadden en vertrouwden met geheel hcur hart, en die toch leefden na 't bedrog, ua de verlating. Er zijn. gelieven, die, hoewel wreed gescheiden door de omstandigheden ieder voor zich hun levensweg blijven betreden. Er zijn onder de levenden velen, velen met den dood in 't hart wier verleden somber, wier heden kleurloos en wier toekomst zonder licht is en toch ze bestaan. Ze worstelen door ze strijden tegen 't nood lot ze volbrengen de taak hun bij hun geboorte opgegeven ! Zelfmoord is een einde maar voortleven kan, neen, inoet een overwinning zijn! En staat een overwinning niet hooier dan een einde ? O! waarom spreken onze schrijvers ons altijd van zelfmoord waarom houden ze het ons voor als de eenige oplossing ? Waarom wijzen ze ons niet liever den weg naar de overwinning? Waarom leeren ze ons toegeven bukken in plaats van strijden volhouden ? Ik wou, dat er eens een groot genie, och! neen. dat behoeft niet, ik wou dat er eens een gezond, verstandig, gemoedelijk auteur onder ons optrad die er zijn levenstaak van maakte om elk slot van een mtt zelfmoord-eindigende novelle of dramatische schepping te veranderen. De schrijver zegt: Zie je, zoo en zoo is 't geval, zoo en zoo zijn de omstandigheden 't eenige slot is dat de betrokkene een einde aan zijn leven maakt, want zóó kan het niet langer. Dan wou ik, dat mijn auteur optrad eu aanwees, hoe 't wel anders kon, dat hij aantoonde, hoe de complicaties zich oplosten, hoe de held er zich uitredde en hoe hij zich aan 't eind de palm der overwinning verwierf in plaats van als laatste red middel een lepel vergif, een kogel of een watergraf. Maar," zou mijn hervormer zeggen, //wat ge mij vraagt, is onmogelijk, ik kau die menschei;, die lede poppen, die slappe zenuw-producten niet anders maken." Eu ik zou lieni gelijk moeten geven. Een overwinning hangt grooteudeels vaii de strijdkrachten der soldaten af. En dat is 't ongeluk in onze fm-de-siède letter kunde (ik zal nog eenmaal optimistisch zijn en er niet maatschappij voor zetten), dat is 't ongeluk. Pie verzameling lafl'e, willooze schepselen, die redeneeren eu zuchten en niet handelen, die schel den en razen en tieren tegen 't noodlot, doch geen moed hebben er zich tegen te verzetten, die al hun déeeine wijten aau de omstandigheden doch wien de kracht ontbreekt er zich tegen te verweren. Maar als ge in een storm uit zijt en de wind blaast met donderend geweld tegen u aan, gaat ge dan plat op den vloer liggen eu zegt ge: laat 'm nu maar over me heen gaau?" En als ge 't deedt, zou 't u helpen, zou 't u nader brengen tot uw doel? Neen, immers, ge blijft voort.loopen, ge zet uw voeten stevig neer eu teu slutte komt fjij er toch. Ge laat u toch niet overwaaien als een Doom, een muur een ding zonder wil? 't Machtigste wapen van den mensch is zijn wil, door ziju wil kan hij zegevieren, kan hij zier, beier zetten over verdriet, zorg, moeielijkhedeii schande zelfs. Wie menschelijk is, kan vallen, 'tzij door den drang der omstandigheden, 't /.ij duor zijn eigen zwakte maar wie mensen in de hoogste beteekeuis van 't woord een met rede begaafd wezen kau opstaau eu zich dtuir.loor !>f |>la<tv:*eii boven de omstaudi^hedeu. of ziju scliuld ijoetcu. Is dat geen betere oplossing dau zelfmoord? Het Noodlot speelt een spel met aile stern:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl