De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 8 maart pagina 2

8 maart 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 976 te rijkelijk toegemeten koloniaal bezit wederom tot bescheidener verhoudingen terug te bren gen. Intusschen kunnen wij ona voordeel doen met hetgeen om ons heen op koloniaal gebied voorvalt, en wel in dubbele beteekenis. Het kan ons leeren fouten te verontschuldi gen, die wij vroeger zelven op veel ergerlijker wijze hebben begaan, en fouten te vermijden, waardoor wij elders de laatste overblijfselen ?van een groot koloniaal rijk bedreigd zien. De regel, dat het succes alles wettigt, is, als men eerlijk wil erkennen waar het op aankomt de leidende gedachte geweest bij elke vestiging en gebiedsuitbreiding in over2eesche gewesten. Dat onze zwarte, bruine, gele en roode broeders óók rechten hebben; zullen wij tegenwoordig niet meer ontkennen, en dat is al een heele vooruitgang. Maar dat zijn toch nog maar tweede-soorts-rechten, en het valt ons moeielijk intezien, dat wij den bovenvermelden broeders ten slotte niet een onschatbaren dienst bewijzen, als wij hun land inpalmen en hen, in ruil daarvoor, laten kennismaken met den zelfkant van onze beschaving. * * * Toen de Italianen zich te Massowah ves tigden, dat rechtens nog steeds tot Egypte behoorde, maar feitelijk op de aanhangers van den Mahdi moest worden veroverd, was dit bescheiden bagin van een koloniaal be zit eene kleine vergoeding voor het misluk ken der plannen ten opzichte van Tunis. Massowah is een haven, maar wat heeft men aan een haven, als men niet den toe gang heeft tot het land daarachter? De eerzucht van de jongste groote mogendheid ging natuurlijk verder dan het bezit van een kolenstation. En zoo verkreeg men, deels door dwang, deels door drang, op de in boorlingen uitgeoefend, een stukje Hinterland wat hooger gelegen en dus minder ongezond en minder onvruchtbaar dan de gloeiende, dorre zandwoestijn van Massowah. L'appétit vient en mangeant. Al spoedig bleek het, dat de Italianen het gemunt hadden op geheel Abssiniê. Tot eene politiek de toevlucht nemende, voor welke zij in de annalen van onze koloniale geschiedenis tref fende (schoon minder stichtelijke) voorbeelden zouden kunnen vinden, pasten zij het «ver deel en heersch" toe, speelden den eenen »Ras" (onderkoning of stamhoofd) tegen den anderen uit, en zagen aanvankelijk hun pogingen met goed gevolg bekroond. Maar weldra keerde de kans. Hoe dit geschiedde, hebben wij in ons nummer van '2 Februari uiteengezet. En na de nederlaag der Italianen bij Amba Alaghi en den val van Makalle hebben de Abessiniërs niet stil gezeten. Meer en meer drongen zij de Italiaansche troepen terug en omsingelden met hun vele duizen den de kleine legermacht van generaal Baratieri bijna geheel. De houding van den generaal had in Italiëeen ontevredenheid verwekt, die waarschijnlijk niet geheel on verdiend was. Men zond hem in allerijl versterkingen, maar tevens de rnededeeling, dat hij als opperbevelhebber door generaal . Baldissera zou worden vervangen. Heeft de gekrenkte man, terwijl hij nog te bevelen had, zijn nederlagen door een schitterend wapenfeit willen uitwisschen? Of heeft hij een wanhopige poging gewaagd, om zich aan geheele insluiting door den vijand te onttrekken? Wat hiervan zijn moge, hij heeft opnieuw een nederlaag geleden, en thans niet honderden, maar duizenden van zijn soldaten verloren. Italiëis in rep en roer, eene ministerieele crisis schijnt onver mijdelijk, en tevens gaan van alle zijden stemmen op om te waarschuwen tegen eene onberadene en avontuurlijke koloniale politiek. Als die stemmen gehoor vinden, zal Itali een ontzaglijk dure les hebben gehad; zoo niet, dan zijn de vooruitzichten, vooral wat de financiën betreft, inderdaad zeer donker. * * * Willen de Abessiniërs hun vrijheid niet prijsgeven aan den kolonialen ondernemings lust der Italianen, de Cubanen trachten, en niet voor de eerste maal, zich te onttrekken aan het Spaansche wanbeheer. Dat woord is niet te sterk. Spanje heeft sedert vier eeuwen heel wat koloniën veroverd en ver loren, maar het heeft er geen enkele be hoorlijk georganiseerd, tenzij rnen eene stelselmatige uitzuiging met den eerenaam van eene organisatie wil bestempelen. De eenige kolonie van beteekenis, die Spanje thans nog bezit in naam althans is Cnba, »de parel der Antillen", en hier hebben zieh al de fouten en misbruiken opgehoopt, die vroeger over een groot koloniaal rijk verdeeld waren. Nog dezer dagen kon men in een Spaansch blad lezen, hoe een hoog geplaatst militair ambtenaar uit de omgeving van den gouverneur-generaal van Cuba, na een paar jaar op Cuba werkzaam" te zijn geweest, met een spaarpotje van 80J,OUO dollars was teruggekeerd. Zulke feiten zijn reeds meer dan voldoende om den opstand te verklaren, vooral wanneer men daarbij in aanmerking neemt, dat de insurgenten uiet slechts bestaan uit voorstanders der volledige onafhankelijkheid van Cuba, maar dat er zich onder hen ook velen bevinden, die geen scheiding van Spanje verlangen, maar alleen plaatselijk zelf beheer voor Cuba eischen. Dat laatste wil men in Spanje ook niet, om de zeer eenvoudige reden, dat Cuba dan zou ophouden voor Spanje een melkkoe te wezen, en dat de Spanjaarden, die naar Cuba gingen, daar hun geld zouden moeten verdienen. Het echec door maarschalk Martinez Campos geleden heeft zijn opvolger, generaal Weyler, tot het toepassen eener geheel andere methode gedrongen. De nieuwe opperbevel hebber schijnt een aanhanger te zijn van de leer, dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken. En de proclamatie, door hem bij zijn aankomst ia Havana uitgevaardigd, vormt eene bedreiging met de straffe des doods het slot van bijna elke zinsnede. Broeder Jonathan is door het optreden van »the butcher Weyler" tot in zijn ziel geroerd, en zijn sympathie voor de Cubaansche opstandelingen heeft zich geuit op eene wijze, die voor de Spaansche regeering bepaald beleedigend was. De door den senaat in het congres aangenomen motiën hebben officieel geenerlei beteekenis: zij zijn voorloopig slechts eene platonische demonstratie, waarvan de president, als hoof! der uitvoerende macht, geen notitie behoeft te nemen en die zelfs door een deel der pers in de Vereenigde Staten als ontijdig worden afgekeurd. In 1865 heeft het congres in de Vereenigde Staten, mede naar aanleiding van een opstand op Cuba, eene bijna gelijkluidende motie aange nomen, en ook deze had niet het minste resultaat. Men zou zelfs vei der kunnen gaan, en zeggen, dat de vijandige houding van de Amerikaansche vertegenwoordiging de positie %Tan het Spaansche ministerie versterkt, om dat thans al de partijen in Spanje den heer Canovas del Costillo willen steunen in het af wijzen van hetgeen zij eene even ongewet tigde als beleedigende inmenging noemen. Doch men moet bij dat alles niet uit het oog ver liezen, dat de senaat en het congres te Wash ington, zij het dan ook op weinig kiesche wijze, hebben uitgesproken, wat bijna iedereen buiten Spanje denkt en wat menigeen in Spanje zal moeten toestemmen. En daarom zal de Spaansche regeering ernstig moeten over wegen of het haar mogelijk zal zijn op Caba niet slechts de orde te herstellen, maar tevens daar een einde te maken aan het ergerlijk wanbeheer. Kan zij dit niet doen, dan zullen de zware offers, sedert bijna een jaar gebracht tot onderdrukking van den opstand, stellig vergeefsch zijn geweest. IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIHIIIMILIIIIIIIIIIIMIIIIII1 Sociale, iiiiiiiimiiiiiin i minimum mi miiiiiiiiimmiimit Wellevenskunst. Zonder in herhaling te vallen van lord Chesk i field, en zonder een wetboek van mevrouw Etiquette te schrijven ik zou dan inbreuk maken op de rechten van collega E?e meen ik toch over wellevenskunst te mogen spreken, omdat degenen die haar be lang inzien, en door oefening eenige vaardig heid ervan hebben verworven, de beste staat huishoudkundigen, de meest economische lieden zijn. De kunst van wel te leven toch bestaat niet alleen, noch voornamelijk, in het weten hoe men zijn hoed afneemt, zijn vork houdt, de gastvrouw aanspreekt en de uitnoodiging tot een diner aanneemt, maar zij is allereerst hierin gelegen, dat men bij het streven naar wat men zelf het mees t ver langt, zoo weinig mogelijk anderen in hun overeenkomstig streven hindert. Men zal een dienstmaagd die den slagersjongen lang op de stoep laat staan, of een jonggetrouwd vrouwtje, dat haar koetsier uren lang in den nacht laat wachten voor het Casino zeer slechte voorbeelden van wellevendheid kunnen noemen. AVant zij verbruiken van den tijd en de arbeidskracht dezer van hen afhankelijke lieden meer dan noodzakelijk is, en leggen dus beslag op meer dan hun redelijkerwijze in het leven toekomt. Maar indien ik geen andere voorbeelden kon aanhalen, zou ik het vermelden van hun gebreken gaarne aan anderen overlaten. Hangt echter niet van de meerdere of' min dere wellevenskunst der menschen hun geluk, het ideöele niet alleen, maar ook en een on middellijk het materieele ai'? Is het niet hierom zoo treurig met onze samenleving gesteld, en wordt er niet hierom zooveel honger en ellende geleden eenvoudig omdat de menschen, armen en rijken, van de kunst van leven niet het minste begrip hebben ? Wie het onbedachtzaam en roekeloos streven naar winst en genot van de lieden in het algemeen, en hij behoeft zich zelf' niet uit te zonderen, met eenigen ernst gadeslaat, krijgt den indruk, dat de menschen nog niet veel wijzer zijn dan de kippen, die bij de nadering der voedster in dolle gulzigheid elkander trappen en de oogen uitpikken, en alles op slokken wat door hun keelgat wil, tot hun krop vol zit met steenen. Het is waar, wij zijn van onze verkeerdheden overtuigd, en om niet alles in het hon derd te laten loopen, reglementeeren wij het een en ander, zoodat zij die in de gunstigste omstandigheden verkeeren wel kans hebben daarin te blijven leven. Maar wie dan ook aan zijn wettelijke plichten heeft voldaan, en bovendien een zeker bedrag voor lief dadigheid afzondert, meent gaarne dat de maatschappij verder tot de manier waarop hij wil leven, niets te zeggen heeft. Intus schen is het aantal offers van deze ban deloosheid groot. Men bsdenke, hos door een betere arbeidsverdeeling de periodieke werk loosheid van schilders en andere ambachts lieden zou verminderen, maar hoe de echthollandsche begeerte van menige huisvrouw, om vóór Pinksteren schoon" te zijn, het geheele vak bederft, krukken in den zomer vol loon doet verdienen, en bekwame werk lieden in den winter op straat brengt. Aan geen enkele van alle diinies echter, die geza menlijk deze schuld dragen, zal ook maar met eenig recht kunnen worden verweten, dat zij opzettelijk haar naasten het leven moeilijk maakt. Het hapert haar eenvoudig aan de kunst om haar leven zoo in te richten, dat haar oubedachtzaamheid niet is tot schade van anderen. Als zij een oogenblik eens wilden nadenken ... maar is dit een eisch die men aan de menschen mag stellen : na denken ? Indien men een oogenblik wilde naden ken zouden de i akkers niet een zoo absurd bestaan leiden. Er is zeker niet licht een bedrijf' aan te wijzen, waaraan wij zooveel erkentelijkheid zijn verschuldigd. Voor het grootste deel van het volk is brood het hoofdvoedsel. Het eet het 's morgens, 's mid dags en 's avonds. Het is altijd opnieuw een bron van bevrediging voor onze be hoeften. Dachten wij na, dan stelden wij de bakkers op prijs, brachten hen in de beste conditie, om hun taak zoo goed mogelijk te verrichten, zorgden voor hun loon en hun rust. Wat gebeurt echter? Om een gril, een dwaasheid, omdat wij 's morgens versch brood op tafel willen hebben, en niet 's avonds, veroordeelen wij het gansche bedrijf tot een mollenbcstaan. Het is ons niet genoeg, dat >,ij 7 "i, tot !)0 uur toe in de weekte werken hebben en het is zwaar werk! het gaat ons niet aan of hun loon amper voldoende is om er een van de schraalste bestaantjes van te lijden, wij veroordeelen meedogenloos heel het bakkersgilde tot nachtarbeid. En van alles het absurdste misschien is, dat indien men dezen toestand zou willen afschaifuu, liet ernstigste verzet zou komen waarschijnlijk uit die om geving, waar men den bakker het best kent: uit de werkmanskringen. Te Utrecht beraad slaagt men sints eenigen tijd. Er zijn stemmen opgegaan, ook onder de gezellen, dat als men maar wist, en nadacht,men tegen de afschaffing van den nachtarbeid geen bezwaar zou hebben. Maar weet dan niet iedereen, of kan hij het zich niet gemakkelijk voorstellen, wat het leven is voor een man, die tehuis komt als de anderen opstaan, die den omgang met vrouw en kinderen, aan aandereu nog schaars bedeeld, zoo goed als geheel moet missen ? De sleur is machtiger dan het nadenken, en de rnensch is veel meer een gewoonte- en omstandigheid-'product, dan het product zijner rede. Ook de patroons, zoo verzekert een hunner organen, zouden gaarne den nachtarbeid af schaffen. Maar zij kunnen niet o na de concurrentie, en om het publiek. Wat zij voor zij voor zichzelf gaarne zouden doen, beletten zij aan anderen, en daardoor aan zichzelf; het publiek is de boeman waarmede zij hun berispers de deur uitjagen. Eenmaal, natuurlijk, komt het oogenblik, dat de gezellen er genoeg van hebben. Dan wordt er gestaakt. Maar staken is tegen de sleur, en als de staking is gericht tegen de sleur van het publiek, is het publiek op zijn beurt tegen de staking. De patroons lijden wat schade, de gezellen wat honger, het pu bliek wat overlast of' gemis en alles blijft bij het oude. Wie dit inzien, vragen wettelijke maatre gelen. Inderdaad, dit is de uitkomst. Ver stond de maatschappij wellevenskunst, wij hadden geen wettelijke maatregelen noodig. Maar op alle manieren bewijst zij er treurig weinig van te verstaan. Zelfs verzet zich de sleur nog tegen den gemecnschappelijken dwang tot de goede dingen waaruit wij uit eigen beweging maar niet kunnen komen, ook al erkennen wij ze als goed. Maar het is nu eenmaal niet anders: daar wij do kunst van in vrijheid te leven niet verstaan, moeten wij leven onder tucht. F. M. C. ?iiiiiiiiiiimiiiMimiifiiiiiiinmiiiiiiimmmmmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiii Inhoud van verschillende bladen. II e t Handelsblad. 2 J I-'ebr. De exploi tatie1 der tinmijiiun op Bangka." l Maart. Uu grensregeling." 3 ilaart. ,,Du Tramplaiinen Sanders" 'door een ingcmeurj. Batavia nog langer bestuurszetel ?" De opleiding onzer jongelieden voor den landbouw in Ned. Indië" («lot) door H. Joh. Smid. 4 Maart. Nederland en Japan.'3 6 Maart. Garni^oensverandering (door Mars). De Standaard. 2 Maart. Arbeidsraden of kamers van arbeid" III (slot). 4 Maart. Het doode punt" (Kamers van Arbeid). 6 Maart. Handenarbeid" (in verband met Kamers van Arbeid). Het.Centra m. 2 Maart. Vakorganisatie. De kansen van het personeel." 3 Maart, uit het belastings-debat" (haardsteden). 4 Maa t. Malthusiaaisme." 5 Maart. Een apaak in 't wiel (amendement Ver meulen?Kolkman). 6 Maart. Katholiek on'Jerwij*." A m s t. C r t. 22 Febr. Kamers van Koophandel/* 24 Fobr Da sociale strijd onzer dagen" I, 2> Febr. II (slot). 26 Fdbr. Staatsinmenging en liberalisme." 27 Febr. Een onvergetelijk bi?ak" (In memoriam generaal Pel) door een ludiseh hoofdofficie ?. De Telegraaf. 24 Febr. Het vraagstuk der armenverzorging" II, door Ph. Falkenburg. 26 Febr. De aans'aande maansvei duistering,'' door A. SI. du Crfllic-) Muller. H e t N i e u w s v. d. D a g. 20 Febr. Noordpooltochten", door Chr. F. H. 27 Febr. Tubereuline", door A. M. te Z. 29 Febr. Wanverbingen''. 2 M'iart. Persdelicten". De Tijd. 24 I'ebr. De strijd in Frankrijk''!. 2i Febr. II. 26 Febr. Een paar citaten", (Po'emiak met de Standaard. 27 Fcur. Iloomsche armenzorg", I. 29 Febr. II. 2 Maart III (slot). De Maasbode. 26 Febr. Wat een bisschop is," door Ferd. Sarton, pr. 27 Febr. Vastenbrieven," door P. M. Bots, pr. 28 Febr. Hervormingen." 29 Febr. Is de H. Schrift de eenige kenbron der waarheid?'1 door A. V. te A. l Maart. \Vederinvoeriiig der doodstraf". N. U o 11 e r d. C t. 27 Febr. Vrije- en orde-oefenin gen der gymnastiek'1. l Maart. Een heriimeringsdag" (l Maart 1796). Het Vaderland, l en 2 Maart. Dembeelden over legerhervorming'' I. H a a g s c h Dagblad. 27 Febr. De grootwetgever" (Gort v. d. L-nden). 28 Febr. Ken mislukte agitatie" (kiesrecht). l en 3 Maart. Een bedenkelijk arrest," (sluitings uur koffiehuizen) door H. U t r. Dagblad. 25 Febr. Hier en Ginds." 28 Febr. De rechte maa op de rechte plaats," (Gort van der Lind n). l Maart. Milit.iirisme." De (Anti r.) Nederlander. 2 Maart. De toe lichting van hut program". 5 Maart. Viije- en ordrf-oefeningon,'. De L i m b. Koerier. 29 Febr. Iets over het pei soneel". 4 Maart, uit de Tweede Kamer." Het Wetsont werp op het personeel" (door M. de Kas). A r n h. Gi. Over Armenzorg" (naar aanleiding van 'l boekje van Versluys). Middel b. G t. 8 Febr. Kinderen en Scholen" Imej. S. Heyermaus' artikel in de Gids). 29 Fdbr. Niets nieuws onder de zon1' (samenwer king der werklieden). 5 Maar-t. Eeüe teleurstelling" (aaiend. Vermeulen Kolkman). P r o v. Gron. G t 2 Maart. De wijziging der lager onderwijswet1'. Nieuwe W i n a c h. C t. l Maart. Een meidenpraat j o". Zaanl. C t. 4 Maart. Haagsclie brieven (perHonet'l). L' t r e c h t s c h Dagblad, l Maart. Militarisme'' (het. dragen van wapenen). De A vondpos t. 5 M*art. ,.Is wederinvoering der doolstral' wensrhvlijk '.'" II, door prof G. A. van Hamel N. A r n h. C r t. 2!) Febr. De gemeenteraa Isverkie/.iiiL;". !i Maart. Onze politieke toestand'"'. N. L .-e u w C r t. -i .Maart Gronden langs het nieuwe kanaal'' I door NYmo. Y e n l o o s c h \V e e k b l a d. 2 ) Febr. Het lot van de Wet op het Personeel''. X (, o r d ? H o l l a n d s c li We e k b l a d. 20 Febr. De levensverzekering is een e:sch van het grootste gewicht en den meest dringenden aard' . De Nederlander (Weekbl.) 29 Febr. Kamers van arbeid." De Volk ss te in. 29 Febr. Verdronken krenten." ,.E<m atukskc geschiedenis" (antwoord aan Mr. Treab). S unenworking van vaklieden." Landbouw." Patrimonium. 29 Febr. Welken weg wijst ons de historie der werkliedenbewegi ig in Nederland als den jnisten aan?" (Algem Ne i. Werkliedenfonds). De S o c i a a 1-D e ra o c r a a t. 29 Febr. De achturenwerkdag op de internationale kongressen " De V o l k s b a n i e r. (B. K. Volksbond). 5 Maart. Een feestelijk Trio" (2, 3 en 4 maal). Het Sociaal Weekblad. 29 Febr. Vrijwillige hulp aan autoriteiten " Spoorwegklassen in Enge land" Over de waarde" II, door Dr. E. Denckamp. V r ij Ja n d. 29 Fdbr. Verzoening van de belangen aller vrijzinnigen". VIL N e e r' l a n d's T o l k s b l a d. 29 Febr. Het Evan gelie in Spanje". Weekblad v. d. A l g. Ned. D i a m. Bond. i G Maart. Over den stand van zaken", door H. P. j Wee k blad v. d. B u r g. A d m i s t r a 11 e. 5 j Maart. ..Sluitingsuur van tapperijen." Maandblad t e g e n d e V e r v a l s e h i n g e n. l M^art. Toezicht op voedingsmiddelen van staats wege" I. De P o l i t i e g i d s. Maart '96. Het Voor beeld." De Wekker. 29 Febr. Wijziging der wet op het L. O. Het Schoolblad, o Maart. De persoonlijkheid van den onderwijzer''. miimmiiiiiiiiiiiiiHmiiiiiiiiiiiiiiiHiiimimmimiiiiiiiiiimiimiiiiiiUiiiiiM Brieven uit Utrecht. door JAN VAN 'T STICHT. Als men den grooten teeenstand opmerkt, waar mede de leiders der arbeidersbeweging hier te kampen hebben en denkt aan de verbazing, om niet te ze<?cn verontwaardiging, die werd opge wekt, toen midden in een hoog-arristocratische buurt een «root huis werd aangekocht en inge richt tot volksgeliouw, waar de arbeiders verga deren of met hunne vrouwen en dochters gezellige bijeenkomsten houden dan kan men haast uiet gelooveu dat reeds een halve eeuw geleden hier een dergelijke beweging bf.stoud en de ontevreden burgers ook een loeaal hadJen, waar zij /,itli vereenigdeii om hunne belangen te bespreken. En toch is het 7,00 ! Het huis bestaat nog en draast nog den naam, die toen de bestemming er van "uitdrukte, liet heette en heet nog heden den Borger" en het onderscheidt zich van liet Volksgebouw alleen daardoor (behalve, door de grootte) dat er //vergunning" is en dat, er te genwoordig geen vergaderingen ter bespreking van lotsverbetering meer gehouden worden. De plaats was zoover mogelijk buiten de stad, en of het opzettelijk geschiedde is niet bekend, men zag uit huis schuin op het, terrein, waar alle meiischen gelijk zijn op het tot algemeene begraafplaats ingerichte landgoed Zoesbergen. Daar ziet het natuurlijk nog op uit, maar als

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl