De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 15 maart pagina 8

15 maart 1896 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 977 Een Senis-Hercnles door Caran d'Ache. (Figaro.) (De handeling heeft plaats op de kermis der natiën, voor de tent van Signor Crispi, bijgenaamd het Bolwerk der Triplice !) De Hercules (steeds glimlachend): »Kog sterker ! Nog sterker! !" De twee ongedeerde toexclu>uire 's: «Wat een ruïne! Laat ons liever naar den overkant gaan !" Varia. De Barbier" Den 16den Februari 1816 is de Barbier de Semlle van Rissini het eerst opgevoerd. De Italiaangche wet geeft voor dramatische werken een auteursrecht van 80 jaar, en dus zou van dezen loden Februari af het meesterwerk van den componist publiek eigendom worden. Het geval doet zich echter voor, dat het conservatorium van Pesaro, waaraan Rossini zijn geheele nalaten schap heeft vermaakt, uit den Barbier verreweg het grootste deel van zijn inkomsten trekt. Om deze stichting voor financieelen ondergang te redden, is nu het eigendomsrecht der opera bij ?w\jze van uitzonderingsmaatregel met twee jaar verlengd. Van Warendorfs Novellen-bibliotheek z\jn rerschenen nos. IS/74. Zij bevatten Een feestJ..UÖE.N i l i r .1 1 ; ». De Hofpreflfter en flécaflence. (Lmlige B/fitter.) STÖCKEK (vallend): O ! hemel ik kan me niet houden ! De sociaal - democraten : Wees maar niet bang broertje, wij vangen je op ! Eindelijk begint men dan toch te gevoelen wat de Heilige Schrift toekomt. Ik lees daar in de Uollandm-he J terne het volgende : »De Bijbel met ilhiKtratifis; uitgave van Nijgh en Van Ditmar. «Ofschoon 't zich haast niet denken laat l een werk als de Bijbel, zoo'n goddelijk ge schrift van sublieme metaphysiek. van onge kendheden. nooit bevroed en nooit begrepen. te "illustreeren", zoo kunnen wij ons toch begrijpen, dat een ar iest in vroom pogen beeld zoekt te geven aan de onbestemd reli| gieuse stemmingen, die 't lozen van het Oude | en Nieuwe Testament in hem opwekten. Zijn werk is dan een vrome fantaseering, een i zwerven van zijn teekenstif't op zijn hoog l gestemde emoties, een werk van religie op 1 zich zelf'. j »Maar iemand, die den Bijbel beschouwt als een rijke bron om er een ^prentenboek" van te maken, die handel drijft in een heilig geschrift door het aanlokkelijk te maken door middel van -prentjes", doet een verdoem waardig werk. '?Zoo'n boek is de Bijbel met prenten, die de firma Nijgh en Van Ditmar bezig is uit. te geven. Ja. 't is ongelooflijk, rnaiir men vindt in dezen Bijbel prentjes, die een Kwartel voorstellen, muziekinstrumenten uit Egypte, een Korianderstruik, Egyptische haiidbijien, een Sprinkhaan, en wat al niet! »'t Moest bij de wet verboden kunnen worden, om dergelijke poenige, grof intelleclueele, kermistentachtige uitgaven van onzen Bijbel in den handel te brengen. avond, Twee Kerstmorgens. Isaiik in de Beesten, Een erfenis, Een koopje, Op Oudejaarsavond en Verhuizen. Inhoud: Epen Hfiard Xo. 11. Eene misdeelde, door Louise B. B. XI. Het stedelijk Museum van Omlh'dfn te Utrecht, door Jo. de Vries (xlot), met afbeeldingen naar teekeningen van W. Stoelink Gezicht op de k-rk te Asfiftn róur dtn l brand (naar eene teekening van Wm. Muiier). Asperen na de.n brand (naar teekeningen van P. A. Schipperus). Kern de Vrernm-n, door ! Mevr. Salverda de Grave Ilerderscheê. De aatislnf) oj> liet Goudiatid (met afbeeldingen). Verscheidenheid. Feuilleton. Advertentiën. ! llliiiiiiiiilllillllllliniiiiiiiiiiniiiimiiiiiiiiiiiiiinnHiiiiMiiiiniiiiiminiiiiiiH '. »We vinden met de opname van bedoelde prentjes deze verdpemwaardige editie al zoo veroordeeld, dat wij van de verdere illustraties maar zwijgen zullen; zij veroordeelen het geheel. »De omslag heeft iets van een jongens school- of prentenboek. »Wie heelt de firma Nijgh en Van Ditmar op dit onzalige idee gebracht." Dat is goed gevoeld, juist gedacht, uitmun tend gezegd. Wat weerga, hoe zijn die Nijgh en v. Ditmar op het onzalig denkbeeld ge komen orn een bijbel met prenten uit te geven ? Wie heeft hun dat ingeblazen ? Dat moet Satan in eigen persoon zijn geweest. Natuur lijk, het is hun te doen om hun zakken te spekken maar gelijk Judas, die de beurs droeg.... loepen zij hun verdoemenis te gemoet, als zij althans niet aflaten van hun snood bedrijf. Kijk ereis, een artiest kan in vroom pogen beeld zoeken te geven aan onbestemd religieuse stemmingen, dat is een zwerven van zijn teekenstift op zijn hoog gestemde emoties, maar wie legt zulke zwerf tochtjes nu vast in de prenten vaneen bijbelboek, en erger nog, wie geeft in den tekst, of tusschen al die teksten in, teekeningentjes van gewassen, vogels, voor werpen, waarover de Schrift handelt? Moet men niet verstoken zijn van alle gevoel voor het subliem metaphysische om zich daartoe te verlagen ? Toch, uit mijn jeugd herinner ik mij een voorbeeld van zoo iets doemwaardigs. De heeren J. Noorduyn en Joh. Noman, maakten met hun zonen zich schul dig aan die doodzonde. In 1847 gaven zij uit: Prent Bijbel, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Tes tament, versierd met nagenoeg duizend houtsnêeplaten, voorstellende de geschiedkundige gebeurtenissen, naar de meest beroemde schilder stukken (v. Rembrandt, Guido, Overbeek, Carayaggio. Leonardo de Vinci. Salvator Rosa, Seb Rici, Poussin, llafaël, Rubens enz enz ) de landschappen naar de oorspronkelijke teekeningen of' naar echte plaatwerken, en de vooncer pen ran de natuurlijke, historie, klcederdrachleu,. zeden, oudheden enz, alles naar de beste bronnen, met oorspronkelijke aanteeken in gen, bewerkt door D. Broedelet Dz., pred. te Durgerdam. Hoe het met die heeren Noorduyn, Noman en hun »zonen'' is af'geloopen.weet ik niet; evenmin of de heer Broedelet reeds hier op aarde de straf gedragen heeft voor die «poenige verdoemwaardige editie" ; all' en herinner ik mij, dat er eens eenige Durgedammer visschers op een iisschol do Zuiderzee zijn ingedreven, maar dut dit droevig geval in rechtstreeksch of zijdelingsch verband gestaan zou hebben met bovengenoemd doen/waardig werk van den zielenherder, zou ik niet durven beweren- Hoe dit zij, ook ik heb steeds een onbestemd ge voel gehad van het afkeurenswaardige om een bijbel te illustreeren, waarschijnlijk voort spruitende uit een duister besef datdeongekt-ndheden nooit bevroed en nooit begrepen" ongekendheden moeten blijven, terwijl een kind en een volwassen inensch spoedig allen eerbied zouden verliezen voorde sublieme metaphysiek, als zij wisten hoe een korian(lf-rst.ruik, een didrachme, een denarie, een Egyptische handbijl of' een sprinkhaan eruit zien. Principiis obsta, dat heeft er bij mij misschien al achter gezeten. Maar zooals ik zei, verder dan tot een duister besef" heb ik het destijds niet gebracht, en in later jaren is deze gewichtige quaestie door andere vraag stukken in de schaduw gesteld, zoozeer, dat ik haar geheel uit het oog verloren h: d. tot daar nu, op eens, Februari lMiMi.de Hollaiulxclie.Iterue, geredigeerd door Frans Netscher, verschijnt, en uiting geeft aan mijn oud gevoel van weerzin, maar in de woorden van een diep denker en vroom gevoelsman, bij \vien de weerzin gewassen is tot heilige droefheid en veront waardiging. Vanwaar die kracht en innig heid ; waarom moesten wij nu juist tot Febru ari ISiWi wachten, om den (Jolumbus te zien, die dat eitje eens op zijn punt wilde zetten ? Welk bestel van hoogere of lagere machten, om de Erven Loosjes de gedachte in te geven een Jlollctndxchc lleme te doen verschijnen, De marine-bepoüngen yan '96 en '91 in den Duitscben (U Ik.) Ken klein kereltje, schaduw ! maar wat een geweldige Frans Netscher daarvan de redactie op te dra gen en tegelijkertijd Nijgh en van Ditmar een prenten-bij bel te doen uitgeven, zoodat uit deze twee firma's, als uit twee vuursteenen, die tegen elkander stooten,de vonk der verhevenste waar heid spat' Wat zullen de fietsers wel zeggen. wanneer zij den redacteur van hun sportblad, in deze l terne aanschouwen als een Saul, die onder de profeten is verdoold ? Want, profeet is hij. Zijn werk, zoo mag men aangaande hem zelf'getuigen, >zijn werk is een vrome fan taseering, een zwerven van zijn stalenpen op zijn hoog gestemde emoties, een werk van religie op zichzelf"'. Maar, geenszins om den schrijver te ver kleinen, zij het gezegd, wij mogen niet, voor bijzien, dat de heeren Nijgh & van Ditmar dan ook zeer verre de perken van het betame lijke hadden achter zich gelaten. «Iemand", zoo duidt, de Itei-ue hen aan, die den bijbel beschouwt als een rijke bron orn er een pren tenboek van te maken." De bijbel was voor hen dus niet meer de bijbel, maar een bron, en die bron was voor hen geen bron. maar een prentenfabriek. Niet alleen het subliem metaphysieke maar zelfs het gewoon phy.-ieke wordt door hen verkracht.... Welk een verdoemwaardig gehoefle! De ongeëvenaarde Turk. (Punch.} De Siiltnn: >IIoor eens, Mr. Huil, je bent nu al zoo lang de voogd van juffrouw T1. zou het niet tijd zijn eens na te gaan, of ze niet tot haar liefhebbenden oom moet 'gypte geweest terugkeeren V'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl