De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 29 maart pagina 3

29 maart 1896 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 979 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Be opvolger van professor Land. De benoeming van den heer Bolland tot pro fessor in de wijsbegeerte aan de Leidsche Universiteit is voor het filosofisch leven in ons land een belangrijke gebeurtenis. De nieuw be noemde professor is een man van zeer groot ilifiilllllflllliiililimiiiiiiilltiuiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiMiiuiiiimiii iiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiimniiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiuiiiii Het rood steenen Huisje. NAAR BEATRICE KIPLING. (Slot). Na verloop van eenige maanden was er toch tusschen deze twee vrouwen, die elkaar zoo weinig gelijk waren, een soort van vriendschap ontstaan. John Port, die altijd heen en weer trok, was zelden thuis en Ellen werd een trouwe bezoekster van het huis aan de overzijde van den weg. Het huis was veel grooter dan het hare, maar het geleek kleiner, omdat er voor niets plaats scheen te zijn. Daarbij rook het er haast altijd min of meer naar gebraden vleesch ; terwijl de geuren van knoflook, olie en slechte tabak evenmin te verdrijven waren. De honden en de kinderen lieten beenderen op den grond liggen, waarover men struikelde en die dan in een hoek geschopt werden. Daar iedereen zijn kleeren maar liet slinge ren, werden zij op plaatsen waar men ze het allerlaatst zou zoeken, aangetroffen; de schoenen en overhemden van mr. Gasparez, de prachtige japonnen zijner vrouw en de gescheurde en getornde kleertjes zijner kin deren alles miste een vaste plaats. Niets was daar, waar het behoorde te zijn; het jongste kind werd op een fauteuil in slaap goddelijke ordonnantien, om die vader! ai dslooze vijanden te verdrijven van den Duitschen bodem, en als er een manslag wordt gepleegd door een werkman op zijn patroon, wordt die geschreven op rekening der sociaal-demo cratie, en roept <ïe keizer uit: «Dat mijn volk zich toch vermande!" Zóó slaat dus de kwestie op het oogenblik dat de zachte middelen hun uitwerking heb ben gemist, en opnieuw tot onderdrukking en vervolging is besloten. Merkwaardig is de gelijktijdige samen val van dezen omkeer te BerIgn, met den aanslag, gepleegd op het kies recht voor den Landdag in Saksen, waardoor geheel de werkliedenbevolking tot politieke onmondigheid wordt teruggebracht. De demokratische bladen zien in dezen staatsgreep niet een alleenstaand verschijnsel, maar hun benaming voor Saksen : Das Probirland der deutschen Reaktion" zegt voldoende wat zij vreezen. Op twee momenten dient hier de aandacht te vallen. Ten eerste dit, dat de keizer en de reactionairen, beiden optredende met de kracht hunner politieke machtsmiddelen, thans optreden als verbondenen tegen de aan groeiende massa der sociaal-democraten. Voor beiden mag de zucht tot lijfsbehoud meer dan een oorspronkelijke geliikheid van denkbeelden j of zelfs belangen de reden tot alliantie vormen. De reactionnairen weten van ouds, dal al wat de democratie wint, op hen gewonnen is. De keizer zou de socialisten misschien met rust laten, indien zij niet zoo hardnekkig volhiel den aan geheel hun program, zijn koningCO keizerschap von Gottes Gnadeh" niet met zooveel beslistheid terugwezen, en niet alleen op zichzelf bleven steunen bij hun streven om brood en gelijkheid te vinden voor allen. En het tweede, door dr. Barth met leed wezen opgemerkt, is het verdwijnen in dezen strijd, van de middenpartijen. Kleine verschillen worden geëlimineerd; men moet bij een van beide groote machten zijn heil zoeken, of zich tevreden stellen met niets te ziju. De sociaal-democraten hebben van den beginne af deze voorstelling gehad. Voor hen was de bourgeoisie n reactionaire massa, waartegen zij en bloc had te strijden. Zoo vast zijn zij ook nu nog daarvan overtuigd, dat op hun laatste congres zij de moge lijke versterking hunner gelederen door arbeiders van het platteland en kleine boe ren, hebben afgewezen, zoo die moest worden gekocht met een taktiek, die van hun begin sel de uiterste consequentie wilde verbergen. Dringt deze opinie ook door tot de gelederen der tegenpartij, dan kan men er zich op voorbereiden, in Duitschland een van de grootste worstelingen te aanschouwen, die in eenige geschiedenis staan vermeld; de wor steling van een door politie en leger gehar naste regentenmaatschappij, met een om brood en vreugde roepend proletariaat. F. M. C. IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMilll denkvermogen en een verbazende werkkracht. Hg is een geleerde, die niet alleen zeer veel weet, doch ook den hartstocht van de geleerdheid heeft; hjj is een geleerde, die veel van zich hooren laat; h\j is een geleerde van veelzijdige ontwikkeling. Niet slechts de wijsbegeerte wordt door hem beoefend, doch ook de godsdienst geschiedenis en de vergelijkende taaistudie. En by alles wat hij behandelt, openbaart zicb de hartstocht voor geleerd onderzoek naast helder en groot denken. De heer Bolland is iemand, die veel van zich hooren laat, en tegen polemiseeren niet op ziet. Indien styleering en woordenkeus bij hem menig maal geleerder zijn dan menigeen aangenaam is, de soliditeit van zyn nadenken en de krachtige eerlijkheid zyner uitingen zijn niet verborgen gebleven. Men mag verwachten dat de heer Bolland men veroorloove mij de familiare uitdrukking veel leven in de brouwerij zal brengen, en voor zeker is met zijn benoeming een goede daad gedaan. Ca. M. VAN DEVENTEB. iimmiiiiiiiiiimiii Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad. 22 Maart. De rechter dichterbij'1 (opheffing of reorganisatie der kleine recht banken). 25 Maart. Het Hertogdom Limburg ?" 26 Maart. Ue Guuvernemenis koffiecultuur." (Dr. Burk's brochure). De Standaard. 23, 25 en 27 Maart. De auto nomie der gemeenten." Het Centrum. 23 Maart. Een Voorrede" (van den abbéNaudel Vers l'aveuir"). 24 Maart. In zich zelf verdeeld". (De soc. partij). 25 Maart. Da radicale parüj." Het Volksdagblad. 23 Maart. Schoolvoeding, enz." 27 Maart. In welk land leven wij?" (politie en vergaderingen) Het Nieuws v. d. Dag. 17 Maart. iGelijke monniken, gelijke kappen," door K. (vrije en orde oefeningen). 3 Maart Land vooruit," door L. K. De Telegraaf. 16 Maart. Het vraagstuk der armverzorging", V, door Ph. Falkenburg. Volks opvoeding en volkbweerbaarheid," II, (slot) door L. D. Labl ei té. D e T ij d. 17 Maart. Nog eens : het voorstel van de Staitdaard''. 18 Maart. Eene universiteitequaestie." 19 Maart. De vrije en orde-oefeningen op de lagere school. 20 Maart. Een merkwaardig boek." (Ch. Périn, Priucipies d'ócoriomie politique.) (Ingezonden) 21 Maait. Uit den strijd tegen de sociaal-demo cratie in Duitschland." Amst. Crt 16 Maart. Bauoher, Fillis en Maaa Gee-teranus", door Dixi. 17 Maart. Op den goeden weg/' Bedenkelijke terugtred" (Gheel Gildemeester). 18 Maart. De Utrechisehe arbeidskas." 19 Maart. Die grappige radicalen." Nog eens de bedenkelijke terugtred." N. Ho 11. C t. 17 Maart. Een volkspetitionnement tot wederinvoering der doodstraf." 20 Maait. Snelschiijven als vrouwenberoep." De Rotterdamsehe haven en de werkstaking der ertswerkurs." 21 M .art. Eerste uitkomsten van de nieuwe proef met de opium-regie." De Maasbode, 18 Maart Nog een paar woor den van Broere'1, door P. M. Bots, pr. 19 Maart. Bordeel- en dolhuistaai". De kerk en liet moderne rationalisme" 21 Maart II, 22 Maart III, door A. V. 22 Maart. Een man van het vak" (mr. Joan Bohl over de doodstraf) door P. M Bots, pr. DB anti r. Nederlander. 23 Maart. De christelijke moraal." 25 Maart. De practijk" (vakvereenigingen). Het Vaderland, 17 Maart. Tiouw opgeko men," (ter gemeenteraadsverkiezing). 18 Maait .De suikerwet", III. 31 Maart Nog iets over zeebrieven", (ingezonden) door den Beer Portugael. 22?23 Maart. Willekeur", (van Houtens kiesrecht). Haagsen Dagblad. 15/16 Maart. Aan de kiezers in de residentie." 17 Maart idem. 18 Maart. Een uitstekende maatregel" (straat venters) door v. M. gesust, terwijl een kleermaker, die zij voor een dag huurden, op een kindertabouretje zat te naaien. Mrs. Gasparez borstelde en kamde haar zwaar haar gewoonlijk in de veranda aan den voorkant van het huis; op den grond zittende en omringd door bedienden, jonge honden en tamme vogels, gebruikten de drie oudste kinderen de wonderlijke spijzen, die hen werden voorgezet, op onge regelde tijden en in de kamer, waar zij toe vallig waren. Ellen trachtte door voorbeeld en door raad het huisgezin meer aan orde te gewennen; maar mrs. Gasparez, die in haar witte huisjapon nog forscher geleek dan anders, lachte slechts om haar raidgevingen. »O, wat ben je toch dwaas! Wat doet dat er toch toe? Wacht maar, als je kleine kinderen hebt, zul je niet meer zoo netjes zijn." En ofschoon Ellen te moedig was om het te bekennen, had zij toch niet gedacht dat zij den invloed van den verzengend heeten, Bengaalschen zomer zoo zou gevoelen. Zij G c5 J trachtte de warmte te vergeten door onop houdelijk te arbeiden en haar echtgenoot, die veel van huis was, had er geen denkbeeld van, hoeveel zij wel deed. Zij kookte en verstelde en naaide en waschte soms zelfs het linnen, waar zij zich zware hoofdpijnen en spottende aanmerkingen van haar buur vrouw mee op den hals haalde; maar het bewustzijn, dat zij haar plicht deed, hield haar staande. «Bedenk maar hoeveel ik thuis altijd te doen had," zeide zij, toen haar echtgenoot de opmerking maakte, dat haar blozend gelaat bleek, haar tred minder veerkrachtig was 20 Maart. De vrije- en ordeoefeningen der gym nastiek " 22 23 Maart. Een aanslag op de openbare school." De Avondpos t. 22?23 Maart. Koloniale po litiek." 25 Maart. Theorie en praktijk in het leger,''door X. TJtr. Dagblad. 18 Maart. Onze spelling.'' 19 Maart. Belastinghervorming." II. Juridische bezwaren" (grensregeling). 22 Maart Matiging." L i m b. K o e r ie r. 21 Maart. Nog iets over de Eensquestie." 23 Maart. Uit de Tweede Kamer," III, door M. de Bis. M i d d e l b. C t. 25 Maart. De benoeming van Burgemeesters." P r o v. G r o n. C t. 23 Maart. Een verwerpelijk middel." (De kieswet een jaar verscboven.) Nieuwe W i n s c h. C t. i2 Maart. Nog eens het zaad der ontevredenheid. ' (De zaak Vroons ) Z a a n 1. C t. 25 Maart. Haagschc brieven." (Min. van Houten en onderwijs.) N. Leeuw. Crt. 21 Maart. Suikoraccijns," I, d or Nemo. 25 Maart. II. N.-H o 11. W e e k b 1. 21 Maert, Doodstraf," door v. d. B. Venloosch Weekblad. 21 Maart. Is het in strijd met de grondwet van het Hertogdom Limburg"- Ie spreken?1' De Nederlander (Weekbl.). 21 Maart. Hooge politiek?" (peisoneel). Soc. W e e k b i a d. 21 Maart. Yolksschool en opleiding voor het bedrijf", I, door P. Jongt-jan. Over de waarde" (slot), van Dr. E. Denekamp. DeVolksstem. 21 Maart. De Patroonswet" (Kamers van Aibeid.) Taktiek of beginsel" (door Dr. Vrendenberg). Sociaal overzicht". Een Amsterdamsche werkman voor de Tweede Kamer" (Vroous). De Bond van Ned. Onderwijzer»", VI, door P. Stuit, enz. enz. Becht voor Allen. 24 en 25 Maart. Laster en v ees." Patrimonium. 21 Maart. Welken weg wijst ons de historie der werkliedenbeweging in Nederland als den juisten aan? De V o l k s b a n i e r. 26 Maart, Brief van Z. H. Paus Leo XIII". Friese h Volksblad. 22 Maart. T3it het leven der nrinen." Nee-land's Yolksblad. 21 Mrt. Evangelisatie." DeVolkstribuun. 21 Maart. .De commune van Parijs." Weekblad v. d. A l g. Ned. D i a m. Bond. 27 Maart. Aan de niet-afdragers van de weerstandskas." Het Schoolblad. 24 Maart. Het huiswerk van de leerlingen der H. B. School" (slot . De Bode. Iti Maart. De propaganda voor de vooruitstrevende ideeën in het N O. G " De Wekker. 21 Maart. Scuoolreisjps." Alma Mater. 23 Maart. D. van Haren Noman "f"". Het apothekersexamen. De V r ij denker. 2 Maart, Staat, kerk en school." N. Surin. Crt. 20 Febr. Twee Gouverneurs." V r ij l a n d. 21 Maart. Kolonisatie." W e c k b 1. v. d. B n r g. A d m i n i s t r. 20 Maart. Nog eens liet sluitingsuur der tap[erijen" De N ij v e r h e i d. 25 Maart. Proefstation voor kofüecultuur." miiiiiiiiiiiiiiiimiiiitiiitiiuiiuiiiMiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiilillliHiliilti in de Hoofdstad Het is bij de Kamermuziek-soirées van Toon kunst zulk een weinig voorkomend verschijnsel dat het lijstje van medewerkers eene verandering ondergaat, dat het wel der moeite waard is te releveren dat, bij afwezigheid van den heer Röntgen, de heer Louis Coenen ditmaal de klavierpartij ver vulde in de zesde (voorlaatste) soiree. lii verband met die medewerking droeg het pro gramma een geheel ander karakter dan gewoonlijk. Ed. Lalo, Guillaume Lekeu, César Franck en Gabriel Faurc waren vertegenwoordigd met, een Trio. Sonate voor Piano en Viool, Prélude, Choral d Fuyue voor Piaro en een Kwartet voor piano, viool, alt en violoucel. iiiiiiiiiiiiniiiiiii minimin minimi iiniiimiin m geworden. »Ik ben hier niet gekomen om jou geld op te maken en een lui leventje te leiden; als ik zelf de borden nog moest wasschen, maar dat hoeft niet en Abdool begint heel goed te koken; hij heeft al zeer veel geleerd. En de wasch valt mij waarlijk ook zoo zwaar niet, want het goed is hier zoo gauw droog en wordt gebleekt door die brandende zon. Laat mij mijn gang maar gaan, John; ik kan nu eenmaal niet leegzitten en tegen Nieuwjaar zal ik toch al gedwongen zijn een tijdlang niets uit te voe ren;" en bij die gedachte ging de naald mei meer spoed door het kleine, witte kleedingstukje, dat zij onder handen had. John vond dat zij er slecht uitzag, maar daar zij nimmer klaagde, meende hij dat er geen reden was om zich te verontrusten. Toen kwam de regentijd, eerst een wel kome verandering na de ondraaglijke hitte, maar spoedig genoeg even ondraaglijke lasten en kwellingen aanbrengend. Alles ondervond min of meer den nadeeligen invloed van de vochtige atmosfeer. De vijver trad buiten zijn oever en het groene tuintje werd een akelig moeras, dat tot woonplaats diende aan ontelbare kikvorschen, wier gekwaak Ellen 's nachts uit den slaap hield. De rnuren van het kleine rood steenen huisje waren door trokken van het vocht en een doorzichtig, blauw waas verspreidde zich over hun meubels en sieraden, zelfs over die, waar zij de meeste zorg voor hadden. Te vergeefs trachtte Ellen door aanhoudend te stoken de »paddenstoelenlucht'' zooals zij het noemde, te verdrijven. John Port had herhaaldelijk aanvallen van koorts; korte, hevige aanval len, waar hij reeds aan gewend wa-i geworden Van deze vier meesters is alleen de laatste nog in leven. Lalo en César Franck stierven in den herfts des levens en Lekeu overleed op een leeftijd dat men nog spreekt, van belofte en verwachting. En wel mocht men veel hopen en verwachten van dezen jongen componist die met zijne vio >1sonate een werk heeft gegeven dat zoo oneindig veel belooft. Dat blijkt reeds in den eersten satz, een stuk zoo rijk aan kleur en ongewone harmonische wen dingen. Getrouw aan liet voorbeeld zijner mede jongeren wordt liet spelen met eigenaardige inodulatiën wel eens tot hebbelijkheid en laat ik er maar bijvoegen: dat is bet wat op liet werk drukt, want de componist geeft in het begin in dit op zicht reeds zooveel dat, zich bij de volgende deelen van de hoorders een gevoel van oververzadiging meester maakt, wat?indien hij niet zijn aandacht bleef wijden aan de interessante grepen die men zoo vaak aantref! hen hoc langer hoe meer onvoldaan zou maken met dit werk. (Bepaald jam mer vind ik echter het leclykc slot van de Finale.) Doch en dit is voor eene juiste waardeering m. i. iioodig deze componist was jong en dus zoekende, het is daarom niet- meer dan natuurlijk dat hij nog wel eens doorslaat, doch vaak gaat hij gross und machtig" zijn weg en ware hij blijven leven, voorzeker zou bij ook het weise und bedachtig" meer hebben leeren in practijk brengen zooals zijne oudere collega's Lalo, Franck en Faur zoo voortn-ffjlijk wisten en weten te doen. De Prélaile, C/ioral et Fugue van Frauck (door Louis Coenen zoo magistraal gespeeld) is reeds meer ten gehoore gebracht in onze concertzalen. Ook herinner ik mij eens het kwartet van Faur gehoord te hebben. Hoewel men na het hooren van drie zulke wer ken reeds wat vermoeid is, boeide het kwartet van Faurémij zeer. Fauréis niet alleen een der meest sympathieke componisten van de jong-Fransche school, doch ook als menscli is hij zeer ge wild. Hij is een van die personen die u door zijn uiterlijk dadelijk voor zich innemen Aan genaam, bescheiden en gedistingueerd. Met deze drie woorden is hij als mensch m. i. vrij wel geteekend. Die distinctie straalt ons ook uit zijne muziek tegemoet. Meester over den vorm, zooals weinige van zijne laudgenooten, heeft hij altijd iets inte ressants te zeggen en dat, doet hij op zijne bemin nelijke manier, wars van schoolsche aanstellcrij, kortom als meester die geen geleerdheidsvertooa n .odig heeft om te bewijzen dat hij knap is. Hoewel het Trio van Lalo m. i. niet op dezelfde hoogte staat als het l-warlrl van Fauré, is ook in dit werk overal de meester te herkennen. Hoe schoon van klank is liet en hoe uitstekend is alles voor de instrumenten geschreven. Feu nieuw efiVct treft meu aan in de pizzicati in den tweeden sat.z. Dit, deel is vooral als kleur merkwaardig. Het derde deel '/r.v le.nt heeft mij nog niet sterk geïn teresseerd, omdat ik hier de natuurlijke strooming miste, doch wellicht verandert die indruk bij her haald aanhooreu ecnigszins. De uitvoering van al deze werken was vooral ook daarom merkwaardig, omdat zij een geheel ander licht op de verhoudingen tusschen het kla vier en de strijk-iristrumeiiten wierp. De heeren Louis Coenen en Rüntgen zijn uitersten. Wanneer Röutgfii de klavicrpartij vervult, dan wordt zijne persoonlijkheid in dien kring vaak ovcrheerschend. Door zijn temperament, zijn kuustenaarsziel: //gross und machtig" komen vele toe hoorders er toe hunne hoofihtaudacht aan liet klavier te wijden, m. a. w. Ilimtgen ecraseert wel eens het andere. (Men weet hoe ik over dezen grooten kunstenaar denk, dus zoeke men er niet ten onrechte ver kleining van ziju gaven in.) Coenen daarentegen: ,/\\eise nnd bediichtig" bewaakt, zorgvuldig ieder forto, opdat nooit het klavier een beletsel zou kunen zijn, dat de strijk instrumenten iets van hun glans verliezen. Voor eusemblespel is deze opvatting, althans in werken van deze school verre te prefcreeren. De eenheid was nu zoo schoon als ik zelden hier hoorde, te meer daar de groote zorg die de pianist voor het ensemble koesterde niet van invloed was op zijne muzikale voordracht. HIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIU en zich volstrekt niet ongerust overmaakte; maar Ellen's hart kromp ineen als zij hem in zijn koortsdroomen hoorde ijlen. Dat zij zelve overspannen en oververmoeid was, telde zij niet, ofschoon zij den geheelen dag door i onophoudelijk een stekende pijn aan den linkerslaap gevoelde. »Ik geloof dat het beter is er niet aan toe te geven" zei Ellen, toen de koorts ook haar aantastte, de grond onder haar ver moeide voeten scheen weg te zinken, haar oogleden gloeiden en de voorwerpen om haar heen haar driemaal zoo groot als anders geleken. »Wie zegt je dat ik thuis ook niet ziek zou zijn geworden," herhaalde zij met een onverstoorbare opgewektheid. »Ik zou misschien weer influenza hebben. Zeg dus niet meer dat dit klimaat slecht voor mij is, want dat is onzin." Na verloop van eenige maanden was haar gezondheid merkbaar achteruit gegaan en daarbij begon zij een oiidraaglijken last van heimwee te krijgen, wat zij eveneens voor . John Port verborgen hield. Ximmer ver moedde hij welk een verterend verlangen i naar haar betrekkingen het hart zijner vrouw vervulde, en ook in haar brieven liet zij er \ zeer weinig van doorschemeren, maar niettej min ging zij er dag en nacht onder gebukt. »Je ziet er niet best uit," zei mrs. Gasparez. »'s Nachts heb ik soms wat koorts," zei Ellen, »maar dat is niets; de warmste tijd j zal nu toch wel gauw voorbij zijn." »Ja, het leed is nu gauw geleden. O ja. \ ik heb nog een nieuwtje te vertellen: mijn ; zuster komt bij mij logeeren, mijne jongste zuster, miss de Cruz." »Dat is prettig voor je," zei Ellen harte

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl