Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 979
Ik hoop daarom zeer den heer Coenen meermalen
op deze soirees te hooren.
Zijn eerste optreden in dezen kring was een
interessante kennismaking.
Ik heb vroeger er op gewezen dat het voor
Fransche werken noodig was een Pleyel of
Erardvleugel te gebruiken. Ditmaal was zulks het
geval. De schoone klank van den Pleyel-vleugel
bracht er veel toe bij deze werken nog beter te
kunnen genieten. Ik zeide reeds dat de strijkin
strumenten zeer schoon klonken. Er was met
groote zorg gestudeerd zoodat alles voortreffelijk
marcheerde. De heer Cramer vertolkte de viool.
sonate bijzonder gelukkig en de heeren Bosmans
en Hofmeester waren weer zooals altijd de
conscientieuse kunstenaars zonder wie zulk een schoon
ensemble onmogelijk zoude geweest zijn.
***
Eene uitvoering met solisten, koor en orkest
geeft heel andere indrukken en heel andere klank
verhoudingen. Dit contrast is nog sterker wanneer
men deze Fransche werken stelt tegenover een
goliede-massief oratorium van Max Bruch n.l.
Arminius, dat den vorigen avond door de
vereeniging Mvsis Sacrum werd ten gehoore gebracht
onder leiding van den heer Henri R. F. Brandt s
Buys.
Dit werk is niet nieuw, daarom zal ik mij in
hoofdzaak tot de uitvoering bepalen.
Vooraf zij echter gezegd dat deze compositie
vooral de aandacht trekt door de voortreffelijke
wijze waarop Bruch voor koor weet tp schrijven.
Zijne behandeling van het orkest staat zoowel wat
kleur als inhoud betreft lang niet op dezelfde
hoogte.
Dan komt, wanneer er weinig inhoud is, dit
dadelijk aan het licht, terwijl de schitterende be
werking van de koren dit niet zoo in het oog
doet vallen.
Wanneer men weet dat het koor van Musis
Sacrrnn bescheiden verhoudingen heeft, moet
men het te meer waardeeren dat deze vereeniging
met zoo groote zekerheid de vaak zoo moeielijke
koren heeft gezongen. De klank was voldoende
krachtig tegenover het orkest en uit alles bleek
dat de voorbereiding met bijzondere zorg door den
heer Brandts Buys is geleid.
Mej. Bli.uw is eene alt-zangeresdie ik met veel
ganoegen hoorde. Hare schoone stem en muzi
kale voordracht trokken zeer de aandacht. Alleen
zou ik deze dame er op willen wijzen dat wanneer
zij pianissimo zingt de stem niet genoeg naar
buiten komt, waardoor men de woorden niet meer
verstaat.
Ik vestig zeer de aandacht van concertbesturen,
op deze jonge, talentvolle zangeres.
De heer Rogmans was voortreffelijk gedisponeerd
en zong de partij van Siegmund met veel expressie
en warmte.
De partij van Arminius ligt voor den heer Van
Duinen nu en dan wat hoog. Doch hij wist die
bezwaren met succes te overwinnenen en gaf op
veel plaatsen een expressieven Arminius. Ik wijs
o. a. op het gedeelte Schaut auf! es blilzt das
góldene Licht.
Op sommige plaatsen laat de heer van Duinen
zich wel eens verleiden week te zingen waar
kracht wordt vereischt. Hierop vestig ik de aan
dacht van dezen, met zoo gelukkige stemmiddelen
begaafden zanger, die zich meer en meer ontwikkelt.
Voor het orkest van de Amsterdamsche
Orkestvereeniging heb ik niet dan lof voor de zekere en
tevens discrete wijze waarop het zijn moeielijke
taak vervulde.
Deze vereeniging verkeert helaas, in zorgelijke
omstandig heden. Ik neem dus deze gelegenheid te
baat met aandrang te verzoeken deze musici te
steunen door lid te worden van de concerten in
het Paleis voor Volksvlijt.
Er is zulk een ernstig streven bij dit orkest merk
baar dat het aller steun en sympathie verdient.
Deze zoo goed geslaagde uitv*ering werd zeer
gewaardeerd door het publiek dat den heer Brandts
Buys vaak luide toejuichte.
*.*
In het Concertgebouw heb ik Zondag een jong
Russisch violist, de heer Sissermann gehoord, die
toonde bijzonder ontwikkeld te zijn zoowel in
lijk, »is het een lief meisje?"
»O ja, en mooi ook! groote oogen en lang
haar en een mooi figuur! En daarbij heeft
zij veel te wachten, want mijn grootmoeder
houdt heel veel van haar en zal haar alles
nalaten."
Na eenige dagen verscheen miss de Cruz,
een groot, forsch, knap meisje. Als Ellen
trachtte een gesprek met haar aan te
knoopen gaapte zij ridderlijk, doch zoodra John
Port binnentrad, was zij een en al leven en
coquetterie.
»Dat is een mooi, aardig meisje," zei John
Port later en voegde er ecnigszins onhandig
bij: »Jij moet zorgen dat je er gauw wat
beter uit gaat zien, hoor oudje."
»Ja, dat zeg je wel,'' zei Ellen lachend;
toen verliet zij het vertrek, ging voor den
spiegel staan en zag met andere oogen dan
voorheen naar haar beeld, dat daarin weer
kaatst werd.
»Ik hoop maar dat ik gauw weer op zal
knappen," zei zij met een blik op het
vervallen gelaat in den spiegel.
Al dien tijd had Ellen zeer weinig aan
dacht geschonken aan de nieuwe wereld,
waarin zij zich bewoog. De drukkende hitte,
het gebrek aan comfort en haar eenzaamheid
daar gelaten, leefde zij in Indiëjuist zooals
zij in Engeland geleefd zou hebben. De
eenige inlander, met wien zij soms eenige
woorden wisselde, was Abdool en haar omgang
met hem was niet geschikt om haar sympa
thie voor de inlanders op te wekken. Het
kleine, rood steenen huisje met zijn rijken
bloemenschat had zij alleen lief, omdat het
de woning van haar echtgenoot was en zij
vertrouwde dat het tuintje er vriendelijker
technisch als in muzikaal opzicht. In de
FaustFantasie vanWieniawski had hij gelegenheid (hoewel
hem niet alles gelukte) zijn verbazende techniek
en zijn mooien Stradivarius te doen bewonderen,
doch in twee stukken van Bach zonder begelei
ding toonde hij vooral wat stijl betreft, buiten
gewone eigenschappen te bezitten. Deze jonge
man geeft soms nog te veel en daardoor wordt
zijn spel wel eens ruw, doch aan een jong kunste
naar met temperament is dit waarlijk wel te ver
geven. Hij belooft een der grootste violisten van
onzen tijd te zullen worden.
Het Buitengewone Abonnetnents- concert in het
Concertgebouw was belangrijk omdat wij daar eene
zangeres mochten hooren die voor alles artieste is:
Mlle Marcella Preghi, die in de laatste jaren te
Parijs bekend is geworden, na reeds voor dien tijd
in kleinere Parijsche muzikale kringen ten hoogste
gewaardeerd te zijn.
Met hare schoone zoo sympathieke stem, weet
zij door hare sobere, doch diepgevoelde voordracht
den hoorder tot het einde te boeien. Vooral in
de Trois Conles mystiques van Bordèse door
Paladilhe, Widor en Faurégecomponeerd, kon deze
zangeres hare groote gaven doen bewonderen.
Ik heb in lang geene zangeres gehoord die mij
zooveel heeft doen genieten.
De heer Johannes Wolff, onze landgenoot, is
ten bekend en beroemd viool-virtuoos.
Toch heb ik twee ernstige bedenkingen tegen
zijn spel. In de eerste plaats was het jammer dat
de keuze van stukken er vooral op berekend was
het groote publiek te voldoen, en alleen den vir
tuoos en niet den kunstenaar te doen kennen, en
in de tweede plaats betreur ik het dat deze solist
met zijn spel zoo sterk op het effect werkte en
bij de zangerige gedeelten zulk een hardnekkig
vibrato te pas bracht.
Dat heeft voor mij den indruk van zijn spel
grootendeels bedorven.
De heer Wolff heeft te groote gaven om ze niet
in edeler richting te ontwikkelen.
Het orkest heeft eene symphonie van Haydn in
C. gr. t. onder Mengelberg's leiding op zeer schoone
wijze vertolkt.
Artistiek en in goeden stijl voorgedragen ! Aldus
was mijn indruk. Ook de begeleidingen waren
soms zeer schoon, vooral de liederen van Paladilhe
en Widor. Het Vorspiel uit Loreley van Max Bruch
werd met glans en warmte vertolkt.
VAS MILLIGEN.
iiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ITTERJLN
Expositie Potente bij yan Wisseling & Co,
De heeren van Wisselingh & Co. houden thans
eene tentoonstelling van studies door Geo.
Poggenbeek, welke een aardigen kyk geeft op een
karakteristieken kant van diens talent en ons
toont hoe veelzijdig hy is in de keuze zijner
onderwerpen.
Het zya bijna alle schetsen naar de natuur,
blijkbaar meestal in niet meer dan eene zitting
geënleveerd, die laten zien hoe gemakkelijk hij
het penseel hanteert en over welk een rijk en
harmonieus palet hij beschikt.
Als zoodanig dient hij dan ook te worden beoor
deeld; er geldt hier een andere maatstaf, dan
welke wij aan zyn verder opgebouwde schilde
rijen of aan zy'n ook van bewerking zoo prettig
te aanschouwen waterverfteekeningen gewoon zijn
aan te leggen.
zou uitzien, als een kind er in zou spelen.
Haar verdere omgeving, de roem en de pracht
van het tropische Oosten, boezemden haar
weinig belang in. Zij bracht den dag door
met de ontelbaar vele kleine plichten, die
in een huishouden te doen vallen, af te
doen en met in stilte te verlangen, dat zij
zich den volgenden dag beter zou gevoelen.
Tegen het einde van November liep Ab
dool op een morgen in allerijl naar mrs.
Gasparez' woning met het bericht dat Ellen
haar dringend liet vragen bij haar te komen.
Het was op het uur van het ontbijt en John
Port was afwezig en zou niet voor den vol
genden morgen terugkeeren.
»Het spijt mij dat ik het u zoo lastig
maak," zei Ellen toen mrs. Gasparez ver
scheen ; »maar ik heb mij den geheelen
nacht zoo ziek gevoeld en ik verlangde zoo
met iemand te spreken."
»O, ik zal met genoegen blijven," zei mrs.
Gasparez, >en ik zal den dokter laten halen,
dan zult ge wel spoedig weer in orde zijn."
De dokter kwam, ging heen en kwam
spoedig weer terug: mrs. Gasparez weende,
omdat zij Ellen zoo zag lijden zonder haar
te kunnen helpen en zei door hare tranen
heen dat het spoedig wel weer in orde zou
zijn; en Ellen trachtte met
bovenmenschelijke zelfbeheersching zich goed te houden
en zei herhaaldelijk dat het haar speet,
dat zij het hun zoo lastig maakte.
»Maar zij was zoo sterk/' zei mrs. Gas
parez tot den dokter, toen zij zich met hem
n een ander vertrek bevond, »zij werkte zoo
hard, zij deed alles zelf! Ik ben niet sterk
maar ik ben nooit zoo geweest als zij nu.';
»Zij heeft zich overwerkt," zei de dokter;
Deze laatste ontbreken hier geheel, wat in ver
band met de beschikbare ruimte en vooral het
karakter van het grootste deel dezer expositie
verklaarbaar is.
Eenige waaronder de uitstekende schets, het
kasteel van koning Radboud, zijn reeds bekend,
een groot deel is echter van een lateren tocht
door Noord-Frankrijk en Belgiëafkomstig.
Onder deze zijn enkele welke de kwaliteiten
van dergelijk werk van Daubigny zeer nabij
komen, maar ook studies van koebeesten en
vooral een zwartbont kalfje geven blyk hoe hij
ook in deze richting een vruchtbaar veld voor
zijn penseel zou vinden.
Het hier geëxposeerde werk geeft dus blyk van
het pogen van een rijk talent om zich door ver
nieuwing en uitbreiding van zijn arbeidsveld te
versterken. Toch ware hiernaast een tweede ten
toonstelling gewenscht, als overzicht van hetgeen
hij reeds heeft voortgebracht en waarin hy in
een zeer bepaalde richting steeds een eigen op
vatting heeft getoond.
BüPreyer & Co., expositie
Tholen is iemand die niet minder verlegen is
met de keuze van zijn sujetten. In een kleine
expositie bij de heeren Preyer & Co. geeft hij
eveneens blyk van veelzijdigheid zoowel in por
tretten als in landschappen, deze in groote ver
scheidenheid van moment.
Ook hier is een groote gemakkelijkheid in de
techniek aan te wijzen, zonder de gebreken, die
deze natuurgave dikwijls met zich brengt.
Want wat Tholen ons van zijn frisch geob
serveerde impressies wil weergeven is steeds ten
volle gezegd en zijn aangename voordracht wordt
niet gestoord door sporen van moeilyken arbeid.
Wel vooral het klare en opene van helderen
dag vindt in hem een gelukkig vertolker.
In zijn schilderijen is de kleur dikwijls van
een hoog gehalte als in de in avondzon gloeiende
duinkop, maar ook uit zy'n aquarellen blijkt niet
minder zijn talent.
Een groote verrassing wacht den bezoekers nog
in eenige uitgezochte specimina der kunst van de
groote Hagenaars Israëls, van wien de heer Preyer
eenige zeer kapitale werken bezit, Jacob Maris,
zoowel met een in zwaarder sonoor gamma tegen
de zon gezien watertje als een blonder Jagertje,
een savoureuze late Bosboom, maar vooral Mauve
is in zijn kracht.
Zijn olieverfschilderij, een hei onder de sneeuw
met een ijl rood luchtje en een wagen, waarop
hakhout wordt opgeladen, heeft my niet zoo sterk
nog getroffen als wel een zeer buitengewone
aquarel, die mg wel van zijn allerbeste voorkomt.
Een glooiend heuvelland met op den voor
grond een ploeg, bespannen met een wit en bruin
paard, uitstekend in hun actie, daarachter een
boertje met blauwe kiel, en ver wijken de
glooiende akkers naar waar aan den horizont even
het silhouet van een dorp met een molentje is
aangeduid.
Zoo iemand der Hagenaars het verstaan heeft,
zich in dit procédéte uiten was het Mauve en
misschien was juist het dunne soepele van water
verf nog wel zoo in overeenstemming met zy'n
teere blonde natuuraanschouwing als het zwaar
dere der olieverftechniek.
Wel zelden is als in deze aquarel zoo sterk
uitgedrukt ruimte van atmosfeer, het tastbare
van het witte paard op den voorgrond in het
MIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIllllllllllllllimlHIIIHIIIIIIllllllllllllllllllllllllllltllllllllllH
»zij heeft geen rekening gehouden met het
klimaat en dat heeft haar kwaad gedaan."
Kort na middernacht werd er een dood
kind geboren, waarna de dokter zich naar
mrs. Gasparez' woning begaf om eenige
uren rust te kunnen nemen. Mrs. Gasparez
zelve bleef voor het bed zitten knikkebollen,
af en toe een slokje sterke thee nemende,
en Ellen scheen in slaap.
Kort voor het aanbreken van den dag
richtte Ellen zich op en sprak eenige
oogenblikken met mrs. Gamparez; zij wilde een
boodschap achterlaten.
»0, maar ge gaat niet sterven," snikte
mrs. Gasparez; »ga maar weer slapen en
wees niet zoo dwaas; het volgende kindje
zal wel in leven blijven en dan breekt er
weer een gelukkige tijd voor je aan.''
Ellen lachte zwak. «Vergeet het niet,"
fluisterde zij en keerde het hoofd om; maar
in plaats van te gaan slapen veranderde
haar gelaat en nam een vreemde uitdruk
king aan en mrs. Gasparez ijlde ontsteld
naar den dokter. Ellen's laatste strijd werd
alleen gestreden, maar hij moest kort zijn
geweest, want toen Mrs. Gasparez en de
dokter terugkeerden, was zij reeds gestorven.
John Port kwam om zeven uur aan. De
dokter ging hem tegemoet om hem van den
dood zijner vrouw kennis te geven, maar
alvorens hij het kleine, rood steenen huisje
bereikt had, begreep en geloofde hij nauwe
lijks wat er was gebeurd. Abdool stond hui
lend en weeklagend in de veranda, maar
Port duwde hem op zij en ging naar de
slaapkamer. De benauwde atmosfeer, die hem
tegemoet kwam, vormde een scherpe tegen
stelling met de frissche morgenlucht en het
ondoorschijnende van dekverf in het onstoffelijke
van lucht en wijkend land in dunne uitgesponsde
fijne grijzen.
Verder zagen we werk van Blommers en Kever
en een mooi doekje van Wijsmulier :?In de
plassen met een uitstekend dun luchtje.
D.
In de vitrine van Preyer is deze week ge
xposeerd een schilderij van Wijsmuller, «Aan
de Vecht".
"""""" miiiiimiiiiiiiniiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiii
40 cents per legel.
IiniHIIIIIIIIIIIIIIIIiHHI
TRA O B
MARK.
MARTELUS COGNAC
Dit beroemde merk is
verkrjjgbaar bjj alle soliede Wijnhandelaars
en bij de representanten
KOOPMAtfS «& BRUINIER,
te Amsterdam.
iiM vanaf ? 2.50 per teï.
Magazijn KEIZERS HOF", Nieuwemlijk 196.
Z u d en s t o f f en. Grootste sorteering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde
Zijde, Satjjn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
H. RAHR te Utrecht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Mnziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime kenze in Huurpiano's.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUHIt
vertrek had een slordig aanzien; een wit
laken was over het bed gespreid, en mrs.
Gasparez, wier oogen rood en gezwollen waren
van het schreien en nachtwaken, trad hem
tegemoet.
»Zij heeft een boodschap voor u achter
gelaten," zeide zij. »Zij liet u groeten en
zeggen, dat het haar zoo bedroefde u niet
meer terug te hebben gezien en dat ge maar
niet om het kindje moest treuren, want het
was werkelijk beter dat het dood was, omdat ge
nu gemakkelijker zoudt kunnen hertrouwen.
O, o, wat had zij u lief."
John stond bij het bed, streek met zijn
hand over de bruine lokken en schoof de
vuurroode bloemen, die mrs. Gasparez om
het kalme gelaat der doode geschikt had,
op zijde. »Nooit zal ik hertrouwen," zei
hij, »geen andere vrouw zal ooit haar plaats
aan mijne zijde innemen."
En door het raam drong de hooge stem
van miss de Cruz, die een morgenwandeling
met een harer aanbidders deed, naar binnen :
»0 ja, mr. Woods, dat is alles goed en
wel; maar ik geloof er geen woord van!"
* *
Vijf maanden later trad John Port in het
huwelijk met miss de Cruz; en mrs. Gasparez
zei tot hare bekenden, dat het werkelijk een
zeer goede partij was voor Eulalie, want dat
arme, lieve vrouwtje van mr. Port, dat
onlangs gestorven was, was heel zuinig ge
weest en had, o zooveel roepijen gespaard."