Historisch Archief 1877-1940
No. 979
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
tionnair is IBELS, van wien wij o. a. het vol
gende in het werkje van den heer Lapidoth
vinden opgeteekend:
»Als overtuigd anarchist en medewerker
aan een der geïllustreerde partijblaadjes (Père
Peinard), schept hij al dadelijk eenige kos
telijke typen van onderdrukkers en slachtof
fers. Ook Willette doet dit, maar welk een
verschil tusschen den gracieusen schepper van
Pierrot en den ruwen strijder uit den Père
Peinard!"
»Nadat hij, in 1891, debuteerde op de
tentoonstelling der Independenten te Parijs
met werk, dat herinnerde aan Vincent van
Gogh, gaf hij reeds het volgende jaar, ook
aan de Indépendants, zijn «worstelaars/' eene
vreemde waaierbeschildering, maar een zoo
echt oorspronkelijk tafereel van arme kermis
gasten, die werken met gewichten ten
aanschouwe van wat matig belangstellende
slenteraars."
Zijn hoogtepunt heeft hij totnogtoe bereikt
in de geïllustreerde nummers van de Echo
de Paris, waar hij blijft te velde trekken
tegen de moderne burgerlijkheid en de
plutocratie. Het hier afgedrukte plaatje is een
bewijs ervan.
BAC is de man van La vie parissienne,
sDe specialiteit van dit blad is het leveren
van groote over twee bladzijden gedrukte
series, liefst over het allerintiemste leven
der »mondaines" en, bij gebreke van dit
gekruid moois, over wedrennen,
tooneelvoorstellingen, speelzalen en andere
gelegenhedenwaar de dames uit de groote wereld gedecol
leteerd, maar niet in nachtgewaad komen.
De Muze van Ferdinand Bac is daar op
hare plaats. Zij heeft zich kunnen uiten in
platen, waarvan de titels alleen u reeds
voldoende inlichten omtrent de bedoeling des
teekenaars. »Damesbroeken," »Geen hemden
meer, maar »combinaisons,"
»Bolvormigheden," «Lakens en dekens," «Tentoonstelling
van vrouwelijke kunst en... kunstjes," »De
liefde op alle uren van den dag en van den
nacht,'1 etc. etc."
»Hij maakt modeplaten zoo ge wilt
maar hij maakt ze zóó dat de kleeren alles
zijn, niet alleen, doch ook leven, individu
aliteit verleenen aan de popperige dames,
die ze aan hebben dat ze worden tot dra
gers van de persoonlijkheid der vrouw."
Bac is ook uitgekomen als caricaturist in
het album Tout Ie Thédtre, door hem in
samenwerking met Xanrof vervaardigd. »Deze
caricaturen mogen heusch verdienstelijk
heeten. Misschien zouden zij, minder uit
voerig, vooral wat minder droog belijnd,
kunnen gerekend worden tot de beste
spotprenten op de Parijsche »m'as-tu-vus.""
HEIDBRINCK moet nog werken voor den
broode. Hij maakt reclameteekeningeii voor
een geïllustreerd blad, portretten van heeren
en dames voor wie reclame wordt gemaakt,
maar zijn beste werk zijn zijn albums. »Zijn
kracht ligt in de kleine tafreeltjes van het
Parijsche straat- en burgerluidjes-leven. Voor
die berooiden en kwalijk bedeelden bewaart
hij zijn groot gevoel, zijnen aandoenlijksten
humor en zijne beste potlooden."
»Hij kent niet alleen het volksleed. Hij
kent ook de volksvreugde. Verscheidene,
alleen reeds door hare treffende waarheid
merkwaardige teekeningen, zijn daarvoor
goede bewijzen."
LEGRAND is een van de slachtoffers der
pornografische liefhebberij van het Parijsche
publiek.
»Nu en dan is hij waarschijnlijk op
bestelling werkend hinderlijk grof. Zijne
naakte of halfontkleede deerns zijn zoo bru
taal gemeen, als men ze maar denken kan
en de tooneelen uit hare vunzige slaapka
mers zijn meer dan gewaagd.
«Doch daarnaast kan men voorbeelden
vinden van het krachtigst naturalisme, dat
zich bij hem uit in het]satiriek-leelijke. Zijne
satire geeselt niet; maar beukt er op los.
Hij licht geen sluiers op, maar rukt kleede
ren van 't lijf; smijt neer in het slijk; roept
C'est] effrayant tous ces bruits de guerre et puis cette baisse de fonds
publiés....
? Que qu' ja me fait, du moment que Ie soleil chauft'e....
(ïfeidbrinck.)
Visite de^.la dame.
(Legrand.)
Boulevard Extérieur.
Lendemain de la fète chez la blanchisseuse.
(TouloHZc?Laxtrcc.)
(Lunel.)
de Parijsche hel op en toont de afschrik
wekkende kanten der zonde."
Maar geen teekenaar is zoo hard geweest
voor zijn modellen als
TOULOUZE-LAUTREC. Hij is het vleesch geworden sarkasme.
»Hij zoekt het kwaad op in de Parijsche
»bouges": in bals publiés van de leelijkste
categorie, op de buitenboulevards ... overal,
waar de ontucht heerscht en het phyziek
afzichtelijke zich paart aan het
moreel-monsterlijke. In die wereld ontmoet hij Legrand.
Maar Legrand ziet als realist; Lautrec als
satyricus."
«Uitnemende teekenaar van gekleurde aan
plakbiljetten, gaf Toulouze-Lautrec
reclameprenten voor boeken, tingel-tangels enz. Zelfs
daarin ontwaart men sarcasmen en, terwijl
de gelukkige lijnspeling, gepaard aan de
verrukkelijke kleurenharmonie den voorbij
ganger aantrekken en verlokken tot lezen,
i drijft de mooie prent den spot met zijn ver
langen naar pikante lektuur, schuine liedjes
en machinaal beengezwaai.''
»LUNEL is niet alleen de techniek van zijn
vak meester, maar geeft, mits de talrijke
directeurs en uitgevers, voor wie hij op
bestelwerkt, hem maar de noodige vrijheid laten,
alleraardigste fantazietjes en platen vol gratie
of kranig realisme."
»llij stuat ver boven het grootste gedeelte
van zijn gezamenlijke werken en het is zeer
te betreuren dat hij behalve teeken
kunstenaar ook fabrikant van teekeningen
wezen moet.'