De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 29 maart pagina 7

29 maart 1896 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 979 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. tionnair is IBELS, van wien wij o. a. het vol gende in het werkje van den heer Lapidoth vinden opgeteekend: »Als overtuigd anarchist en medewerker aan een der geïllustreerde partijblaadjes (Père Peinard), schept hij al dadelijk eenige kos telijke typen van onderdrukkers en slachtof fers. Ook Willette doet dit, maar welk een verschil tusschen den gracieusen schepper van Pierrot en den ruwen strijder uit den Père Peinard!" »Nadat hij, in 1891, debuteerde op de tentoonstelling der Independenten te Parijs met werk, dat herinnerde aan Vincent van Gogh, gaf hij reeds het volgende jaar, ook aan de Indépendants, zijn «worstelaars/' eene vreemde waaierbeschildering, maar een zoo echt oorspronkelijk tafereel van arme kermis gasten, die werken met gewichten ten aanschouwe van wat matig belangstellende slenteraars." Zijn hoogtepunt heeft hij totnogtoe bereikt in de geïllustreerde nummers van de Echo de Paris, waar hij blijft te velde trekken tegen de moderne burgerlijkheid en de plutocratie. Het hier afgedrukte plaatje is een bewijs ervan. BAC is de man van La vie parissienne, sDe specialiteit van dit blad is het leveren van groote over twee bladzijden gedrukte series, liefst over het allerintiemste leven der »mondaines" en, bij gebreke van dit gekruid moois, over wedrennen, tooneelvoorstellingen, speelzalen en andere gelegenhedenwaar de dames uit de groote wereld gedecol leteerd, maar niet in nachtgewaad komen. De Muze van Ferdinand Bac is daar op hare plaats. Zij heeft zich kunnen uiten in platen, waarvan de titels alleen u reeds voldoende inlichten omtrent de bedoeling des teekenaars. »Damesbroeken," »Geen hemden meer, maar »combinaisons," »Bolvormigheden," «Lakens en dekens," «Tentoonstelling van vrouwelijke kunst en... kunstjes," »De liefde op alle uren van den dag en van den nacht,'1 etc. etc." »Hij maakt modeplaten zoo ge wilt maar hij maakt ze zóó dat de kleeren alles zijn, niet alleen, doch ook leven, individu aliteit verleenen aan de popperige dames, die ze aan hebben dat ze worden tot dra gers van de persoonlijkheid der vrouw." Bac is ook uitgekomen als caricaturist in het album Tout Ie Thédtre, door hem in samenwerking met Xanrof vervaardigd. »Deze caricaturen mogen heusch verdienstelijk heeten. Misschien zouden zij, minder uit voerig, vooral wat minder droog belijnd, kunnen gerekend worden tot de beste spotprenten op de Parijsche »m'as-tu-vus."" HEIDBRINCK moet nog werken voor den broode. Hij maakt reclameteekeningeii voor een geïllustreerd blad, portretten van heeren en dames voor wie reclame wordt gemaakt, maar zijn beste werk zijn zijn albums. »Zijn kracht ligt in de kleine tafreeltjes van het Parijsche straat- en burgerluidjes-leven. Voor die berooiden en kwalijk bedeelden bewaart hij zijn groot gevoel, zijnen aandoenlijksten humor en zijne beste potlooden." »Hij kent niet alleen het volksleed. Hij kent ook de volksvreugde. Verscheidene, alleen reeds door hare treffende waarheid merkwaardige teekeningen, zijn daarvoor goede bewijzen." LEGRAND is een van de slachtoffers der pornografische liefhebberij van het Parijsche publiek. »Nu en dan is hij waarschijnlijk op bestelling werkend hinderlijk grof. Zijne naakte of halfontkleede deerns zijn zoo bru taal gemeen, als men ze maar denken kan en de tooneelen uit hare vunzige slaapka mers zijn meer dan gewaagd. «Doch daarnaast kan men voorbeelden vinden van het krachtigst naturalisme, dat zich bij hem uit in het]satiriek-leelijke. Zijne satire geeselt niet; maar beukt er op los. Hij licht geen sluiers op, maar rukt kleede ren van 't lijf; smijt neer in het slijk; roept C'est] effrayant tous ces bruits de guerre et puis cette baisse de fonds publiés.... ? Que qu' ja me fait, du moment que Ie soleil chauft'e.... (ïfeidbrinck.) Visite de^.la dame. (Legrand.) Boulevard Extérieur. Lendemain de la fète chez la blanchisseuse. (TouloHZc?Laxtrcc.) (Lunel.) de Parijsche hel op en toont de afschrik wekkende kanten der zonde." Maar geen teekenaar is zoo hard geweest voor zijn modellen als TOULOUZE-LAUTREC. Hij is het vleesch geworden sarkasme. »Hij zoekt het kwaad op in de Parijsche »bouges": in bals publiés van de leelijkste categorie, op de buitenboulevards ... overal, waar de ontucht heerscht en het phyziek afzichtelijke zich paart aan het moreel-monsterlijke. In die wereld ontmoet hij Legrand. Maar Legrand ziet als realist; Lautrec als satyricus." «Uitnemende teekenaar van gekleurde aan plakbiljetten, gaf Toulouze-Lautrec reclameprenten voor boeken, tingel-tangels enz. Zelfs daarin ontwaart men sarcasmen en, terwijl de gelukkige lijnspeling, gepaard aan de verrukkelijke kleurenharmonie den voorbij ganger aantrekken en verlokken tot lezen, i drijft de mooie prent den spot met zijn ver langen naar pikante lektuur, schuine liedjes en machinaal beengezwaai.'' »LUNEL is niet alleen de techniek van zijn vak meester, maar geeft, mits de talrijke directeurs en uitgevers, voor wie hij op bestelwerkt, hem maar de noodige vrijheid laten, alleraardigste fantazietjes en platen vol gratie of kranig realisme." »llij stuat ver boven het grootste gedeelte van zijn gezamenlijke werken en het is zeer te betreuren dat hij behalve teeken kunstenaar ook fabrikant van teekeningen wezen moet.'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl