Historisch Archief 1877-1940
No. 980
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Middel b. C r t. 27 Haart. De lente onze jeugd".
{Schoolwandelihgen).
28 Maart. Benoeming burgemeesters". (Ingez.)
P r o v. G r o n. C t. 30 Maart. Nabetrachting over
den staatkundigen toestand en het regeeringsbeleid
T»n 't kabinet", door Prof. Drncker.
Nieuwe Winschoter O t. 29 Maart. Nationale
glorie", (ons hooger onderwijs).
Zaanl. Crt. l April. Haag^cneBrieven" (Atjeh).
N. Arnh. Crt., 28 Maart. Concurrentie en mo
raliteit".
2 April. Het hervormingsplan der Liberale Unie".
Noord-Holl. Weekblad, 28 Maart, Is
overbevolking de hoofdkwaal, waaraan de maat
schappij lijdende is ?"
N. S u r i D. Crt., 27 Pebr. De nieuwe Gou
verneur".
l Maart. O'Terrall's Ambachtsschool I".
12 Maart Wie a.s. Bestuurraadslid ?"
15 Maart. Statenleden verkiezing''.
De Nederlander (Weekblad), 28 Maart. De
Suikerwet", 1.
De V o Ik s stem. 28 Maart. De radicale partij".
Het kiesrecht in Sachsen". Een nieuw program",
door C. v. d. Zeijde. Hoofden van Scholen" door
Severijn Landbouw", door N. F. Snel. Ge
meentelijke Statistiek", door E. D. P.
Eecht voor Alle n. 31 Maart?l April. Weg
met den vooruitgang!"
2 en 3 April. De twee sociale wondeplekken",
(onwetendheid en armoede).
Patrimonium. 28 Maart. Welken weg wijst
ons de historie der werKliedenbeweging in Nederland
als den juisten aan ? (Een nieuwe beweging, toege
licht door S. B D.)
De Sociaal-Democraat. 28 Maart. De uit
vindingen onder het kapitalisme".
De Volksbanier. (B. K. Volksbond). 2 April.
Wij zullen voortgaan!" (de Pauselijke breve).
Ons Vakoelang. l April Vakkennis en nog
iets".
Evolutie, l April. Aan de lezers".
De Handwerksman, April '96. De eerste
Mei".
V r ij l a n d, 28 Maart. Kolonisatie".
Neerland's Volkablad. 28 Maart. Vroege
lente".
Weekblad v. d. Al g. Ne d. Dia m. Bond.
3 April. De Werkstaking".
Het Schoolblad. 31 Maart. De Levensver
zekering-Maatschappij'1, opgericht door het N. O. G.
De Wekker. 28 Maart. Schoolreisjes". II.
Weekblad v. d. Burg. Adrnin., 2 April.
Een protest".
'De P o l i t i e g i d s, April '96. Gemakzucht".
De N ij verhei d, l April. Kamers van Arbeid".
uaiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiHimitiiiiiiiitiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiHiii
ziein ie Hoofdstad
Veelzijdigheid is eene gave die voor eikerva
ren dirigent niet alleen wenschelijk, doch ook
zeer noodzakelijk is.
Men is zoo spoedig geneigd een concert-leider,
wanneer hij in een of andere richting iets
buitengewoons geeft, of ons met die richting kennis heeft
doen maken, alle hulde te brengen voor hetgeen
hjj in dit genre presteert, doch te vinden dat al
het andere zijn eigenlijk terrein niet is.
Dan wordt er met het woord traditie geschermd
en gezegd dat hij van die andere werken de
traditioneele opvatting niet bezit. Er zou een
heel artikel en nog veel meer ruimte mede te
vullen zyn, wanneer wij eens gingen bespreken
waarin toch eigenlijk dat traditioneele bestaat
en of zij die zoo spreken zelf wel precies weten
of zij de echte, onvervalschte traditie bezitten
en of het zoo te veroordeelen is wanneer de
leider iets van zijne persoonlijkheid aan een
ouder werk geeft, waardoor op sommige deelen
een nieuw licht valt.
Mij dunkt, zoodra er iets persoonlijks inkomt,
gaat er een verwarmenden adem, een
levenwekkende kracht over de werken,die alle traditie dood
slaat. Wie alleen van Bayreuth zijne opvattingen
en intenties moet halen en angstvallig bewaakt
hoe ieder tempo, iedere nuance daar wordt
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiitiii
IIIIIIIHIIIIIIIIIIIMIIIIIII
??IIIIIIIIHIIIIIIHMIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini iinmiiiiHiiiiui
De identiteit van Mr. Push.
Naar het Engelsch,
van J. F. SULLIVAN.
Wat ik in de volgende geschiedenis ver
tellen zal, is gebeurd in lang vervlogen tijden,
nog vóór de ijsperiode en kan daarom vol
strekt geen overeenkomst hebben met iets,
dat in onze dagen mogelijk zou zijn.
Er leefde eens een erg vriendelijk heer,
wiens oogen zeer schitterend en slim waren
en wiens handdruk joviaal en hartelijk was,
zoodat men gaarne een handdruk met hem
wisselde. ,
De menschen gingen vóór hem zitten en
hielden hun handen op om ze te laten
drukken; en hij was zoo vriendelijk dat hij
hun nooit iets in rekening bracht voor het
drukken hunner handen maar dit altijd
gratis deed.
En deze vriendelijke man sprak met al
zijn bezoekers over de meest aangename en
aantrekkelijke onderwerpen en dat wel op
ieder uur van den dag of den nacht, dat
deze verkozen; en voor dit spreken rekende
hij ook niets en dat behaagde en verrukte
zijn hoorders in de hoogste mate.
Hij vroeg ook naar de gezondheid van
hun vrouwen en kinderen, zelfs naar die
uitgevoerd, kan geen goed Wasjner-dirigent zyn,
en evenmin is hij een goed leider voor de
oudere meesterwerken die alles berekent, by
alles denkt: Mag dit of dat wel ?
Der Meister kann die Form zerbrechen.
Dat geldt ook voor den uitvoerenden kuns
tenaar.
Van veelzijdigheid sprekende, moet men in de
eerste plaats dien naam op den directeur van
Excelsior, Mr. Viotta, toepassen. Hij vooral is
het geweest, die ons de leerschool van Wagner's
muziek heeft doen doorloopen, en daarom is hij
altijd by voorkeur de Wagner-dirigent genoemd.
In ieder geval vindt men hem den dirigent voor
moderne muziek.
Doch wie het van de Caecilia-concerten nog
niet wist, dat deze leider voor de oudere werken
een even voortreffelijk dirigent is, moet op het
laatste Excelsior-concert wel tot die overtuiging
gekomen zijn.
Dit concert gaf een historisch programma, dus
een lang programma !
Het omvatte het tijdperk van Bach tot Wagner,
dus van af den tijd dat de eerste duitsche Groot
meester tot den laatsten, de geheele beschaafde
wereld met hun helder licht hebben beschenen
en verkwikt.
Bach, Mozart, Beethoven, Mendelssohn,
Schumann, Brahms en Wagner zijn de op het pro
gramma vertegenwoordigde meesters. In de in
leiding van het tekstboekje zegt Mr. Viotta : »De
keuze had ook anders kunnen zijn, ja de moge
lijkheid is niet uitgesloten, dat men de werken
van acht andere meesters had kunnen uitvoeren,
die evenzeer een glansperiode in de muziek ver
tegenwoordigen als de hier genoemde, maar nie
mand zal, geloof ik, ontkennen dat bovengenoemde
componisten even vele mijlpalen op den weg van
ontwikkeling der Duitsche muziek aanduiden."
Deze uitvoering was een der schoonst geslaagden
van den laatsten tijd. De vereeniging kan met
volkomen voldoening op dezen avond terugzien,
want het koor heeft door schoonheid van klank
en expressieve vertolking getoond, dat het den
heer \ iotta was gelukt, allen onder den indruk
van de werken te brengen, die vertolkt werden.
De koralen en het koor: Eltre gei (rotl in tier
Nö/ic (vooral dit laatste) uit, het
Weichnachtsoratorium van Bach, maakten een machtigen
indruk.
Daarop volgde de lente uit die Jjhreszeiten
van Haydn waarin het koor even gelukkig was.
Alles klonk even frisch en helder. Doch bij
zonder schoon was het Ave Veruiu van Mozart.
Dit werkje (men zou zeggen) van
Palestrynschen bouw en klankschoonheid maakte zeer
grooten indruk. Met een zeer groot koor is
het heel wat moeielijker dien indruk te ver
krijgen dan met een kleiner koor. Daarom moet
aan dien grooten indruk bijzondere beteekenis
worden gehecht.
Na dit werk volgde de Chor-l'lmiituaie van Beet
hoven. Ook in dit nummer gaf het koor alle reden
tot tevredenheid. De heer Joh. Wijsman ver
vulde de gewichtige klavierpartij.
Wanneer ik den indruk naga dien het spel van
den heer Wijsman vroeger op mij maakte dan
mag verklaard worden dat een veel ernstiger
streven uit deze vertolking bleek. Met genoegen
heb ik dien avond ontwaard dat het vroegere
laisser-aller door iets veel beters was vervangen.
Met veel belangstelling zie ik daarom het verdere
streven van dezen pianist te gemoet. Hij belooft in
deze richting voortgaande aan wijlen zijn
voortreffelijken leermeester Henri Tibbe alle eer aan te
doen.
Wanneer nog vermeld is, dat Niïnie van Brahms
en het Bruidslied uit Lohetif/rin, eveneens hoogst
gelukkig door het koor werden gezongen, al viel
in dit laatste werk eene onoplettendheid van een
gedeelte van het dameskoor op, zal ook de lezer
die deze uitvoering niet bijwoonde, tot de over
tuiging gekomen zijn, dat de vereeniging Krcclxior
een voortreffelijk figuur heeft gemaakt op dit
concert.
Na het aandeel dat de Vereeniging Excelsior
aan deze uitvoering had beschreven te hebben
zij een woord aan de solisten gewijd.
Mevr. Uzielli is al meermalen besproken. Wan
neer zij zich geven kan in het meer dramatische
HllMiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillMiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiimin
van hun neven en verre bloedverwanten.
En ook voor dit alles rekende hij niets,
geen halven cent.
Maar hij, die zou willen beweren, dat dit
al het vriendelijke was, dat hij deed, zou ver
bezijden de waarheid blijven; want hij deed
wel andere dingen: hij richtte kleine feest
malen aan voor zijn kennissen en gaf hun
daar kuikens en champagne; en zij die aan
die feestjes deelnamen, waren in hun schik,
want zij wisten dat het hun niets kostte; en
zij aten naar hartelust van het gevogelte en
dronken zooveel champagne, dat hun vesten
om hun maag spanden; zij aten, zooals
alleen diegenen kunnen eten, die weten dat
het hun niets kost. Zoodat zij, die hem
kenden en met hem hadden aangezeten, bij
het heengaan tot elkaar zeiden met groote
voldoening en vreugde: »Hij heeft mij zeven
maal de hand gedrukt en naar de gezond
heid van mijn oud-tante gevraagd," of wel
»Hij gaf mij veel heerlijk gevogelte en lek
keren champagne, zelfs te veel" en zij ver
heugden zich en wreven zich liefkoozend
over de maag.
En er leefde in dien tijd een andere man,
die stilletjes in een achterbuurt litterairen
arbeid verrichtte. Maar deze man ging niet
vragen naar de gezondheid van de vrouwen
en kinderen van al zijn bekenden; ook gaf
hij geen diners met gevogelte en champagne.
En zijn werk was armzalig en niet in tel.
Laten wij dus niet over hem spreken.
En de vriendelijkheid van »hem, met de
schitterende, verstandige oogen," was groot
en algemeen; zoo zelfs dat hij nooit van
een invloedrijk man zou zeggen: »Ziet, dat
dan toont zij zich ook van hare beste zyde. In
de Finale uit Loreley van Mendelssohn gaf zij,
hoewel de stem op het laatst vermoeid werd,
veel genot, doch tevens bleek in de Rpanisehe
Liebeslieder voor vier solostemmen van Brahms
welk eene veelzijdige kunstenares deze dame is.
Wat het aandeel van Excelsior betreft in deze
uitvoering, had ik mej. Leonie Wilson moeten
noemen, want zij is een der getrouwste leden
van deze vereeniging. Reeds vaak is zij als soliste
Excelsior tot steun geweest.
En ook ditmaal heeft deze dame en wel
in werken van zeer verschillenden stijl getoond
wat zy met hare muzikale begaafdheid en schoone,
goed ontwikkelde stemmiddelen vermag en hoe
zij met reuzenschreden vooruit gaat.
Tot nu toe zich had zij zich bij voorkeur in
werken van nieuweren stijl ontwikkeld, doch
thans bleek uit de nrid van Bach, dat zij ook
op dit gebied belooft en reeds m?t veel vrucht
heeft gestudeerd. Vooral trof mij hier dat de
macht over de ademhaling zooveel grooter is
geworden. Bijzondere vermelding verdient ook
de grootere natuurlijkheid.
Wanneer men iemand dikwijls bespreekt, komt
men er zoo licht toe, met een paar woorden den
algemeenen indruk te schetsen. Dat verdienen
noch Mej. Wilson, nog de heer Rogmans, welke
laatste in de verschillende werken, niet alleen
toonde hoe gelukkig hij begaafd is, doch die mij
ditmaal bijzonder heeft getroffen door volkomen
beheersching van stem, en vooral door de kleur.
Het was juist de verscheidenheid van kleur die
ik wel eens miste bij dezen zanger. Met de afwis
seling van heldere en donkere kleur was ik het
soms zeer oneens met dezen zanger. Daarom
treft het mij bijzonder dat ik in dit opzicht zoo
grooten vooruitgang opmerkte.
In de halsbrekende aria van Bich merkte ik
dit niet zoo op doch wel in Die Jahreszeiten en
de S/>anif;cJte Liebeslieder.
De heer Rogmans gaf zeer veel te genieten en
heeft beslist zijne superioriteit getoond boven vele
buitenlandsche tenoren, die wij in den laatsten
tijd hier te hooren kregen.
De heer Dr. Krauss, die de bassoli vervulde,
schijnt een gevoelig mensch te zijn. Dat gevoel
speelt hem somtijds parten. Want met zijne zeer
mooie stem en zeer duidelijke wijze van zeggen
maakt hij u door zijne expressie diep melancholiek.
Hdion filet froh der Adterxmunn, klonk als
een lied van: Tot, Grah nnd Verderben, en Wux
ilir fiiltlel, was euch reizet ixt den tichöi>ferts
Ifdiiclt, klonk alsof hij verhaalde dat iemand
een ongeluk had gekregen.
In VlutenrcicUer Ebro van Schumann kon
deze zanger zijn hart ophalen waar hij dan ook
een dankbaar gebruik van maakte.
Natuur en eenvoud zijn nu echter juist niet de
hoofdeigenschappen van dezen zanger.
Het orkest heeft zich uitstekend van zijn taak
gekweten. In het werk van Bach en soms ook
in dit'. J<iltres.:'cile>t bleek dat de plaatsing die
het koor ten goede kwam voor het orkest be
zwaren heeft. Die groote splitsing was in het begin
van invloed op de eenheid. Doch dit herstelde zich
later en men kon ontwaren dat dit orkest weer
gaf wat het zoo uitstekend weet te geven.
Ik sprak straks van het lange programma.
Hiermede wil ik niet zeggen het te lange pro
gramma, want tot het einde toe bleef de aandacht
onverzwakt. En toen het bruidskoor uit L<>lte>u/r<n
zoo frisch van klank, en zoo weldadig aandoende,
omdat men het anders alleen in onze opera's
hoort ver-werken, was geëindigd, gingen wij niet
met den indruk huiswaarts dat men ons te veel
had geboden.
VAK MlI.LlOKN.
P,S. Met groote belangstelling heb ik de Ten
toonstelling van geïllustreerde muziekwerken,
omslagen, affiches uit de verzameling van W.
Stumpft' Jr , (firmant van de Algemeene Muziek
handel) in het Muntgebouw bezichtigd.
Van Fransche, Engelsche, Italiaansche en
Nederlandsche teekenaars is heel wac vertegen
woordigd.
De Fransche teekenaars zijn bij ons in den
laatsten tijd meer bekend geworden, doch de
Italiaansche verluchtingen van de muziekwerken
miitiiiinii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIR
is een invloedrijk man; daarom wil ik hem
niet de hand drukken, noch feesten met
gevogelte en champagne geven, noch naar
de gezondheid van zijn vrouw en kinderen
vragen." En hij zou werkelijk dien
invloedrijken man zoo goed mogelijk behandelen;
en hij zou naar al zijn bloedverwanten vra
gen, zelfs naar die van zijn vrouw; en hij
zou hem ook gevogelte en champagne geven,
juist als de anderen; ja, zelfs nog meer.
En de man, »met de heldere oogen" zou
zeggen van diegenen, die ophemelende arti
kelen in de couranten schreven:
»Zou ik weigeren deze lieden de hand te
drukken en hun aangenaam te onderhouden
alleen omdat zij snoevende aanbevelingen in
de couranten schrijven? en hij antwoordde:
»Neen." En hij deed het ook niet. Integen
deel hij gaf hun tweemaal zooveel gevogelte
en champagne, opdat zij zich op hun gemak
en prettig gevoelden, totdat hun vesten nog
nauwer gespannen zaten dan bij de anderen.
Maar de man »met de schitterende oogen"
had nog een gewoonte, en deze was de
vriendelijkste van al zijn vriendelijke ge
woonten.
Altijd, op elk uur van den dag of van
den nacht, wanneer hij een courantenschrijver
ontmoette, omarmde hij hem en nam hem
mee naar een koffiehuis en dronk met hom
alle soorten van dranken, koude of warme,
naar gelang van wat zij prefereerden, zoodat,
wanneer twee of drie van die reclameschrij
vers elkaar ontmoetten, zij steeds zeiden:
»Wat is hij toch een fideele vent."
En ook zij waren tevreden en verheugd.
En de man met de heldere oogen werd
uitgegeven by Ricordi te Milaan zullen niet
aan velen bekend zyn.
Steinlen, de Fransche teekenaar is zeer rijk
vertegenwoordigd, zoo ook Henri Rivière. Verder
Willette, Ibels, e. a. Ook de Nederlanders zyu met
eere vertegenwoordigd, A. J. Der Kinderen die
de Missa van Diepenbrock zoo treffend heeft
geïllustreerd, Berlage en Molkenboer, de eerste
met het titelblad voor Rouwviolen van prof. A.
D. Loman en de tweede met verluchtingen voor
zangen van Nolthenius en Averkamp. Verder
vindt men de uitgave van de Muizenive.reld met
teekeningen van Wenckebach.
Kortom, deze verzameling, uit ruim 200 num
mers bestaande, geeft een schoon beeld, met
hoeveel succes deze nieuwere tak van kunst
zich heeft ontwikkeld.
De heer Stumpft' die niet alleen als uitgever:
man van zaken, doch ook van ganscher harte artiest
is, heeft door de expositie van zijne schatten,
zeer velen aan zich verplicht.
v. M.
Aan onze toondichters.
De Vereeniging tot beoefening van Vocale en
Dramatische Kunst, directrice mej. Cateau Esser
te Amsterdam, aan de compositien onzer natio
nale componisten, zoowel op zuiver vocaal als
muzikaal-dramatisch gebied de plaats wenschende
in te ruimen, die hun toekomt, noodigt alle toon
dichters van Noord- en Zuid-Nederland uit, een
exemplaar hunner scheppingen te harer beschik
king te willen stellen, teneinde het mogelijk te
maken, door bestudeering dier werken, de liefde
voor onze nationale toondichters hij hare leden
aan te kweeken en de belangstelling voor hunne
werken in het algemeen te bevorderen.
Naar wij vernemen, heeft de heer mr. M. G. L.
van Loghem aan den Raad van Beheer verzocht
uit zijn betrekking bij het Nederlandsch Tooneel
te worden ontslagen.
Nederlandsche Koorvereeniging.
Deze vereeniging is reeds eenige jaren met
gunstig gevolg werkzaam geweest tot veredeling
van den volkszang. Reeds zijn ruim 40 afleve
ringen verschenen waarvoor onze beste Neder
landsche componisten bijdragen afstonden en
waarin ook koren van vreemden bodem zy'n
opgenomen. De beide laatste afleveringen zijn
geheel uit Ned. werken samengesteld en bevatten
koren van G. A. Heinze, llichard Hol, L. Adr.
van Tetterode, Ph. Loots, Leon C. Bouman,
Marius A. Brandts Buys en C. F. Hendriks Jr.
In de voorlaatste vergadering is het besluit
genomen voortaan bijna uitsluitend Nederlandsche
composities op te nemen en daarvoor aan de
componisten eenig honorarium uit te betalen.
Hiermede wordt dus een dubbel doel bereikt.
Behalve het doel steeds voorop gesteld aan de
kleinere zangvereenigingen in ons laud (want
die hebben daar het meest behoefte aan) eene
ruime keuze van goede, practische, Nederlandsche
koren te schenken, kan zij er ook toe medewer
ken de toonwerken van begaafde Nederlandsche
componisten in ruimen kring te verspreiden, en
daardoor vooral ook jongere componisten aan te
moedigen en te steunen.
Componisten die wenschen gemengde koren a
cappella van kleineren omvang in te zenden,
worden verzocht dit te doen aan het adres van
den heer S. van Milligen, secretaris van het
hoofdbestuur, van Baerlestraat 26.
In de 11. Zaterdag in »Arti et Amicitiae" ge
houden vergadering der Vereeniging tot Bevor
dering van Beeldende Kunsten, (de vergadering
was zeer druk bezocht, een 40-tal leden waren
aanwezig) zijn met nagenoeg algemeene stemmen
tot leden der commissie van aankoop gekozen
de heeren G. W. van Nijenhoff. I. W. M.
Roodenburg, II. Valkenburg en E. S. Witkamp Jr. ;
als plaatsvervangende leden de heeren F. Adama
van Scheltema, K. van Essen Jr., E1. Frankfort
en C. G. 't Hooft. liet vijfde lid zal door
bestuurderen later worden aangewezen.
iiiiiiiiutniHiuiiiiiiiin
geïntroduceerd bij de vrouwen en kinderen
van de reclameschrijvers; en opdat dezen
zouden zien dat hij ook om hen dacht, bracht
hij hun allerlei kleinigheden mee; hij gaf haar
perziken en pepermuntjes en parasols en
boeken en platen en snuisterijen. En de
kindertjes vereerde hij met kraaltjes en
tandringen en rinkelbellen. En ook zij waren
tevreden.
En zoo gebeurde het dat na een tijdje de
reclame-schrijvers zoo doordrongen waren van
de vriendelijkheid van hem met de schitte
rende oogen, dat zij voor hun lessenaars
gezeten, bij zichzelven zeiden: »Daar hij zoo
minzaam is, spreekt het van zelf dat ook
het werk zijner handen zeer goed en ver
standig moet zijn."
Zij onderzochten dus zijn werk niet (want
hun taak was niet iemands werk te onder
zoeken; hun taak was reclame-artikelen te
schrijven), maar zij schreven in de courant:
»Zijn werk is zeer goed; hij is een groot
man;" en zij zeiden geen woord in de
courant van zijn minzaamheid, ol van zijn
belangstelling in de gezondheid van hun
vrouwen en kinderen.
En het werd langzamerhand een gewoonte
voor hen, hem te noemen bij alle onderwerpen
waarover zij schreven, al hadden deze ook
niets met hem te maken; zij schreven b.v.
»De Koningin verleende audiëntie op dien
en dion dag, maar hij met »de schitterende
oogen" was niet tegenwoordig; of: Die en
die is door het Gerechtshof veroordeeld tot
dwangarbeid, maar hij met den verstaudigen
blik (wiens werk zoo geleerd is) had niets
te maken met het geval en was niet
tegen