De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 12 april pagina 3

12 april 1896 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ncx 981 D»E AMSTERDAMMEK, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND1. ?«de waar*e betaald hebben', wel eenigszins, en niet weinig- ook, teleurgesteld zyn dat zij niet dezelfde resultaten bereiken als hunne voorgan gers. Doch, om nu maar eens bjj het voorbeeld van dien dikken bakker te bly ven, die man kwam o«k nooit achter zijn toonbank van daan en tegenwoordig er is al eens meer op gewezen ontmoet men zijn bakker in den gemeenteraad of op d'e Alpen, waar men zyn voet maar ter ontspanning zet. precies als Heinrich Heine, die zelfs in Italiëvervolgd werd door Hirsch, die het geld v-oor de laatste klasse der Hamburger loterjj nog van hem hebben moest! Wanneer men al het levensgenot dat tegen woordig meer gesmaakt wordt dan vroeger en dat kost toch ook nogal iets eens mede in rekening bracht, dan geloof ik niet, dat onze njjvere winkelstand zooveel te klagen heeft als men wel meent. Gewerkt moet er worden en hard ook zelfs zoo dat de doctoren een aardig be staan vinden in het cureeren van zenuwlijders. Maar dat men nu niet meer voor eigen levens genot alleen kan werken, maar dat ook zij, die bij dien arbeid behulpzaam zijn of er het grootste deel van verrichten, hun rechtmatig deel van dat genot komen opeisehen, is niet meer dan billijk en verwacht kon worden. Die dikke bakker om nog eens op dezen vertegenwoordiger van het oude patroonsgenre terug te komen ? betaalde zijn besten knecht, zijn allerbesten, honderd gul den loon met den kost, en als de arbeider zijn loon niet meer waard was zond hij hem heen, zonder er zich om te bekommeren wat er van hem worden zou. Is het wonder dat de bakkersknechts van onzen Hjd om meer loon en om een betere toekomst vragen ? En heb ik geen recht te zeggen dat we in een gelukkigen t\jd leven, in welken we hopen mogen dat die, en nog zoovele andere rechtmatige eisschen van tal van hardzwoegende medemenechen kans hebben van bevredigd te zullen worden? IIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII iiniiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiii Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad. 5 April. Grondslag en uitvoering," (Kieswet). 8 April, Geen rassenhaat". (Chineezen in Indië). 9 April. De personeele belasting". De muutquestie" (de Goudpari's) door W. Bosch. 10 April. De gemeentelijke telephoon". De Standaard 8 April. Het landbouwdorp van Soerja-Soemirat III" (slot). 10 A^ril. De Listigerd". (Atjeh). Het Centrum. 6/8 April. Benoeming-Bolland." 9 April. Verschil van verschijnselen." (De Bien Public" over de democratie). Am s t. C.t. l April. "Erfpacht", door H. Verbouteren. 2 April. Een kiesrechtquaestie." De Duitsche arbeidersverzekering, I. 4 April II (slot) 4 April. De stedelijke bank van leening." Toe koe Oemar." 6 April. Nog eens landnationalisatie." 8 April. Atjeh", door Een oud-hoofdofficier. 9 April. Een nieuwe telefoonquaestie." De Telegraaf. 5 April. Een bedenkelijke misgreep'', door J. P. A. N. Caroli, 8 April, II. Het Nieuws van den Da g. 2 April. ,Voor 25 jaar." 3 April. Hoefbeslag", door A. M. 4 April. Op Zorgvlied." 6 April. Blijde Tijding.1' 9 Apiil. De Kijksvoorschotbank en hetVolkscrediet," door B. L. A. De Tijd. l April. De toestand in Atjeh." 2 April. Het schrijven van Z. H. Paus aan den Ned. R K. Volksbond." 3 Aprii. Een nieuwe zedenleer gezocht." 6 April. Drukte." 6 April. Paschen." Onze stelling in GrootAtjeh." iiimmiiiiiiiiiHii De idealiteit van Mr. Push. Naar het Engelsdi, van J. F. SULLIVAN. (Slot). Mem ging dus naar de courantenschrijvers «n zei: »Is hij dan soms een broeder van Talent uit de achterbuurt?" En deze ant woordden : »Wij kennen niemand in een achterbuurt. Wij kennen geen anderen Mr. Talent dan hem, die vriendelijk is, die ons de hand drukt, naar ons huisgezin infor meert, met ons drinkt en ons gevogelte en champagne geeft. Er is geen andere Mr. Talent." Maar op het oogenblik dat zij dit gezegd hadden bemerkten zij, dat zij zich hadden versproken. Het hinderde echter niets, want het publiek had niet begrepen wat zij zei den, omdat het te dwaas was. Toen nu Mr. Talent uit de achterbuurt van dit alles hoorde, wachtte hij eerst een tijdje; daarna schreef hij een klaagbrief aan de redacteurs der verschillende nieuwsbladen waarin hij zei, dat hij Mr. Talent was, en die andere man niet. En de redacteurs zeiden tot de reclame-schrijvers: »Ken jelui dien Mr. Talent, uit de achterbuurt? Kan hij werkelijk Mr. Talent zijn ?" En deze zeiden: » Weineen! Hij kan het niet zijn, Het Volksdagblad. 4 April. De toestand van het trampersoneel." (adres Knoef.) 9 April. Antwoord aan Jhr. Lohman". N. Kotterd. Crt. l April. Toekoe Oemar", door G. B. Hooijer. Verzekering tegen werkeloosheid." De proeven met opiumregie", (Ingezonden) door de Boo. 2 April, Het verraad van Toekoe Oemar', door G. B. Hooijer. 3 April. De irrigatiewerken op Java," I; 5 April, II (slot). 5 April. Een kijkje op personen en zaken in Atjeh", door G. B. Hooijer. De Maasbode, l April. Kroon en Parlement." door P. M. Bots, pr. 2 April. De nieuwe suikerwet" (ingezonden). 4 April. Protectie", I. 5 April. Paschen", door P. M. Bots, pr. De (anti-ie7.) Nederlander. 6 April. Loonsverhooging." 8 April. Hoogl eraarsbenoemingen" (Bollaud). Keukenmeidenplaatjes (?Volksdagblad"). 10 April. Wat zijn wij ?" I (politieke richting). Haagsen Dagblad, l April. De voorgestelde wijzigingen der wet op het L. O. II" (slot). 2 April. Atjeh." 6 en 7 April. Het Bimetallisme in bet Engelsche Lagerhuis, I." Het detat en de belangen van den Landbouw " door Bochuseen. Het Vaderland. 5 en 6 April. Kamers van Arbeid, I." Het Familieblad. 5/7 April. Ons eerste woord." DeAvondpost. 5/7 April. Het vraagstuk der volkshuisvesting.'' 9 April. Toekoe Oemar". door Pietro. Uitbrei ding van het Indische leger''. (Ingezonden). Ut r. Dagblad. 3 April. De 100ste Jaargang." 4 April. Paschen." L i m b. Koerier. 3 April. Het ongeloof op den Leeraar&toel". (Bolland). 5 April. Wordt onze vestiging op Atjeh bedreigd?" (door M. de Ras). M i d d e l b. G t. 6 April. Brieven uit Holland." (Bootwerkers). 8 April. Atjeh." Nieuwe W i n s c h. C t. 5 April. Confederatief samenwerken der werkliedenvereenigingen." Noord-Hollaudscb Weekblad. 4 April. Ontploffing te Johannesburg". N. Leeuw. Crt. 4 April. De steenkolenvoorraad der wereld." N. Arnh. Ct. 4 April. Atjeh." Becht voor Allen. 7 en 8 April. NederlandAtjeh". 9 en 10 April. Op het congres der parlementairen" (eene nabetrachting). De Nederlander (Weekblad). 4 April. De suikerwet II". S o e. Weekblad. 4 April. Benige opmerkingen naar aanleiding van de voorgeuomen wijziging der successie belasting I." Over de waarde I" door F. v. d. Goea. De V o l k s s t e in. De radicale partij." Hoof den van scholen". Een nobel" concessionaris." (A. O. M.), door C. V. Gerritsen. De reorganisatie der politie." Patrimonium. 4 April. Welken weg wijst ons de historie der werkliedenbewegiug in Nederland als den juisten aan? (Eene nieuwe beweging, toegelicht door S B. D.) De V o l k s b a n i e r (B. K. Volksbond). 9 April. De reorganisatie der Amdteidamsche politie," De Sociaal-democraat. 4 April. Ons Congres." De Werkmansbode. April. Een proeve tot oplossing" (ondersteuning en verzekering van hulp behoevenden). Evolutie. 8 April. Onderwijs in verband met toenemend machinegebruik." Neerland's Volksblad. 4 April. Ecce homo." De V o Ik s t r i b u u n. 4 April. Paaschfeest.... ook voor ous ?" De werkstaking van de Glasslij pers der firma P. Begont <fe Co." V r ij l a n d. 4 en 11 April. Vrije Concurrentie." Weekblad v. d. A l g. Ned. D i a m. Bond. 10 April. Bemiddeling of geweld ?" I n s u l i n d e. 7 April. »Atjeh." Wkbl. v. d. G e m. A d m i n. 9 April. Art. 8 der Grondwet." De Nijverheid. 8 April. Handboeken en proe ven vau bekwaamheid voor het ambacht." Het nieuwe Schoolblad. 3 April. Artikel 14, I[ (de onderwijzer en 't hoof J der school). iiiiiiiifiimiiiiiiiimiMuiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiii J want de eenige Mr. Talent, dien wij kennen, zegt ons altijd, wat wij van zijn werken moeten schrijven in de reclame-artikelen die wij verplicht zijn in de couranten te zetten; en dat heeft die man nooit gedaan, zoodat hij Mr. Talent niet kan wezen. Maar niet temin zullen wij het gaan onderzoeken opdat wij ons niet vergissen." Zoo gingen zij dus tot den man »met de schitterende slimme oogen" en zij vroegen hem: »Kan die andere man werkelijk Mr. Talent zijn en U niet?" En hij antwoordde: »Neen, dat kan hij niet"; en hij drukte hun zevenmaal de hand, en gaf een groot feestmaal met gevogelte en champagne ; en hij dicteerde hun verschei dene kleine artikeltjes over zichzelf, die zij in de couranten moesten zetten ; en de arti keltjes luidden als volgt: »Mr. Talent, die een zeer groot man is, is met zijn jacht een tochtje gaan maken," en «onder de gasten te Marlborough House waren de Markies van A en Prins B en de Hertog C'1 enz. enz. En de couranten-schrijvers kwamen vol daan bij de redacteurs terug ; en deze stopten den brief van den man uit de achterbuurt in den doofpot. Als hij »met de schitterende, slimme oogen" nu maar niet n reclame-schrijver had over het hoofd gezien, dan zou alles goed zijn gegaan; doch een was er wiens hand hij vergeten had te schudden en naar wiens vrouw en kinderen hij verzuimd had te vragen ; zoodat deze man voelde dat er toch wel wat waars was in de klachten uit de achterbuurt, dat liet zijn plicht was ouderzoek te doen, opdat er zoo noodig recht zou geschieden. U ziek. in de Hoofdstad. Het is in de laatste jaren eene goede gewoonte geworden op Goeden Vrijdag uitvoeringen te ge ven die geheel liet karakter dragen van dezen herinneringsdag. Wanneer men dan tevens te beschikken heeft over een kerkgebouw dat ondanks zijn witte harde muren, door de heerlijke acoustiek die het bezit, meer dan cenig audei gebouw in staat is bij den hoorder de stemming te verhoogen, dan is het geen wonder dat op zulk een dag de ruimte haast te klein blijkt om het aantal bezoekers te kunnen bevatten. Ant. Averkamp had den Goeden Vrijdag gekozen voor zijn dertiende uitvoering van Gewijde Muziek door zijn klein koor a Capella in de Nieuwe Luth. Kerk. Het programma bevatte ditmaal vijf koren van Palestrina en een van da Vittoria en voor de eer ste maal Slabal Mater van Alpb. Diepenbrock. Een Nederlander fin de siècle te midden van de oude Italiaansche meesters dat is op deze programma's : noch wie dagewesen." Doel) ik wil dadelijk als mijne meening uitspre ken dat Stabat Mater een plaats verdiende in deze illustre omgeving. Straks meer over dit werk. Hierboven noemde ik het woord stemming. Hier over valt heel wat te zeggen. Hoe vaak helpt de stemming den hoorder om gemakkelijk over on volkomenheden in de uitvoering heen te stappen, en hoe vaak is liet niet dat gemis aan stemming dat den hoorder ondanks eene, haast onberispelijke uitvoering, onvoldaan doet huiswaarts keeren. Bij gemis aan stemming is de toehoorder pessi mist, in het ander geval is hij optimist. Daarmede is rn. i. eenigszins verklaard dat n zelfde uitvoering op verschillende deskundige toe hoorders een zoo verschillende indruk kan maken. Men heeft de eenen dag zooveel meer moeite in de stemming te komen. Die stemming is juist voor den fcritikus het ge vaarlijke punt met betrekking tot eene onpartijdige beoordeeling. Boven die stemming moet zich zijn oordeel plaatsen, wil hij volkomen juist, oordeelen. Warmte zonder opgewondenheid, afkeuring (waar het moet) zonder heftigheid of indruk geven van prikkel baarheid; dit alles verlangt men van den beoordeelaar, en dit is waarlijk niet weinig. Toch is liet niet te veel en ik ben heilig over tuigd dat zóó alleen gekritiseerd mag worden. Alle clubgeest, alle opzweeping, al dat; schet teren van een handjevol geestverwanten die het moeten uitzeggen, neen uitschreeuwen : Dit en dat moet je mooi vinden want ik zeg hot u. Al hut andere is smakeloos, slecht en onbeduidend, is mij steeds antipathiek geweest. Daar ligt verblinding in, neen erger: verre gaande bekrompenheid. Ik heb geen bepaalde kunstrichting op liet oog: vele richtingen hebben hare enfants-terribles. Som migen hebbeu er veel, andere minder, doch men vindt ze overal. Doch revenons a notre concert. Met een vijfstemmig motet: Conantibus Illis van den Italiaanschen meester weid deze uitvoering geopend. Eerst in het volgende Respousorium : Omnex clinici was het koor geheel in de stemming, zoowel in figuurlijken als letterlijken zin. Trouwens bij deze uitvoering stond het muzi kale hooger dan het technische, vooral wat betreft de zuiverheid. Toch waren er onder de eerste koren die heerlijk klonken, o. a. de Inproperia, i'opule mens, en de Hespousorium : lenebrue fiictae. Ten opzichte van dit laatste koor heb ik vroeger een bezwaar geopperd, dat voor mij nog steeds blijft bestaan. In de beide eerste deelen worden de woorden : Jezus nep uit met luider stemme zeer sterk gezon gen en het daarop volgende : Mijn God waarom IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIMII limillUmillllHIIIIIHIIMIIIIIIlHIII Hij ging dus naar den man in de achter buurt, hield zijn hand op vooreen handdruk, vertelde dat hij een huisgezin had en keek naar de tafel om te zien of de whisky en soda er wel stonden; maar toen de man uit de achterbuurt noch zijn hand schudde, noch naar zijn huisgezin informeerde, noch hem wat te drinken gaf', zei hij bij zichzelf dat het toch niet waar kon zijn; echter kreeg hij van zijn redacteur gedaan dat de brief in de courant werd geplaatst, opdat de man met de slimme oogen er aan herinnerd zou worden, dat hij hem niet de hand had gedrukt en niet zijn plicht had gedaan. En het publiek las den brief in die cou rant en was vreeselijk verbijsterd en over stuur; zóó dat sommigen werkelijk begonnen te gelooven, dat de man uit de achterbuurt Mr. Talent wan; en er was veel verwarring en gepraat; en iedereen zei: »Wieis de echte Mr. Talent?" Toen sprak de man met de slimme oogen tot zich zelf: »Is het niet beter dat ik mij associeer met dien ouden Talent?" Eu hij zei: »Die oude Talent kan zelfs mij nuttig zijn; ik zal tenminste beter af zijn met hem dan zonder hem." Zoo associeerde hij zich met den rnan uit de achterbuurt, die geen boter op zijn brood had en de volgende week gingen beiden wonen in een prachtig paleis op een der drukste wegen, met vergulde lampen, een vlag, en negen lakeien in gouden livrei, en een trompetter aan de voordeur. Maar als er visite kwam werd deze ont vangen door den man »met de slimme oogen" en de handen die geschud moesten worden, werdsn door »hem" geschud; en hij, die uit hebt- Gij' mij verlaten en later In uure handen beveel ik mijnen geest, zeer zacht. In die opvatting schuilt natuurlijk eene con tradictie. De voortreffelijke leider van dit koor was het toen niet met mij ewre en schreef mij over deze opmerking dat hij het onaesthetisch vond den lijdenden Christus zoo hard te laten zingen. Daarmede beu ik het geheel eens. Doch daarom zou ik verder willen gaan en de woorden mei luider stem ongeveer willen opvatten als stond er met unystiye stem. Ik kan niet bioordtelen of de oorspronkelijke tekst door de vertaling ook geleden Leeft, doch het feit dat de muzikale leider ter wille van den indruk verplicht is, het tegenovergestelde te doen van hetgeen de tekst zoo duidelijk aangeeft, bewijst wel dat de beteekeiiis van het woord: luider hier niet al te angstvallig moet worden opgevat. In ieder geval vond ik de opvatting om met luider stem aan te kondigen, wat zoo zacht mogelijk gezegd wordt, in geen eukel opzicht ge motiveerd. Ik heb de uitgave Gezis waarin de dynamische teekens ook op dezelfde wijze worden aangegeven als de heer Averkamp thans weer deed uitvoeren. Wij hebbeu hier dus reeds met traditie (al is het dan ook eeiie van den laatsten tijd) te doen. Dit neemt echter niet weg dat ik er mij niet mede zal leeren vereenigen. En thans komen wij tot bet werk van grooter omvang, Stabat Maler van Alph. Diepenbrock. Toevallig had ik gelegenheid, den avond voor de uitvoering dit werk eens in te zien en nauwelijks had ik er de oogen ingeslagen of mijne belang stelling was ten hoogste opgewekt. Wijze van uitdrukking en harmoniseering, troffen mij dadelijk, o. a. de harmonisatie op het woord dolorosa bracht mij onmiddelijk in de stemming. De motieven, vau Gregoriaansche afkomst zijn dt>or den componist geheel op zijne wijze gehar moniseerd en tevens verdient het opmerking dat de stemvoering en stemmenbehaudeling vaak iets geheel bijzonders geeft. Bij het doorlezen daclit ik gedurig, wat zal dat heerlijk klinken. Hoe sober en juist is dat. uitge drukt ! Hoe schoon heeft de componist met zijn nieuwere harmonisatie de echt kerkelijke stemming weten te bewaren. De strofenbehandeliug leidt nergens tot eentoouigheid en houdt de aandacht tut het laatst ge boeid. Zoo waren mijne indrukken bij het doorlezen van het partituurtje. Bijzonder troffen mij de gedeelten : Qttis est homo met de afwisselingen van -2 eii 4/4 maat, en vooral de solo: Fac ut arde/tl cor uieum met de eigenaardige overgaugsaccoorden van Bes naar g, en de zeer ongewone liarmoniegaugen op Chrislum Deitm ; en in de volgende solo : Tui uali vulnen/ti, een gedeelte zoo schoon van expressie en klauk met de schoone stemvoering in de tenorpartij en den eenvoud ondanks de vele modulat.ën. Evenzoo trof mij het vijfstemmige: Firgo Virgintim zonder bassen en later het slot van Flammis ne urctr bij de woorden : in die judicii. Ecu edel slot is de laatste strofe waar bij de laatste woorden paradisi gloria de altpartij den grondtoon geeft waarboven zich de bas beweegt. Dit kon een grooteu indruk geven, mits de alten daar een wel zachten, doch voller klank ontwik kelen dan nu het geval was. Ik bemerkte aau de uitvoering, dat er met groote zorg was gestudeerd. Doch de moeielijkheden zijn in dit werk soms zeer groot, de een voud is wat de eischeu der uitvoering betreft hier zeer bedriegelijk, en ik kan niet zeggen dat ik van de uitvoering zoo genoot als ik verwacht had. Daarom heb ik mijn iudruk van het doorlezen vooropgesteld. Mijne verwachtingen toch werden niet geheel beantwoord, toen ik het werk hoorde uitvoeren. Oaidat ik uu weet dat wanneer ik de partitie niet vooraf had gelezeu, ik een veel zwakkeren indruk van het werk zou gekregen hebben, moet ik tot de conclusie komen dat de uitvoering nog niet instaat was er het volle licht op te laten vallen. Eeiie herhaling moge dus later volgen. HIIIHUmlMMIIMIN de achterbuurt was gekomen werd heelemaal niet gezien, maar woonde op een zolder kamertje en deed al het werk. Zoo was iedereen voldaan en men begon de werken van Mr. Talent te critiseeren en vond ze zeer goed. En de man uit de achterbuurt was tevre den met deze schikking, want hij had uu behalve boter ook nog vleesch of ham op zijn brood, en nieuwe laarzen aan zijn voeten. Nu gebeurde het eens dat, terwijl hij »met de slimme oogen" een speech afstak aan een banquet te zijner eer gegeven door de cou ranten-schrijvers en andere bewonderaars van bekwaamheid, een envelop uit zijn zak viel van een brief, dien zijn moeder hera had geschreven. Die brieven had hij altijd zorgvuldig verbrand, zoodat niemand ze ooit zag. En toevallig raapte de gastheer (die een zeer invloedrijk man was, een groot beoordeelaar van talent en beschermer van werkelijke bekwaamheid en beschouwd werd als een der meest scherpziende critici) de envelop op en zag den naam, die er op geschreven stond: »Mu. Pusu." De groote beoordeelaar van talent beet op zijn lippen, werd bleek en stikte bijna; en al de andere gasten die naar de oorzaak van zijn verbijstering kwamen zien, lazen het adres en zij zagen dat de held van den avond Mr. Push en niet Mr. Talent was en zij beten op hun lippen, werden bleek eii stik ten bijna. ^ Maar Mr. Push glimlachte minzamer.dan ooit, ging de tafel rond, schudde elk der aanwezigen zevenmaal de hand en vroeg naar de gezondheid zelfs vaa hun verst,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl