Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 981
De heer Diepenbroek neemt een geheel eigen
aardig standpunt als componist ten onzent in, en
Toorzeker is zijn begaafdheid het treffendste ge
bleken nu hij naast de oudere grootmeesters een
plaats op het programma verkreeg.
Hoewel in wijze van uitdrukking geweldig af
wijkende van die meesters en dat kan niet
anders bleek dit werk toch in geenen deele
misplaatst in die omgeving.
Wij zijn 'laarom Averkamp dankbaar dat hij
met zijn uitstekend koor dit hoogst interessante
werk bij ons heeft ingeleid.
VAN MlLLIGEN.
Rectificatie.
Ons bericht omtrent de ontslagaanvrage van den
heer M. G. L. van Loghem als lid van den Raad
van Beheer van het Nederlandsch Tooneel wordt
door dezen heer (in een ingezonden stukje aan
het Handelsblad in zooverre gerectificeerd, dat
z\jne ontslagaanvrage niet geschiedt aan den Raad
van Beheer, maar aan de vergadering van aan
deelhouders, en dat eerst in die vergadering, die
over eenige weken plaats vindt, de aanvrage zal
inkomen.
Selma Nicklas?Kempner.
De Opera heeft deze begaafde zangeres, die de
Rotterdamsche opera zoolang tot sieraad ver
strekte, van haar jeugd af aan in het bloed
gezeten. Als kind was zy zeer ziekelyk en tot
haar vyfde jaar kon zy noch loopen, noch spreken.
Doch toen kwam hare oudere zuster met allerlei
zangmuziek tehuis en toen zy begon te zingen
luisterde de kleine Selma aandachtig toe tot zij
op eens nazong : »Robert, Robert! mein Geliebter l"
Dat waren hare eerste woorden.
Toen ontwikkelde zich haar talent spoedig.
Op haar zevende jaar kwam zij te Berlijn, waar zij
als dochter van eene arme weduwe allerlei werk
moest doen. Zoo leerde zy' kleederen naaien
by de vrouw van den muziekdirecteur Henschel.
Wanneer de oude musicus buitenshuis les gaf
en zyne vrouw ging passen bij de klanten, dan
ging Selma aan de piano zitten en zong de andere
meisjes allerlei liederen voor waarvan zij de
begeleiding zelf vond.
Selma werd ontdekt door Frau Luise Hertz,
die het geheele pensionaat waartoe Selma hoorde
op visite vroeg en bij die gelegenheid het meisje
hoorde zingen. Zij verzocht prof. Julius Stern
het kind eens te hooren, die zeide: Eene zan
geres zult ge wel niet worden, doch wel eene
voortreffelyke leermeesteres.
Het opmerkelyke van haar talent is, dat by' de
studie alles haar van zelf gelukte. De stem sprak
als het ware van zelf aan, terwijl na studie de
stem spoedig vermoeid klonk. Deze zangeres
heeft daarmede altijd rekening gehouden.
Doch het ble?k dat zy nu lachen kan over de
uitspraak van hare zangleerares die na haar drie
jaar te hebben les gegeven zeide : wat zullen
wjj met haar doen, voor eene dramatische zan
geres is haar figuur en stem te klein, voor
soubrette is zij te leelijk, dus zullen wy er een
coloratuur-zangeres van maken.
Niettegenstaande die uitspraak heeft zij zoo wel
in Kroll's Theater als te Augsburg, Aken, Leipzig
en Rotterdam (waar zy' tien jaar bleef) in alle
drie genoemde vakken triomfen behaald. Als
ooncertzangeres heeft zy' bovendien in Holland
overal getoond even voortreffelijk te zyn.
Toen trouwde zij en vertrok naar Weenen en
begon toen als liederzangeres in concerten op
te treden. Thans is zy leerares aan hetzelfde
conservatorium waar zy' hare eerste lessen kreeg
en waar zy nu haar 25-jarig kunstenaars-jubileum
viert.
Nederland, vooral Rotterdam, zal haar, hopen
w\j eveneens in deze dagen niet vergeten.
muiini mum HIIIIIIIIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu
verwijderde bloedverwanten.
En den volgenden dag bekeken al de
gasten de zaak nog eens kalmpjes en zij
zagen als n man, dat Mr. Push niet kon
bestaan. AVant," zeiden zij, «hebben wij
hem niet bewonderd als Mr. Talent en steeds
van hem gezegd: »Hij is een groot man?
En zouden wij nu zeggen hij is niet Mr.
Talent zooals wij dachten, maar Mr. Push?
Neen, nooit!"
En zoo gingen zij gezamenlijk naar hem
toe en verzekerden hem dat zijn moeder zijn
naam niet wist en dat hij Mr. Talent was.
En zij vroegen hem rond weg: »Kunnen
wij allen, wij invloedrijke, bevoegde beoor
deelaars, ons vergist hebben?" Hij gevoelde
de kracht van hun argumenten en erkende
volmondig dat zulks onmogelijk was en dat
hij werkelijk Mr. Talent was.
Toen sprak Mr. Push ('want dat was zijn
ware naam,) tot zich zelf: »Nu kan ik dien
ouden Talent wel missen, want mijn werk
is even goed, nu de critici niet kunnen
erkennen, dat zij zich vergist hebben. En
waarom zou Talent profiteeren van de
voordeelen die volgens recht mij toekomen ?"
En hij zond onmiddellijk den armen ouden
Talent weg en nam hem zijn boter en ham
en zijn nieuwe laarzen af, ja zelfs zijn brood,
dat hij ook in de firma had gestoken; en
Mr. Push ging voort op zijn eigen houtje
werk te produceeren; en de critici en de
reclame-schrijvers ("welke twee klassen door
sommigen worden beschouwd n te zijn)
schreeuwden harder dan ooit over zijn
grootheid en vertelden hoe hij zijn haar
droeg, hoeveel mosterd hij gebruikte, en welke
soort van hoeden hij droeg. En Mr. Push
ETtNSCHAP
Icetyta.
Het ace tyleen, dat thans als lichtgas zoozeer
besproken wordt, is reeds dertig jaren lang voor
de scheikundige theorie een zeer belangryke stof,
wyl het een belangryke rol heeft gespeeld bij de
oplossing van een der grootste chemische vraag
stukken, het probleem van de opbouwing der
koolstofverbindingen uit hun elementen, het
vraagstuk van de totale synthese der organische
stoffen.
In de eerste helft der eeuw was men er in
geslaagd talrijke stoffen van dierlyken en
plantaardigen oorsprong in meer eenvoudige te split
sen, maar minder gelukkig was men in zijn po
gingen om ook het omgekeerde te doen, om de
zeer samengestelde stoffen uit meer eenvoudige
op te bouwen. En vooral gelukte het niet om
uitgaande van onsplitsbare grondstoffen, van da
scheikundige elementen dus, tot samengestelde
koolstofverbindingen te geraken. En het geringe
succes dier pogingen deed het vraagstuk der
synthese ontstaan.
Aan dit zuiver chemische vraagstuk verbond
zich een wysgeerig probleem. Het scheen alsof
de laboratoriumkrachten van een andere soort
waren, dan die welke in levende wezens
werken. Terwijl deze laatsten een grooten ry'kdom
van stoffen deden ontstaan, en met even groot
gemak opbouwden als ontleedden, synthesen als
analysen verrichtten, leek het, alsof het labora
torium zich hoofdzakelijk tot ontledingen, tot
analysen beperkte. Men moest een grens trekken,
meenden velen, tusschen kunst en natuur,
tusschen doode stof en levende stof, tusschen doode
krachten en de levenskracht. En inderdaad werd
kort voor '50 door een voornaam scheikundige
nadruklijk gezegd : de scheikundige werkt gansch
anders dan de natuur; hij ontleedt steeds, waar
de levenskracht opbouwt.
Wel beschouwd was deze uitdrukking reeds
te sterk op het oogenblik zelf, dat zij gezegd
werd. Want reeds vóór '50 waren er bewerkin
gen bekend, waardoor men van meer eenvoudige
tot meer samengestelde koolstofverbindingen kon
komen, en met name had men reeds verscheidene
samengestelde ethers uit zuur en alkohol bereid.
Toch waren dergelijke gedeeltelijke synthesen nog
betrekkelijk zeldzaam, en was hun bestaan niet
voldoende om in de discussie over kunst en
natuur de beslissing te brengen. Want de aan
hangers van de levenskracht beweerden: eerst
dan had men de macht van het laboratorium
goed getoond, zoo men uitging van de elementen
der organische verbindingen, en uit deze ele
menten de verbindingen zelf vormde. Dan eerst
had men de tusschenkomst der levenskracht ge
heel verhinderd, en zich enkel van laboratorium
krachten bediend. Er werd dus een totale synthese,
een opbouwing uit de elementen verlangd.
En deze totale synthese is in 18Ü3 gegeven
door Berthelot, met behulp van het acetyleen.
Deze groote scheikundige slaagde er in kool
stof en waterstof onder den invloed van den
electrischen lichtboog te vereenigen, en het produkt
dier verbinding was het acetyleen. En toen een
maal het acetyleen er was, volgden andere stoffen
spoedig, zoodat men kan zeggen, dat door het
acetyleen het vraagstuk der totale synthese is
opgelost. Van de koolwaterstof acetyleen kon men
een andere maken, het acthyleen; dit aethyleen
iitiunmiiiiiiimiumimiHiimiiiMiiiiimiimiiM
verdiende zooveel geld dat hij een ridderorde
kreeg voor zijn rijkdom; en toen kreeg hij
een edel, milddadig idee; en hij zei tot zich
zelf: »Als ik zoo grootmoedig ben een armen
huis te laten bouwen en er den ouden Talent
een plaatsje geef, zal ik tot den adelstand
worden verheven, naar aanleiding van mijn
deugd en royaliteit."
Hij liet dus een armenhuis bouwen en in
den gevel een steen plaatsen, die dezen bijna
geheel innam, zoodat de vensters achter aan
het huis moesten gemaakt worden, en op
dien steen was gebeiteld:
»Dit Armenhuis
is gebouwd door
JHR. TALENT
ter wille van een armen bloedverwant."
Maar toen hij poogde den ouden Talent
te vinden was deze verdwenen.
Toen strooide de reclame-schrijver, dien
Mr. Push vergeten had de hand te drukken,
het praatje uit, dat Mr. Push en de overige
reclame-schrijvers vervolgd moesten worden
wegens samenzwering om den ouden Tillen t
uit den weg te ruimen; maar toen Mr. Push
de hand was gaan drukken van den Pro
cureur-Generaal en van de rechters en ge
vraagd had naar de gezondheid van hun
familie, werd aan het publiek bekend gemaakt,
dat er geen sprake was van een vervolging;
en Jhr. Push werd Graaf Push tot Bluf
fen stein.
En een dag daarna vond men den armen
ouden Talent, op straat van honger en gebrek
gestorven.
En dit is de geschiedenis van de iden
titeit van Mr. Push. S. J. B.
werd met water verbonden, en leverde dan alko
hol. Van alkohol kon men komen tot azijnzuur;
van alkohol en azijnzuur tot azijnzuren
aethylether; uit alkohol en zwavelzuur ontstaat de
zoogen. zwavelMtlter, Acetyleen met
kaliumpermanganaat behandeld in alkalische oplossing geeft
ZK-ringzuur. Met stikstof doet het lilauwzwwr ont
staan. Door verhitting vormt het benzol
enstyroleen. Styroleen en benzol leveren samen anthraceen.
Kortom, toen eenmaal die koolwaterstof acetyleen
uit de elementen koolstof en waterstof was op
gebouwd, had men tevens voor tal van belangrijke
organische stoffen de totale synthese gevonden,
en was de macht van de kunst, van het labora
torium, van de doode krachten, in beginsel
vastgesteld.
Doch hoewel Berthelot met het acetyleen al
deze wonderen verrichtte, bleven zijn uitkomsten
van zuiver wetenschappelijk belang. De syn
thetische bereiding der stof, en ook vele andere
bereidingswijzen, waren te kostbaar en te om
slachtig, dan dat men van het acetyleen technische
toepassingen kon maken. Dertig jaar na
Berthelots ontdekking werd eerst een methode
gevonden, volgens welke men gemaklyk groote
hoeveelheden krijgen kan. Willson vond, dat
men bij verhitting van kalk en koolstof in den
electrischen oven een stof kreeg, die bij behan
deling met water een brandbaar gas opleverde.
Deze stof bleek te zijn een verbinding van
calcium met koolstof, calciumcarbuur, en het gas
was bijna zuiver acetyleen. ') En het is deze
ontdekking die aanleiding heeft gegeven tot de
technische toepassing van het acetyleen.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft het acetyleen
als lichtgas een groote toekomst. Er zullen zich
aanvankelijk wel bezwaren voordoen, doch men
zal ze wel overwinnen. Het belang van een zoo
sterk lichtgevend gas, dat in vloeibaren toestand
in huis kan gebracht worden, is te groot, dan
dat men niet alle pogingen zou doen om het
algemeen bruikbaar en vrij van overwegende be
zwaren te maken. En misschien, zoo het acetyleen
populair wordt en de prijs daalt, zal men het
ook gaan gebruiken voor de technische bereiding
van stoffen, die thans met meer omslag verkregen
worden.
Doch hoe dit zij, het scheen niet ondienstig
nog eens in herinnering te brengen, dat het
acetyleen reeds lang zijn licht in de wetenschap
verspreidde, vóór het de zon bij nacht op straat
en in huis bracht.
') Wöhler had reeds in 18G2 gezien, dat het
metaal calcium zich bij verhitting met koolstof
tot cidciumcarbuur verbindt, en dat deze laatste
stof met water acetyleen oplevert. Deze bereidings
methode is echter zeer kostbaar.
HlllllllUllllllllllllllllllllllllllimillllllllltllllllllllll
iiiiiliiiiimmim
Fysiologie of psychologie?
Wat is het nu eigenlijk ? De Ghh van l April,
die dagteekening is louter toeval zegt: 't is
?jiftijcliolof//!'. Maar Fechner noemde het
Pxyclio?jthysik en Wundt pliysiolotjixclte Ptsycholoijie.
»'t Latijn zegt, dat het /(/NCW
En Siegenbeek, dat het r lach is.
Doch het zal wel hetzelfde zy'n
In 'thollandsch en in 't latijn",
zong de Schoolmeester. Wanneer de visch goed
is, kan de naam ons weinig schelen; en wanneer
iemand ons wetenswaardige dingen meedeelt, is
het van ondergeschikt belang of zij tot de psy
chologie behooren dan wel tot de fysiologie.
Daar spreek ik dus niet over. Doch waarom
is nu de psychologie een meer wijsgeerig vak
dan de fysiologie? Omdat de ziel veel verhevener
is dan de stof'? Maar wij kennen immers even
min de stof als de ziel; en bovendien bestaat
de mogelijkheid, dat beiden betrekking hebben
op twee zijden eener onbekende werkelijkheid,
anders uitgedrukt, dat zij identiek zijn in eene
hoogere eenheid.
Ik zag de wijsbegeerte wel eens voorgesteld
als do algemeene wetenschap, die uit de bizondere
wetenschappen eene wereldbeschouwing opbouwt,
of het althans tracht te doen. Tot bedoelde
«bizondere" wetenschappen behoort dan echter,
zou ik zeggen, de psychologie evengoed als de
fysiologie, terwijl slechts op een verouderd stand
punt de zoogenaamde «zielkunde" als iets bij
uitnemendheid wijsgeerigs te beschouwen valt.
Misschien ben ik te nieuwsgierig en breng ik
het zeggen in herinnering, dat een enkele dwaas
meer kan vragen dan alle wijzen in staat zijn te
beantwoorden. Maar daar stel ik tegenover, dat
men door vragen wijs wordt en dat het nooit een
onnut werk kan genoemd worden, misverstanden
weg te ruimen en begrippen te verduidelijken.
Dr. II. J. BETZ.
ilMIIIIIIIIIIIIMimillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllimillimh
LLERLEI
Testament van een
Israëliet.
In den Enkhuizer Almanak voor het jaar 185:2
(ge moet weten. Mijnheer de Redacteur, dat ik
Almanakken verzamel, zooals vele anderen post
zegels verzamelen, en ik vind mijn verzameling
heusch oneindig veel interessanter !), nu, in dien
Almanak, komt onder het door de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen geleverde «Mengelwerk",
het volgende voor:
«Thomas de Pinedo, die, op het einde der
zeventiende eeuw, te Amsterdam stierf, liet een
onmetelijk vermogen na, en verdeelde zijne
schatten, bij testament, op de navolgende wijze:
1. Ik maak aan de stad Amsterdam, na my'n'
dood, vijf tonnen gouds.
2. Ik leen aan deze stad, tien jaren lang,
zonder renten, anderhalf millioen.
3. Ik schenk aan iedere christelijke kerk in
Amsterdam en 's Gravenhage tienduizend gulden,
en aan de Zuiderkerk te Amsterdam twintig
duizend.
4. Ik schenk aan de christelijke weeshuizen
der beide steden tienduizend kroondaalders.
5. Aan de armen veertig scheepsladingen turf.
6. Aan het weeskind, dat het eerst het wees
huis verlaat, duizend gulden, en aan dat, hetwelk
onmiddellijk daarop volgt, zes honderd gulden.
7. Ik maak aan de Portugeesche synagoge te
Amsterdam twee en een halve tonne gouds, en
8. Aan het Portugeesche weeshuis dertig dui
zend kroondaalders.
9. Ik leen aan de Regeering tien tonnen gouds
tegen 3 pCt., onder voorwaarde, dat de interesten
aan de Joden te Jeruzalem komen; het kapitaal
blijft ten eeuwigen dage aan de Regeering.
10. Ik maak aan de Duitsche synagoge vijf
duizend gulden.
11. Aan mijn bloedverwant Petrus Ovis een
en dertig tonnen gouds, benevens huis en hof.
12. Aan mijne weduwe tien tonnen goud.
13. Aan mijne overige bloedverwanten tien
duizend kroondaalders.
14. Aan ieder mijner buren, die bij mijne be
grafenis tegenwoordig zijn, honderd ducaten.
15. Aan ieder ongehuwd persoon, hetzij man
of vrouw, welke bovendien daarbij verschijnen
zal, honderd gulden.
16. Aan ieder geestelijke in Amsterdam en
's Gravenhage, honderd kroondaalders en aan eiken
koster vijftig kroondaalders."
iiiiiiiiiiifitttiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Reclames.
40 cents per regel.
TRA D B
MARK.
MARTELT COGNAC
Dit beroemde merk is verkrijg
baar bij alle soliede Wijnhandelaars
en bij de representanten
KOOPMANS & IS IC UIM Uit,
te Amsterdam.
PrpiiTaflaf/2.5öiierFleucli.
Magazijn KEI/ERSHOF", Nieuwemlijk 196.
Zijd en s t o f f en. Grootste sorteering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
H. RAHR te Utrecht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Urïuziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
8 KONINGSPLEIN,
hebben de eer de ONTVANGST te
berichten der NOÜVEA.TJTÉS in
Mantels, Costumes, Zijden, Fanta
sie en Katoenen Stoffen, enz. enz.
en refereeren zich aan den inhoud
van de gezondene Circulaire.