Historisch Archief 1877-1940
No. 982
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
l^ïjsr^^l'THE BIRTHDAY OF
^%&$;të\ MADAME CIGALE
(A nbreij JSeardslei/.i
Het Pnttertje" Yan Carel FaMtins in
't Mauritshnis,
Dr. A. Bredius, de ijverige, onvermoeide
directeur van het mooie en aangename Haagsche
cabinet van schilderijen, de moedige en met
overtuiging doortastende specialist op het gebied
van oud-Hollandsche schilderkunst, heeft aan het
Mauritshuis onlangs weder een bizondere en
merkwaardige aanwinst bezorgd.
Eenigen tyd geleden heeft hij te Parijs, door
middel van de hem van Rykswege beschikbaar
gestelde gelden, een beroemd klein schilderij
kunnen koopen, op de auctie van werken nage
laten door de erfgename van Burger-Thoré.
Dit is -»le Chardonneret", bij ons bekend als
thet Pnttertje" (of Distelvink, Fringilla
carduelis) van Carel Fabritius, den leermeester
van den. Delftschen Vermeer, een heerlijk mooi
paneeltje, hoogst eenvoudig als onderwerp, maar
van zeldzame gratie en voornaamheid.
De prijs die er voor besteed werd (circa 6000
francs) is al heel laag, wanneer men dien ver
gelijkt met wat herhaaldelijk voor talrijke moderne
schilderyen wordt betaald, die geen eigenlijke
waarde hebben, en die dan ook binnen een klein
aantal jaren geheel waardeloos zullen z\jn.
Laag is die prijs zeker ook, wanneer men
denkt aan de pry'zen die besteed worden door
particuliere verzamelaars b.v. voor een »staat"
van een ets van Rembrandt, waarvoor tientallen
van duizenden gulden worden betaald; wanneer
men ermede rekenschap houdt dat het een uiterst
zeldzaam schilderij is, dat, al heeft het niet
hoogdravende, machtig-indrukwekkende
qualiteiten als een kapitale Rembrandt of Frans Hals,
toch buiten tw\jfel van ongemeene verdiensten is.
Een weinig bekende schilder is die Fabritius,
van wiens werken o. a. het superbe mansportret
van het Museum Boymans een zoo zeldzaam
fraai specimen is.
Omstreeks 1860 wist men nog zoo weinig om
trent hem, dat, in de onzekerheid waarin men
verkeerde of hy Carel of Bernard geheeten was,
naar zyn voornaam gezocht werd.
Burger-Thorévertelt hoe het merkwaardige
schilderij van Rotterdam door menschen als
Ducamp, Viardot en Théophile Gautier om 't
even werd geprezen, (het werd toen gecatalogiseerd
als een Rembrandt), als een vpeintnre extrbnement
originale et saisissante", "la perle de ce musfe''.
vchef-d'oewore sans prix", enz.
A. J. Lamme, destijds directeur van dit museum,
had steeds getwijfeld aan de authenticiteit van
het schilderij. Toen het eens schoongemaakt
moest worden en uit de lijst was genomen, werd
tegen den bovenrand aan, in de strook die door
de liy'st was bedekt geweest, een naam ontdekt,
die met de steel van een kwast in de natte verf
was gegrift, als gegraveerd in de »pate'':
Fabritius.
Het is niet een geringe eer geweest voor dien
meester, dat zy'n werk voortdurend is aangezien
voor een zeldzaam fraaien Rembrandt.
Burger zegt in 1860 tont reste a demier sur
ce Fabritius, Ie prodigienximitateurdeRembrandt".
Dit laatste vind ik minder juist, daar er meer,
en zeer natuurlijk, zooals duidelijk is, verwant
schap bestaat tusschen dezen meester en dien
anderen, den Delftschen Vermeer.
Ten gevolge van de wetenschappelijke
navorschingen van mannen als dr. Bredius zelf in de
eerste plaats, is nu 't een en ander bekend
geworden betreffende Carel Fabritius, (of
Fabricius). Onder meer ontdekte Bredius in de
archieven van Delft een inventaris van nagelaten
bezittingen van dien schilder. Deze werd gepu
bliceerd in Oud-Holland (1890, VUIe deel).
Reeds in 1678 noemt Samuel van Hoogstraten
Fabritius een der beste leerlingen van Rembrandt.
Hij heet geboren te zijn omstreeks 1G24, maar
die datum is niet volkomen zeker. Feiten zijn
echter dat hij jong stierf, tengevolge van 't in de
lucht springen van het kruitschip te Delft in 1G5-1,
en ook dat hij de meester is geweest van
Vermeer.
Dit schilderij nu van Fabritius waarover ik
spreek, deze ^Chardonneret" zooals Burger het
betitelde, en van wiens verzameling het afkom
stig is, mag een zuiver juweeltje genoemd
«vorden, en de Directeur van het Mauritshuis kan
niet genoeg met den aankoop worden geluk
gewenscht.
Het kleine schilderij is hoogst eenvoudig van
gegeven; een warm-witte achtergrond, een klein
blauwgrys zaadbakje, waarvoor een paar half
rond gebogen koperen roedjes geplaatst zijn, aan
een van welke een kettinkje is gehecht, dat aan
het andere einde vast zit om den poot van het
goudvinkje.
Deze, evenals het geheel overigens, is heerlyk
teer van schildering, in een zeldzaam eenvou
dige, gloedvolle kleur, in warme roode, gele,
zwarte en zachtgry's-bruine tonen.
Uiterst gevoelig is de donzige stof uitgedrukt,
in zeer gave schilderwijze; hoe schijnbaar on
beduidend ook, dit schilderijtje is van een
boeiende, uiterst voorname distinctie.
Zeer gelukkig is dit werk van den meester
geplaatst tegenover het meesterstuk van zy'n
leerling, het gezicht op Delft van Vermeer.
Verrassend is 't te constateeren de groote over
eenkomst van kleur-opvatting die deze twee
werken kenschetst. Beiden hebben dezelfde hel
derheid, dezelfde rijpe blankheid in de machtige
kleur, beide geven dien zeldzamen indruk van
leven, natuurlijkheid en kracht door eenvoud.
Weinig schilderijen zijn het Mauritshuis in de
laatste jaren komen verrijken met zooveel succes
als dit.
Daargelaten dat het zeer mooi is, moet men
rekening houden met het feit dat het een der
vier of vijf bekende werken is van den grooten
schilder Fabritius, en hierbij nog uit een
historiesch oogpunt belangrijk, omdat het behoord
heeft aan den voor zijn tijd merkwaardigen pionier
op het gebied van oud-Hollandsche kunst, den
hoogst verdienstelijken Burger die, met zijn warm
enthousiasme, zooveel heeft gedaan voor onze
groote nationale kunst. Pu. Z.
&, H. Breituer.
De firma Buft'a heeft in haar kunstzaal eenige
van de reeds in haar bezit zijnde schilderijen
van Breitner bij elkaar gehangen, die. zonder
een opzettelijke tentoonstelling van hem te willen
zijn, toch reeds een aardigen kijk op zijn werk
geven. Er wordt zooveel gezien in den laatsten
tijd van dingen die zoo geheel anders gedaan
en bedoeld zijn, en dan zich erg verdedigd ge
voelen door de bewering van decoratief gedacht
te zijn, van philosophische, godsdienstige of ander
soort strekking te hebben, dat het meer dan ver
sterkend is zich eens omgeven te zien van werk
dat met geen andere bedoeling gemaakt is dan
om waar en goed te zijn, en zonder bijdedoelingen
regelrecht op zijn doel af te gaan. Want al den
ken er sommigen dat een kunst door de gemeen
schap in de min of meer verre toekomst ligt, 't
zal toch ook door geen ontkend worden dat die
kunst zal gebouwd moeten zijn op haar voor
gaande, en niet is het noodig die af te breken
en weg te maken, maar juist veel meer voort te
gaan op wat die voorgangers vonden, wat datgene
is wat alle kunst uit alle tijden in zich gemeen
heeft, en zonder wat geen kunst zijn kan.
En ook nu wij in deze dagen ons rekenen
in een overgangstijdperk te zijn, is het wel
noodig juist uit te zien wat datgene is, uit het
oude, waarop door te werken is, nu in deze
dagen zooveel streven in de enkele manier
van handelen is ontaard. Juist daarom is, voor wie
werken aan de tot stand koming van wat meer
algemeen is, zoo leerzaam en goed het werk van
die alleen streven naar goed en deugdzaam voor
zich zelf, want misschien moet vóór de gemeen
schap het individu verbeterd, en hebben wy tot
het verkrijgen van nieuw leven op decoratief
gebied meer behoefte aan de persoonlijke kracht
van een Jacob Maris of Breitner, dan aan het
moede kunnen van hen die in den meest deca
denten vorm zich de hoogste ideeën uitgedrukt
denken.
Daarom is het zoo goed een zoo in alle op
zichten gekund schilderij te zien, die neger tegen
een roodbruine fond een werk van wel eenige
jaren geleden, maar zoo vol, zoo bereikt in heel
zijn willen.
Er is een bijzonder mooi gezicht op de Paleisstraat,
bij regenachtig weer, van uit een raam gezien ; het
behoort tot de beste werken van Breitner die ik
ken, ? en niet minder is ook die aanleg van
rustende kavalerie, waar de mannen van hun
paarden gestegen zijn en aan den voet van een
grooten hooiberg, wachten, onder een grijs-bruinen
heuvel, met voorbij stuivende wolken.
Twee van de bekende Japansche meisjes, of
beter, Amsterdamsche meisjes in Japansch
costuum zijn hier, ón in 't rood, met witte bloeme
tjes, de ander in 't wit, tegen een rooden achter
grond, een kamerschut, waarop vliegende vogels
tusschen takken en bloesems zijn afgebeeld.
Een gracht met sneeuw, het bekende motief
van Ilreitner, waarvan misschien de beste bewer
king in bezit is van het genootschap ,>Arti et
Amicitiin", maar vooral eene superbe schets van
de Kalverstraat bij regenachtig weer, als
de vlaggen uithangen op een feestdag. Geheel in
gebruinde en grijze kleuren, met het rood en wit
en blauw van de vlaggen sterk daarin van boven
naar beneden lijnend, de vlaggen en de
huizengevels, en de weerspiegeling op het gladde asphalt.
Dan eenige schilderijen met motieven door huzaren
en artillerie gegeven, waarvan de mooiste schets
wel die rustende donkerblauwe figuren bij donker
zwart bruine paarden is en waaronder de meer
bewerkten en kleineren, een span paarden van zes
of acht paarden voor een stuk, 't geheel en profil
zich sterk afteekenend tegen de gry'ze lucht.
TlIÜO MOLKENBOER.
Donderdag 16 April j.l. opende in de Maat
schappij Arti et Amiciti» de tentoonstelling van
teekeningen, etsen, aquarellen en gravures, ver
vaardigd door de leden van de Maatschappij.
Geopend dagelijks van 10?4 uur.
Heden, Zondag 19 April, sluit de tentoonstel
ling van schilderijen, gehouden door de
Vereeniging Kunstliefde te Utrecht.
De Anmlerdainsclie Courant heeft het voornemen
om in de maand Mei a.s. gedurende eene week
22 tot 27 Mei een tentoonstelling te hou
den op 't gebied van Reclame. De tentoonstelling
heeft tot doel door onderlinge vergelyking den
goeden smaak op dit zoo groote gebied te
verhoogen. De tentoonstelling zal gehouden worden
in de groote zaal van de Brakke Grond. De
inzenders zullen plaatsruimte moeten betalen per
vierkante meter. Verdere inlichtingen te bekomen
bij de directie van de Amsterd. (oi/rant, Nes,
Brakke Grond.
H. M. de Koningin-Regentes heeft kennis
doen geven aan het bestuur van de Maatschappij
Arti et Amicitiae te Amsterdam, dat H. M. ge
durende haar bezoek aan Amsterdam niet in de
gelegenheid zal zijn de tentoonstelling van de
Maatschappij te bezoeken; evenwel mocht het
H. M. behagen een gouden medaille ter be
schikking te stellen om uit te reiken aan den
jongen kunstenaar, die zich in de beidt laatst»
jaren het meest zal onderscheiden hebben.
W. l', van Stockum en Zoon zal in den Haag
van :>0 April tot 2 Mei een collectie
portretprenten, carricaturen, costumes, teekeningen enz.
verkoopen. De catalogus telt 1025 nummers
en verscheidene namen van oude en moderne
graveurs. Th. M.
In de vitrine van de kunstzaal »Pictura,"
l il Wolvenstraat, lirma A. Preijer is geëxposeerd
eene schildery van Geo Poggenbeek. «Landschap
met koeien".
De Tholen-tentoonstelling sluit op SI Ajiril
inplaats van op 2:i April a.s.