Historisch Archief 1877-1940
No. 982
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Strijdschriften.
door
Dr. D. G. JELGERSMA 1).
De geringe ruimte die ik ter bespreking van
<lit werk tot mijn beschikking heb, besteed ik
?wellicht het best door ze voor de behandeling
van n der door Dr. Jelgersma aangeroerde
zaken te gebruiken, en wel die zaak, welke
?door hem in de laatste bladzijden van zyn boek
onderzocht wordt, het zoogenaamde philosophische
?causaliteitsprobleem van Hume, door Dr. Jelgersma
zeer duidelijk aldus geformuleerd :
Hoe is li,et te verklaren, dat onze verwachting
omtrent de toekomstige opeenroJying onzer
iraariieim'iiiyen. [zoo vaak] 2) door de ervaring bevestigd
tcordt ?
Menschen, die niet aan filosofie deden, zullen
misschien verbaasd zyn, zoo zij vernemen, dat
hier een der grootste vraagstukken van de wijs
begeerte uitgesproken is. Men behoeft geen wijs
geer van beroep te zijn, zullen zij zeggen, om
in te zien, dat er iets zonderlings is in onze
beweringen en verwachtingen over de toekomst.
Zóó knap kan niemand worden, dat hij volkomen
zeker is van den dag van morgen; er kan altyd
iets gebeuren dat de beste berekeningen in de
"W ir stuurt; het toeval kan niet geheel uitgesloten
?worden. Volkomen zeker is men dus van de toe
komst niet, en daarom is het wel zonderling,
dat zoo menignnal morgen en overmorgen ge
beurt, wat men voor morgen en overmorgen
verwacht heeft.
Inderdaad is het een eigenaardigheid van dit
probleem, in onderscheiding van vele andere wijs
geerige vraagstukken, dat het ook in het populaire
denken erkend wordt. Maar toch, geloof ik, dat
die erkenning niet met zooveel bewustzijn door
?den leek gegeven wordt, als de filosoof van
studie er aan verbindt. Want de leek, die met
het probleem rekening houdt, zal toch misschien
al weer verwonderd zijn, als hij hoort, dat de
filosoof dit vraagstuk van het hoogste gewicht
vindt, dat er in den tijd van meer dan honderd
.jaar nog geen denker is gekomen, die het ten
genoege van zijn collega's heeft opgelost, en men,
wel beschouwd, geen wijsgeerige reden heeft om
een enkele uitspraak over de toekomst onvoor
waardelijk aan te nemen.
Zoo de leek dat hoort, zal hjj misschien toch
verwonderd zijn, en zeggen: maar hebben zij
mij dan altijd bedrogen, die van wetenschap
spraken ? Ik ben zelf geen natuurkundige van
beroep, maar ik heb altijd gehoord, dat er een
vak is, natuurkunde genaamd en dat er mannen
zijn, die de wetten der natuur opsporen en vast
stellen, en deze wetten zeggen ons toch precies
hoe de feiten op elkander volgen. En dan hoorde
ik ook van sterrekunde spreken, en wat voor
«en pracht van een vak dat is. Eeuwen vooruit
voorspellen ons de astronomen waar een ster
staan zal, en zelfs de hemellichamen, die zoo
ra ir doen. de kometen, heb ik me laten ver
tellen, luisteren heel aardig naar het recept dat
de astronoom voor hun wandelingen opgeeft.
En, laten we mekaar nu geen Kaatje noemen,
ik ben geen fysikus of astronoom, maar ik zelf
wil er toch ook vergif op nemen, dat de groote
Beer morgen weer op zijn plaats zal staan, en
de kleine Beer niet minder. Ik ben de eerste
o ra te erkennen dat men voorzichtig zijn moet,
en men nooit kan weten wat er gebeuren zal,
Cde Jaargang. l!) April 189G
Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres:
Stonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
maar het is toch wel wat al te bar om te be
weren dat we niets weten van de toekomst. Ik
zou geen enkele daad doen, als ik niet veel kans
had op een bepaald gevolg van mijn daad. Wil
len de heeren filosofen bijgeval ontkennen, dat
de daden hun gevolgen hebben, dat er zoo iets
is als heelal en wereld, die naar een zekere
regelmaat verloopen, en wij op die regelmaat
rekenen, en zelfs ze gaandeweg beter leeren
kennen ?"
Maar als iemand zoo spreekt, dan toont hij
het verschil tusschen den leek en den wijsgeer,
en hij kan van Dr. Jelgersma zien, dat men niet
tot de uiterste twijfelaars behoeft te behooren,
om het genoemde probleem in alle ernst en
scherpte te stellen. De leek zegt: er is iets
vreemds aan, maar dat neemt de zekerheid niet
geheel weg, de wijsgeer daarentegen beweert: er
is iets zér vreemds, en wijsgeerige zekerheid
over de toekomst bestaat in 't geheel niet.
Althans, zoo Dr. Jelgersma het zoo niet zegt,
hij meent het klaarblijkelijk zoo. Alles wat wij
als kennis over heelal, wereld, natuur beschou
wen, is kennis over dingen die gebeurd zijn, die
tot het rerledene behooren. Wij hebben waar
nemingen van onszelf en anderen tot een systeem
vereenigi, en tusschen de feiten van dat systeem
eejnige betrekkingen erkend. Maar zoowel die feiten
als die betrekkingen behooren tot het verledene,
en welke zekerheid hebben wij nu, dat die be
trekkingen in de toekomst dezelfde zullen zijn,
als zij in het rerlcden waren?
Dit vraagt Dr. Jelgersma, en zijn antwoord is:
»Ik kan niet inzien, dat wij daaromtrent eenige
zekerheid hebben, noch ook hoe wij daaromtrent
eenige zekerheid zouden kunnen krijgen."
Zoo vraagt en antwoordt iemand, die ernstig
over de zaak heeft nagedacht en toch niet tot
de uiterste twijfelaars behoort, en mij dunkt, dit
te zien kan voor den leek niet anders dan leer
zaam zijn. En als hij nog meer van Dr Jelgersma
weten wil, en zegt: »maar, geleerde heer, help
me dan eens. Ik ben geen filosoof van mijn
vak, maar ik zou zoo zeggen met mijn gewone
domme menschenverstand, dat de zaken in de
wereld toch kalmpjes doorgaan, of wij er wat
van weten of niet. Er is klaarblijkelijk toch zoo
iets als een buitenwereld met bepaalde wetten,
of hoe men het noemen moet, en die wereld
werkt op ons, en doordringt ons, om zoo te
zeggen, met die wetten, zoodat wij niet anders
doen kunnen dan denken en overleggen en
verwachten volgens die wetten, of volgens die
betrekkingen, zooals gij liever schijnt te zeggen.
Is het dan zoo vreemd, dat de toekomst ongeveer
zich gedraagt, zooals ik volgens die betrekkingen
gegist had V"
Doch zoo de leek zich met die vraag tot Dr.
Jelgersma richt, vindt hij weinig troost. Want
Dr. Jelgersma zal hem met uitnemende scherp
zinnigheid antwoorden: »ge komt niets verder
met die opmerking, waarde vriend. Want toe
gegeven dat betrekkingen in OHX beantwoorden
aan betrekkingen in de buitenwereld, ge kunt
niet tegenspreken, dat die laatste betrekkingen
slechts in het rerledene bestonden, en dit bewijst
niets voor hun voortbestaan in de toekomst. Dat
wij A. honderdmaal door B. hebben zien volgen,
verklaart misschien waarom wij de
honderd-eneerote opvolging van A. door B. renruelilen,
maar geeft in 't minst geen wijsgeerige zekerheid,
dat die honderd en eerste opvolging werklijk
geschieden zal.
niiiiiiiiiiiiiiiiiiitiffiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiin l
Heeren deelnemers in dan C.W. worden b 'leefd
verzocht hunne gewonnen partijen den lledacUur te
doen toekomen. De partijen, die wij tol dusver ont
vingen tn niet. zijn verschenen, waren niet voor pu
blicatie geschikt. !
i
Van Konrad Erlin, te Weenen. i
Vervaardigd voordenUen Ilalfjaarl. Internationalen
probleemwedstrijd in dit blad.
No. UU2. Mat in drie (U) zetten.
a b c d e f g h
Wit: K f8, D h7, E oi en g5, P f5; a3, b2, e6,
f2 eu g4 = 10.
Zwart: K eö, T a4, P a8 en b3, 11 d5; a5, bC en
c7 = 8.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIII
iiHiiimimimiiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiiiiii
Oplossing van Xo. 320 (Le Comte).
l D a7, K d3 2 D f7 enz.
K $ " -
K M 2 R e3
U (15 2 LI n3 f
Opgelost dooi- C Kockelkorn, Keulen (2); Prof
Berger, Graz (2): H. J. den Hertog, Amsterdam (2'o.;
C. T. v. Ham, Gorredïjk (3); II. ileiidcs da Costa,
Amsterdam (3); E. Wieling, Groningen /'2); A
Schuckink Kuol, L-iden (3i; S. te. Gorssel (3); Wara Atti",
's-Hage (3); B. v. Krimpen Kotterdam (2 ._>); 11.11. U.,
Amsterdam (3); I'. D v. Zecburgh, Gromng' n (3);
J. de G, Amsterdam (-t;; Jul. liebelly, Amsterdam
1.3); v. b',ee.ideren, Amsterdam 13).
Beoordeelingeii (Xo. 330).
Wei! der erste Zag sofort -f droht niid der Inhalt
der Aufgabe nicht viel des Interessant- n bietet i'die
wichtigHten Var. K d3 2 I) 1'7 enthalt.en keine reinen
Matstellungen), so kann ich uur 2 bewilligen.
Job. Berger.
Die zweiten stillen Ziige des Haii(itspicls und der
Yar. sind bemerkenswerthor als die Sehlnsswendungon,
die nur wenig Interessante^ bieten. lier sonst gnte
Emleitungszug kommt wegen der sofortigen
Matdrohllng niebt zu rechter eltung.
C. Kockelkorn.
Hoewel niets nieuws oplever ernle 'i matge*. en
met 1) en 2 K toch is al lot in 't oneindige beproefd
m. i. om de» zeer goeden sleutel/et en de handige
bewerking toch een 3. C. T. v. Ham.
J)e combinatie, van een driet ?! g".-de varianfen. do
afwezigheid van si-baak op den 2den /et is stellig
prij ??enswHfu'd. Ook uit een oogpunt \ ;ui economie is
't probleem te roemen. Wat voor mij echter de waarde
dezer compositie aanmerkelijk vermmdei l ( is de grove
lir*:< :< ///</'? dreiging en 'l minder gelukl-.i^o van den
sb'Utelzot. die zich al bed g.aiw la -.t vinden, w;innoe;'
bij 't eerste vluchtige onderzoek d" noodzakelijkheid
gebleken is, den zwarten K m zijn vrijheid te beperken,
als bij naar \/l i-> gegaan. 11. J. den Hertog.
Aan No. 329 zijn nog de volgende punten toe te
kennen- S. te Gois^el |2): l;, l!. K. tv Amsterdam
(3). Toegekend cijfer 2 11)2-1.
Heoordoeling door II. J. den Hertog (Xo. 329,
Jespeisen):
Een vrij goed tempo-probleem, 't Vooraf vluchten
van den witten K voor 't schaak: b2 in de var. l?1)3
bevalt me niet bijzonder. Il; stel mij voor. dat de
auteur eerst den K op bl had en de oplossing door oen
Zoo antwoordt Dr. Jelgersma met een scherp
zinnigheid, die ik niet anders dan zeer bewon
deren kan. Kaar mijn meening echter is hij
minder scherpzinnig als hij over het probleem
doorpraat, en de onveranderlijkheid der betrek
kingen in de buitenwereld onderstelt. Dit is niet
veel raeer dan het probleem verdonkeremanen.
In ons gewone leven en denken van den dag
kunnen wij niet anders dan gebruik maken van
die hypothese. Wij zouden, zooals de leek zoo
even zeide, geen daad doen, geen besluit nemen,
zoo wij er niet op rekenden, dat de feiten der
toekomst waarschijnlijk min of meer hetzelfde
beloop hebben als de feiten van het verledene.
Maar het vraagstuk is dan ook vooral een vraag
stuk voor het wijsgeerige denken, dat zich juist
verbaast over de bruikbaarheid der hypothese,
en vraagt waar die bruikbaarheid van daan komt.
En Dr. Jelgersma doat niet veel meer, dan die
bruikbaarheid bij wijze van hypothese aannemen.
Hij had naar mijn meening ronduit moeten
erkennen, dat hij hier een der grootste wonderen
van ons bestaan aanraakt, en mag zelfs niet
eenmaal van de ervaring de bevestiging der
hypothese afwachten. Want wordt de hypothese
niet bevestigd; loopt de toekomst niet min of
meer als het verledene, dan kunnen wij waar
schijnlijk niets meer doen en denken, want dan
zijn wij waarschijnlijk al zeer spoedig van honger
gestorven. 3)
Ik vind echter wederom veel scherpzinnigheid
aan het slot der studie, waar Dr. Jelgersma
een nieuw probleem opwerpt, dat ik mét hem
zeer belangrijk vind, en hier op mijn wijze in 't
kort nog wil toelichten.
Indien het waar is, zegt Dr. Jelgersma, indien
het waar mocht zijn, dat wij in ons nadenken en
verwachten over de wereld geleid worden door
een apriorische overtuiging, en ons denken zonder
zulk een overtuiging niet bestaan kan, hoe weet
ik dan dat ik morgen nog in het bezit zal zijn
van die overtuiging en dat zij morgen nor/ in
staat zal zijn al mijne verwachtingen te verklaren
Zoo ongeveer zegt hij, en voor zoover ik weet
raakt hij hier een nieuw en belangrijk probleem
aan. Wij maken gebruik, om het nog algemeener
te zeggen, van een zekere regelmaat in ons denken,
maar hoe weten wij, dat die regelmaat ook in
de toekomst zal bestaan ?
Het ontbreekt mij aan de 'plaats om verder
op dit probleem in te gaan, en ik beperk mij
daarom er toe om het onder den aandacht te
brengen van hen, die het aangaat.
Cn. M. VA>T DKVKNTEK.
1) Amsterdam, Scheltema en Ilolkema's Boek
handel, 181)6.
2) De woorden ,:no rntik zijn door den recen
sent ingevoegd.
U) Dat Dr. Jelgersma inderdaad door de
ouderxtelliiHj van de onveranderlijkheid der betrekkingen
in de buitenwereld het philosophische causali
teitsprobleem wil o/iloxseii, blijkt ook uit de
slotpagina van zijn studie. Maar nogmaals, dit
is geen oplossen, dit is slechts een /bruinleereii van
het probleem. De vraag is: waarom worden onze
verwachtingen bevestigd 'l Dit is vrijwel hetzelfde
alsof' men vroeg -. waarom bestaan de betrekkingen
van het verleden ook in de toekomst? Als men
antwoordt: omdat die betrekkingen onveranderlijk
zijn , dan antwoordt men met de erkenning van
het probleem zelf, en meer doet men niet.
IIIIIIIMII1IIIIIII1I
zuiveren tempo-zet, bv. l II e7. wilde inleiden, maar
toen om goede redenen geen zwarten pion op t'7 wilde
plaatben om l f7 te beletten. Hij moest nu wel zijn
toevlucht nemen tot een zet als l K bl.
TWEEDE NAT. COLMIESP.WEDSTPJJD.
T\vce-en dertigste zet van Wit.
l T ii7:
2 |
3 i £4
4| ....
5 T t-:}
(5
15
D
D e«5
R a:$
T h6
Ii3
... T a4
:il>3: j T 1)3
b;j
! ;il)7 :
____
... T f-2
K b3
---7 : T £7 K e4 R c2
81' 1'3 K f 3 .... ...
!) T d:{ ........ ...
': 10 i 1)4 ---- ! ---- !....! g3
Partij A 2 word' door Dr. van 11. opgegeven.
De .'He zet. van /ivart in A 'J was K g7.
K. I\l . (e 1) l'aidv voor opgave.
J. !?'. H. Zie verbetering. In l' S ontving ik geen
aanmerking.
(.'. T. v. II. De fout was r,iet bij u en voor zoover
ik kan nagaan niet bij mij, maar krijgt de zetter op
zijn geweten. B ;sto groeten. J. J. ^.
UIT 1)K SCIIAA.KVY];UF,1,D.
't Programma voor 't lüde Internat. Congres van
den Dnilschc-n Schaakbond U verschenen. 'l Congres
zal op 11) r>nli as. te Neurenberg oen aanvang neruen.
Voor 'i mee.sturumrnooi zijn zes prijzen \astgesield,
ter waarde van: r' (iuit, _/' -100 /' ;>ol), /' 2i(l, / l^i i en
? 12!L O ;k /.uilen, zooals gewoonlijk een
llanptturnier'' en F Nebjnturnier'' plaats vinden.
De st-ind van dein wedstrijd der Weener meesters
is als vni<^t. : Knghsch en ^!echer 11, M.noo en .M ax
VS'oma 10 ... Sehyarz Hl, Halprin s. Albin 7 .; , .Max
Judd eu Zinkl 7. de overigen komen niet in aan
merking.
Aan den wedatrrjd bij Sünpson te Londen, die op
20 April opent, nemen de volgende 12 spelers deel :
lUrd.'Creswell, t'enlon, Ingolshy, Lee Loman. Jliilltr,
l)i'. Keeves, Holland, Teicbmann en Van Vliet.
De match tussehcn de Eng. amateurs Jacobs en
'l'reneliard bleef onbeslist. Ieder won i partijen bij 2
BOEKAANKONDIGING.
Bij de firma W. J. Thieme & Co , te Zutphen,
verschijnt eene »Autorisierte" uitgave van moderne
Duitsche litteratuur. De heer M. Horn voorziet
deze uitgave van aanteekeningen. Tot dusverre
zijn in deze serie verschenen : »Der Trompeter von
Siickingen", »Teuf' (Hamerling), »Waldmeisters
Brautfahrt" (Roquette) en »Die Journalisten"
(Freytag). De uitvoering is net en de prijs
billijk.
Naar wij vernemen, zal in November a s. bij
den uitgever L. J. Veen te Amsterdam worden
uitgegeven: Amsterd«mm:h .Imtrbockje coor 1H!)7,
onder redactie van E. W. Moes, ass.-bibliothe
caris van de Universiteitsbibliotheek van Amster
dam met medewerking van D. C. Meijer Jr., A.
J. M. Brouwer Ancher, W. Croockewit, Mr. Ch.
M. Dozij, Martin Kalft' e. a.
Inhoud van Tijdschriften.
liet Tijuselmft run Jict XcdcrJandxch Genootschap
rour flfiuit- fii J'i'iiniiit/kiuide, afl. '2, bevat: liet
muntwezen op Lombok, door J. E. ter (Jouw;
Gedenkpenningen ter herinnering aan het bezoek
van H.II. M.M. de koninginnen aan de zuidelijke
provinciën (15?24 Mei IHilöy. door M. A. S.;
ildepenning van Abraham lüldernisse, deken
.n het timmermansgilde te Middelburg, door
mej. Marie de Man; Aanvulling van Dirk's
Repertorium, door Z.; Les trouvailles de
monnaies de l'année 181)4, par Ie dr. H. J. de
Dompierre te Ctiaufepié; Inhoudsopgave dar tijd
schriften; gemengde berichten.
Inhoud J'.'i//eii 1I«nrd No. H!: llno/i rnor A//??».,
door Josephine Giese. I. Xeilcrliun/ en Aljeh,
door (i. B. Ilooijer (met portret van Tockot' Denmr).
»iYrr^//r//, .i'ijii rocpiiKi i'erntl<r\ door S. v.
's G. (met portret van luitenant-/. TI*. C. Yinjk-'f).
Kiii/i'lxcl/e aiiinnk (Jameson?Turpin). i't
Corso Ie ISloi'iiii'inliKil (met af beeldingen).?Il'ft
aan d.e ecli/sclieidin// run Nit/u/lco» l rtnir<if<iin</.
]!c(/i'iidiin;f>tf!ie hiiiti'ii/ildnl.ti'ii': (7V,V,'r/). door
J. Craandijk (met afbeeldingen). lli/m-inlltfii,
door Avanti. Mnflii de lieer, naar het Uuitsch
van Ernst Lenbach. (Slot). Verscheidenheid.
Verbetering. Feuilleton. AdvêTteut;ëii.
Bijvoegsel : <)n;c ftellini/ iiji (Iriiul-Alji'li, uoor
Mars.
Inhoud van T» Murroir, aH.: Mr. Dillon as
leader of the Irish party. I by Jeremiah Mac
Veagh. II. by Williairi liedmoiid M. l'. : Italy
and the triple Alliance, by the Itight hon. Sir
Charles W. Dilke Bnrt. M. l'. ; Anthropi'inrtry
and legal Identity by Alplion.se Uertillon : the
Doom of the Conservative Party, by Koland Yorke;
The noble Art. II. The Social l'osition of the
Actor, by Stanley Jones ; Toe supposititions
Wickedness of minor I'opts. by F. JJorreys Connell;
The Dial, by L. Simons; Music, by Louis Grein.
NIEUWE BOEKEN.
Ontvangen bij de redactie :
('oriii'-lii'. Jliii/i/i'iix, Een woord aan de N
vrouwen. Rede, uitgesproken den Uden
ISiMi in een openbare vergadering der
Vrouwenvereeniging. Amsterdam, l'. ?\.
Kampen & Zn.
IL't /?/?(/?((/-??'"'? "'?,? ]~«l!;<lnii<i-i-:i!'<:i<i: in
dracht van »de Maatschappij tot nut van
gemeen" bewerkt door Mr. II. L. l>rne';e,'
II. 1>. (irei'en en Mr. J. I\rt/*t'ni/m (rap)to,
Amsterdam, S. L. Van Looy en H. Go
/' 0.50.
derl.
Maart
op't
Al?. .Mr.
.tour).
rluigs
remises. In zijn match me'i ^ïortimer won Trenenard
met 5 tegen 2 bij 5 remises. iVjü.o in.uches ^'. ei'den
om een inzet van ? (iti gespeeld.
Steinitz won achjere n^'Igens 3 partijen in xijn
match met Schiti'crs, zood.it do laatste p.iiiij g"en
invloed meer op den uii.sbig kan lichbe . l-e -4anl
was na de llde partij: rtte.ni:/. ti'j, Schilfers iij.
Laskei- zal op 17 April een simiillaan si'anc ' : even
in de groote ^"lc'lOriazaal \an 't Ci'itei'ion" te landen.
Matchpaitij gispetld Ie l'iub.de Iphïa 'J Mv.ri jl.
W it. Zwart.
Komeny. Showaker.
a F r» r «?<» 1('0,n ^ be]iMkin crj
8 l* 0& P i'6 deüKopgesloteütoheuden.
4 R 1)5 R c-5 10 iO
Vo-ir sterker g. Idt Jl b i. (ii. dvongen d;i;.; ;u:d;rs
r> r er>: füv.dgt.
E'i hier wordt aan 0-0, 17 T JICl d"<
00 P e5: (O- T es ]S R (13 rij
dan 7 l' i:!!) de vooi- J<) X e2 R 'i
keur gegeven. _ otf T hel l' (-S
0 J ('o: T a,.!-: I'.HJI :>\ !> h5 en
(5 (U It (1(5 't paard l,:in zie! ;.?? ,
be7 f'4 l* H)! \veg. M. terwijl .:]? ?? -; rd
S ('"s ! bl /.ju aanvul niet u s . i. gG
<| ccc,: I> (?(?,; kan vo,,i (zetten.
10 R e:5 l» h4 t -^ ^ llln F ''^ , j
te veiVAVakKe.i. Zwart ver- ( '"'''??
liest i'.ditir een tempo. '-- D 11--! li«'*:?
iets wat. hij zich in d.-ze Ukr was de
?.>i;dmiapositle ,,!el ongestratl kon I'C i p gel,a-,i. e! ? i Xwart
verourloven. ' l'a.i \ b< -4 gedaae hier
11 !??;{ I) (-7 T f" tc spelen.
12 k 12 R t-:5: -:! T '''! ' !:':
13 bcS: 0-0 -+ i; ''«
«'14 l) c;?' 7) ii:j: '-:" NVit(7i;'!'!;! !"??'.:.'i,'4
De dam, raakt nu ge- ^Hen ^'t J «7 : ?- l v(:ï(
heel buiten 't gevecht. J' 'J "' " ]} - '