De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 26 april pagina 2

26 april 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 983 maakte geld koopt de Aljeher daar weer zijne talrijke levens- en weeldebehoeften, petroleum, victualia, kramerijen, preciosa, enz. en neemt die mee terug naar zijn land; ook rijst, schoon op Atjeh zelf verbouwd, wordt nog in vrij belangrijke hoeveelheid ingevoerd. En het onmisbaarste van alle genotmiddelen in Atjeh, de opium, wordt door Chinezen en Klingaleezen, hetzij pach ters van de kleine vorstjes, hetzij smokke laars, insgelijks over zee aangevoerd. Men gevoelt dat in het beletten van deze heenen weergaande beweging de sleutel ligt tot de onderwerping zoowel van de hoofden als van de bevolking, en zal zich verwonderen dat wij, bij dat schijnbaar eenvoudige dwang middel, tóch weldra het zilveren rouwfeest van den Atjeh oorlog zullen vieren zonder iets te hebben bereikt wat naar onderwerping zweemt. Van dit raadsel is de eenige verklaring onze koloniale bestuurs-inrichting en onze krenterigheid. Van den beginne, 1873, af heeft men het belang der kustafsluiting ge voeld en is begonnen met die te blokkeeren. Maar de leiding van zaken in Indiöcon trasteert zoo sterk mogelijk met den door wijlen Damas terecht gewenschton verlichten despoot; zij gaat over zooveel roestige schij ven, dat de machine slechts met schokken kan loopen. Landvoogden en ministers wis selen elkaar af; onder die landvoogden nog weer legercommandanten, raden van Indië, Atjeh-gouverneurs en civiele besturen, die hunne inzichten hebben en ze trachten te doen triumfeeren. Dan in Holland een tweede en een eerste Kamer, die aan het geldlaadje zitten en, nu eens bezeten door zuinigheidswoede dan weer door krijgszuchtige inspiratiën, van tijd tot tijd alles omver blazen wat met veel moeite en geharrewar door ministers, gouverneurs, raden en ambtenaren was op gezet. Ziedaar de eenige maar ook de wan hopige reden, waarom Atjeh niet sinds lang behoort tot de rustige en winstgevende onzer buiten-bezittingen. Zoowel in hetkrijgvoeren te Groot-Atjeh nu eens slaan dan weer cajoleeren, van daag uitbreiden morgen concentreeren als in de politiek tegenover de kust heeft dat jammerlijk gemis aan volhardings-vermogen zich onafgebroken getoond, en niet weinig bijgedragen tot de minachting die de Atjeher voor ons bestuur koestert. Kunnen wij, verslapte negentiende eeuwers, dit gebrek aan volhardingsvermogen niet meer overwinnen, dun is slechts dit ver standig advies mogelijk: geef Atjeh op /Men meent wellicht dat ik onze karakterloosheid overdrijf, en daarom wil ik, vóór tot mijne conclusie te komen, nog eene korte opsom ming geven van hetgeen sedert den aanvang des oorlogs met de kustpolitiek is gesold. De beschikbare ruimte in dit blad dwingt mij echter andermaal tot uitstel van behan deling. ME. P. BROOSIIOOPT. 's-Gravenhage, 21 April '96. (\\~ordt ver colyd). Rusland,China en Japan. In de Correspondance littéraire, die naar Melchior Grimra is genoemd, doch bijna veertig jaren lang door den Westfaal Jacob Heinrich Meister, een kosmopolitische!! Voltairiaan, in het Fransch werd geschreven, is een Duitsch rijmpje verdwaald, dat men onder den titel Bulletin de l Europe kan lezen in het laatste nummer van den jaar gang 1794, als men zich ten minste de moeite wil geven, het nog steeds ongedrukte manuscript op het slot Friedenstein te Gotha te gaan inzien. Het rijmpje luidt aldus: E n g l a n d hilft fiir alles ; Preussen stiftet alles; II u s s l a n d erzwingt alles; Danemarok sc-liweigt, iiber alles; S c li w e d e n ven>isst, alles ; Der Turk verwundert, sicb iiber alles; F r ankrei o h zerniclitet alles; S p a n i e n verliisst alles ; Holland bezahlt alles; Die S e h w e i z logirt alles.... Tot op zekere hoogte is deze proeve van eene physiologie der volkeren nog niet ver ouderd. Engeland blijft de wereldleverancier, zelfs in oorlogscontrabande; Pruisen bracht in 1791 niet veel tot stand, maar stichtte 70 jaren later het Duitsche rijk; Denemarken is wel genoodzaakt, zijn grieven te vergeten, en »de Turk11 is nog steeds een virtuoos in diplomatieke protesten, waarin hij zijn ge moed lucht geeft, om daarna God's water over God's akker te laten loopen; Spanje geeft nog steeds, al is het ook noode, zijn koloniaal bezit prijs aan den drang naar zelfstandig heid der vroegere wingewesten; Frankrijk is beter dan zijn reputatie van 1794, maar is toch het land bij uitnemendheid van de ministerieele instabiliteit; Holland behoeft gelukkig geen Fransche bevrijders meer te onderhouden, maar behoudt, wij willen het hopen, zijn goeden naam als solied en prompt betaler; Zwitserland is nog altijd het land de: betaalde en onbetaalde gastvrijheid. Maar het meest treffen door hun juistheid die drie woorden: Jiussland erzwingt alles. Een paar weken geleden wezen wij er op, hoe het geheim der Russische staatkunde bestond in eene schijnbare apathie en eene bestudeerde kalmte, waarbij geen enkele gelegenheid wordt verzuimd om een goeden slag te slaan ; in een geduldig wachten, tot de weerstrevende elementen strijd en verzet als hopeloos hebben opgegeven, tot niet slechts de onverschillige,!!, maar ook de vij anden van gisteren nederig om vriendschap komen vragen en dan die vriendschap aan nemen, zonder er iets voor terug te geven. Wij herinnerden toen, hoe Rusland op han dige wijze had gezorgd, bij den oorlog tus schen China en Japan de eenige winnende partij te zijn. Dit laatste is thans op ver rassende wijze bevestigd. Voor enkele dagen vermeldde de Novoje Vremija, dat Japan na Korea te hebben veroverd! met Rus land «onderhandelt11 over de regeling der Koreaansche quaestie. De regeering van den Mikado heeft een offensief en defensief ver bond ontworpen, dat aan den czar ter goed keuring zal worden aangeboden. De grond slagen van dit verdrag zijn, volgens het Russische blad de volgende: Japan ontvangt de zuidelijke en westelijke gedeelten van Korea met inbegr p van Foesan en staat daarentegen het eiland Tsoeïna aan Rusland af, welk rijk bovendien het recht zou krijgen open havens in Korea te hebben en de beschermheerschappij te voeren over het cen trum en het zuidwesten van het schiereiland. Een eergisteren seinde Reuter uit Yokohama: »De gezant van Korea, die naar Rus land gaat om daar eerre leening te sluiten, is ook gemachtigd, (Russische) troepen te vragen tot bewaking van het paleis des ko ning?, benevens (Russische) raadgevers voor de regeering en (Russische) instructeurs voor het leger. Negen Russische oorlogschepen liggen tegenwoordig irr de Japansche haven Xangasaki, waar nog de Uur ik en vijf andere oorlogschepen worden verwacht.'1 Commentaar op deze beide berichten is waarlijk overbodig. Met China staan de zaken voor Rusland zoo mogelijk nog gunstiger. De .Norlli Cli/nri Düily News maakt het ontwerp tractaat open baar tusschen Rusland en het Ilemelsche Rijk; dit stuk is, volgens het blad, reeds door de Chineesche ministers onderteekend, en zal door Li-Hung-Chang, die te Moskou de kroning van de czar gaat bijwonen, aan de goedkeuring van de Russische regeering worden onderworpen. In de inleiding wordt gewag gemaakt van de dankbaarheid van den keizer van China voor Rusland's steun bij den wederafstand door Japan van het schiereiland Ijiao Toeng en bij het sluiten der leening, waaruit de oorlogschatting aan Japan kan worden betaald. Orn die reden is China bereid, met Rusland een alliantietractaat te sluiten. Komt Rusland in Azi met eenige mogendheid in moeilijkheden, dan zal het vrij gebruik mogen maken van alle Chineesche havens, waar het niet slechts zijne schepen zal kunnen herstellen en pro viandeeren, maar ook kolen zal kunnen in nemen, paarden zal kunnen koopen en koelies zal kunnen aanwerven. Zeer naïef wordt hieraan toegevoegd, dat dit alles in stilte zal moeten geschieden, om geen protesten uit te lokken; mochten die protesten toch komen, dan zal China antwoorden, dat, het te zwak is om zich tegen het machtige Rus land te verzetten. Eindelijk blijft de moge lijkheid niet uitgegesloten, dat China openlijk voor Ru«land partij kiest, maar hierover zal in elk bijzonder geval eene beslissing wor den genomen. Daar Rusland in Aziëgeen ijsvrije havens bezit, stelt, de keizer van China in zijne dankbaarheid Port Arthur ter be schikking van zijn bondgenoot, als ankerplaats voor de vloot en als legerkarnp voor de liussische troepen. Indien de mogendheden hier tegen protesteeren, dan kan Rusland voor hetzelfde doel de haven Kiao-Tchoe in de provincie Schau-Toeng krijgen, en daar ka zernes bouwen en er kolenstations vestigen. Komt China met andere mogendheden in conflict, dan zal Rusland trachten liet ge schil bij te leggen, en. wanneerdit niet mocht gelukken, China ter hulp komen. China wil verder aan Russische officieren het vrije verkeer toestaan aan de oostelijke grenzen van het rijk en de vrije scheepvaart op den Yaloe en de zijrivieren, wanneer dit voor den handel noodig mocht blijken. Het, wil Rusland toestaan een zijtak van de, Si berische spoorwejdijn te bouwen door de Chineefche provinciën, en het toezicht, over deze zijlijn zal gedurende de eerste vijftien jaren door Rusland en China gemeenschap pelijk worden uitgeoefend. Xa afloop van dien termijn zal China deze zijlijn tegen den kostenden prijs mogen overnemen »als het bewezen heeft in staat te zijn, het toezicht alleen uitteoefenen." Om het eindpunt van deze zijlijn tegen aanvallen van derden te verdedigen, zal Rusland de daar tegenover gelegen eilanden in bezit mogen nemen, er versterkingeu mogen aanleggen en er een garnizoen en eene vloot mogen houden. Mocht het later tusschen Rusland en Japan komen tot vijandelijkheden over Korea, dan staat China aan Rusland den vrijen doortocht toe van troepen van de Yaloe-rivier naar de westkust van Korea. China stelt verder zijn gebied open voor den invoer van Russische waren langs de Siberische spoorweglijn. Ten slotte verzoekt het toezending van eenige honderden Rus sische officieren, om als militaire instructeurs van het Chineesche leger op te treden. De Norih China Duili/ JVcirs merkt op, dat omtrent verschillende punten van dit «geheime11 tractaat een dc»ienti te verwachten is, daar men de Europeesche mogendheden niet al te zeer wil verontrusten, maar dat feitelijk de meeste punten reeds zijn vast gesteld. Zoo zou dus de Russische diplomatie hier eene volledige overwinning hebben behaald. Onze teekenaar heeft den toestand juist weergegeven. »Ge kunt elkaar niet uitstaan, vriendjes'', zegt de Russische beer tot China en Japan, die zich in zijn omhelzing tamelijk benauwd zullen voelen, »maar ge houdt allebei zoo machtig veel van mij, niet waar?'1 lllllllllllMlllllllllllllllllllllulllllllnlIl ooiai& »""' ............... iiiliiiiiiiin ...... i ..... nu ..... iniiii ........... mum ........ iim Na ile weilstaMns iler Berlijusclie Kleermakers, Het is in Duitschland hollen of' stilstaan. Een jaar lang is de werkstaking der Berlijnsche kleermakers in voorbereiding gewepsti en niemand heeft zich er aan gestoord. Het is tot staken gekomen en heel de wereld verbaast zich over de gruwelijke toestanden in dit vak. En die late verwondering uit zich op allerlei wijze. Dresdener dames van rang en stand stichten voor haar zusteren in het confectievak een coöperatieve instelling, j niet geheel ongelijk aan de, nu wel algemeen bekende Amsterdamsche Voorpost: een door ! de mannen- kleermakers reeds in 1S!)0 te l Dresden opgerichte maatschappij, die uitne mende vruchten afwierp, zal tot model die nen ; een vakschool voor meisjes hoopt men aan de zaak te verbinden. Maar te Berlijn zelf is de geheele officieele wereld, voor zoo- ? ver zij met arbeiderszaken zich afgeeft, in rep en roer gekomen. De Rijkscommissie ; voor \verkliedenstatistiek zal bijeenkomen om i den toestand te onderzoeken; het Einigungsamt, de verzoeningsraad, heeft terwille van deze uitgebuite lieden voor het eerst een be redeneerd en op feiten gegrond overzicht van den strijd gegeven ; de vereen iging van Duitsche nijverheidsrechtbanken (Gewerbegerichte) publiceert wat tot heden uit het gehouden onderzoek is aan het licht gekomen. Een paar cijfers maar. liet netto weekloon schom melt in de afdecüng broeken tusschen M '2.30 en M. 10.80; in de afdeeling vesten tuspchen M. t. 20 en M. 21.00, en in de afdeeling jassen tusschen M. 12 en M. 29. Er worden dus dagloonen uitbetaald van -10 pfennig; in de afdee ling broeken is een mensonwaardig bestaan ren ongekende toestand; de best geoefende naaisters verdienen met dag- en nachtwerk niet meer dan M. 1.80 per dag; het gemiddeld loon voor ongeoefende vrouwen blijft beneden, of bereikt nausveli.jks n mark. De eigenaars der maga zijnen betaalden noehthans goede loonen.zoo zeggen zij, en hun doel is het de bazen, die van hen het werk aannamen, en het, aan de kleermakers weer uitbesteedden, den geheelen last van do publieke verontwaardiging te doen dragen. Maar, zegt het rapport van den ver zoen i n g? ra ad, het is onmogelijk. dat zij van den toestand hunner eigenlijke arbeiders geen ken nis hebben gedragen. ,.I[edcn ten dage zal een verstar, dig en fatsoenlijkfabrikanteen kern van ilinke werklieden trachten te krijgen, op wie hij kan rekenen, en dit is alleen mogelijk, indien hij hen ook in den stillen tijd aan het werk houdt, /.onder de loonen te verlagen". Aldus de deskundige adviseur van den verzoenings raad. I>e eigenaars der confectiemagazijnen echter betalen weliswaar exlra prijzen in den drukken tijd, die de baas voor het grootste deel in zijn zak steekt, maar zoodra het slap wordt, winnen /ij die prijzen weer uit door de meest drukkende loonsverlaging, die op de werklieden natuuiTijk, niet rente soms. wordt, verhaald. Niet de afnemer'1, zoo lezen wij in het, verslag, .drukt de c.mfectiefabriekanten, maar de neringziekle on de winzucht zijn de eenige wortels van het kwaad!'' De verzoeningsraad heelt een minimumtarief vast gesteld, en de beide partijen hebben van Ie voren beloofd, zich aan y.iju beslissing te /.uilen onderwerpen. Aan pogingen evenwel tot ont duiking van dit tarief heeft het reeds niet ontbroken, en men maakt er zich ongerust over, dat de nijverheidsrechtbank niet in staat zal zijn te verhoeden, dat weldra alles is bij het oude. Vanwaar deze werkeloosheid der autori teiten, totdat een uitbarsting niet wa^ te weer houden? Vanwaar hun machteloosheid, nu toch de geheele wereld het erover eens is, dat aan den concurrentiewedstrijd der patroons paal en perk dient te worden gesteld ? Voor een deel ligt het antwoord in de gebrekkige inrichting van Einigungsamt, G^werbegericht en commissie voor statistiek. Bij de oprich ting der laatste is men huiverig geweest, haar de toch broodnoodige onafha .kelijkheid te gunnen. De commissie kan niet verga deren zonder toestemming van den rijkskanselier; deze, en de borulsregeeringen, zijn bevoegd, vertegenwoordigers naar de zittingen te zenden, die ten allen tijde moeten worden gehoord; de samenstelling der commissie ligt in handen van den Rijksdag, die O, den bonds raad, die 5, en den rijkskanselier die 2 leden benoemt. Maar het meest belemmerde voor een vruchtbaar optreden is de beperking van haar taak tot: het medewerken aan statistieke on derzoekingen die bij de voorbereiding en uit voering der arbeidswetgeving noodig blijken1'. Deze commissie staat buiten de natuurlijke ontwikkeling der arbeiderstoestanden; in plaats van den wetgever voor te lichten, komt zij achter hem aan, eerst nadat hem uit anderer betoog de noodzakelijkheid van hervorming is duidelijk geworden. De stoot tot hervormingen in de verhou ding tusschen patroorr en arbeider zou (lus moe ten worden gegeven door het G nv-irbegericht, dat de bevoegheid heeft, niet alleen van een, adviseerend err met eedsdwang onderzoekend lichaam, maar ook zelfstandig voorstellen mag doen aan de regeering. Maar behalve dat aan deze instelling talrijke gebreken kleven, waarvan zij zou moeten worden gezuiverd, voor zij populair wordt in Daitschland, heeft ook zij alweder het bezwaar, een instelling van overheidswege te zijn, en dus rriet voort, te ko men uit de natuurlijke ontwikkeling der indu strie zelf'.Verzoeningsraden gelijk in Engeland gedurende tientallen van jaren hun uitnemende doelmatigheid hebben bewezen, uit den strijd der belangen zelf geboren, en eenvoudig van structuur immers de grondslag is, dat in een vak elke fabriek een werkman en een vertegenwoordiger van den patroon naarden raad zendt missen, elders nagevolgd, de kracht der spontane geboorte ; de omstandig heid, dat de keuze van den voorzitter en zijn plaatsvervangers moet worden goedgekeurd door de obere Verwaltungsbehörde", wijst genoeg aan, hoe ook bij deze inrichtingen de vrijheid aan zekere banden is gelegd, die haar beteekenis voor de goede verhoud i ng tusscben patroon en werkman in het hart treffen. Van overheidswege in het leven geroepen organen, zij mogen scheidsgerechten,nijverheidsrechtban ken, verzoeningsraden of' hoe ook hcetcn, hebben twee voorwaarden, voor hun bloei onmisbaar: zij moeten de uitdrukking zijn van de meening der meerderheid onder de werklie den, en in staat zijn, door een hechte organi satie en een gevulde weerstandskas aan de eischen van hun vertegenwoordigers den noodigen nadruk bij te zetten, ze desnoods door middel van een werkstakirrg door te voeren. Worden deze voorwaarden vervuld, dan, En. a-eland heeft het bewezen, kunnen zij een zegenrijken invloed uitoefenen.Maar zij moeten niet alleen een middel zijn tot verheffing van den werkman, doch moeten tevens uit zijn zucht naar verheffing zijn voortgesproten. E. M. C. niiiiii iiiimmmiiiiimiim Inhoud van verschillende blaclen. 11 c t H ii n ,1 o l s 1) l a cl, '2i April. De toestand in de /. A. l'.epubliek". '2'2 Aptïl ,,Ons beleid i,p C'elebes". ?j;j April. Kngelsohe consuls en Xederlandsche Staatsschuld1'. ]) c', S l ;i n il a a r cl. 21 en 'ri April. Onze- scholen mc-t dm llijb'd". 21 April. Iloogleeraren zonder doctorstitel'. H"1 (.' e, ii t r u m. 18 A n;,'. Congres der Gods diensten". Modeine theologen over den Bijbel". 2'J April. De anti-cleric'ilen bond". 2'2 April. Het, eii:de van de riomonsrr. Broeder schap". -1 Ap il. Voor de K.neyelielc llerimi Xo-.-amm", (.-uitwoont tiiin de !',,//.?«?.-?/,?/»!. II c t N i e n w s v. cl. D a g, 13 Apiil. L' venabehas'-n". dooi- ]',. B. 14 April. Mug en Kameel", door T,. K. il', April. Wel leeren . .. . niet simden", door S. IS April. De/c lente'1. De 'l' H l e ;,' r a a l', '''?'> April. Het vraagstuk der Armver/orginf,'" VII, door l'h. Falken btlff,'. 15 April. Onhoudbare toestanden", door ,T. W. Gcrhard. l!) April. Ken l^cdenkelijke misgreep' , Xnbotra-li'in^. dooi- l l'. A. X. ('aroli. De T i] d. 11 April. Een I-on J van Katholieke onderwii/ei s", l ng--/,ond ?!] door X. I f) April. Het werk des vredo". IC April. De l»,'komst van Knropa1'. 17 April. De toestand in Oostenrijk" T. D,' eerste Kaïnpl'-ell. IS April. II Ue hccr-chappij d,-r liberalen en hmi rol." UU April 111 De Christel i|k-sociale j,.viij'1. A in s t. ('t., 11 April. De gemeentelijke tele foon'', tnge/.ondcn. K! April. Atjeh". (uüierail v. -1. Heijden nvor Atjtdi'", door X. v. H. Repliek aan den heor Sanders''.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl