De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 26 april pagina 6

26 april 1896 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 983 THE S T TJ D I O. (Slot). The Studio behoort ook tot dat soort van tijdschriften waarvan het bestaan hier in Holland waarschijnlijk onmogelijk is. En om heel veel redenen. Het is een periodiek die zich ten doel stelt, een werkzaam deel te hebben aan de herleving van de gebruikskunsten, van deco ratieve schilderkunst, smidskunst, potten bakkerskunst, en alle andere onderdeelen van wat men met een algemeen woord de architectuur kan noemen. Niet dat er in Holland niet even hard gewerkt wordt op dit gebied als in Engeland, Of minder goed of met minder resultaat dan in het land over de zee, maar in de manier van werken van hier en van daar is zoo groot onderscheid. In Engeland is in de laatste jaren de liefde voor de dingen die ons om ringen over het algemeen zooveel grooter geworden, dat 't wel lijkt, op een afstand gezien, of een ieder zich daar aangordt tot het maken van beter dan wat hij geleerd heeft van zijn vader, terwijl bij ons de vooruit gang nog maar bij enkelen te zien is. Daar ginds zijn er velen die zich moeien met de zoo zware vraag op te lossen naar beter huisraad, betere meubelen, betere huizen, betere behangsels, enz., bij ons zijn het maar weinigen, en het wil mij altijd zoo lijken dat jn het buitenland een procentsgewijze veel grooter deel van de bevolking zich voor kunst of kunst-industrie inspant dan bij ons wel het geval is. In Holland staan die twee dingen zoo zeer buiten het volk, dat alleen zij die zich speciaal aan de kunst wijden als het ware al het verlangen naar beter, dat er noodzakelijk in een volk aanwezig is, in Zich vereenigen. En of dat nu geheel en al ten nadeele van onze Hollandsche kunstenaars is, en voor ons volk, zou ik niet durven uitmaken, maar zeker is het dat dit mij een van de hoofdoorzaaken lijkt van het niet kunnen bestaan van dergelijke, voor het groote publiek bestemde uitgaven, als de Studio is. , De Hollandsche kunstenaars zijn te geïso leerd, te veel ieder voor zichzelf werkend en vooruitkomend, wat niet als een gebrek maar de resultaten kennend, eerder als een hoofd factor van ieders persoonlijke grootheid mag worden erkend, terwijl in Engeland, Frankrijk of ook Duitschland in den laatsten tijd, veel meer samenwerking schijnt te zijn, ge tuige uitgaven als deze, waar, al is er niet met alle zekerheid een juiste richting voor ieder van zijn medewerkers aan te wijzen, toch geen van allen bijzonder erg uit het kader springt. Een algemeene geest blijft te herkennen, en alle werken zijn dan ook daarin, weinig er beneden, weinig er boven, in alle beteekenissen, zoodat men hun werk, in doorsnede, zeer egaal zou kunnen noemen. En merkwaardig is daarbij het doorzetten. Want al zou het misschien mogelijk zijn voor een korten tijd hier in Holland een tiental artiesten van bijna gelijke denkbeelden bij elkaar te krijgen, drie jaar achtereen op dezelfde manier doorwerken, als the Studio gedaan heeft geloof ik van hen nog niet mogelijk, de meeningen en kundigheden van de kunstenaars hier, loopen te veel uiteen, er is te groot verschil, men is te spoedig in zijn opinie gefroisseerd, zelfs bij de kleinste oneenigheid. De Studio echter is op dezelfde manier voort gegaan als zij begonnen is, want voor mij liggen de eerste afleveringen, en de geheele laatste jaargang, en weinig verschil is er in streven, en in uitvoering en in algemeene strekking waar te nemen. De reproducties zijn voor het allergrootst gedeelte naar moderne voor werpen van kunstnijverheid, teekeningen en photographiën, in zincographie soms zeer goed gereproduceerd, beschrijvingen van landen en steden door op reis zijnde schilders, prijsvragen en antwoorden daarop, natuuropnamen, en photos van voorwerpen van oude kunstindustrie, waarin de Japansche een van de voornaamste plaatsen bekleedt. En het is]zeer goed te begrijpen dat het gehalte wel eens varieert. In het tweede nummer van den eersten jaargang vind ik een mooie houtsnede van Valoton, eenige teekeningen van Cheret, en een tweetal reproducties naar plaatjes uit »Daphnis and Chloe" van Kicketts en Shannon. In de derde aflevering Ie jaar gang heel goede natuur opnamen en eenige AUTUMN Leven in het Sprookjesland, door^C. ROBINSON. borden va» Rozenburg met een beetje rare beschrijving van Holland door Arthur G. Bell, in de 6e afl. Ie jaargang interieur-decoraties van William Morris, de hoofdman van de groote beweging op sociaal-architecturaal gebied in Engeland en andere kamer arrange menten van Mr. Norman Shaw, van wien in de allerlaatste aflevering ook architectuur ontwerpen, en geen betere dan die vroegere, zijn opgenomen. Dan in de tweede jaargang een artikel over Puvis de Chavannes van Gabriel Mourey, met een paar zeer mooie reproducties, en verder veel mooie japansche dingen, minder fraaie moderne Engelsche, en zoo door tot aan de aflevering van nu verleden 16 Maart, dat begint met een artikel over Arnold Böcklin door Dr. Hans W. Singer. En de voornaamste mannen en vrouwen die in Engeland op dit gebied van kunstnijveid werken, en er zijn er veel, hebben wat bijgedragen aan dit tijdschrift. Van de architecten gaat vooraan G. L. L. Morris, die, behalve onderscheidene photos en teekeningen naar werken, meubelen en interieurs vooral, in de aflevering van 15 Januari '96 een artikel met illustraties van zijn hand heeft, »Some thoughts on the building of a house." en dan is er met dat huis bedoeld wat de Engelschen er mee bedoelen, een »home" een thuis, zooals wij dat hier in Holland nog alleen maar kennen onder den wijdschen titel van villa of buiten, maar dat voor den engelschman een huis beteekent, dat van en voor hem en zijn gezin is, waar niet zooals in onze groote steden drie of vier verdiepingen boven elkaar zijn, en bewoond door verschillende gezinnen, en waar de trap een vervolg van de straat lijkt, maar een home of cottage, zooals men dat daar heet, een verblijf dat in een tuin ligt, of met tuin voor en achter, naar dat daarom toch niet per se een landhuis behoeft te zijn. Hij geeft hier niet alleen de plattegronden en opstanden, maar ook de ontwerpen voor de binnendecoratie, voor de meubelen, voor alles wat in dat huis mocht zijn, en dat alles bij elkaar hoort en waar allen even goed moet gesoigneerd zijn, alles gemaakt naar de eischen die het gebruik aan de voorwerpen en meubelen stelt. Veel zulke geheele huisinrichtingen worden in woord en beeld in the Studio het publiek getoond, dat in Engeland over 't algemeen heel wat meer voor een gezellig huis over heeft waar men zich geheel en al in zijn eigen domein voelt dan hier de Hollanders; getuige de bijzonder inge wikkelde en breede schoorsteenmantels, de fire-place zooals dat heet, waar banken en en stoelen in een soort nis om den haard (niet vulkachel) staan, en uitnoodigen plaats te nemen. In een ander nummer is een beschrijving van een nieuw societeits-gebouw, the new Magpy and Stump a successful experi ment in domestic architecture waar weer een heel huis, met al zijn inrichting en com fort, wel is waar altijd niet even mooi, ge tracht is te maken. En oude meubelea zijn ook verscheidene malen afgebeeld; zoo vind ik een superbe stoeltje uit de XVII eeuw, en een mooie eiken linnenkast uit de XV eeuw en een tafeltje uit de XVI eeuw in het nummer van Oct. '95., en eenige andere meubelen en smeedwerk in verdere afleveringen. Patronen en voorbeelden, teekeningen en photos naar geborduurde stoffen, behang sels en gobelins vindt men in alle afleve ringen. Hier staat natuurlijk Walter Crane aan het hoofd, verscheidene van zijn werken werden in de eerste jaargangen afgedrukt, en niet weinig gobelins ook naar teekeningen van Burne Jones. In het bijzonder ook kleinere prentjes, monogrammen, stempels en vooral Ex-libris heeft de Studio in zijn bladen afgedrukt, onnoemelijk veel haast, iedere aflevering minstens een paar en voornamelijk is het Anning Bell, die hier 't meest in gewerkt schijnt te hebhen. Dat is een eigenaardige Engelschman, met zijn jonge meisjes, in heel wijde, heel dunne erg plooiende japonnen, even de hals bloot latend, en bijna altijd dansend, op muziek van herders, dansend door een bosch, of over het bloemige land voor een cottage tusschen boomen. Het aantal prijsvragen dat in deze bladen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl