Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 983
THE S T TJ D I O.
(Slot).
The Studio behoort ook tot dat soort van
tijdschriften waarvan het bestaan hier in
Holland waarschijnlijk onmogelijk is. En om
heel veel redenen.
Het is een periodiek die zich ten doel
stelt, een werkzaam deel te hebben aan de
herleving van de gebruikskunsten, van deco
ratieve schilderkunst, smidskunst, potten
bakkerskunst, en alle andere onderdeelen
van wat men met een algemeen woord de
architectuur kan noemen.
Niet dat er in Holland niet even hard
gewerkt wordt op dit gebied als in Engeland,
Of minder goed of met minder resultaat dan in
het land over de zee, maar in de manier van
werken van hier en van daar is zoo groot
onderscheid. In Engeland is in de laatste
jaren de liefde voor de dingen die ons om
ringen over het algemeen zooveel grooter
geworden, dat 't wel lijkt, op een afstand
gezien, of een ieder zich daar aangordt tot
het maken van beter dan wat hij geleerd
heeft van zijn vader, terwijl bij ons de vooruit
gang nog maar bij enkelen te zien is. Daar
ginds zijn er velen die zich moeien met de
zoo zware vraag op te lossen naar beter
huisraad, betere meubelen, betere huizen,
betere behangsels, enz., bij ons zijn het maar
weinigen, en het wil mij altijd zoo lijken dat
jn het buitenland een procentsgewijze veel
grooter deel van de bevolking zich voor
kunst of kunst-industrie inspant dan bij ons
wel het geval is. In Holland staan die twee
dingen zoo zeer buiten het volk, dat alleen
zij die zich speciaal aan de kunst wijden als
het ware al het verlangen naar beter, dat
er noodzakelijk in een volk aanwezig is, in
Zich vereenigen. En of dat nu geheel en al
ten nadeele van onze Hollandsche kunstenaars
is, en voor ons volk, zou ik niet durven
uitmaken, maar zeker is het dat dit mij een
van de hoofdoorzaaken lijkt van het niet
kunnen bestaan van dergelijke, voor het
groote publiek bestemde uitgaven, als de
Studio is.
, De Hollandsche kunstenaars zijn te geïso
leerd, te veel ieder voor zichzelf werkend en
vooruitkomend, wat niet als een gebrek maar
de resultaten kennend, eerder als een hoofd
factor van ieders persoonlijke grootheid mag
worden erkend, terwijl in Engeland, Frankrijk
of ook Duitschland in den laatsten tijd,
veel meer samenwerking schijnt te zijn, ge
tuige uitgaven als deze, waar, al is er niet
met alle zekerheid een juiste richting voor
ieder van zijn medewerkers aan te wijzen,
toch geen van allen bijzonder erg uit het
kader springt. Een algemeene geest blijft te
herkennen, en alle werken zijn dan ook
daarin, weinig er beneden, weinig er boven,
in alle beteekenissen, zoodat men hun werk,
in doorsnede, zeer egaal zou kunnen noemen.
En merkwaardig is daarbij het doorzetten.
Want al zou het misschien mogelijk zijn
voor een korten tijd hier in Holland een
tiental artiesten van bijna gelijke denkbeelden
bij elkaar te krijgen, drie jaar achtereen op
dezelfde manier doorwerken, als the Studio
gedaan heeft geloof ik van hen nog niet
mogelijk, de meeningen en kundigheden van
de kunstenaars hier, loopen te veel uiteen,
er is te groot verschil, men is te spoedig in
zijn opinie gefroisseerd, zelfs bij de kleinste
oneenigheid.
De Studio echter is op dezelfde manier voort
gegaan als zij begonnen is, want voor mij liggen
de eerste afleveringen, en de geheele laatste
jaargang, en weinig verschil is er in streven,
en in uitvoering en in algemeene strekking
waar te nemen. De reproducties zijn voor
het allergrootst gedeelte naar moderne voor
werpen van kunstnijverheid, teekeningen en
photographiën, in zincographie soms zeer
goed gereproduceerd, beschrijvingen van
landen en steden door op reis zijnde schilders,
prijsvragen en antwoorden daarop,
natuuropnamen, en photos van voorwerpen van
oude kunstindustrie, waarin de Japansche
een van de voornaamste plaatsen bekleedt.
En het is]zeer goed te begrijpen dat het gehalte
wel eens varieert. In het tweede nummer van
den eersten jaargang vind ik een mooie
houtsnede van Valoton, eenige teekeningen
van Cheret, en een tweetal reproducties naar
plaatjes uit »Daphnis and Chloe" van Kicketts
en Shannon. In de derde aflevering Ie jaar
gang heel goede natuur opnamen en eenige
AUTUMN
Leven in het Sprookjesland, door^C. ROBINSON.
borden va» Rozenburg met een beetje rare
beschrijving van Holland door Arthur G. Bell,
in de 6e afl. Ie jaargang interieur-decoraties
van William Morris, de hoofdman van de
groote beweging op sociaal-architecturaal
gebied in Engeland en andere kamer arrange
menten van Mr. Norman Shaw, van wien in
de allerlaatste aflevering ook architectuur
ontwerpen, en geen betere dan die vroegere,
zijn opgenomen.
Dan in de tweede jaargang een artikel
over Puvis de Chavannes van Gabriel Mourey,
met een paar zeer mooie reproducties, en
verder veel mooie japansche dingen, minder
fraaie moderne Engelsche, en zoo door tot
aan de aflevering van nu verleden 16 Maart,
dat begint met een artikel over Arnold
Böcklin door Dr. Hans W. Singer.
En de voornaamste mannen en vrouwen
die in Engeland op dit gebied van
kunstnijveid werken, en er zijn er veel, hebben
wat bijgedragen aan dit tijdschrift. Van de
architecten gaat vooraan G. L. L. Morris, die,
behalve onderscheidene photos en teekeningen
naar werken, meubelen en interieurs vooral,
in de aflevering van 15 Januari '96 een
artikel met illustraties van zijn hand heeft,
»Some thoughts on the building of a house."
en dan is er met dat huis bedoeld wat de
Engelschen er mee bedoelen, een »home"
een thuis, zooals wij dat hier in Holland
nog alleen maar kennen onder den wijdschen
titel van villa of buiten, maar dat voor den
engelschman een huis beteekent, dat van
en voor hem en zijn gezin is, waar niet
zooals in onze groote steden drie of vier
verdiepingen boven elkaar zijn, en bewoond
door verschillende gezinnen, en waar de trap
een vervolg van de straat lijkt, maar een
home of cottage, zooals men dat daar heet,
een verblijf dat in een tuin ligt, of met
tuin voor en achter, naar dat daarom toch
niet per se een landhuis behoeft te zijn.
Hij geeft hier niet alleen de plattegronden
en opstanden, maar ook de ontwerpen voor
de binnendecoratie, voor de meubelen, voor
alles wat in dat huis mocht zijn, en dat alles
bij elkaar hoort en waar allen even goed moet
gesoigneerd zijn, alles gemaakt naar de eischen
die het gebruik aan de voorwerpen en meubelen
stelt. Veel zulke geheele huisinrichtingen
worden in woord en beeld in the Studio
het publiek getoond, dat in Engeland over
't algemeen heel wat meer voor een gezellig
huis over heeft waar men zich geheel en
al in zijn eigen domein voelt dan hier
de Hollanders; getuige de bijzonder inge
wikkelde en breede schoorsteenmantels, de
fire-place zooals dat heet, waar banken en
en stoelen in een soort nis om den haard
(niet vulkachel) staan, en uitnoodigen plaats
te nemen.
In een ander nummer is een beschrijving
van een nieuw societeits-gebouw, the new
Magpy and Stump a successful experi
ment in domestic architecture waar weer
een heel huis, met al zijn inrichting en com
fort, wel is waar altijd niet even mooi, ge
tracht is te maken.
En oude meubelea zijn ook verscheidene
malen afgebeeld; zoo vind ik een superbe
stoeltje uit de XVII eeuw, en een mooie
eiken linnenkast uit de XV eeuw en een
tafeltje uit de XVI eeuw in het nummer van
Oct. '95., en eenige andere meubelen en
smeedwerk in verdere afleveringen.
Patronen en voorbeelden, teekeningen en
photos naar geborduurde stoffen, behang
sels en gobelins vindt men in alle afleve
ringen. Hier staat natuurlijk Walter Crane
aan het hoofd, verscheidene van zijn werken
werden in de eerste jaargangen afgedrukt,
en niet weinig gobelins ook naar teekeningen
van Burne Jones.
In het bijzonder ook kleinere prentjes,
monogrammen, stempels en vooral Ex-libris
heeft de Studio in zijn bladen afgedrukt,
onnoemelijk veel haast, iedere aflevering
minstens een paar en voornamelijk is het
Anning Bell, die hier 't meest in gewerkt
schijnt te hebhen. Dat is een eigenaardige
Engelschman, met zijn jonge meisjes, in heel
wijde, heel dunne erg plooiende japonnen,
even de hals bloot latend, en bijna altijd
dansend, op muziek van herders, dansend
door een bosch, of over het bloemige land
voor een cottage tusschen boomen.
Het aantal prijsvragen dat in deze bladen