De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 3 mei pagina 4

3 mei 1896 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 984 de programma's van Caecilia prijkten was het bewijs dat Nicolaïsucces van zijn streven had. Nooit was het hem te veel, wanneer hem gevraagd werd kennis te maken met nieuwe Ned. toonwerken; daarvoor gaf hij altijd gaarne zijn tijd en goeden raad. Vooral de Kon. Muziekschool verliest in hem zeer veel. Moge zijn opvolger Nicolaï's taak op even waardige wijze vervullen en blijk geven de hooge roeping ten volle te beseffen die hij te ver vullen heeft. Hij toch heeft voor een zeer groot deel de opvoeding van het jonge muzikale Neder land voor zijn rekening. Die taak is hoogst eervol, doch legt zeer groote verplichtingen op. VAN MILLIGEN. De uitvaart van Nicolaïhad met veel plechtig heid plaats. Alle Vereenigingen, waaraan de over ledene verbonden was, waren officieel vertegen woordigd. De leerlingen en oud-leerlingen brachten eveneens een laatsten groet aan den vereerden en betreurden meester en een koor zong op treffende wijze, onder leiding van Arnold Spoel, een koraal van Bacl): Alle menschen moeten sterven en Nicolaï's lied: Glücklich wet auf Ooit vertraut, door Spoel voor koor gezet. Dit laatste lied was niet alleen om het karakter en den inhoud van den tekst eene goede keuze doch ook omdat het een der schoonste en betrekkelijk weinig bekende liederen van Nicolaïis, zoo edel met alle soberheid en zoo diep van uitdrukking. De koren uitstekend ten gehoore gebracht maakten op alle aanwezigen een goorten indruk. De voorzitter van de commissie van toezicht over de Kon. Muziekschool, hield eene schoone rede waarin hij Nicolaïnaar waarheid hulde bracht. Arnold Spoel sprak namens de leerlingen en her dacht Nicolaïals directeur, als vriend. Heinze voerde het woord namens de Ned. Toonkunstenaarsvereeuiging, de voorzitter van de Maatschappij de Toekomst, Dan. de Lange, uamens de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst (waarvan Nicola lid van verdienste was), Mann namens de oud leerlingen, Vau 't Kruys namens de Organistenvereemging, de voorzitter van de Kon Nat. Zaugschool, Peter Benoit, de Vlaamsche kunstbroeder en een der beste vrienden van Nicolaï.(die een uitvoerige toespraak voorlas, zij allen brachten Nicolaïeen laat sten groet en dankten hem voor al wat hij voor die vereenigingen gedaan had en voor hetgeen hij voor allen geweest was of stelden in liet licht hoeveel in hem als kunstenaar en als meiifch verloren werd. Namens de leerlingen van de Kon. Ned. Muziek school werd niet op het graf gesproken en wel om een zeer goede reden. Aan den ingang van het gebouw van de Muziek school, waar de meester gewerkt had en waar zijne leerlingen zijn onderwijs hadden genoten, daar wilden zij hem een laatste hulde brengen, eu daar traden zij naar buiten met een prachtige lier van bloemen (die door vier leerlingen gedragen werd) zich bij den stoet aansluitende en dien naar het graf voorgaande. De Muziek in de Hoofdstad" moet worden uitgesteld tot de volgende week. v. M. iiiiiiiimiiiiii Haagsche Waaier-Tentoonstelling. Geen tentoonstellingen zijn van meer belang, dan die kleine, van n enkel soort van producten, welke door de Haagsche en Rotterdamsche Kunstkringen in den laatsten tijd zij georganiseerd ge worden. Den weg, aldus ingeslagen, belooft van veel praktisch nut en hoogst belangrijk te zullen worden. HHiiiiiiiiiimiiiimmmiiimiiimiimimmiiiimmiiiiiiiiiiiimiimmiiiiinM Haar moeder is er zoo op gesteld ... Ze is mal.. . Aubières is vijf en twin tig jaar ouder dan Chiffon! ... Als ik de praatjes, die ik zoo nu en dan hoor, gelooven mag ... dan is de kleine de Liron verzot op jou... en ze is twintig jaar jonger dan jij ? ... Gesteld dat het waar is... dan is ze nu dol op me, maar morgen ? .. . Herinner je dan bijvoorbeeld onze eigene moeder... die vijf en twintig jaar jonger was dan haar man en hem toch altijd hartstochtelijk heeft liefgehad ... Ik zou je hierop kunnen antwoorden dat dit voorbeelden zijn, die men alleen in zijn eigen familie aantreft.. . gelukkig !.. . Intusschen schreit die arme Chiffon maar door, dat 't naar is om aan te zien ... Hij ging naar den divan en liefkozend het rose nekje streelend, dat krampachtig door het snikken op en neer werd bewogen, zei hij hartelijk: Vergeef 't me maar, kleine Chiffon, 't spijt me, dat ik je verdriet heb gedaan . . . Zij hief' het betraande gezichtje op en vroeg: Waarom ben je zoo wreed geweest ? Waarom heb je gezegd dat je mijn oom niet bent? Maar, meidlief, omdat ik, al kon ik niet meer van je houden, wanneer ik het was, het werkelijk niet ben! . .. ik ben de broer van je moeder's man... van jou ben ik niets ... ik zou je kunnen trouwen ... als ik niet van denzelfden leeftijd was als mijn vriend d'Aubières, dien je zoo netjes laat ophoepelen ... SL,-?O! -- vroeg het meisje verbluft, ben je even oud als mijnheer d'Aubières ? . . en lachend voegde ze erbij: Onlangs was die van boekbinders-kunst in Den Haag een der eersten van dit soort; nu volgt deze, van waaiers uitsluitend, en zeker is zij niet minder belangrijk. Op den duur moeten dergelijke pogingen den smaak van het publiek n van de kunstnij veren ontwikkelen, leiden, vormen. Het op den duur zien van mooie voorwerpen op verschillend gebied moet allengs den smaak ver edelen; zal niet elk een gaan bemerken hoe laag de meeste moderne winkelproducten staan, wanneer de gelegenheid zieh voordoet die te vergelijken met smaakvolle uitheemsche of oude producten? Deze Waaier-tentoonstelling zal in dit opzicht meer van nut zijn, vooral omdat zij zeldzaam goed geslaafd en nitgebreid is, niet minder dan een drie honderd nummers zijn er aanwezig. Waaiers hebben ten allen tijde een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkelingsgeschiedenis van vele volken en ook in politieke zaken ; dit laatste speciaal bij Oosterlingen. De waaier, in de meeste landen, is een voorwerp uitsluitend bestemd voor vrouwen, en in de meeste gevallen is die een cicrlijk, elegant, dainty, voor werp, met zorg en dikwijls van kostbare stoffen, vervaardigd of bewerkt. Duidelijk is het, dat een waaier oorspronkelijk een afgeplukt versch of gedroogd blad is geweest, mee-tal van de een of andere palmsoort. Dergelijke bestaan nog: men denke aan de putikhas van Britsch-Indiö, die hier en daar met rauw rood, groen en geel gekleurd zijn, en aan die eenvoudige, meestal eivormige japansche, ook schermpjes" genoemd, die, zorgvuldiger dan de punkha's behandeld, uit een blond blad bestaan, zonder eenige versiering, en geraamd zijn met een smalle splinter van bamboe, zeer voorzichtig langs den rand genaaid. Van het natuurlijke gedroogde blad, tot den gemaakten waaier was de stap gering ; de natuurlijke nerven, de ribben die het bladweefsel steunen werden kunstmatig nagebootst met smalle gespleten bamboe- of hout-staafjes, en, weeldiger, met staafjes van ivoor, hoorn, schildpad, parelmoer, enz. Het bladweefsel zelf werd vervangen door papier, perkament, katoen, zijde, satijn, kant. Terwijl op de oorspronkelijke, natuurlijke waaiers een enkele maal teekeningen worden aangebracht, geschiedt hetzelfde met de nagemaakte van welke stof ook, maar met oneindig meer zorg, somtijds zelfs door artiesten van naam en talent. De bewerking der van min of meer kostbare stof vervaardigde staafjes die de nerven vervangen, is een uitgebreid veld voor juweliers, vergulders, lakwerkers, ornementisten van allerlei aard. Zelfs komt het voor, dat deze met edelgesteenten ingelegd worden. Een voorbeeld van dit laatste werk geven de vijf waaiers in Louis XV-genre, afgestaan door de Koningin-Regentes voor Koningin Wilhclmina, die behoord hebben aan wijlen Koningin Sophie, wier montuur, in 't geheel niet in den oorsproukelijken stijl, rijk verguld en georneerd is met paarlen, turkoozen, enz. Een groot aantil leden der Haagsche aristocratie en diplomatie zonden op deze tentoonstelling in, bijna uitsluitend Louis XV- en Louis XVIwaaiers, onder welke eenige prekieuse, van vernismartin," of voorzien van diamanten. Een honderd-vijftig-tal minstens behooren tot dit genre, dat volkomen den elegauten, coquetten- en echt mondain en kant toont van dien wuften, maar dikwijls uiterst smaakvollen tijd. Na deze belangrijke serie, die bijna eentonig weelderig wordt door de algemeene overeenkomst HiiimmiiimHiiiiiniiimmmiinmiHimtiiiiniiiiiiiiimmmiiimiiiiiiiiimt Enfin! je bent minder »van de tand" dan hij, zooals ze hier zeggen ... ja, ver volgde zij rad dat heb ik gehoord van een man dien ik laatst op straat heb ge sproken en die 't net zoo uitdrukte, om me aan 't verstand te brengen, dat zijn vrouw zachtjes aan opraakte . .. Zoo ? vroeg de markies ongerust heb je op straat een man aangesproken?... welken man ? . . . Een man, dien ik onderweg ontmoette, toen ik met ouden Jean van de les terug kwam... 'k denk dat 't een straatveger was ... of een voddenraper ... hij zag er ten minste zoo wat naar uit. .. Dat had je moeder eens moeten zien... Jawel, ze zou moord en brand hebben geschreeuwd ... dat weet ik ... maar ze heeft 't nu eenmaal niet gezien ... En zich plotseling tot oom Mare wendend, vroeg zij : Enfin, kijk hier, of je mijn echte oom bent of niet... ik noem je nu al vijf jaar zoo en geloof dat je 't bent... net als ik geloof... wanneer 't me niet onder den neus wordt gewreven . .. dat papa papa is, niet ?.. . dus je mag me wel een raad geven... moet ik mijnheer d'Aubières trou wen of niet ? ... Dat is een lastige vraag, die je me daar doet! . .. Nu dan, als je eens zelf in mijn plaats was, wat zou jij dan doen ?... In jou plaats ? ... lieve hemel! ... dat moet je zelf weten ... 'Maar dat is het juist, 'k weet het niet zelf... Vóór ik neen zei, zou ik Aubières een keer of wat zien ... ik zou nadenken... O, dus je denkt dat ik van idee zou die deze waaiers aanbieden, wordt de aandacht getrokken door de Japansche waaiers en schermpjes. In dit land, waar de fijnste kunstopvatting elk voorwerp van huiselijk- of luxe-gebruik tot een waar kunstvoorwerp maakte, is de waaier een on misbaar iets, en hoe eenvoudig ook, steeds een smaakvol, harmonisch geheel. Alle deze Japansche waaiers zijn mooi, hoe ge woon ook. Als merkwaardigheid noem ik er een, die, in stijl bewerkt, de kaart eener landstreek vertoont, ten dienste van ambtenaren van den wa terstaat. Een paar geaquarelleerde ovale schermpjes zijn heerlijk teer decoratief, evenals een van geheel vergulde zijde, waarop een Oost-Indische inktteekemug een zeer rijk, glanzend eifekt maakt. L'iterst gedistingeerd zijn ook die voor alledaagsch huiselijk gebruik. Eenige anderen, uitgezaagd ivoren, met goud- en rood lak versierd, zijn vol maakt van decor, en ongemeen deftig-eenvoudig. China levert minder verfijnde waaiers en scher men op, meer barbaarsclie, waarvan de kleuren en stoffen ruwer of primitiver zijn. Het zijn daar uitgeknipte veeren, nagemaakte bloemen van zijde, soms ruw gekleurd, die minder stijl hebben dan de Japansche, de natunr dichter-bij komen, en eenigzius doen deuken aan wilde-volken-kunst. Moderne waaiers zijn er hier bijna niet. Van onze schilders slechts een paar, door Blommers> en de Josselin de Jong. Met veel begrip en smaak zijn deze luchtig ontworpen en uitgevoerd. Onder deze modernen is de afwezigheid zeer te betreuren van Colenbrauder's waaiers. Wij herin neren ons eenige jaren geleden er van hem gezien te hebben, die, als bijna alles wat deze geniale geest voortbrengt, aller-merkwaardigst waren van harmonische en diep.doordachte opvatting. Ondanks deze kleine leemte is deze tentoonstelling als en semble inderdaad bizonder geslaagd en belangrijk. Pu. Z. De koningin heeft door tusschenkomst van den burgemeester van Amsterdam aan de bestuurders van »Arti et Arnicitiae" doen toekomen eene gift van / ^50.?ten behoeve van het, aan de maat schappij verbonden Fonds voor weduwen en weezen van haar kunstenaars-leden. Bestuurderen der Vereeniging tot Bevordering van Beeldende Kunsten hebben het genoegen te kunnen mededeelen dat zij door de welwillende toestemming van II.II. Directeuren van Teyli'r'a Xtichting te llnurlein, in staat zijn gesteld om als premie voor 1H!)(! aan de leden der Vereeniging te kunnen uitreiken een plaatwerk over de zoo wijd vermaarde collectie kunstwerken uit het Schilderijen-Cabinet van genoemde stichting. Dit plaatwerk zal bevatten een twaalftal photogravnres naar kunstwerken, van oude zoowel als Moderne Meesters, uit deze verzameling met eene toepasselijke text over de stichting en het cahinet waarvoor de heer H. J. Scholten, Conservator, is bereid gevonden de noodige gegevens te ver strekken. De firma Preijer houdt Zaterdag, Zondag en Maandag in het gebouw »de Brakke Grond" een expositie van de collectiën C. Vlierboom te Parijs, Mevrouw de Wed. Loopuijt?Tückerman te Hil versum en anderen, waarvan de veiling plaats heeft op Dinsdag 5 Mei a. s., des voormiddags ten l ()..'!() ure precies en niet zooals is gemeld, ten 11 ure. In deze collectiën bevinden zich kunst werken van onze eerste Hollandsche meesters, o. a. een tiental van Anton Mauve. In de vitrine van de kunstzaal »Pictura", l il Wolvenstraat. firma A. Preijer, is geëxposeerd een schilderij van Jan van Epen, »llazen". imiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiHiiiiiiiimiiiimiiiiiiitiiiiiiiiimmiiiiiiiiitimmmiii veranderen als ik hem maar genoeg zag. Nu, ik geloof juist het tegendeel .. . Aubières is geestig... hij is degelijk, welopgevoed . . . hij kan bij nadere kennis making niet anders dan meevallen... hij bezit een aardig fortuinije, al is hij niet rijk ... hij draagt een historischen naam . . . Sakkerloot, ja! dat hij historisch is, weet ik! ... dat heb ik tot vervelens toe moeten hooren . . . daar is waarachtig genoeg mee gegeurd, met dien naam . .. maar ik heb ook een historischen naam. Maar, zie je, een mensch is zoo dol niet op wat hij heeft . . . dingen die hij niet heeft, daar haakt hij gewoonlijk naar!. . . Wat is dat dan, waarjij naar haakt?... Zij peinsde even en zei toen beslist: Naar liefde ... of als dat te veel ge vergd is, naar geld, veel geld!... er zou geen enkele arme meer in Pont-sur-Sarthe wezen . . . dat beloof' ik je ... en dan, zou ik schilderijen koopen... en mooie paar den ... en ik zou iederen avond concert geven... O! 't zou geen duffe boel bij me wezen, dat zou je eens zien ! . . . Duffe boel... alweer zoo iets fijns!. . . als je moeder je toch eens hoorde! ... Nu ja... maar ze hoort 't immers niet... Een bediende verscheen in de deur van het salon. Mevrouw de markiezin wenscht mijn heer de markies en mijnheer de graaf vóór het diner nog even te spreken... en ver zoekt de freule zich te willen gaan kleeden . . Mij kleeden ? riep Coryse verwon derd is er dan bezoek ? En zich daarna lachend naar haar schoonvader en haar oom keerend: Dat kan niemand anders dan mijnmniiiiiiiiniiiniiiHiniHiiiiiiiiiiiiiiiMniiHiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii Ijunclgenooten! Een ieder heeft voorzeker met geestdrift het mannelijk en waardig nationaal protest gelezen van Dr. E. J. P. Jorissen, Rechter in de ZuidAfrikaansche Republiek. Het protest is niet alleen gericht aan den Engelschen minister Chamberlain, maar ook aan het misleide Engelsche volk. Welnu, eert uwe stamgenooten in de Z.-A.-R. in den persoon van Dr. Jorissen te Pretoria, door hem oniiiiddi'Uijk uw naamkaartje als bewijs van instemming per post toe te zenden. 7v» burger van yeHcrlnnd. Amst, 29 April 18%. Met beleefd verzoek aan alle bladen dit inge zonden stuk over te nemen. m'iiiimimimiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiimmiiHiiimiiim» 40 cents per regel. miiiniitimiiiiiiiiiMiiiiiiiiiini ....... i ....... minimi ..... mi Hoofrl-Depót VAN Dr. JAEGER'S ORIG. K.F. DEUSCIILE-BENGER, ,-,.Vv Amsterdam, Kalverstraat 157. c\tf>^t^^ gi Eenig specialiteit in deze " artikelen in geheel Nederland. Magazijn KEI/ERSHOF", Nieuwendijk 196. Zijdensto f f en. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. R AHR te Utrecht. Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. heer d'Aubières zijn!... en zij wil je wij zen, hoe je hem op zijn voordeeligst kunt laten uitkomen . . . Gauw!.. . haast je, rep je!... ik zal mijn oude rose japon aantrek ken . . . die is wel ouder en leelijker, dan die ik nu draag... maar 't is een gala japon ... Nogmaals wierp zij een blik op den heer de Bray, die, gevolgd door zijn broeder, de deur uitging, en stamelde, de oogen ver duisterd door tranen, die opnieuw dreigden te gaan vloeien: Jammer!... ik tref het toch wél on gelukkig, dat de twee eenigen die van mij houden nu juist niets, niemendal van mij zijn . . . En toen baar stiefvader zich omkeerde om haar te antwoorden, voegde zij er schie lijk bij: De twee eenigen, dat, 's niet mooi van me, dat ik dat gezegd heb !. . . ik vergat oom Albert en tante Mathilda, die altijd even lief voor me zijn geweest, allebei! .. . en die dan toch echt wat van me zijn! . . . Plotseling een inval krijgend dook zij schielijk onder den arm van den heer de Bray door, die nog steeds den deurknop vasthield en riep hem lachend in 't voor bijgaan toe: Dat 's waar ook! . .. ik zou vandaag bij hen dineeren! ... En op geheel anderen, deftig gezwollen toon vervolgde zij: Wees zoo goed, mijn moederrr hiervan te verwittigen, indien zij 't vergeten heeft . . Met die woorden holde zij de trap af. (Wordt vervolgd)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl