De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 3 mei pagina 7

3 mei 1896 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 984 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. (De Fabriek van de straat gezien. een zolderluik in de kneedmachine gestort, komt het mengsel in ronde ijzeren bakken, waarin een vin, een schoepvormig ijzer draait dat het deeg van den eenen naar den anderen kant werkt, het tegen de wanden kneedt, kortom het de innigst mogelijke vermenging (De Beschuitbakkerij.) geeft. De bakken zijn zoo gesteld, dat men ze maar behoeft om te keeren, om het deeg in een wagen te doen vallen, waarin het verder moet rijzen. Is het voldoende gegist, dan komt het op de werkbank, waar vaste stukken worden afgewogen, juist 50 beschui- '| ten groot; deze brokken worden op een plaat gelegd, en een kunstig ijveren mes snijdt ze in 50 gelijke deelen. Deze komen onder den rolstok, plat. gemaakt gaan zij onder ijzeren doppen, niet ongelijk aan de deksels van de beschuitbussen, een aantal doppen gaan op een plaat, een aantal platen opeen wagentje, hét wagentje in de rijskast, totdat het deeg voldoende gerezen is. Van hier verhuizen zij naar den oven, waaruit zij als bolders te voor schijn komen. Een bolder is zacht als brood, en geeft, over de hoogte in tweeën gesneden, twee aanstaande beschuiten. Dat snijden geschiedt door een kleine machine, die den bolder grijpt, hem doorsnijdt en uitwerpt in een oogwenk. Daarna gaat het baksel opnieuw, nu voor de laatste maal in den oven. Een lang steenen gevaarte is deze oven. Bij zijn ingang ziet gij kettingen loopen. Het zijn kettingen zonder einde. Zij voeren de plaat met de halve bolders in de doppen in onge veer O minuten door het gevaarte henen, en brengen het aan de andere zijde, kant en klaar er weder uit. Wat deze oven verrichten kan, blijkt uit een paar cijfers. Thans bakt hij per dag 80.000 beschuiten; werkte men dag en nacht door, dan kon hij er 200.000 leve ren. Hij doet minstens even veel als de negen gewone ovens:, die in een andere afdeeling voor de broodbakkerij worden gebruikt. De snelheid waarmede de kettingen gaan, kan door een machine worden geregeld, in ver band met de temperatuur die de oven heeft. Van de platen gaat de beschuit, na te zijn afgekoeld en gesorteerd, naar de «expeditie." Hier staan, onder toezicht van een volwassen man, een aantal jongens met hun vlugge han den gereed. Een paar tellen uit den voorraad telkens vijf-en-twintig af, en leggen ze in een gleuf; anderen nemen ze van daar weg en rollen ze in de bekende perkament papieren. Twee anderen zetten deze rol in een bus, leggen een reclame-kaartje daarin, en sluiten de bus; nog anderen rollen de bus in haar papieren omhulsel, daarna worden de kisten gepakt, en is het fabriekaat gereed om te worden afgeleverd. Snelheid en eenvoud zijn het, die tot in alle onderdeelen hier zijn doorgevoerd, en waardoor in korten tijd een groot resultaat wordt verkregen. Op honderd voorbeelden zouden wij kunnen wijzen. Laat er ons slechts een paar noemen. De bussen, wij hebben het reeds medegedeeld, worden door de firma teruggenomen. Maar het is er verre vandaan, dat zij, zoo als zij terugkomen, ook weder kunnen worden verzonden. Zij worden om gespoeld, uitgeschuurd met warm zaagsel, platen met bolders of deeg naar de rijskast brengen, en de rijskast zelf zijn mede een uitvinding der Verkade's. Het wagentje is een kast in geraamte met talrijke lage ver diepingen; de platen zijn deladen. Hierdoor wordt niet alleen een groote hoeveelheid tegelijk vervoerd, maar ook wordt de gelijkmatigheid van het rijzen van het deeg erdoor bevorderd. Want elk wagentje past in een rijskast, die van rechts en links door stoom wordt ver warmd, en alle beschuiten van n wagentje zijn dus aan dezelfde warmte gedurende den zelfden tijd blootgesteld. Haar naam »de Ruijter1', ontleent de fabriek aan een vroegeren meelmolen, die niet ver (Het Paklokaal.) daarna nog eens machinaal uitgeschuierd, en ten slotte opnieuw gepolijst, zoodat zij er als nieuw uilzien. Om nu deze bussen boven te krijgen, legt een jongen beneden ze eenvoudig op een naar boven loopenden ketting zonder einde, voorzien van kleine armen, zoodat hij. volgelegd zijnde, doet denken aan de rijen emmers op de baggermolens. Op de tweede verdieping laat de ketting de bussen los en staat een andere jongen om de vuile op te van gen, of de schoone in te leggen, die weder beneden worden losgelaten. De doppen, waarin de bolders den oven ingaan, moeten telkens in bakken worden geborgen, om daarna opnieuw te worden gebruikt. In het begin werden daarvoor houten kisten gebezigd, maar de hanteering er van was lastig en langzaam, en menige dop liet bij het omver smijten van de kist het leven. Xu gaan de doppen in ijzeren bakken, die aan schuivende kettingen hangen, en evenals de kneedbakken. kantelen zij om een as. /ij worden nu snel en gemakkelijk opgeborgen en te voorschijn gehaald, en heb ben een lang leven. "De wagentjes, die de stond van den plaats der gebouwen van de firma Verkade. De Ruijter niet deze ruiter, die aan een teekening van Meissonier is ontleend droeg tot opschrift: (Het Fabrieksmerk.) De Kuijter gaat in 't veld om roof en buit te halen, Maar ik ben bier gesteld om tarw'en rog te malen. Gelijk de Ruijter waagt voor 't vaderland zijn lijf, Zoo ben ik hier gesteld, den burger ten gcrijf. Hiermede hopen wij den lezer een kort begrip te hebben gegeven van een onderne ming, die opnieuw bewijst, dat de werkkracht , en de vindingrijkheid uit onzen landaard nog geenszins zijn verdwenen. Wilden wij volle dig zijn, wij moesten nog over de brood- en koekbakkerij spreken, over de reclatne-mid' delen der firma de kleine kaartjes in de ! bussen alleen kosten haar jaarlijks een klein ! burgermans-inkomen - enz. Wij moeten j echter hiermede volstaan, alleen nog mede! deelende, dat den !2den Mei, dus juist heden, | de fabriek haar tienjarig bestaan viert. (De Broodbakkerij.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl