Historisch Archief 1877-1940
No. 986
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
?wend. Maar wat de hoofdzaak is: gisteren
hebben we een ingezonden stuk in de krant
gehad van den secretaris van de Kamer
van Koophandel den heer De Monchy. En
dat was zoo gevoelig geschreven, dat mijn
oogen er werkelijk van overliepen. De
roerendste passages wil ik even citeeren.
Hij vraagt eerst vergunning voor »een paar
opmerkingen naar aanleiding van de diep
betreurenswaardige «werkstaking" die sedert
eenige dagen een schaduw spreidt over onze
goede stad Rotterdam, die ons allen zoo
dierbaar is."
Misschien zult u vragen, waarom hij «werk
staking" schrijft tusschen aanhalingsteekens.
Dat kan ik u wel zeggen, geloof ik. Het
zal zijn omdat het idee «werkstaking'' zoo
iets vreemds en raars, iets onbehoorlijks bijna,
voor hem heeft. Het is nagenoeg om dezelfde
reden, als waarin de knecht in Dokter Klaus
zou spreken van »een zoogenaamde
werks t a k i n g."
Verder vraagt hij: «Men staakt het werk,
waarom ? Omdat de leiders der werkstaking
niet weten waar zij zich te vervoegen hebben.
De Cargadoors-Vereeniging, die over de ta
rieven kan oordeelen, beslaat niet meer, om
dat er verdeeldheid heerschte."
_Het waarom en omdat is hier, geloof ik,
niet volkomen juist. Men staakt, meen ik,
omdat men evenveel wil blijven verdienen.
En als de leiders der werkstaking dan niet
weten kunnen waar zich te vervoegen, de
de cargadoors kunnen het toch immers wél
weten! Bij die leiders, heeren, moet ge zijn,
al zijt ge nog zoo verdeeld l
Een betere vraag van heinis: Zou er geen
middel zijn om een einde te maken aan den
treurigen toestand dezer dagen ? Kunnen wij
Rotterdammers, de handen niet inénslaan
en zorgen dat de boel weder op zijn beenen
komt?
Ha, dacht ik, nu zul je 't krijgen. De Ka
mer van koophandel zal zich met de zaak
bemoeien. Indien iets, dan is dit hare taak.
Maar neen, hoor. Haar secretaris bepaalt zich
tot raadgeven in een ingezonden stuk. Zijn
raad is:
«Als de leiders der werkstaking nog eens
maar onzen burgemeester wilden gaan en hem
«vragen of hij nog eens zijne bemiddeling
«wilde verleenen en uit werkgevers en werk
lieden eene commissie wilde oproepen om
»de zaken te bespreken en tot een goed einde
»te brengen ?"
Ge ziet alweer, de werklieden moeten de
minsten zijn. Zij, die goed georganiseerd zijn,
moeten vragen, niet de verdeelde carga
doors, onder wie de schuldigen zijn. Alleen
de werklieden schijnen de Rotterdammers te
zijn, die moeten zorgen dat »de boel weer op
zijn beenen komt."
Bij het begin over «de goede dierbare stad"
had ik al een schok gekregen, maar het werd
me te machtig, toen ik las:
»Wïj hèben er van ouds op geroemd, dat
ons Rotterdamsch volk een bezadigd en goed
volk is. Natuurlijk loopt er ook kaf onder
het koren, maar dat is in alle standen het
geval en zal wel zoo blijven.
»Laat men later toch niet van ons kunnen
zeggen: «Wat waren de lui van 1800 dom ;
zij konden het allen goed hebben, maar er
heerschte oneenigheid."
«Dat mag van ons Rotterdammers niet
gezegd worden."
Ziet ge, Redactie, deze tirades verzoenden
me weer geheel met het water-en-melkachtige
zijner adviezen. Want ook ik ben, als alle
Rotterdammers overtuigd, dat iedere stads
bevolking aan ons een punt kan zuigen. Ja
wel, er loopt kaf onder het koren, zeker, loopt
er dat, en in alle standen, jawel, en dat zal
wel zoo blijven ook, bepaald. Het is hier op
aarde niet volmaakt, lang niet. Maar laten
we nu in vredesnaam aan die werkstaking
een einde maken of' liever laten de werk
lui er een eind aan maken want anders
krijg je, dat ze later van ons, van ons
Rotter
lllIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllmillllllllllllHlIIIIIIMIIIIIIIIIII
?^?MitiiiiiiiiiiiiiiimiittiniiiiimuiiiiiiiiiiititiiiiiiiiiiiiHiiiMiiiiiiiiiiinnt»
CHIFFON's HUWELIJK.
4) Naar 't Fmnsch, van Gvr.
Mare de Bray, die bij zijn broeder inwoonde,
zat in een grooten leunstoel, ver van de lamp
te rooken. Zacht riep hij de kleine bij haar
naam. Zij keerde zich om, ontstemd in dat
oogenblik van zwakheid te zijn verrast.
Ah ! zei ze onvriendelijk ben jij
daar?...
Eenigszins spottend antwoordde Mare:
Hum, ja, om u te dienen, jonge juffrouw
Corysande! ... ik ben hier!... Hinder ik
u soms? .. .
Chiffon loog nooit. Zij kwam naar hem
toe en verklaarde norsch :
Ja! ... je hebt gezien dat ik bang
was ... en dat vind ik lam!
Vriendelijk hoofdschuddend zag hij het
kind aan en begon te lachen :
Wel, wel, Chiffon, jij bent me er een t je!...
als je bang was voor een spook ... of voor
een kanonschot... zou ik je zeggen, dat het
heel leelijk staat voor een afstammeling der
Avesnes ... maar voor je moeder ?... Och!...
-arm kind!... ik ben wel bang voor haar,
ik, een oude, baardige kerel!... dus begrijp
eens hoe goed ik 't me van jou kan voor
stellen !...
Ah! mompelde Coryse, veel toe
dammers zullen zeggen, van ons allemaal, ook
van de stuwadoors en cargadoors, en van de
Kamer van Koophandel, en van den burge
meester, dat we dom geweest zijn. Dat zal
toch geen werkman op zijn geweten willen
hebben.
Met alle achting, Uw dienaar,
J. J. K. L. BOL,
ambt. a./h. Stadhuis.
uiiliuiiiliiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiitiiititiiuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiii
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad. 10 Mei. Bewijsmiddelen
bij het Kiesrecht.'1
12 Mei. De Bantamlijn."
13 Mei. De Atjeh interpellatie."
14 Mei. Viije hand aan den Gouverneur Generaal"
(ingez,) (Atjeh-oorlog).
De Standaard. 11 en 13 Mei. Politieke demo
ralisatie."
Het Centrum. 9 Mei. De Liberale partij en
het ontwerp van Houten.*'
11 Mei. Een jubileum" (van de Centrumpartij in
den Duitscben Rijksdag).
12 Mei. Grondwettig bezwaar'' (wanbetalers en de
kieswet.)
De Telegraaf. 9 Mei, Een en ander over de
gymnastiek in verband met de wettelijke bepalingen
(ook vak j.)". Ingezonden door dr. L. D. Labbertó te
Maastricht.
De Tijd. 5 Mei. Een zonderlinge instelling" (de
Balye van Utrecht) II. 6 Mei. III.
7 Mei. ..Een kerkelijke'' partij?'' I. 8 Mei. II.
9 Mei. Het land van St. Stefanus" I. 11 Mei. II.
A m s t. C t. 5 Mei. Loon en
Arbeidsduur-bopalingen in gemeentebestekken".
6 Mei. De schatkist en sociale hervormingen".
7 Mei. Een nieuw kenteeken ?"
3 Mei. Een iruttelooze crinis '!"
11 Mei. Sociaal-liberaal, radicaal of liberaal?"
Het Nieuws van den Dag. 3 Mei. De
Hollanders op Nova-Zeml la."
6 M' i. De kieswet in behandeling."
l Mei. Naar het Gymnasium?" door S.
8 Mei. Op welken leeftijd naar het gymnasium?"
Naschrift op het artikel van den heer S., door Dr.
J. H. Gunning Wzrr., rector gym. te zwolle."
11 Mei. In de Rechtzaal." '
Het Volks dag h la d. 11 Mei. Het
pensioenreglemei t dpr A. O. M."
15 Mei. De Kieswetdebatten.
N. Hot te r d. C r t. 8 Mei. Grondwettig?" (Art.
161 kieswetontwerp).
9 Mei. De voorgestelde spoorweg van Bantam".
10 Mei. Nogmaals de overgangsbepaling".
12 Mei. Het. voorloopig verslag over het ontwerp
eener Wet op de Kamers van Arbeid1'.
De Maasbode. G Mei. Dat arme volk," door
Ferd. Sarton, pr.
7 Mei. Politieke gedachten", door P. M. Bots pr.
8 Mei. De economie van onzen tijd."
9 Mei. Waarom niet?"
10 Mei. Katholieke politiek." I.
De (anlir.) Nederlander. 11 Mei. Geen recht
op arbeid. ' (slot).
13 Mf i. Atjeh Brieven" I.
De A v o n d p o s t. 10 en 11 Mei. Emigratie naar
Suriname1'. Naar' aanleiding van het schrijven van den
heer A Slotemaker, door II. I'ijttersen Tzn.
Haags c h Dagblad. 5 Mei. Een bouw- en
woningwet''.
6 Mei. Toevlucht voor behoeftigen". Een nood
kreet door v. Wassenaar v. Hosande.
8 Mei. Teekenen die spreien" (ht'tkabinet-Méliue).
Een belanyrrik vlugschrift" (van Sylvester).
10,11 Mi i. ,.Ieder zijn recht'1, door llochussen.
Het Vaderland. 7 Jloi. De verhouding tus
schen Oo^ ter rijk en Hongarije", door mr. J. B. B.
8 Mei. Gedachten van een niet deskurdige" i Atjch).
10 en 11 Mei. Nogmaals eun gemeentelijke an
nexatie."
U t r. Dagblad. 6 Mei Onverbeterlijk" (het
Dagblad van 's Gravenhage).
7 Mei. Ongerechtvaardigde winst''.
8 Mei. Och kom", i Het Centrum en kiesrecht:.
10 Mei De positie" ('kiesrecht).
L i m b. K o e r- i e r. 13 Mei. E n wensch in zake
Gemeen te-Kieswe t".
M i d d e l b. C r t, 11 Mei. De grond en do ge
meenschap." (mr. Treub over den staat en eigendoms
recht.»
14 Mei. Kieswet-debat.''
P r o v. Gr o n C r t. 11 Mei. Onverstandige
halstarright-id" II. (van den minister inzake kiesrecht.)
Nieuwe W i n s c h. C r t, 10 Mei. Praclische
agitatie ?" ITypograt'enbond.)
N. Lee u w. C r t. 9 Mei. Voorloopige aanhouding",
13 Mei. De macht en het onrecht van ons
rentestelsel."
HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiMiiiiimiiiuiiHimiimiiniiJiiiililiiiiiiiiiiHiiHM
schietelijker, jij ook?... 't is niet aan je
te merken . ..
Ik laat 't niet merken, als zij er is.. .
neen, daar zou ze te veel in groeien . . .
maar later haal ik mijn schade in, ril ik
schoon uit! dat is waar!... van morgen nog
aan 't ontbijt, toen ze dien armen Joseph
uitveterde... 'k hield me in... 'k wou niets
zeggen... maar 'k stikte haast in de
pruirncnpit, die in mijn keel schoot... 'k was be
nauwd hoor!... en 'k ben weggeloopen,
zooals je gezien hebt, om in de vestibule op
mijn gemak uit te kuchen ...
IMI ernstig wordend voegde hij er bij :
Zie je, Chiffon, je moest eigenlijk mijn
broer je nood eens klagen .. .
O!... zei Coryse bedremmeld.
Heusch ... je moest hem ronduit je
leed en kwelling bekennen.
Och, antwoordde zij onverschillig,
wat zou hij er aan kunnen doen ? .. .
Verduiveld!... hij is toch de baas,
a's 't er op aankomt! .. .
Chitfbns oogen werden bovenmatig groot:
Hij ? . . . onmogelijk ! .. .
Mare de Bray schaterde het uit.
Ja. 't lijkt er niet veel op, dat weet ik
wel!... je stiefvader heeft, een hekel aan
herrie en standjes .. . als 't iets is, dat hem
aangaat geeft hij liever maar toe .. .
- Nu "dan ?. . .
Wel. .. als 't jou raakt, is 't. wat
anders... uit herinnering aan je papa,
die zijn vriend was, en om je zelf ook . ..
want hij houdt veel van je ...
Ziende dat zij een ongeloovige beweging
maakte, herhaalde hij met klem :
Veel, ja, heel veel... en ik ook kleine
N. A r n h. C r t. 9 Mei. Baldadigheid en straat
schenderij".
12 Mei. Sociaal overzicht."
N. Ho 11. W b ld. 9 Mei. Reizen."
De Nederlander (Weekblad), 9 Mei De
instellingen van de Maatschappij De Veluwe
teNnnspeet."
Sociaal Weekblad, 9 Mei. De eerste Mei in
Hyde Park.
De Volksstem, 9 Mei. Wat meer of minder."
(kieswet) Twee grieven" (aan het Centrum.).
.De Ie Mei". Ergerlijk, ja meer dan dat."
(Zondagsrust) door F.Mol.?Landbouw" door Zeil
maker. Gedeputeerde Staten van Friesland en de
klassen onder-wijzer." Vrouwen in de schoolcom
missie". Het pensioenregleoient der A. O. M." door
C. V. Gerritsen.
De Sociaal-democraat. 9 Mei. De meeting
in Plancius". Het Ei van De Koo" (Samenwer
king in de arbeidersbeweging).
F r i e H c h o V o l k s b l a d. 10 Mei. Oprichting
van een Boerenbond."
K e c h t voor allen 9 en 10 Mei. Preventief
in de gevangenis en nog wat."
N e e r l a u d's V o l k s h l a d. 9 Mei. Evangelisatie
en Kerk."
V r ijl and, 9 Mei. De wetten dor sociale ont
wikkeling", door prof. dr. Th. Hertzka. I. Het Libe
ralisme.
Weekblad v. d. Burg. A d m., Art. 46 der
militiewet."
De Nijverheid. 18 Mei. Een nieuwe
broodvrucht in aantocht wellicht."
Insulinde, 12 Mei. Een doode muscb."
Waterstaatingtnieurs in Indië."
Ordelijke Hervorming, 9 Mei. 10 Mei
1596-189H" (Nova-Zembla).
Het Sc Ir ooiblad. 12 Mei. De taalopgaven
van de jongste examens''.
Het Nieuwe Schoolblad 8 Mei. Een en
ander over het taalonderwijs op de Voiksschool.
iiiiiinnmiitiiitiiniiiiitinitniiiiiiMinmitinnit
iiiitititiitmii»
u ziek.
in fle HooiMai
Dezer dagen werd mij als curiositeit eene ad- l
vertentie getoond waarin iemand een mooie viool !
benevens een haan en zes kippen te koop aai,bood.
Deze combinatie klinkt natuurlijk heel dwaas
al kunnen ook kippen in haar soort even verdien
stelijk zijn als eene viool.
Ik heb er al meer op gewezen dat de kroniek
schrijver in dit blad in ern artikel soms con
certen van zoo uiteenloopund karakter moet
bc: schrijven dat bet wel eens moeielijk wordt de
juiste verhouding van waardeering te bewaren,
want een concert dat op zichzelf zeer goed is, kan
in een hoek gedrongen worden door eene kunst
uiting van zeer groote beteekenis, of ook te veel
verheven worden omdat er andere uitvoeringen
tegenoverstaan van zeer middelmatig gehalte, j
In het laatste geval zal de lezer den indruk
kannen krijgen dat het geheel hooger stond
i dan wanneer hij de meer kalme \vaardeering
leest in verhouding tot iets zeer buitengewoons.
Om die bezwaren te ontgaan, wil ik mij
f thans uitslui end bezighouden met liet belang- i
l rijkste dat ons geboden werd, n.l. de uitvoering
van Ti'ixtitn iuid Ixoldc door de
AVagner-ver| eeniging onder leiding van Mr. (I. Viotta.
Deze uitvoering geeft bovendien aanleding tot
tal van opmerkingen in het belang van de dra
matische kunst; dus wensch ik de geheele be
schikbare ruimte voor dit onderwerp in beslag
te nemen. j
j Voorzeker zou ik kort kunnen zijn, wanneer i
ik de solisten op het rijtje af besprak en dan
i hulde bracht aan het orkest, doch bij een der
gelijk werk, waaraan vooral veel zorg is besteed
om een artistiek geheel te verkrijgen, geeft zulk
! een verslag een onjnisten blik op de uitvoering
want zij staat of' valt niet mot de meerdere of i
mindere gedisponeerdheid van een of twee
hoofdpersonen.
Bij de eerste opvoering van Trixlmi mid Joolde
die ik bijwoonde, heb ik met vreugde ontwaard ,
hoeveel er ten onzent ook op dramatisch gebied
kan gedaan worden en tevens hoe nuttig de lessen
zijn die op zulke avonden gegeven worden.
Stemt het niet tot bewondering dat met ons
orkest een resultaat kan verkregen worden, zoo
heerlijk schoon als thans het geval was ?
Meu gevoelde hier dat allen diep doordrongen
waren van den ernst om een dramatisch kunst
werk op waardige wijze te vertolken, doch men
gevoelde ook dat allen gaarne den voorin ffelijken
leidsman volgden, die met zoo groote toewijding
sedert eenige jaren bezig is door uitstekende
uitvoeringen te toonen, welke eischen men ook ten
onzent langzamerhand mag stellen aan dramati
sche uitvoeringen.
Men versta mij wel. Ik laat hier de beroemde
solisten buiten het geding, want al is hun spel
vooral een onontbeerlijke les voor allen die
zich ten onzent aan de Opera wijden, vergelijking
zou in vocaal opzicht vaak onbillijk zijn en
zooiets is nu eenmaal voor een vast gezelschap
ten onzent onbereikbaar.
Doch waarnaar wel gestreefd kan worden van
hetgeen zij gaven is, het zoo doordachte spel,
het weergeven op het gelaat van de stemmingen
die het orkest schildert en het innig verband van
de gebaren met de rhytmische figuren van het
orkest. Zie! dat zijn allemaal dingen waarop een
muzikaal leider en regisseur de aandacht van de
vertolkers moe»t vestigen wanneer zij dat zelf
niet gevoelen.
Wanneer wij ons herinneren hoe schoon mevr.
Sucher alle gebaren in harmonie bracht met de
schilderingen van het orkest, hoe de decors de
stemming verhoogden, hoe schoon er met het licht
werd gewerkt, waardoor niet, zooals anders steeds
het geval is, de toeschouwer op de
vreeindsoortigste lichtspelingen wordt onthaald, gevoelt ieder
dat zooiets voor hem die deze dingen wil op
merken, ten hoogste leerzaam is.
Men meene niet dat het bijzaken zijn en dat
de muziek uitsluitend de hoofdzaak is. Wanneer
niet alles harmonieert dan kan er van een indruk
geen sprake zijn.
Evenmin kunnen zij een indruk van het geheel
verkrijgen die op een plaats zittten, waar zij wel
kunnen hooren doch niets zien, hetgeen mij ook
bleek uit verschillende opinies van menschen die
goed of niet goed geplaatst waren.
Doch staan wij thans een oogenblik stil hij de
uitvoering. Zooals ik zeide was het
allergewichtigste muzikale deel: het orkest, geheel op de
hoogte van de eischen.
De zoo van moeielijkheden overvloeiende
partitie werd met een meesterschap vertolkt dat zelf
voor ons Concertgebouw-orkest bijzonder mag
genoemd worden. Zeer heeft mij getroffen de
schoone rliijthmiek en natuurlijke fraseering. Bij
zonder gevaarlijk zijn wat maat betreft de syn
copen-bewegingen der houten blaasinstrumenten
('waalf-achtste maat) in de derde acte, wanneer
Tristan bewusteloos op zijn leger is neergezonken
na zijn vervloeking van den drank.
Maar niet alleen de overwonnen moeielijkheden
doch vooral de schoone kleur, de prachtige
verdeeling van licht en schaduw, de juiste klank
verhouding tegenover de stemmen, dnt alles kan
niet genoeg geprezen worden en aan de voor
bereiding van dit zoo gewichtige deel door Mr.
Viotta zij in de eerste plaats hulde gebracht.
Doch dit alleen zou niet voldoende geweest zijn
een schoon geheel te waarborgen wanneer er
niet dat hoogere, dat ick en weet niet wat" uit
had gesproken en wanneer niet tevens de voor
naamste solisten op de hoogte van hunne partijen
hadden gestaan.
Vooral voor Rosa Sucher heb ik de grootste
bewondering. Schooner uitbeelding van hulde
in actie en zang kan ik mij niet denken. Hare ver
tolking was een genot voor het oor en voor het
oog, dat mij niet spoedig uit het geheugen zal gaan.
Alvary, vroeger zoo voortreffelijk als Smjlrit'il
heeft voorzeker wat .itrm betreft op den eersten
avond niet altijd den gewenscliten indruk gemaakt.
Zijn orgaan had iets weerbarstigs dat mij aan minder
gedisponeerd zijn deed denken. (Ik vernam wer
kelijk dat hij bij de He voorstelling beter gedis
poneerd was) doch zijne vertolking was zoo ar
tistiek, zijn spel was zoo schoon en vol expressie
immuun lm l
Chifion, al zet je nu nog zulke groote oogen
op, ik mag je ook graag, hoor!... En dat
we je nooit nog onze genegenheid hebben
verraden, komt alleen omdat het lang niet
gemakkelijk is een stekelvarkentje aan te
klampen, dat zich dadelijk tot een balletje
rolt, zoodra het maar heel in de verte iemand
bespeurt, die het niet verkiest te zien ...
Juist kwam zijn broeder de kamer binnen
en hij riep hem toe;
Hier, Pierre ... zeg aan C'hift'on dat
wij haar vrienden zijn... ik heb idee, dat
zo je nu wel zal gelooven .. .
Van dien dag af was een grenzonlooze
genegenheid in het zoo gesloten kinderhartje
ontloken en was haar leven kalmer geworden.
Wel, hoe kom jij van. avond zoo hier,
Chifl'onlief? - - vroeg oom Albert verrukt ;
'k dacht, dat jelui iemand ten eten hadt? ...
Zij knipte guitig met de oogen als een
ondeugende jongen.
Meneer d'Aubicres, hè?... vroeg
ze op den man af, en dadelijk daarop, zonder
iemand den tijd te geven om te antwoorden :
- Zou u hem, in mijn plaats, trouwen,
zeg. .. dien meneer d'Aubières? . . .
Maar... Chifl'ou!... stamelde tante
Mathilde bedeesd, met een blik op den knecht
die zich haastte nog een couvert te leggen.
Och!... wat hindert dat?... Meneer
d'Aubières heeft me omstreeks vier uur moeten
gevraagd hebben ... om vijf uur heb ik het
gehoord .. . van avond zal de halve stad het
weten en morgen bazuint mijn moeder het
rond in de andere helft... lleel
Pont-surSarthe!... dat zegt wat, hoor!... 't moet
wel tachtig duizend inwoners hebben! .. .
in limilllllltiiiHiii iiiiiiui imilliiu
Maar dat belet niet, dat een kletspraatje er
al heel gauw in rond is... wist u 't, dat
meneer d'Aubicres me wil trouwen ?. . .
Jawel, antwoordde oom de Launay
van je modder . . . die ''t ons kwam
ver! tellen en ons uitnoodigde van avond bij jelui
te komen . . ,
Ah .. . juist! ... hij moet aan de familie
worden voorgesteld... ze wil ine dwingen,
ja te zeggen! ...
Maar hij hoeft niet aan ons te worden
voorgesteld bracht tante in wij kennen
hem al sedert hij hier in garnizoen is...
en al lang geleden . ..
Een jaar geleden! . . . den eersten keer
dat oom Mare hem meebracht om te dineeren,
heeft hij aan tafel naast me gezeten ... ik
droeg toen nog korte rokken ... hij heeft
a! den tijd over niets anders dan jagen eu
visschen gesproken ... saai! ongelooflijk !
Ba!... wat heb ik me zitten verbijten...
Chitl'on! zei mevrouw de Launay
op verwijtenden toon alweer zoo'n raar
woord! .. .
Verwonderd keek zij op.
Een raar woord! welk dan?... O!
«verbijten," noemt u dat zoo raar ? bent
u daar zóó erg precies op, tante Mathilde!
Jij bent het niet genoeg, Chiffbn!...
je moeder heeft gelijk, als ze je manieren
en uitdrukkingen afkeurt. . . ja, zeker. ,. je
i hebt echte jongensmanieren en je praat als
de minst ontwikkelde straatkinderen .. .
Dat wil ik wel gelooven .. . dat zijn
ook de eenigen, waar ik met pleizier naar
luisterde toen ik klein was... ik kan het
niet helpen, dat ik nooit iets wist te zeggen
tegen mija nichtjes de Lussy ... of tegen