De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 17 mei pagina 3

17 mei 1896 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 986 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?wend. Maar wat de hoofdzaak is: gisteren hebben we een ingezonden stuk in de krant gehad van den secretaris van de Kamer van Koophandel den heer De Monchy. En dat was zoo gevoelig geschreven, dat mijn oogen er werkelijk van overliepen. De roerendste passages wil ik even citeeren. Hij vraagt eerst vergunning voor »een paar opmerkingen naar aanleiding van de diep betreurenswaardige «werkstaking" die sedert eenige dagen een schaduw spreidt over onze goede stad Rotterdam, die ons allen zoo dierbaar is." Misschien zult u vragen, waarom hij «werk staking" schrijft tusschen aanhalingsteekens. Dat kan ik u wel zeggen, geloof ik. Het zal zijn omdat het idee «werkstaking'' zoo iets vreemds en raars, iets onbehoorlijks bijna, voor hem heeft. Het is nagenoeg om dezelfde reden, als waarin de knecht in Dokter Klaus zou spreken van »een zoogenaamde werks t a k i n g." Verder vraagt hij: «Men staakt het werk, waarom ? Omdat de leiders der werkstaking niet weten waar zij zich te vervoegen hebben. De Cargadoors-Vereeniging, die over de ta rieven kan oordeelen, beslaat niet meer, om dat er verdeeldheid heerschte." _Het waarom en omdat is hier, geloof ik, niet volkomen juist. Men staakt, meen ik, omdat men evenveel wil blijven verdienen. En als de leiders der werkstaking dan niet weten kunnen waar zich te vervoegen, de de cargadoors kunnen het toch immers wél weten! Bij die leiders, heeren, moet ge zijn, al zijt ge nog zoo verdeeld l Een betere vraag van heinis: Zou er geen middel zijn om een einde te maken aan den treurigen toestand dezer dagen ? Kunnen wij Rotterdammers, de handen niet inénslaan en zorgen dat de boel weder op zijn beenen komt? Ha, dacht ik, nu zul je 't krijgen. De Ka mer van koophandel zal zich met de zaak bemoeien. Indien iets, dan is dit hare taak. Maar neen, hoor. Haar secretaris bepaalt zich tot raadgeven in een ingezonden stuk. Zijn raad is: «Als de leiders der werkstaking nog eens maar onzen burgemeester wilden gaan en hem «vragen of hij nog eens zijne bemiddeling «wilde verleenen en uit werkgevers en werk lieden eene commissie wilde oproepen om »de zaken te bespreken en tot een goed einde »te brengen ?" Ge ziet alweer, de werklieden moeten de minsten zijn. Zij, die goed georganiseerd zijn, moeten vragen, niet de verdeelde carga doors, onder wie de schuldigen zijn. Alleen de werklieden schijnen de Rotterdammers te zijn, die moeten zorgen dat »de boel weer op zijn beenen komt." Bij het begin over «de goede dierbare stad" had ik al een schok gekregen, maar het werd me te machtig, toen ik las: »Wïj hèben er van ouds op geroemd, dat ons Rotterdamsch volk een bezadigd en goed volk is. Natuurlijk loopt er ook kaf onder het koren, maar dat is in alle standen het geval en zal wel zoo blijven. »Laat men later toch niet van ons kunnen zeggen: «Wat waren de lui van 1800 dom ; zij konden het allen goed hebben, maar er heerschte oneenigheid." «Dat mag van ons Rotterdammers niet gezegd worden." Ziet ge, Redactie, deze tirades verzoenden me weer geheel met het water-en-melkachtige zijner adviezen. Want ook ik ben, als alle Rotterdammers overtuigd, dat iedere stads bevolking aan ons een punt kan zuigen. Ja wel, er loopt kaf onder het koren, zeker, loopt er dat, en in alle standen, jawel, en dat zal wel zoo blijven ook, bepaald. Het is hier op aarde niet volmaakt, lang niet. Maar laten we nu in vredesnaam aan die werkstaking een einde maken of' liever laten de werk lui er een eind aan maken want anders krijg je, dat ze later van ons, van ons Rotter lllIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllmillllllllllllHlIIIIIIMIIIIIIIIIII ?^?MitiiiiiiiiiiiiiiimiittiniiiiimuiiiiiiiiiiititiiiiiiiiiiiiHiiiMiiiiiiiiiiinnt» CHIFFON's HUWELIJK. 4) Naar 't Fmnsch, van Gvr. Mare de Bray, die bij zijn broeder inwoonde, zat in een grooten leunstoel, ver van de lamp te rooken. Zacht riep hij de kleine bij haar naam. Zij keerde zich om, ontstemd in dat oogenblik van zwakheid te zijn verrast. Ah ! zei ze onvriendelijk ben jij daar?... Eenigszins spottend antwoordde Mare: Hum, ja, om u te dienen, jonge juffrouw Corysande! ... ik ben hier!... Hinder ik u soms? .. . Chiffon loog nooit. Zij kwam naar hem toe en verklaarde norsch : Ja! ... je hebt gezien dat ik bang was ... en dat vind ik lam! Vriendelijk hoofdschuddend zag hij het kind aan en begon te lachen : Wel, wel, Chiffon, jij bent me er een t je!... als je bang was voor een spook ... of voor een kanonschot... zou ik je zeggen, dat het heel leelijk staat voor een afstammeling der Avesnes ... maar voor je moeder ?... Och!... -arm kind!... ik ben wel bang voor haar, ik, een oude, baardige kerel!... dus begrijp eens hoe goed ik 't me van jou kan voor stellen !... Ah! mompelde Coryse, veel toe dammers zullen zeggen, van ons allemaal, ook van de stuwadoors en cargadoors, en van de Kamer van Koophandel, en van den burge meester, dat we dom geweest zijn. Dat zal toch geen werkman op zijn geweten willen hebben. Met alle achting, Uw dienaar, J. J. K. L. BOL, ambt. a./h. Stadhuis. uiiliuiiiliiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiitiiititiiuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiii Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad. 10 Mei. Bewijsmiddelen bij het Kiesrecht.'1 12 Mei. De Bantamlijn." 13 Mei. De Atjeh interpellatie." 14 Mei. Viije hand aan den Gouverneur Generaal" (ingez,) (Atjeh-oorlog). De Standaard. 11 en 13 Mei. Politieke demo ralisatie." Het Centrum. 9 Mei. De Liberale partij en het ontwerp van Houten.*' 11 Mei. Een jubileum" (van de Centrumpartij in den Duitscben Rijksdag). 12 Mei. Grondwettig bezwaar'' (wanbetalers en de kieswet.) De Telegraaf. 9 Mei, Een en ander over de gymnastiek in verband met de wettelijke bepalingen (ook vak j.)". Ingezonden door dr. L. D. Labbertó te Maastricht. De Tijd. 5 Mei. Een zonderlinge instelling" (de Balye van Utrecht) II. 6 Mei. III. 7 Mei. ..Een kerkelijke'' partij?'' I. 8 Mei. II. 9 Mei. Het land van St. Stefanus" I. 11 Mei. II. A m s t. C t. 5 Mei. Loon en Arbeidsduur-bopalingen in gemeentebestekken". 6 Mei. De schatkist en sociale hervormingen". 7 Mei. Een nieuw kenteeken ?" 3 Mei. Een iruttelooze crinis '!" 11 Mei. Sociaal-liberaal, radicaal of liberaal?" Het Nieuws van den Dag. 3 Mei. De Hollanders op Nova-Zeml la." 6 M' i. De kieswet in behandeling." l Mei. Naar het Gymnasium?" door S. 8 Mei. Op welken leeftijd naar het gymnasium?" Naschrift op het artikel van den heer S., door Dr. J. H. Gunning Wzrr., rector gym. te zwolle." 11 Mei. In de Rechtzaal." ' Het Volks dag h la d. 11 Mei. Het pensioenreglemei t dpr A. O. M." 15 Mei. De Kieswetdebatten. N. Hot te r d. C r t. 8 Mei. Grondwettig?" (Art. 161 kieswetontwerp). 9 Mei. De voorgestelde spoorweg van Bantam". 10 Mei. Nogmaals de overgangsbepaling". 12 Mei. Het. voorloopig verslag over het ontwerp eener Wet op de Kamers van Arbeid1'. De Maasbode. G Mei. Dat arme volk," door Ferd. Sarton, pr. 7 Mei. Politieke gedachten", door P. M. Bots pr. 8 Mei. De economie van onzen tijd." 9 Mei. Waarom niet?" 10 Mei. Katholieke politiek." I. De (anlir.) Nederlander. 11 Mei. Geen recht op arbeid. ' (slot). 13 Mf i. Atjeh Brieven" I. De A v o n d p o s t. 10 en 11 Mei. Emigratie naar Suriname1'. Naar' aanleiding van het schrijven van den heer A Slotemaker, door II. I'ijttersen Tzn. Haags c h Dagblad. 5 Mei. Een bouw- en woningwet''. 6 Mei. Toevlucht voor behoeftigen". Een nood kreet door v. Wassenaar v. Hosande. 8 Mei. Teekenen die spreien" (ht'tkabinet-Méliue). Een belanyrrik vlugschrift" (van Sylvester). 10,11 Mi i. ,.Ieder zijn recht'1, door llochussen. Het Vaderland. 7 Jloi. De verhouding tus schen Oo^ ter rijk en Hongarije", door mr. J. B. B. 8 Mei. Gedachten van een niet deskurdige" i Atjch). 10 en 11 Mei. Nogmaals eun gemeentelijke an nexatie." U t r. Dagblad. 6 Mei Onverbeterlijk" (het Dagblad van 's Gravenhage). 7 Mei. Ongerechtvaardigde winst''. 8 Mei. Och kom", i Het Centrum en kiesrecht:. 10 Mei De positie" ('kiesrecht). L i m b. K o e r- i e r. 13 Mei. E n wensch in zake Gemeen te-Kieswe t". M i d d e l b. C r t, 11 Mei. De grond en do ge meenschap." (mr. Treub over den staat en eigendoms recht.» 14 Mei. Kieswet-debat.'' P r o v. Gr o n C r t. 11 Mei. Onverstandige halstarright-id" II. (van den minister inzake kiesrecht.) Nieuwe W i n s c h. C r t, 10 Mei. Praclische agitatie ?" ITypograt'enbond.) N. Lee u w. C r t. 9 Mei. Voorloopige aanhouding", 13 Mei. De macht en het onrecht van ons rentestelsel." HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiMiiiiimiiiuiiHimiimiiniiJiiiililiiiiiiiiiiHiiHM schietelijker, jij ook?... 't is niet aan je te merken . .. Ik laat 't niet merken, als zij er is.. . neen, daar zou ze te veel in groeien . . . maar later haal ik mijn schade in, ril ik schoon uit! dat is waar!... van morgen nog aan 't ontbijt, toen ze dien armen Joseph uitveterde... 'k hield me in... 'k wou niets zeggen... maar 'k stikte haast in de pruirncnpit, die in mijn keel schoot... 'k was be nauwd hoor!... en 'k ben weggeloopen, zooals je gezien hebt, om in de vestibule op mijn gemak uit te kuchen ... IMI ernstig wordend voegde hij er bij : Zie je, Chiffon, je moest eigenlijk mijn broer je nood eens klagen .. . O!... zei Coryse bedremmeld. Heusch ... je moest hem ronduit je leed en kwelling bekennen. Och, antwoordde zij onverschillig, wat zou hij er aan kunnen doen ? .. . Verduiveld!... hij is toch de baas, a's 't er op aankomt! .. . Chitfbns oogen werden bovenmatig groot: Hij ? . . . onmogelijk ! .. . Mare de Bray schaterde het uit. Ja. 't lijkt er niet veel op, dat weet ik wel!... je stiefvader heeft, een hekel aan herrie en standjes .. . als 't iets is, dat hem aangaat geeft hij liever maar toe .. . - Nu "dan ?. . . Wel. .. als 't jou raakt, is 't. wat anders... uit herinnering aan je papa, die zijn vriend was, en om je zelf ook . .. want hij houdt veel van je ... Ziende dat zij een ongeloovige beweging maakte, herhaalde hij met klem : Veel, ja, heel veel... en ik ook kleine N. A r n h. C r t. 9 Mei. Baldadigheid en straat schenderij". 12 Mei. Sociaal overzicht." N. Ho 11. W b ld. 9 Mei. Reizen." De Nederlander (Weekblad), 9 Mei De instellingen van de Maatschappij De Veluwe teNnnspeet." Sociaal Weekblad, 9 Mei. De eerste Mei in Hyde Park. De Volksstem, 9 Mei. Wat meer of minder." (kieswet) Twee grieven" (aan het Centrum.). .De Ie Mei". Ergerlijk, ja meer dan dat." (Zondagsrust) door F.Mol.?Landbouw" door Zeil maker. Gedeputeerde Staten van Friesland en de klassen onder-wijzer." Vrouwen in de schoolcom missie". Het pensioenregleoient der A. O. M." door C. V. Gerritsen. De Sociaal-democraat. 9 Mei. De meeting in Plancius". Het Ei van De Koo" (Samenwer king in de arbeidersbeweging). F r i e H c h o V o l k s b l a d. 10 Mei. Oprichting van een Boerenbond." K e c h t voor allen 9 en 10 Mei. Preventief in de gevangenis en nog wat." N e e r l a u d's V o l k s h l a d. 9 Mei. Evangelisatie en Kerk." V r ijl and, 9 Mei. De wetten dor sociale ont wikkeling", door prof. dr. Th. Hertzka. I. Het Libe ralisme. Weekblad v. d. Burg. A d m., Art. 46 der militiewet." De Nijverheid. 18 Mei. Een nieuwe broodvrucht in aantocht wellicht." Insulinde, 12 Mei. Een doode muscb." Waterstaatingtnieurs in Indië." Ordelijke Hervorming, 9 Mei. 10 Mei 1596-189H" (Nova-Zembla). Het Sc Ir ooiblad. 12 Mei. De taalopgaven van de jongste examens''. Het Nieuwe Schoolblad 8 Mei. Een en ander over het taalonderwijs op de Voiksschool. iiiiiinnmiitiiitiiniiiiitinitniiiiiiMinmitinnit iiiitititiitmii» u ziek. in fle HooiMai Dezer dagen werd mij als curiositeit eene ad- l vertentie getoond waarin iemand een mooie viool ! benevens een haan en zes kippen te koop aai,bood. Deze combinatie klinkt natuurlijk heel dwaas al kunnen ook kippen in haar soort even verdien stelijk zijn als eene viool. Ik heb er al meer op gewezen dat de kroniek schrijver in dit blad in ern artikel soms con certen van zoo uiteenloopund karakter moet bc: schrijven dat bet wel eens moeielijk wordt de juiste verhouding van waardeering te bewaren, want een concert dat op zichzelf zeer goed is, kan in een hoek gedrongen worden door eene kunst uiting van zeer groote beteekenis, of ook te veel verheven worden omdat er andere uitvoeringen tegenoverstaan van zeer middelmatig gehalte, j In het laatste geval zal de lezer den indruk kannen krijgen dat het geheel hooger stond i dan wanneer hij de meer kalme \vaardeering leest in verhouding tot iets zeer buitengewoons. Om die bezwaren te ontgaan, wil ik mij f thans uitslui end bezighouden met liet belang- i l rijkste dat ons geboden werd, n.l. de uitvoering van Ti'ixtitn iuid Ixoldc door de AVagner-ver| eeniging onder leiding van Mr. (I. Viotta. Deze uitvoering geeft bovendien aanleding tot tal van opmerkingen in het belang van de dra matische kunst; dus wensch ik de geheele be schikbare ruimte voor dit onderwerp in beslag te nemen. j j Voorzeker zou ik kort kunnen zijn, wanneer i ik de solisten op het rijtje af besprak en dan i hulde bracht aan het orkest, doch bij een der gelijk werk, waaraan vooral veel zorg is besteed om een artistiek geheel te verkrijgen, geeft zulk ! een verslag een onjnisten blik op de uitvoering want zij staat of' valt niet mot de meerdere of i mindere gedisponeerdheid van een of twee hoofdpersonen. Bij de eerste opvoering van Trixlmi mid Joolde die ik bijwoonde, heb ik met vreugde ontwaard , hoeveel er ten onzent ook op dramatisch gebied kan gedaan worden en tevens hoe nuttig de lessen zijn die op zulke avonden gegeven worden. Stemt het niet tot bewondering dat met ons orkest een resultaat kan verkregen worden, zoo heerlijk schoon als thans het geval was ? Meu gevoelde hier dat allen diep doordrongen waren van den ernst om een dramatisch kunst werk op waardige wijze te vertolken, doch men gevoelde ook dat allen gaarne den voorin ffelijken leidsman volgden, die met zoo groote toewijding sedert eenige jaren bezig is door uitstekende uitvoeringen te toonen, welke eischen men ook ten onzent langzamerhand mag stellen aan dramati sche uitvoeringen. Men versta mij wel. Ik laat hier de beroemde solisten buiten het geding, want al is hun spel vooral een onontbeerlijke les voor allen die zich ten onzent aan de Opera wijden, vergelijking zou in vocaal opzicht vaak onbillijk zijn en zooiets is nu eenmaal voor een vast gezelschap ten onzent onbereikbaar. Doch waarnaar wel gestreefd kan worden van hetgeen zij gaven is, het zoo doordachte spel, het weergeven op het gelaat van de stemmingen die het orkest schildert en het innig verband van de gebaren met de rhytmische figuren van het orkest. Zie! dat zijn allemaal dingen waarop een muzikaal leider en regisseur de aandacht van de vertolkers moe»t vestigen wanneer zij dat zelf niet gevoelen. Wanneer wij ons herinneren hoe schoon mevr. Sucher alle gebaren in harmonie bracht met de schilderingen van het orkest, hoe de decors de stemming verhoogden, hoe schoon er met het licht werd gewerkt, waardoor niet, zooals anders steeds het geval is, de toeschouwer op de vreeindsoortigste lichtspelingen wordt onthaald, gevoelt ieder dat zooiets voor hem die deze dingen wil op merken, ten hoogste leerzaam is. Men meene niet dat het bijzaken zijn en dat de muziek uitsluitend de hoofdzaak is. Wanneer niet alles harmonieert dan kan er van een indruk geen sprake zijn. Evenmin kunnen zij een indruk van het geheel verkrijgen die op een plaats zittten, waar zij wel kunnen hooren doch niets zien, hetgeen mij ook bleek uit verschillende opinies van menschen die goed of niet goed geplaatst waren. Doch staan wij thans een oogenblik stil hij de uitvoering. Zooals ik zeide was het allergewichtigste muzikale deel: het orkest, geheel op de hoogte van de eischen. De zoo van moeielijkheden overvloeiende partitie werd met een meesterschap vertolkt dat zelf voor ons Concertgebouw-orkest bijzonder mag genoemd worden. Zeer heeft mij getroffen de schoone rliijthmiek en natuurlijke fraseering. Bij zonder gevaarlijk zijn wat maat betreft de syn copen-bewegingen der houten blaasinstrumenten ('waalf-achtste maat) in de derde acte, wanneer Tristan bewusteloos op zijn leger is neergezonken na zijn vervloeking van den drank. Maar niet alleen de overwonnen moeielijkheden doch vooral de schoone kleur, de prachtige verdeeling van licht en schaduw, de juiste klank verhouding tegenover de stemmen, dnt alles kan niet genoeg geprezen worden en aan de voor bereiding van dit zoo gewichtige deel door Mr. Viotta zij in de eerste plaats hulde gebracht. Doch dit alleen zou niet voldoende geweest zijn een schoon geheel te waarborgen wanneer er niet dat hoogere, dat ick en weet niet wat" uit had gesproken en wanneer niet tevens de voor naamste solisten op de hoogte van hunne partijen hadden gestaan. Vooral voor Rosa Sucher heb ik de grootste bewondering. Schooner uitbeelding van hulde in actie en zang kan ik mij niet denken. Hare ver tolking was een genot voor het oor en voor het oog, dat mij niet spoedig uit het geheugen zal gaan. Alvary, vroeger zoo voortreffelijk als Smjlrit'il heeft voorzeker wat .itrm betreft op den eersten avond niet altijd den gewenscliten indruk gemaakt. Zijn orgaan had iets weerbarstigs dat mij aan minder gedisponeerd zijn deed denken. (Ik vernam wer kelijk dat hij bij de He voorstelling beter gedis poneerd was) doch zijne vertolking was zoo ar tistiek, zijn spel was zoo schoon en vol expressie immuun lm l Chifion, al zet je nu nog zulke groote oogen op, ik mag je ook graag, hoor!... En dat we je nooit nog onze genegenheid hebben verraden, komt alleen omdat het lang niet gemakkelijk is een stekelvarkentje aan te klampen, dat zich dadelijk tot een balletje rolt, zoodra het maar heel in de verte iemand bespeurt, die het niet verkiest te zien ... Juist kwam zijn broeder de kamer binnen en hij riep hem toe; Hier, Pierre ... zeg aan C'hift'on dat wij haar vrienden zijn... ik heb idee, dat zo je nu wel zal gelooven .. . Van dien dag af was een grenzonlooze genegenheid in het zoo gesloten kinderhartje ontloken en was haar leven kalmer geworden. Wel, hoe kom jij van. avond zoo hier, Chifl'onlief? - - vroeg oom Albert verrukt ; 'k dacht, dat jelui iemand ten eten hadt? ... Zij knipte guitig met de oogen als een ondeugende jongen. Meneer d'Aubicres, hè?... vroeg ze op den man af, en dadelijk daarop, zonder iemand den tijd te geven om te antwoorden : - Zou u hem, in mijn plaats, trouwen, zeg. .. dien meneer d'Aubières? . . . Maar... Chifl'ou!... stamelde tante Mathilde bedeesd, met een blik op den knecht die zich haastte nog een couvert te leggen. Och!... wat hindert dat?... Meneer d'Aubières heeft me omstreeks vier uur moeten gevraagd hebben ... om vijf uur heb ik het gehoord .. . van avond zal de halve stad het weten en morgen bazuint mijn moeder het rond in de andere helft... lleel Pont-surSarthe!... dat zegt wat, hoor!... 't moet wel tachtig duizend inwoners hebben! .. . in limilllllltiiiHiii iiiiiiui imilliiu Maar dat belet niet, dat een kletspraatje er al heel gauw in rond is... wist u 't, dat meneer d'Aubicres me wil trouwen ?. . . Jawel, antwoordde oom de Launay van je modder . . . die ''t ons kwam ver! tellen en ons uitnoodigde van avond bij jelui te komen . . , Ah .. . juist! ... hij moet aan de familie worden voorgesteld... ze wil ine dwingen, ja te zeggen! ... Maar hij hoeft niet aan ons te worden voorgesteld bracht tante in wij kennen hem al sedert hij hier in garnizoen is... en al lang geleden . .. Een jaar geleden! . . . den eersten keer dat oom Mare hem meebracht om te dineeren, heeft hij aan tafel naast me gezeten ... ik droeg toen nog korte rokken ... hij heeft a! den tijd over niets anders dan jagen eu visschen gesproken ... saai! ongelooflijk ! Ba!... wat heb ik me zitten verbijten... Chitl'on! zei mevrouw de Launay op verwijtenden toon alweer zoo'n raar woord! .. . Verwonderd keek zij op. Een raar woord! welk dan?... O! «verbijten," noemt u dat zoo raar ? bent u daar zóó erg precies op, tante Mathilde! Jij bent het niet genoeg, Chiffbn!... je moeder heeft gelijk, als ze je manieren en uitdrukkingen afkeurt. . . ja, zeker. ,. je i hebt echte jongensmanieren en je praat als de minst ontwikkelde straatkinderen .. . Dat wil ik wel gelooven .. . dat zijn ook de eenigen, waar ik met pleizier naar luisterde toen ik klein was... ik kan het niet helpen, dat ik nooit iets wist te zeggen tegen mija nichtjes de Lussy ... of tegen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl