Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 987
Doch de »groote raad," waarvan wij boven
spraken, vond dit middel bepaald verwerpe
lijk, en sprak zijn afkeuring openlijk uit. En
toen op die wijze het schoone plan was ver
klapt, was tevens de uitvoering onmogelijk
geworden.
De pretendent heeft zijne ontevredenheid
over deze teleurstelling uitgesproken in een
brief, die op zijn uitdrukkelijk verlangen ia
openbaar gemaakt. Hij betoogt, dat de Raad
aan het plan zeer ontijdig eene ongewenschte
ruchtbaarheid heeft gegeven, en. gaat dan
voort: »Men moet immera kiezen tusschen
het als figurant optreden of het handelend
optreden ten gunste van de monarchie (figurer
la monarchie ou la faire.) Niemand (?) twij
felt er aan, dat ik mijn vollen plicht wil en
kan doen. Ik zou alleen wenschen, in het
belang van eene goede leiding, dat er geen
verschil van meening bestond over het
essentieele punt: wat die plicht is. Indien gjj
gelooft, dat de Fransche monarchie in het ver
leden is tot stand gekomen en in de toekomst
opnieuw tot stand kan komen, door het aan
nemen van eene werkelooze waardigheid, die
steeds afwacht en die in de verte tot onbe
wegelijkheid is gedwongen door de
grootschheid narer traditiën; die zich te hoog acht
om zich te bemoeien met menschen en met
zaken, dan zullen wij het niet eens zijn. Mijne
voorvaderen hebben veel ernstiger strijd ge
voerd en veel gevaarlijker kansen getrotseerd
dan die over welke uw ijver zich ongerust
maakt. Ik blijf de beoordeelaar van de
koninklijke waardigheid en ik beweer, dat
zij niet zal worden aangetast, integen
deel ! indien in een dorpje van Frankrijk,
zelfs in het kleinste, want allen zijn ze mij
even dierbaar, het votum der kiezers mij
aanwees ala een goed dienaar des lands."
Zooals men ziet, is de prince Gamelle
deftig geworden. Hij alleen zal beoordeelen,
wat al of niet met zijne koninklijke waar
digheid is overeen te brengen. Uitmuntend,
maar men kan het den raad der Orleanisten
niet kwalijk nemen, dat zij, op grond van
overbekende feiten, in dat oordeel geen bij
zonder groot vertrouwen stelt.
In 't voorbijgaan geeft de prins nog even
te kennen, dat hij volstrekt niet van plan
is zijn neef Henri te desavoueeren, omdat
deze eene decoratie heeft aangenomen van
de republikeinsche regeering. »Zou men dan
willen, dat, als ik eens aan het hoofd van
mijn land stond, goede burgers weigerden
van mij de belooning aan te nemen voor
hun verdiensten en hun diensten, omdat zij
republikeinsche gevoelens hadden gekoesterd
of die nog koesterden?"
Wij zullen niet beproeven, op eene zoo
teedere vraag een antwoord te geven. Wij
constateeren alleen, dat door den brief van
den pretendent en het ontslag van den her
tog d'Audifiret-Pasquier in de royalistische
partij eene ernstige scheuring is gekomen
tusschen de ouderen, die van de
samenkoppeling der monarchistische idee met het ple
bisciet niets willen weten, en de jongeren,
die van een beetje knoeierij a, la Boulanger
volstrekt niet afkeerig zijn. De pretendent
zoekt thans zijn vrienden onder de jongeren
en vervreemdt daardoor de oude legitimisten
van zich en van zijne zaak, voor zoover die
aan zijn naam verbonden is. Royalistische
studenten zijn alvast door Parijs getrokken,
hebben eene ovatie aan den antisemiet
Drumont gebracht en »a bas Rothschild!" ge
schreeuwd.
Weg met Rothschild, met »le roi des
banquiers'' en »le banquier des rois?" De graaf
van Parijs moet zich bij dien kreet in zijn
graf hebben omgedraaid!
iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini ........................................... i ...... i
Werklieden-organisatie,
De strijd tegen de overmacht van het
kapitaal wordt in verschillende landen ver
schillend gevoerd. De eigenaardige karakter
trekken van iedere natie weerspiegelen zich
ook in de arbeidersbeweging, en de wijze
waarop de belangen van werkgevers en nemers
in botsing komen, geeft aan de organisatie
der arbeiderspartij een telkens wisselend
uiterlijk. Men zou geneigd zijn aan te nemen,
dat alleen Marx's wachtwoord : vereenigt u,
het gemeenschappelijke van de arbeiders
beweging over de geheele wereld is. Sedert
lang is dan ook de, in de kinderjaren der
Sozial- Wissenschaft" heerschende meening
opgegeven, dat men in een land de elders
beproefd gebleken wijze van strijdvoeren maar
had over te planten, om ook hier tot de
meest gewenschte resultaten te komen. Laat
mij herinneren aan de talrijke, vergeefsche
pogingen van sociaal-hervormingsgezinden,
om de coöperatie, die in Engeland en Belgi
zoo uitnemende vruchten had afgeworpen, in
Nederland te maken tot de basis, waarop de
organisatie der werklieden zou kunnen worden
gevestigd. Vastgegroeid in sommige burger
lijke kringen, heeft zij in de
werkliedenbevolking slechts hier en daar wortel geschoten;
en moge men ook voor de toekomst op haar
steun rekenen bij de bevrijding van den
arbeid, de groote drijvende kracht daartoe
zal in Holland zeker in andere middelen
moeten worden gezocht.
Niet dus, om aan Nederland een universeel
heilmiddel aan de hand te doen voor zijn
maatschappelijke kwalen, maar veeleer om te
doen zien, van hoeveel en hoe eenvoudige
middelen de arbeidersbeweging kan gebruik
maken, wil ik heden een en ander mededeelen
over de Italiaansche »societa cooperative di
lavoro", de coöperatieve arbeidersvennootschap
pen. Zij zijn in grooten getale eerst na '89
ontstaan: 31 Dec. van dat jaar hadden er
nog maar 63 koninklijke goedkeuring op
hun statuten verworven; van '90 tot '94
daarentegen vermeerderde dit getal tot 405.
Onzinnige speculatiebouw, en de aanleg
van spoorwegen en kanalen, had een groot
aantal werklieden van den akker gelokt. De
arbeid was niet zwaar, en er werden zeer
behoorlijke loonen uitbetaald; het aantal
metselaars, steenhouwers, schilders en derge
lijke ambachtslieden was aanmerkelijk geste
gen. In '89 begon de geweldige crisis, waarvan
Italiëop het oogenblik nog zich niet geheel
heeft hersteld. Duizenden werklieden werden
broodeloos. Toen sloten zij genootschappen,
vennootschappen zou men het zelfs kunnen
noemen, en trachtten by openbare aanbeste
dingen de levering te krijgen van grondwerk,
afdammings- en draineeringswerk, en bouw
werk van allerlei aard, dat gewoonlijk door
particulieren werd aangenomen. De bedoeling
was, werk te verschaffen. Het resultaat was,
dat de loonen niet door een toomlooze con
currentie der arbeiders onderling tot beneden
het peil der menschwaardigheid daalden. De
metselaarsbond Vitruvio", een van de besten
van Rome, en van geheel Italië, betaalt loo
nen van 4.?lire aan de beste en 2.50 lire
aan de minst bekwame werklieden, tegenover
2.50 lire en 1.50 lire, die de particuliere onder
nemers aan hun werkvolk geven.
De organisatie van zulk een vennootschap
van werklieden is zeer eenvoudig. De meeste
leden hebben een aandeel van 10 a 25 lire,
dat maandelijks bij geringe termijnen wordt
afbetaald. Soms neemt een werklieden-vriend,
om het krediet te verhoogen, eenige
aandeelen; meestal is dit overbodig. De zoo ge
storte som is het bedrijfskapitaal; groot be
hoeft het niet te zijn, omdat de vennootschap
gewoonlijk wordt aangegaan tot het uitvoeren
van werken, die slechts een gering, ook
intellektueel, kapitaal vergen. De Staat heeft
bovendien het aannemen van zulke werken
voor de vereenigde arbeiders gemakkelijk
gemaakt. De uitbetaling kan in termijnen
geschieden, naar gelang van het opgeleverde
werk; alleen wordt 10 pCt. voorloopig als
borgstelling ingehouden.
De ontvangsten worden bijv. als volgt be
steed: nadat de leden een behoorlijk loon
hebben ontvangen, gaat van het overschot
30 pCt. af voor het reservefonds, 15 pCt. voor
een invaliden-, pensioen- of ziekenfonds, en
5 pCt. voor de deskundige (beheerders, die een
ingenieur en een advocaat in hun midden
plegen te hebben; de rest wordt naar gelang
van ieders loon, of zoo geen loonverschil is
gemaakt, dan ook nu gelijk op onder de le
den verdeeld. Er heerscht onder hen een hoog
gevoel van solidariteit. Is er geen arbeid ge
noeg voor alle leden, dan werken allen kor
ter, opdat toch allen in de verdiensten kun
nen deelen. Toen de koning aan de»Colonia
Agricola" van Ostia, die deel uitmaakt van de
arbeidersvennootschap van Ravenna, 50.000
lire schonk, stortte de landkolonie, ofschoon
zij ver van rijk was, het geheele bedrag in
het pensioenfonds waarop alle leden recht
hebben.
Rijk, provincie en gemeente steunden her
haaldelijk deze arbeidersvennootschappen. De
particuliere ondernemers doen haar een woe
dende concurrentie aan. Om dit voortaan te
verhoeden, heeft bijv. de stad Rome een
minimum-loontarief voor verschillende soorten
werk vastgesteld. De provincie zal bij ieder werk
dat zij aanbesteedt, geheime maximum- en
minimum-tarieven opmaken, en de onder
nemers die beneden het minimum inschrijven
zullen bedrogen uitkomen. In de Romagna,
in Modena en in Rovigo hebben reeds groepen
van arbeidersvennootschappen zich tot groote
verbonden vereenigd, die alle onderlinge con
currentie uitsluiten en gezamenlijk allen arbeid
verdeelen, die zij machtig worden.
Zijn de tijden slecht, en is er geen werk
voorhanden, dan zoekt ieder werk op zijn
eigen gelegenheid. Duurt dit lang, dan zijn
de leden allicht niet meer bij elkander te
krijgen, en is de vennootschap ontbonden.
Menigeen is, wat niet te verwonderen valt,
dien weg reeds gegaan. Daartegenover staat,
dat van 1889 tot '9-1 aan ll
werkliedenvennootschappen werken zijn gegund tot een
gezamenlijk bedrag van 1,118,029 lire.
F. M. C.
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad. 16 Mei. Geld en kiesrecht."
19 Mei. De voorgestelde amendementen."
19 Mei. Ongrondwettig''? (Overgangsbepalingen bij
de kieswet.)
22 Mei. Atjeh. I."
De Standaard. 18, 19 en 20 Mei. Politieke
demoralasitie. III, IV en V."
Het Centrum. 18/i2 Mei. Kolonel Oliphant
vertrekt".
20 Mei. Ons nationale leven bedreigd". (Da. Gun
ning over congregaties). De (antir.) Nederlander.
18 Mei. Wederom Schoolwetwijziging".
30 Mei. Samenstelling Gemeenteraad".
Het Volksdagblad. 18, 21 en 22 Mei. De
Kieswetdeb atten."
19/21 Mei. Moeten we trachten de kieswet te doen
aannemen of pogen die te doen verwerpen: (ingez.)
door Vitus Brumsma.
Het Nieuws van den Dag. 13 Mei. Trilby."
18 Mei. Kuitenvergoding", door B. B.
De Tyd. 12 Mei. De Grondwet en het kies
recht," I.
13 Mei. Een blijde gebeurtenis."
14 Mei. Kamers van Koophandel en Kamers van
Nijverheid," I, 16 Mei II.
De Amsterd. Crt. 12 Mei. Een stukske
historie" (kiesrechtstrijd).
16 Mei. De Liberale Unie."
18 Mei. Gemeentelijk Kieswet."
De Maasbode. 12 Mei. Een voortreffelijk
boekske en een slecht boek," door Heydenrijck.
14 Mei. De Kieswet."
16 Mei. Katholieke politiek," L.
17 Mei. De Economie van onzen tijd."
N. R o 11 e r d. Crt. 14 Mei. Het eeuwfeest van
Jenner's ontdekking."
17 Mei. De gevaarlijkheid van petroleum."
Het Vaderland. 14/15 Mei. Edward Jenner."
17/18 Mei. De kritiek aan het woord." (Kiesrecht).
Haagsch Dagblad. 12 Mei. De kieswet."
13 Mei. De Atjeh-weg."
14 Mei. Nu reeds vermoord. (Kiesrecht).
, D e A vondpos t. 18 Mei. Productieve arbeid
voor vrouwen I", door M, Merjboom.
U t r. Dagblad. 12 Mei. Waar het om gaat".
13 Mei. De Kieswet".
14 Mei. Op Hemelvaartsdag" (Ingezonden).
15 Mei. De Kieswet".
17 Mei. ^Lofwaardig, maar ijdel".
L i m b. Koerier. 16 Mei. Taktiek" (tegenover
het socialisme).
20 Mei. De behandeling der kieswet door de Tweede
Kamer" (door M. de Bas).
M i d d e l b. C t. 19 Mei. Een overmoedig mi
nister".
Prov. Gr on. Crt. 18 Mei. A propos van een
adres" (der Haarl. schutterij-officieren).
Nieuwe W i n s c h. G r t. 17 Mei. De
voorteekenen" (omtrent het lot der kieswet).
N. Leeuw. Crt. 20 Mei. Een modelstad."
(Glasgow).
Beent voor allen. 16 en 17 Mei. Aan de
arbeiders in 't algemeen, aan de Kott. bootwerkers
in 't bijzonder."
21 en 22 Mei. Naar aanleiding van een rapport
over Kindervoeding"."
Patrimonium. 16 Mei. Neutrale Vakbonden
of Vakvereenigirgen."
De Volksstem. 16 Mei. Recht bij het geven
van ontslag." Twee grieven." (Slot). ("Het Centrum en
de Encycliek). De klassenonderwijzer" (door Severyn).
De zaak-Knoef."
De Volksbanier. (K. K. Volksbond). 15 Mei.
17 Mei 1891?1896."
De Sociaal-Democraat. 16 Mei. K
assejustitie".
Het nieuwe Schoolblad. 14 Mei. Het
Hulpfonds en hei ondersteuningafonds bij de Levens
verzekering-maatschappij, opgericht door het Ned.
Ond. Genootschap.
F r i e s c h Volksblad. 17 Mei. Een afscheid".
(Dr. Vitus Bruinsma en de Volkspartij).
Weekblad v. d. Al g. Ned. Dia m. Bond.
15 Mei. De Meiviering en de A. N. D. B."
De Volkstribuun. 16 Mei. Een waarschu
wing uit het Zuiden."
Alma Mater. 18 Me i. Wat minder
zoutzakkerigheiden wat meer geestdrift." Professor Treub."
N. Sur in. Crt. 9 April. Hulp door en voor
zichzelven." (Surin. Handels Vennootschap).
15 April. Vooravond van een bestuursmoeilijkheid.''
19 April. Bestuursstiefkinderen."
Weekblad v. d. Burg. A d m i n. 21 Mei.
Hechten voor standplaatsen bij Kermissen".
17/18 Mei. De dwaasheid zelve", (kiesrecht).
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM
u z e
in de Hoofdstad.
Plet winterseizoen is ten einde en het muzikale
winterseizoen loopt ten einde. Wanneer dit laat
ste ophoudt is nooit met zekerheid te bepalen;
indien dus soms liet geschrevene aanleiding mocht
geven tot nabetrachtingen over het afgeloopen
seizoen, vatte men dit niet op als een vacantiegroet
vau den schrijver dezer kroniek. De ondervinding
heeft hem geleerd, dat de verrassingen in dit op
zicht altijd talrijk zijn.
Deze week heeft de derde uitvoering plaats
gehad van het, Idcin knor a capella, onder leiding
van Ant. Averkamp.
Behalve twee kerkuitvoeringen is deze
vereeniging ieder jaar gewoon tot slot eene uitvoering in
de kleine zaal van het Concertgebouw te geven
van werken die een nieuweren en minder strengen
geest ademen. Die uitvoeringen hebben iets
huiselijks, iets gezelligs. Zij maken meer den indruk
voor een kleinen, intiemen kring bestemd te zijn,
dan wel voor het groote publiek, hoewel de kleine
zaal ook nu weer geheel gevuld was.
Hoewel men in deze kleine zaal de eigenaardige
bekoring mist die dit koor teweegbrengt in de zoo
heerlijk klinkende Luthersche Kerk, kan men ook
hier de zeer goede eigenschappen er van ten volle
waardeeren.
Het programma bestond thans uit: Hebt an den
Snnff van Richard Wagner (eigenlijk genoemd An
Weber's (Iralie, waarin Wagner zijne; groote ver
eering voor den Duitsehen meester in woord en
toon uitspreekt, welk werk na Wagner's dood met
een kleine wijziging op llichard Wagner zelven is
toepasselijk gemaakt), twee koren ; Nticliticacke en
lui Ilerbst van Brahms, Slotkoor uit V.Knfunce du
C/trist van Berlioz, Die Keke/irle van v.
Herzogenberg en Der bwklirhte Fiedler van Brahms. Als de
schoonst geslaagde nummers noem ik lm Her&sf,
Die Bekclirtc en Der bucküchte 'Fiedler.
Bij lm Herbst kwam ik voor bet eerst onder de
bekoring van de schoone uitvoering, welke indruk
bij de laatste nummers zeer werd bevestigd.
Men gevoelde dat in die nummers de leider ook
geheel medeleefde.
Hiermede beweer ik niet, dat ik het fragment
uit l'Enfance du Chrisl vau Berlioz als uitvoering
niet geslaagd acht, want er was veel afwisseling
in de sterkere en zachtere gedeelten en het klinken
van het Amen uit de verte maakte op de hoorders
veel indruk, doch er was iets te zwaars, iets te
gewichtigs in de geheele uitvoering. Het klonk te
Dttitsch.
Het is moeielijk in een verslag juist uit te
leggen wat men onder Duilsrh verstaat. Een
Franschman zegt van eene te dikke instrumentatie
of van te zwaren massalen klank: Cc n\t pas
de Pair.
Zooals ik vroeger wel eens betoogd heb, dat het
uitvoeren van Fransche werken voor piano op een
Bechstein-vlengel het karakter van die werken min
of meer bederft, heb ik thans ook gevonden dat
het zoo sobere werkje van Berlioz, uitgevoerd door
een koor dat gewoon is zich in een geheel anderen
stijl te bewegen, den indruk maakte in die omge
ving en die omlijsting niet zoo recht te huis te
behooren. Doch, zooals uit de vorige regelen blijkt,
heeft het koor, in het geheel genomen, veel scboons te
genieten gegeven.
Zulk een concert wordt gewoonlijk opgeluisterd
door twee solisten. De heeren Joh. Messchaert en
Willem Mengelberg waren als zoodanig aangekon
digd. Het bleek echter dat de eerstgenoemde zich
wegens ongesteldheid moest verontschuldigen,
waarna de heer Jos. Cramer werd uitgenoodigd,
die zich gaarne beschikbaar stelde.
De heer Mengelberg speelde de Variatiën en Fitga
over een thema van Handel van Brahms eene Noc
turne van Chopin en Valse impronipla van Liszt en
de heer Cramer droeg de bekende Sonate van Handel
voor viool, de Romance van Svendsen en twee
Uu(/arische Tdnze van Brahins-Joachim voor.
Den heer Mengelberg heb ik reeds meermalen als
solist besproken. Hij is een virtuoos die ook als
artist gevoelt.
Dat bij den heer Mengelberg het klavierspel een
weinig achter moet staan tengevolge van zijne
werkzaamheden aan het Concertgebouw, die, zooals
men licht kan vermoeden, hem bijna geheel in beslag
nemen, is niet te verwonderen en dit is ook nu
en dan wel te bespeuren voor ieder die wat scher
per doordringt in de wijze van uitvoering.
In de wel wat talrijke variatiëu van Brahms
wonnen degene die meer op voordracht berekend
zijn het van de technische, doch in den Wals van
Liszt kon de heer Mengelberg zich in volle kracht
als virtuoos-pianist toonen.
Dat hij de variatiën die meer op voordracht
bestemd waren meestal herhaalde en de technische
niet, vindt natuurlijk zijn reden daarin dat hij die
het belangrijkst achtte, doch het viel mij op dat
er in den vorm daardoor eenige wanverhouding
ontstond.
De schrijver dezer regelen is nu eenmaal echter
geen voorstander van herhalingen, althans niet bij
variatiën.
De heer Cramer die in het begin nog niet op
dreef was, toonde later in de door hem gespeelde
werken zijne bekende en vaak besproken, eigen
schappen. Daar ik alle nummers die hij voordroeg
reeds vroeger een of meermalen van hem hoorde,
(wat niet als een aanmerking bedoeld is, want hij
had geen langen tijd tot voorbereiding) kunnen
wij thans volstaan met hulde te brengen aan zijn
sehoone wijze van loonontwikkeling en goeden stijl.
Het koor dat thans zes jaar bestaan heeft,
neemt een eigenaardige en schoone plaats in
het Amsterdamsche muziekleven in. De kerkuit
voeringen blijven natuurlijk hoofdzaak, dat is
ook z\jn eigenlijk terrein, docli het is eveneens be
langrijk dit koor ook nieuwere kleine koorwer
ken te hooren vertolken.
Thans zij de heer Mengelberg nog eens als
orkestdirigent herdacht.
De concerten waarin geen solisten optreden heb
ben dezen winter beslist meer toehoorders gelokt
dan vorige jaren. Er was in de vertolking dan
ook een weldoende warmte (bij alle technische
volkomenheid) die dunkt mij aan de toehoorders
het hooren van de groote symphonische werken
nog meer genietbaar heeft gemaakt dan vroeger
het geval was, hoewel ik natuurlijk niets afdoe
van het vele schooue dat ik altijd in die uitvoe
ringen vond en hetgeen ik er over schreef. Doch
ik wil ze thans niet weder in het breede bespre
ken, want daartoe is in dezen winter alle gelegen
heid geweest. Ik wil alleen de gelegenheid aan
grijpen er op te wijzen hoe schoon het den heer
Mengelberg in zeer korten tijd gelukt is het ver
trouwen van het publiek en van het orkest (het
laatste is wellicht nog moeielijk er dau het eerste)
te winnen, en hoe hij getoond heeft voor dit orkest
de ware man te ziju.
Van al het schoone dat den leden dezen winter
geboden is kunnen thans ook muziekliefhebbers die
geen leden zijn, genieten. De populaire concerten in
den eersten tijd zooveel opgang makende, hadden lang
zamerhand iets van hunne beteekenis verloren, om
dat men die uitvoeringen met meer beperkte krach
ten eu minder voorbereiding gaf, zoodat het gehalte
piet altijd dit orkest '.vaardig was.
Nu zijn ze weer in het rechte spoor geleid. Het
geheele orkest werkt mede en de heer Mengelberg
heeft zelf de leiding in handen.
Zondagavond woonde ik eene uitvoering bij en
ontwaarde met genoegen dat de zaal zeer goed
bezet was.
Het was tevens bijzonder aantrekkelijk te zien
hoe frisch vele toehoorders van de uitvoering der
verschillende nummers genoten. Men kou bespeuren
dat die heerlijke orkestklank voor hen iets zeer
ongewoons was. Ook de Symphonia (die er in
de laatste jaren voor die concerten meestal niet
meer op kon overschieten) werd aan het publiek
niet onthouden en ten zeerste genoten.
Ik geloof dat deze concerten wanneer ze op deze
wijze blijven ingericht, hoe langer hoe tal
rijker publiek zullen trekken en een krachtig mid
del zullen zijn tot kunstontwikkeling.
Voor het gehalte van het orkest zou ik haast
wenschen dat het Donderdag en Zondagavond vaak
slecht weer zal zijn, want in den tuin went het
orkest aan andere klankverhoudingen en is het