De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 24 mei pagina 7

24 mei 1896 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 987 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een Veitoningstoclit. Twee dappere krijgers vereenigden hun krachten ter verovering van die gewichtige plaatsen, welke een plaats in de literatuur en een plaats in het hart des lezers heeten 1). Gedachtig voorzeker aan het Homerische woord: twee man zien mér en beraden zich beter dan n, volgden z\j het voorbeeld van Diomedes en Odysseus, en samen betraden zy 't oorlogspad om stelling en plannen des vtfands te verkennen. Nu, wanneer de heeren Röpcke en Van Hoy tema het even goed treffen als hun Homerische voorgangers en een slapende afdeeling overvallen kunnen, dan wellicht zal hun verkenning als een triomftocht afloopen, maar het is hun geraden, geloof ik, zich ver van de wakenden te houden, zoo men naar deze expeditie althans de kracht van hun wapenen meten moet. Want sterk alleen, naar m\j schjjnt, is de onverstoorbaarheid waar mee beide heeren hun bladzijden volschrijven zonder te vragen noch naar een eigen cachet van waarnemen en gewaarworden, noch naar eenige letterkundige voornaamheid, zonder te onderscheiden tusschen eenvoud en gemeenplaatserigheid, tusschen zuivere taal en vulgaire beschaving. Daar wordt gesproken van een «diner, gekruid door een opgewekt discours", van «de traditioneele kop koffie met bybehoorend likeurtje"; van dames in een vertrek heet het: »vrool\jk dwarrelden over het mollige tapijt de slanke figuurtjes in lichte toiletjes gehuld"; van een knecht, die thee presenteert, dat hij «de dames het geurige vocht in smaakvolle Japansche kopjes" aanbiedt. Een jong meisje met een «interessant" gezichtje «staart droomend" met »de zielvolle, blauwe oogen" naar een schilderij. Zjj wendt »het blonde kopje" naar een heer, die haar over het doek aanspreekt, [en zegt dat «het geheel den meester verraadt." Ik haal al deze voorbeelden uit twee bladzijden, en als de lezer er nu by weet, dat deze bladzy'den tamelyk wel kenmerkend voor het geheel zy'n, zal hij begrijpen, waarom ik de schetsen van de heeren Röpcke en Van Hoytema durfde kwalificeeren gely'k ik deed*. Evenwel wil ik hun zelven gaarne nader rekenschap geven. Waarom is de uitdrukking »een diner, gekruid door een opgewekt discours" vulgair van be schaving ? Vooreerst is het vulgair om van discours te spreken, waar men even goed gesprek zeggen kan, omdat discours nog niet een gangbaar bastaardwoord is, en het zeker een goedkoope voornaamheid is om het gesprek van deftige menschen (er is zelfs een freule by') met een Franschen term aan te duiden. Dan is de uit drukking «gekruid door" een versleten beeld, zóó versleten, dat de schryver zelf niet merkt 1) Op verkenning. Schetsen van Edouard Röpcke en Willem van Hoytema. Deventer, Joh. H. W. Kreunen. 6d« Jaargang. 24 Mei 1896 Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres: Stonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiimiiiiiniiiiiii Van Emile Pradignat, te Saujon. Vervaardigd voorden 3en Halfjaarl. Internationalen probleemwedstryd in dit blad. No. 336. Mat in drie (3) zetten. a bcdefgh Wit K al, T c4, E dl en f2, P b6 ; a2, dG, g2 en g3 = 9. Zwart K d3, P f6; d2, d7, e5 en g4 = 6 Oplossing van No. 334 (Dr. Gold) l D b5 enz. Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (1) ; Prof Berger, Graz (1); C. T. v. Ham, Gorredijk (1); H. Mendes da Costa, Amsterdam (2); Wara-Atty", 's Hage (2); P. D. van Zeeburgh, Groningen f 3); E. Wieling, Groningen (2); R. E. E. Amsterdam (2); S. te Gorssel (1); J. de G. te Amsterdam (1); H. J. den Hertog te Amsterdam (2). Beoordeelingen van NOS. 333 en 334. Beoordeeling No. 333. Schuckink Kool. Een opstelling als die van dit probleem doet on eindig veel meer verwachten Uan het weinigje, dat het werkelijk geeft. Ik had nog zoo'n stille hoop, dat er zoo iets ala 1. Te4, fe6: 2. Tf5, ke4: 3. Dc2± en de oplossing zou kunnen komen, maar het onderzoek van l?, ke4: leerde onmiddellijk, dat ik meer aan componeeren dan aan 't oplossen was geweest. H. J. den Hertog. hoe men by een goeden maaltijd eerst stoffelijke kruidery en dan geestelyke verwacht. Alles te samen is de bepaling «gekruid door een opgewekt discours" een dier goedkoope gekunsteldheden, die men zeker wel menigmaal hoort zeggen, maar als men dan den spreker aanziet, dan zal -men een gedwongen lachje by hem opletten, getuigend van zy'n besef, dat hy een geestigheid zegt, die eigenlyk niet bijzonder geestig is. Zooveel woorden zy'n er noodig om n uit drukking te kritiseeren. Maar nu kan ik ook beknopter zy'n. Van een kop koffie behoeft men niet te zeggen dat hij traditioneel, noch van een likeurtje dat het liijbehoorend is, noch van beiden te saam dat zij genoten worden. Dat zijn allen grappige versierselen zonder waarde, en daarom hinderlijk. Hinderlijk is het om thee als een geurig voclit aangeduid te zien, en on uitstaanbaar van goedkoopen opschik zijn de smaakvolle Japansche kopjes. Een «interessant gezichtje" is een slappe mode uitdrukking. «Zielvolle blauwe oogen" en «droo mend staren" is gepoëtiseer uit den schellingsbazar; »een blond kopje" zegt men liefst enkel van een meisje, by wie men een blauwtje wil loopen. En ik voor my geloof niet aan het be staan van een aardig meisje, dat van een schilderij zegt, dat het «den meester verraadt", en van volk> dat het «zich op den achtergrond verdringt." Aangenomen echter dat de heeren schrijvers de hier genoemde bezwaren als juist erkennen, zij zullen wellicht betwijfelen of het aangaat hun schetsen geheel naar de woordenkeus te beoordeelen en vragen of men ook niet naar andere dingen moet zien, naar verhaal, teekening van personen, dramatiseering van toestanden, en vooral bij het werk van hen, die zich als beginners voordoen en zelf hun eersten tocht een verkenning noemen. Ik ben het volkomen met hen eens, er moet ook naar andere dingen gezien worden, maar zeker had ik niet de twee genoemde bladzijden ken merkend voor het geheel genoemd, zoo er niet in haast alle punten gemeenplaatsigheid en goed koope opschik viel aan te wijzen. Waarlijk, rekenen de heeren op wakende lezers, als zij hun publiek een schets voorleggen als Bij den Vettisfos, en dan goedkeuring vragen ? Voornaam schrijfwerk kan alles schoon maken, ook het meest afgezaagde geval, maar aangenomen wordt thans, dat het eigenlijke schrijven niet de kracht der twee heeren is, en wat is dan de aanbe veling dier vertelling? Wien kan het schelen om te hooren van twee Noorsche gidsen, die om een meisje kibbelen en vechten, als niet op zijn minst wat talent van dramatiseering in het ver haal is ? Maar dat ook in het dramatiseeren de schrijvers niet sterk zijn, blijkt wel daaruit, dat, het meisje in haar grootste verontwaardiging en toorn niets treffenders weet te zeggen, dan : «Ga, moordenaar ! Al wat me lief was, heb jij vernietigd; zijn vrouw zou ik geworden zijn.... eijn vrouw dat had 'k hem beloofd Van hem hield 'k veel en van niemand anders.... Beoordeelingen No. 334. Dr. S. Gold. 1. Db5 enz. Cijfer: 2. No. 334 ist weder in der Idee noch in der Aufstellung von Bedeutang. Job. Berger. Ein Zweizüger der sich nicht ber den Durchschnitt der Zeitungsprobleme erhebt; wenig geeignet für ein Turnier. C. Kockelkorn. 't D. offer is erg plomp en de dreiging: Db8, Dd2 of De8 te veel in 't oogvallend. C. T. v. Ham. De eerste zet ligt voor de hand, en matstellingen van bijzonder belang zijn er niet. H. J. den Hertog. TWEEDE NAT. COBRESP.WEDSTRIJD. Vier-en-dertigste zet van Zwart. 10 A P d5: ? ? ? * Dc5f T d5 T' cï»8 D g6 D (16 R e4: a T d8 P f8 ? * ? ? P c4 b5 K dof i opgave tj b5 P c7 ontvangen it c6 r R d4 Tel f T e8 P a4 R e5 P g6 J. J. S. UIT DE SCHAAKWERELD. In den wedstrijd te Londen is Teichmann nagenoeg zeker van den len prijs. Hij won achtereenvolgens 5 partijen en is bovendien veel sterker dan een zgnor tegenstanders. Na hem staat Lee 't beste en ver volgens de redacteur, wiens eerste 8 partijen toeval ligerwijze nauwkeurig 't zelfde verloop hadden als zijn 8 partijen van den jongsten wedstrijd te Arnhem n.l. O O l 1/2 l l l 1. Overzicht van den wedstrijd in Simpson's Divan te Londen. Bird .... Creswell. . . Dr. Farrow" . Fenton . . . Ingoldsby . . Lee .... Loman . . . Mortimcr . . Muller . . . Rolland . . . Teichmann . Yan Vliet . . ?d M 1 1 0* 1 0 1 0 0 1 'S <D o i 'o o" 1 1 0 1 1 0 1 o es n 0 '/2 '/o, 1 0 1 ?f, a ?« 1 g g> Pn i?i 0 1* l/o 1* r" l'o 1 0 1* 1 1* 1* 1 1 O 1-1 0 0 l'o 0 0 0 1 1/2 a co a o l-l 1 0 l'o o" 1 0 0 0 "2 ^ i '-S o 0 1 1 0* 1 1 1 0 *- 'S 2 JS 2 "o S K 1 1 0 0 0 1 0 0*0* 1 1 1 0 ^ 0 1 1 1 1 3 ei a a CJ o H 0 1 0 0 0 0 0 CD ij > 0 0 1/2 r., l" 0 0 ?i 31/2 3 3 l'o 0 6 6 3 5 3 6 5 Ga heen en laat me voortaan met rust... 'k wil je niet meer zien ellendeling !" Inderdaad, het werk van beide heeren doet denken aan een oleografie. In het groot en het grof is een oleografle niet zonder nauwkeurig heid, maar men vindt er in noch gevoelig heid voor iets anders dan grove schakee ringen, noch persoonlijkheid van opvatting, noch begrip van kunst. En het werk wordt er er niet beter door, dat de sctiryvers beproeven om diepzinnig en zwartgallig en wanhopig te zijn; dat zij over het ongeluk der aarde kermen en het noodlot verwenschen. Want ook over ongeluk en noodlot is reeds zeer veel gezegd, en niemand wordt meer geroerd door een verhaal van een geneesheer, die kort voor zijn huwlijk overreden wordt, en van een jongmensch die verdrinkt, juist als hij op weg is een lief meisje te veroveren. Er is een zekere kunst noodig om met diergelijke feiten een wereldproces te symboliseeren, en die kunst is niet in de schetsen te vinden. Een feit is echter, dat hier en daar iets beters voor den dag komt. Er is een beschrijving van een haardvuur, met iets treffends van zien, en iets aardigs in de voordracht: «Knappend en knetterend murmelden de hout blokken in den haard hun liedje van gezelligheid, terwijl nu en dan kleine vonkjes vroolyk door elkaar sprongen en krijgertje speelden om de wijzere, als een vurige tong omhoog lekkende vlam, die, na ernstig het hoofd geschud te hebben over hun dartelheid, zacht wegstierf." Deze beschrijving is er, en er is een geheele schets, die schijnt te bewijzen, dat het den heer van Hoytema geraden is om zich te houden aan herinneringen uit het soldatenleven. Korporaal Kastanje is goed gezien, naar het mij schijnt, in zijn drukte, zijn ijver, en zijn gewichtigheid, en de heer Van Hoytema heeft een kleine gebeur tenis kunnen waarnemen, die hij niet behoefde op te smukken met zwartgalligheid en wanhoop. In dezelfde schets vindt men ook meer soberheid van natuurbeschrijving. Zóó ongeveer is, naar mijn inzicht, het oordeel dat men over den verkenningstocht van de heeren Ilöpcke en Van Hoytema moet uitbrengen. Mis schien echter vinden zij elders beter onthaal. Cii. M. VAX DKVKNTKK. Thans is de catalogus verschenen van de Auctie van der Meij, van Haren Noman, Oudemans enz., door de firma Burgersdijk en Niermans te houden. De verkoopdagen zijn van l tot 8 Juni, de kijkdagen 2!) en ,'30 Mei. De catalogus telt ongeveer 3500 nummers. Van Sijthoff's Vondel-editie verscheen de 4()ste aflevering. Zij bevat het slot van Aeneïs, en het begin van Oedipius Kex. No. 70 van Warendorfs Novellen-bibliotheek is een novelle van Win. de Bruijn, getiteld Wanhoop. In het Rotterdamsch Schaakgenootschap wordt een doorloopendo wedstrijd gehouden in het nauwkeurig opteekenen der partij. Eun avond in de maand, gedurende vier achtereenvolgende maanden, wordt aan dezen opschrijf-wedatrijd besteed. Hot doel is, om de leden vertrouwd te maken met de notatie, die bij velen moeielijkheden oplevert. Voor mrrcctf notatie en ynwuiincu partij worden elk 2 punten, voor notatie met n fout l punt toe gekend. Aan remise partij wordt l o punt toegewezen. Deze punten zullen te zamen, aan het einde van den wedstrijd beslissen over de prijzen. De nieuw opgerichte Divan Chess Associaton" speelde zijn eerste match op 15 Mei jl. en wel tegen de City of London Chess Club''. De uitslag was als volgt: City of London Club. 1/2 Lawrence . . . 1/3 O Dr. Smith ... l l Physick .... O l Bellingham ... O Wagner ....In Dr. Ballard. . . Masters. Lasker. . , . Gunsberg. Teichmann . . Mason .... Van Vliet. . . insley . . . Guest . . . . Fenton. . . . Tietjen Cole . De met * gemerkte partijen zijn niet gespeeld. 4 4 Op 30 Mei as. spelen de meesters een dergelijke match met de beste spelers der Metropolitan Chess Club". Steinitz vierde zijn 60n verjaardag op 14 Mei bij Simpson te Londen en amuseerde zich o. a. niet het spelen van eenige onschuldige partijtjes domino met Lasker. 't Was de moeite wsard de beide meesters gade te slaan; naar Steinitz gezicht te oordeelen, zou men gemeend hebbeo dat honderde ponden op 't spel stonden; maar Steinitz scheen 't als een cerezaak te beschouwen Lasker hierin de loef af te steken. Vrijdag 15 Mei vertrok Steinitz naar New York. De mogelijkheid bestaat dat de ex-champion aan den wedstrijd op 19 Juli te Neurenberg deelneemt. Hij schreef zijn jongste nederlaag tegen Lasker voornamelijk aan gebrek aan oefening toe en hij wil daarom zorg dragen in October te Moskou beter beslagen op 't ijs te komen. di-OPENING gespeeld op den wedstrijd te Londen. Wit: R. J. Loman. Zwart: Creswell. l «14 <!."> 2 c3 e6 3 P f3 P f6 t R d3 R d6 5 P bd2 P e6 6 e4! del: 7 P et: P e4: Beter was K o? enz. 't Paard is noodig ter bescherming van den K.-vleugel. 8 R e4: 9 c3! R e7 R f6 9 U c6 : f, oeG: 10 P e5, U b7 11 D f3, 0-012 P cG: 13 D eG:, D d4: met vrij gelijk spel. 10 R e3 P c7 11 h4 P d5 12 R d2 h6 13 g4 c6 14 D e2 D d6 Inhoud van Tijdschriften. Inhoud Kigen Haard No. 21 (23 Mei) : Uit Licht in Duisternis, door H. van Lingen. (Slot). De Geestelijkheid in Atjeh, door G. B. Hooyer. Het vertrek di r troepen naar Atjeh (met afbeeldingen). Frans Coenen, door Daniël de Lange. ? Frans Coenen, naar de schilderij van Thérèse Schwartze. Klaas Verloop, door W. van Nes. L Een Unicum (de Nederlandsche school voor Nijverheid en Handel te Enschede), door J. Kuyper (met afbeeldingen). I. Ver scheidenheid. Correspondentie. Feuilleton. Advertentiën. Maandlilad tegen de Kwakzalf erij. Mei '96. Genezing van Epilepsie door Dr. Ph. Fr. A. Quante te Warendorf, (Westfalen). IIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIII11IIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitmiiiiiiiiiHiii g In een hoofdartikel in liet Nieuws van den Dag van eenige dagen geleden, wordt gezegd, dat sTrilby", het tooneelstuk van Engelschen bodem tot ons gekomen, wansmaak is, en dat, als men om de eene of andere reden dergelijke stukken moet vertoonen, het beter is dat geen ernstig man zich van nu voortaan meer met het tooneel inlate. Het hoofdartikel voornoemd noemt «Trilby" griezelig, en de schrijver is »deswegens" ver ontwaardigd. In het nummer van het Zondagsblad van het zelfde N. r. d. Dag van 3 Mei jl. lees ik onder den mooien titel Dierenleven zonder kop", onder meer dit: »Als aan eene vlieg de kop wordt afgenomen, staat zij als verwonderd stil ... huppelt dan dom heen en weer . . . vliegt onzeker rond .. . Vlinders en kevers loopen en vliegen ook nog zonder kop... Een natuuronderzoeker hield den afgesneden kop van een schalebijter, 48 uren na de ampu tatie, in de zon, en bespeurde, dat die na weinige seconden weer begon te leven . .. «Eenden, wien de kop is afgesneden, vliegen en fladderen insgelijks nog.... ganzen loo.pen zonder kop nog zeer ver ... Een kalkoensche haan, wien de kop was afgeneden, stapte voort, en lichtte een poot naar den hals. 3 .... Dergelijke proefnemingen heeft men ook met schapen en kalven gedaan." Ik vind dit, n als mensch, n ais dierenbe schermer, vrij griezelig, ik vind 't niet erg zede lijk bovendien zooiets te publiceeren. Ik zie onze aankomende jongens al, op instigatie van het X f. d. DIIIJ, dergelijke experimenten nemen, en ik denk dan aan hetgeen ik wel eens gehoord heb over het tegengaan of aankweeken van wreedheid of hardvochtigheid bij de jeugd, en aan wat men wel eens beweerd heeft van menscben die dit laatste doen ... En dan word ik op mijn beurt verontwaardigd omdat ik het griezelig vind, en ik zeg: van het oogenblik af dat het X. r. d. J), dergelijke proefnemingen publiceert, was het maar beter dat geen ernstig man zich meer met een dergelijke redactie be moeide. Wegens het niet eer kunnen vinden van het griezelige nummer van dit «Zondagsblad", eerst thans ingezonden. Utrecht, 19 Mei 189(1. W. G. F. A. VAN SOKGEN. iiiittiiiiiitmimmiimiiiiimiuimiiii 15 0-0-0 P f4 16 D f4 P do 17 ga R e7 18 g6! De winnende zet. 19 f5 20 P f7 D c7 21 R d5:! ed5 : 22 1) e2 T g8 23 T del R c8 24 K bl! K f 8 mitmiiiiiiiiiiiimiiiiiimimiiiiiiiiittn 25 R f4 D d7 26 R d6 Beter dan 26 D e7 : f, D e7: 26 H dG, D d6 : 27 P dC :, R d7. De zet in den tekst forceert mat in weinige zetten. 26 R do: 27 P d6 : D e6 28 D e6 : R e6 : 29 T e6 : en mat in 3 zetten. RAADSHEER GAMBIET. C.-W. Groep A. Wit: Jhr dr D. v. Foreest. Zwart: Dr A. v. Hhijn, Oosthuizen. Leiden. l e4 e5 17 R d&! P a5 ?» f4 i>f4 ? 18 P a7 : f K b8 « « I - 19 P c6f P c6: 3 B «4 do 20Bc<$: R cS 4 R da : D Il4 f b6 dan 21 D b5, K a7 5 K fl ga 22 H e4 en 23 D c6 en 6 P c3 R g7 wint. (Red.) 7 d4 P e7 21 R e4 8 P f 3 D h5 T c7 8inS niet wegens 9 h4 h6 « d* = t- (lied.) 10 R <-4 21 D S» Of 10 K gi, D gG- 22Dg8: T hg8: 11 R c4! enz. (lied.) 24 llgo : hg5 : 10 R g4 24 P ga: R d4: f 11 P bó 25 cd4: T g5: Minder met 't oog op 26 R f 4 : T 1)5 c7 dan op c3, wat noodig "27 K e3! is tor versterking van 't Zeer juist gezien. De centrum. Op D d3 of d-pion is meer waard dan K f2 zou zwart met P bcG <je b-pion, daar hij 't wit tot e5 noodzaken, wat paard 't veld c5 afsnijdt. 't veld f 5 voor 't paard yVit kan na Tb2: afruil zou openen. (Rod.) der torens forceeren, 11 P il6 waarna de open b-lijn 12 K f b 0-0-0? van groot gewicht is, Betor was 0-0 gevolgd vooral wegens't beletten door T d8 en eó. (lied.) van P b-1. 13 c3! 27 Tb2: P a7 : f ? dan K b8 14 28 T ebl ! T bl: P b5, eG enz. (Red.) 29 T bl: K a7 13 D g6 30 g4: c5? 14 D b3! 31 dc5: T e8 P a7 : f 1 d-? K b8 14 6u zwart geeft op. P b5, cG 15 P a3. P cö! Qp P c5: wint R c7 en met geweldigen aanval. K bG f. 31 T g8 dan (Red.) 32 c6!, bc6: 33 R c6:, 14 P C6! T g4: 34 K f3! en R D el: ging natuurlijk e3 f en wint. niet wegens T el. (D. v. F.) 15 R f7; D e4 : Dit ia de eenige wer16 T ('l D h7 kelijk interessante partij Op D d3 zou 17 H c4, die ona tot nog toe uit D g6 18 ha! gevolgd den C.-W. onder oogen zijn. (D. v. F.) kwam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl