Historisch Archief 1877-1940
No. 987
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een Veitoningstoclit.
Twee dappere krijgers vereenigden hun krachten
ter verovering van die gewichtige plaatsen, welke
een plaats in de literatuur en een plaats in het
hart des lezers heeten 1). Gedachtig voorzeker
aan het Homerische woord: twee man zien mér
en beraden zich beter dan n, volgden z\j het
voorbeeld van Diomedes en Odysseus, en samen
betraden zy 't oorlogspad om stelling en plannen
des vtfands te verkennen.
Nu, wanneer de heeren Röpcke en Van Hoy
tema het even goed treffen als hun Homerische
voorgangers en een slapende afdeeling overvallen
kunnen, dan wellicht zal hun verkenning als een
triomftocht afloopen, maar het is hun geraden,
geloof ik, zich ver van de wakenden te houden,
zoo men naar deze expeditie althans de kracht
van hun wapenen meten moet. Want sterk alleen,
naar m\j schjjnt, is de onverstoorbaarheid waar
mee beide heeren hun bladzijden volschrijven
zonder te vragen noch naar een eigen cachet
van waarnemen en gewaarworden, noch naar
eenige letterkundige voornaamheid, zonder te
onderscheiden tusschen eenvoud en
gemeenplaatserigheid, tusschen zuivere taal en vulgaire
beschaving.
Daar wordt gesproken van een «diner, gekruid
door een opgewekt discours", van «de
traditioneele kop koffie met bybehoorend likeurtje";
van dames in een vertrek heet het: »vrool\jk
dwarrelden over het mollige tapijt de slanke
figuurtjes in lichte toiletjes gehuld"; van een
knecht, die thee presenteert, dat hij «de dames
het geurige vocht in smaakvolle Japansche kopjes"
aanbiedt.
Een jong meisje met een «interessant" gezichtje
«staart droomend" met »de zielvolle, blauwe
oogen" naar een schilderij. Zjj wendt »het blonde
kopje" naar een heer, die haar over het doek
aanspreekt, [en zegt dat «het geheel den meester
verraadt."
Ik haal al deze voorbeelden uit twee bladzijden,
en als de lezer er nu by weet, dat deze
bladzy'den tamelyk wel kenmerkend voor het geheel
zy'n, zal hij begrijpen, waarom ik de schetsen
van de heeren Röpcke en Van Hoytema durfde
kwalificeeren gely'k ik deed*. Evenwel wil ik
hun zelven gaarne nader rekenschap geven.
Waarom is de uitdrukking »een diner, gekruid
door een opgewekt discours" vulgair van be
schaving ? Vooreerst is het vulgair om van
discours te spreken, waar men even goed gesprek
zeggen kan, omdat discours nog niet een gangbaar
bastaardwoord is, en het zeker een goedkoope
voornaamheid is om het gesprek van deftige
menschen (er is zelfs een freule by') met een
Franschen term aan te duiden. Dan is de uit
drukking «gekruid door" een versleten beeld,
zóó versleten, dat de schryver zelf niet merkt
1) Op verkenning. Schetsen van Edouard
Röpcke en Willem van Hoytema. Deventer,
Joh. H. W. Kreunen.
6d« Jaargang. 24 Mei 1896
Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres:
Stonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiimiiiiiniiiiiii
Van Emile Pradignat, te Saujon.
Vervaardigd voorden 3en Halfjaarl. Internationalen
probleemwedstryd in dit blad.
No. 336. Mat in drie (3) zetten.
a bcdefgh
Wit K al, T c4, E dl en f2, P b6 ; a2, dG, g2 en
g3 = 9.
Zwart K d3, P f6; d2, d7, e5 en g4 = 6
Oplossing van No. 334 (Dr. Gold) l D b5 enz.
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (1) ; Prof
Berger, Graz (1); C. T. v. Ham, Gorredijk (1); H.
Mendes da Costa, Amsterdam (2); Wara-Atty",
's Hage (2); P. D. van Zeeburgh, Groningen f 3); E.
Wieling, Groningen (2); R. E. E. Amsterdam (2); S. te
Gorssel (1); J. de G. te Amsterdam (1); H. J. den
Hertog te Amsterdam (2).
Beoordeelingen van NOS. 333 en 334.
Beoordeeling No. 333. Schuckink Kool.
Een opstelling als die van dit probleem doet on
eindig veel meer verwachten Uan het weinigje, dat
het werkelijk geeft. Ik had nog zoo'n stille hoop, dat
er zoo iets ala 1. Te4, fe6: 2. Tf5, ke4: 3. Dc2± en
de oplossing zou kunnen komen, maar het onderzoek
van l?, ke4: leerde onmiddellijk, dat ik meer aan
componeeren dan aan 't oplossen was geweest.
H. J. den Hertog.
hoe men by een goeden maaltijd eerst stoffelijke
kruidery en dan geestelyke verwacht. Alles te
samen is de bepaling «gekruid door een opgewekt
discours" een dier goedkoope gekunsteldheden,
die men zeker wel menigmaal hoort zeggen, maar
als men dan den spreker aanziet, dan zal -men
een gedwongen lachje by hem opletten, getuigend
van zy'n besef, dat hy een geestigheid zegt, die
eigenlyk niet bijzonder geestig is.
Zooveel woorden zy'n er noodig om n uit
drukking te kritiseeren. Maar nu kan ik ook
beknopter zy'n. Van een kop koffie behoeft men
niet te zeggen dat hij traditioneel, noch van
een likeurtje dat het liijbehoorend is, noch van
beiden te saam dat zij genoten worden. Dat
zijn allen grappige versierselen zonder waarde,
en daarom hinderlijk. Hinderlijk is het om thee
als een geurig voclit aangeduid te zien, en on
uitstaanbaar van goedkoopen opschik zijn de
smaakvolle Japansche kopjes.
Een «interessant gezichtje" is een slappe mode
uitdrukking. «Zielvolle blauwe oogen" en «droo
mend staren" is gepoëtiseer uit den
schellingsbazar; »een blond kopje" zegt men liefst enkel
van een meisje, by wie men een blauwtje wil
loopen. En ik voor my geloof niet aan het be
staan van een aardig meisje, dat van een schilderij
zegt, dat het «den meester verraadt", en van volk>
dat het «zich op den achtergrond verdringt."
Aangenomen echter dat de heeren schrijvers
de hier genoemde bezwaren als juist erkennen,
zij zullen wellicht betwijfelen of het aangaat hun
schetsen geheel naar de woordenkeus te beoordeelen
en vragen of men ook niet naar andere dingen
moet zien, naar verhaal, teekening van personen,
dramatiseering van toestanden, en vooral bij het
werk van hen, die zich als beginners voordoen
en zelf hun eersten tocht een verkenning noemen.
Ik ben het volkomen met hen eens, er moet ook
naar andere dingen gezien worden, maar zeker
had ik niet de twee genoemde bladzijden ken
merkend voor het geheel genoemd, zoo er niet
in haast alle punten gemeenplaatsigheid en goed
koope opschik viel aan te wijzen.
Waarlijk, rekenen de heeren op wakende lezers,
als zij hun publiek een schets voorleggen als Bij
den Vettisfos, en dan goedkeuring vragen ? Voornaam
schrijfwerk kan alles schoon maken, ook het
meest afgezaagde geval, maar aangenomen wordt
thans, dat het eigenlijke schrijven niet de kracht
der twee heeren is, en wat is dan de aanbe
veling dier vertelling? Wien kan het schelen
om te hooren van twee Noorsche gidsen, die om
een meisje kibbelen en vechten, als niet op zijn
minst wat talent van dramatiseering in het ver
haal is ? Maar dat ook in het dramatiseeren de
schrijvers niet sterk zijn, blijkt wel daaruit, dat,
het meisje in haar grootste verontwaardiging en
toorn niets treffenders weet te zeggen, dan :
«Ga, moordenaar ! Al wat me lief was, heb jij
vernietigd; zijn vrouw zou ik geworden zijn....
eijn vrouw dat had 'k hem beloofd Van
hem hield 'k veel en van niemand anders....
Beoordeelingen No. 334. Dr. S. Gold.
1. Db5 enz.
Cijfer: 2.
No. 334 ist weder in der Idee noch in der
Aufstellung von Bedeutang.
Job. Berger.
Ein Zweizüger der sich nicht ber den
Durchschnitt der Zeitungsprobleme erhebt; wenig geeignet
für ein Turnier.
C. Kockelkorn.
't D. offer is erg plomp en de dreiging: Db8, Dd2
of De8 te veel in 't oogvallend.
C. T. v. Ham.
De eerste zet ligt voor de hand, en matstellingen
van bijzonder belang zijn er niet.
H. J. den Hertog.
TWEEDE NAT. COBRESP.WEDSTRIJD.
Vier-en-dertigste zet van Zwart.
10
A
P d5:
? ? ? *
Dc5f
T d5
T' cï»8
D g6
D (16
R e4:
a
T d8
P f8
? * ? ?
P c4
b5
K dof
i opgave
tj
b5
P c7
ontvangen
it
c6
r
R d4
Tel f
T e8
P a4
R e5
P g6
J. J. S.
UIT DE SCHAAKWERELD.
In den wedstrijd te Londen is Teichmann nagenoeg
zeker van den len prijs. Hij won achtereenvolgens
5 partijen en is bovendien veel sterker dan een zgnor
tegenstanders. Na hem staat Lee 't beste en ver
volgens de redacteur, wiens eerste 8 partijen toeval
ligerwijze nauwkeurig 't zelfde verloop hadden als
zijn 8 partijen van den jongsten wedstrijd te Arnhem
n.l. O O l 1/2 l l l 1.
Overzicht van
den wedstrijd in
Simpson's Divan
te Londen.
Bird ....
Creswell. . .
Dr. Farrow" .
Fenton . . .
Ingoldsby . .
Lee ....
Loman . . .
Mortimcr . .
Muller . . .
Rolland . . .
Teichmann .
Yan Vliet . .
?d
M
1
1
0*
1
0
1
0
0
1
'S
<D
o
i 'o
o"
1
1
0
1
1
0
1
o
es
n
0
'/2
'/o,
1
0
1
?f,
a ?«
1
g g>
Pn i?i
0 1*
l/o 1*
r"
l'o 1
0 1*
1 1*
1*
1
1
O
1-1
0
0
l'o
0
0
0
1
1/2
a
co
a
o
l-l
1
0
l'o
o"
1
0
0
0
"2
^
i
'-S
o
0
1
1
0*
1
1
1
0
*- 'S
2 JS
2 "o
S K
1 1
0 0
0 1
0
0*0*
1
1 1
0
^
0
1 1
1 1
3
ei
a
a
CJ
o
H
0
1
0
0
0
0
0
CD
ij
>
0
0
1/2
r.,
l"
0
0
?i
31/2
3
3 l'o
0
6
6
3
5
3
6
5
Ga heen en laat me voortaan met rust... 'k wil
je niet meer zien ellendeling !"
Inderdaad, het werk van beide heeren doet
denken aan een oleografie. In het groot en het
grof is een oleografle niet zonder nauwkeurig
heid, maar men vindt er in noch gevoelig
heid voor iets anders dan grove schakee
ringen, noch persoonlijkheid van opvatting,
noch begrip van kunst. En het werk wordt er
er niet beter door, dat de sctiryvers beproeven
om diepzinnig en zwartgallig en wanhopig te
zijn; dat zij over het ongeluk der aarde kermen
en het noodlot verwenschen. Want ook over
ongeluk en noodlot is reeds zeer veel gezegd, en
niemand wordt meer geroerd door een verhaal
van een geneesheer, die kort voor zijn huwlijk
overreden wordt, en van een jongmensch die
verdrinkt, juist als hij op weg is een lief meisje
te veroveren. Er is een zekere kunst noodig om
met diergelijke feiten een wereldproces te
symboliseeren, en die kunst is niet in de schetsen
te vinden.
Een feit is echter, dat hier en daar iets beters
voor den dag komt. Er is een beschrijving van
een haardvuur, met iets treffends van zien, en
iets aardigs in de voordracht:
«Knappend en knetterend murmelden de hout
blokken in den haard hun liedje van gezelligheid,
terwijl nu en dan kleine vonkjes vroolyk door
elkaar sprongen en krijgertje speelden om de
wijzere, als een vurige tong omhoog lekkende
vlam, die, na ernstig het hoofd geschud te hebben
over hun dartelheid, zacht wegstierf."
Deze beschrijving is er, en er is een geheele
schets, die schijnt te bewijzen, dat het den heer
van Hoytema geraden is om zich te houden aan
herinneringen uit het soldatenleven. Korporaal
Kastanje is goed gezien, naar het mij schijnt, in
zijn drukte, zijn ijver, en zijn gewichtigheid, en
de heer Van Hoytema heeft een kleine gebeur
tenis kunnen waarnemen, die hij niet behoefde
op te smukken met zwartgalligheid en wanhoop.
In dezelfde schets vindt men ook meer soberheid
van natuurbeschrijving.
Zóó ongeveer is, naar mijn inzicht, het oordeel
dat men over den verkenningstocht van de heeren
Ilöpcke en Van Hoytema moet uitbrengen. Mis
schien echter vinden zij elders beter onthaal.
Cii. M. VAX DKVKNTKK.
Thans is de catalogus verschenen van de Auctie
van der Meij, van Haren Noman, Oudemans
enz., door de firma Burgersdijk en Niermans te
houden. De verkoopdagen zijn van l tot 8 Juni,
de kijkdagen 2!) en ,'30 Mei. De catalogus telt
ongeveer 3500 nummers.
Van Sijthoff's Vondel-editie verscheen de 4()ste
aflevering. Zij bevat het slot van Aeneïs, en het
begin van Oedipius Kex.
No. 70 van Warendorfs Novellen-bibliotheek
is een novelle van Win. de Bruijn, getiteld
Wanhoop.
In het Rotterdamsch Schaakgenootschap wordt een
doorloopendo wedstrijd gehouden in het nauwkeurig
opteekenen der partij. Eun avond in de maand,
gedurende vier achtereenvolgende maanden, wordt
aan dezen opschrijf-wedatrijd besteed.
Hot doel is, om de leden vertrouwd te maken met
de notatie, die bij velen moeielijkheden oplevert.
Voor mrrcctf notatie en ynwuiincu partij worden
elk 2 punten, voor notatie met n fout l punt toe
gekend. Aan remise partij wordt l o punt toegewezen.
Deze punten zullen te zamen, aan het einde van
den wedstrijd beslissen over de prijzen.
De nieuw opgerichte Divan Chess Associaton"
speelde zijn eerste match op 15 Mei jl. en wel tegen
de City of London Chess Club''. De uitslag was als
volgt:
City of London Club.
1/2 Lawrence . . . 1/3
O Dr. Smith ... l
l Physick .... O
l Bellingham ... O
Wagner ....In
Dr. Ballard. . .
Masters.
Lasker. . , .
Gunsberg.
Teichmann . .
Mason ....
Van Vliet. . .
insley . . .
Guest . . . .
Fenton. . . .
Tietjen
Cole .
De met * gemerkte partijen zijn niet gespeeld.
4 4
Op 30 Mei as. spelen de meesters een dergelijke
match met de beste spelers der Metropolitan Chess
Club".
Steinitz vierde zijn 60n verjaardag op 14 Mei bij
Simpson te Londen en amuseerde zich o. a. niet het
spelen van eenige onschuldige partijtjes domino met
Lasker. 't Was de moeite wsard de beide meesters
gade te slaan; naar Steinitz gezicht te oordeelen, zou
men gemeend hebbeo dat honderde ponden op 't spel
stonden; maar Steinitz scheen 't als een cerezaak te
beschouwen Lasker hierin de loef af te steken.
Vrijdag 15 Mei vertrok Steinitz naar New York. De
mogelijkheid bestaat dat de ex-champion aan den
wedstrijd op 19 Juli te Neurenberg deelneemt. Hij
schreef zijn jongste nederlaag tegen Lasker
voornamelijk aan gebrek aan oefening toe en hij wil daarom
zorg dragen in October te Moskou beter beslagen op
't ijs te komen.
di-OPENING
gespeeld op den wedstrijd te Londen.
Wit: R. J. Loman. Zwart: Creswell.
l «14 <!.">
2 c3 e6
3 P f3 P f6
t R d3 R d6
5 P bd2 P e6
6 e4! del:
7 P et: P e4:
Beter was K o? enz.
't Paard is noodig ter
bescherming van den
K.-vleugel.
8 R e4:
9 c3!
R e7
R f6
9 U c6 : f, oeG: 10 P
e5, U b7 11 D f3, 0-012
P cG: 13 D eG:, D d4:
met vrij gelijk spel.
10 R e3 P c7
11 h4 P d5
12 R d2 h6
13 g4 c6
14 D e2 D d6
Inhoud van Tijdschriften.
Inhoud Kigen Haard No. 21 (23 Mei) : Uit
Licht in Duisternis, door H. van Lingen. (Slot).
De Geestelijkheid in Atjeh, door G. B. Hooyer.
Het vertrek di r troepen naar Atjeh (met
afbeeldingen). Frans Coenen, door Daniël de
Lange. ? Frans Coenen, naar de schilderij van
Thérèse Schwartze. Klaas Verloop, door W.
van Nes. L Een Unicum (de Nederlandsche
school voor Nijverheid en Handel te Enschede),
door J. Kuyper (met afbeeldingen). I. Ver
scheidenheid. Correspondentie. Feuilleton.
Advertentiën.
Maandlilad tegen de Kwakzalf erij. Mei '96.
Genezing van Epilepsie door Dr. Ph. Fr. A.
Quante te Warendorf, (Westfalen).
IIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIII11IIII
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitmiiiiiiiiiHiii
g
In een hoofdartikel in liet Nieuws van den
Dag van eenige dagen geleden, wordt gezegd,
dat sTrilby", het tooneelstuk van Engelschen
bodem tot ons gekomen, wansmaak is, en dat,
als men om de eene of andere reden dergelijke
stukken moet vertoonen, het beter is dat geen
ernstig man zich van nu voortaan meer met het
tooneel inlate.
Het hoofdartikel voornoemd noemt «Trilby"
griezelig, en de schrijver is »deswegens" ver
ontwaardigd.
In het nummer van het Zondagsblad van het
zelfde N. r. d. Dag van 3 Mei jl. lees ik onder
den mooien titel Dierenleven zonder kop",
onder meer dit:
»Als aan eene vlieg de kop wordt afgenomen,
staat zij als verwonderd stil ... huppelt dan dom
heen en weer . . . vliegt onzeker rond .. . Vlinders
en kevers loopen en vliegen ook nog zonder kop...
Een natuuronderzoeker hield den afgesneden
kop van een schalebijter, 48 uren na de ampu
tatie, in de zon, en bespeurde, dat die na weinige
seconden weer begon te leven . ..
«Eenden, wien de kop is afgesneden, vliegen
en fladderen insgelijks nog.... ganzen loo.pen
zonder kop nog zeer ver ... Een kalkoensche
haan, wien de kop was afgeneden, stapte voort,
en lichtte een poot naar den hals.
3 .... Dergelijke proefnemingen heeft men ook
met schapen en kalven gedaan."
Ik vind dit, n als mensch, n ais dierenbe
schermer, vrij griezelig, ik vind 't niet erg zede
lijk bovendien zooiets te publiceeren. Ik zie
onze aankomende jongens al, op instigatie van
het X f. d. DIIIJ, dergelijke experimenten nemen,
en ik denk dan aan hetgeen ik wel eens gehoord
heb over het tegengaan of aankweeken van
wreedheid of hardvochtigheid bij de jeugd, en
aan wat men wel eens beweerd heeft van
menscben die dit laatste doen ... En dan word ik
op mijn beurt verontwaardigd omdat ik het
griezelig vind, en ik zeg: van het oogenblik af
dat het X. r. d. J), dergelijke proefnemingen
publiceert, was het maar beter dat geen ernstig
man zich meer met een dergelijke redactie be
moeide.
Wegens het niet eer kunnen vinden van het
griezelige nummer van dit «Zondagsblad", eerst
thans ingezonden.
Utrecht, 19 Mei 189(1. W. G. F. A. VAN SOKGEN.
iiiittiiiiiitmimmiimiiiiimiuimiiii
15 0-0-0 P f4
16 D f4 P do
17 ga R e7
18 g6!
De winnende zet.
19 f5
20 P f7 D c7
21 R d5:! ed5 :
22 1) e2 T g8
23 T del R c8
24 K bl! K f 8
mitmiiiiiiiiiiiimiiiiiimimiiiiiiiiittn
25 R f4 D d7
26 R d6
Beter dan 26 D e7 : f,
D e7: 26 H dG, D d6 :
27 P dC :, R d7. De zet
in den tekst forceert mat
in weinige zetten.
26 R do:
27 P d6 : D e6
28 D e6 : R e6 :
29 T e6 :
en mat in 3 zetten.
RAADSHEER GAMBIET.
C.-W. Groep A.
Wit: Jhr dr D. v. Foreest. Zwart: Dr A. v. Hhijn,
Oosthuizen. Leiden.
l e4 e5 17 R d&! P a5
?» f4 i>f4 ? 18 P a7 : f K b8
« « I - 19 P c6f P c6:
3 B «4 do 20Bc<$: R cS
4 R da : D Il4 f b6 dan 21 D b5, K a7
5 K fl ga 22 H e4 en 23 D c6 en
6 P c3 R g7 wint. (Red.)
7 d4 P e7 21 R e4
8 P f 3 D h5 T c7 8inS niet wegens
9 h4 h6 « d* = t- (lied.)
10 R <-4 21 D S»
Of 10 K gi, D gG- 22Dg8: T hg8:
11 R c4! enz. (lied.) 24 llgo : hg5 :
10 R g4 24 P ga: R d4: f
11 P bó 25 cd4: T g5:
Minder met 't oog op 26 R f 4 : T 1)5
c7 dan op c3, wat noodig "27 K e3!
is tor versterking van 't Zeer juist gezien. De
centrum. Op D d3 of d-pion is meer waard dan
K f2 zou zwart met P bcG <je b-pion, daar hij 't
wit tot e5 noodzaken, wat paard 't veld c5 afsnijdt.
't veld f 5 voor 't paard yVit kan na Tb2: afruil
zou openen. (Rod.) der torens forceeren,
11 P il6 waarna de open b-lijn
12 K f b 0-0-0? van groot gewicht is,
Betor was 0-0 gevolgd vooral wegens't beletten
door T d8 en eó. (lied.) van P b-1.
13 c3! 27 Tb2:
P a7 : f ? dan K b8 14 28 T ebl ! T bl:
P b5, eG enz. (Red.) 29 T bl: K a7
13 D g6 30 g4: c5?
14 D b3! 31 dc5: T e8
P a7 : f 1 d-? K b8 14 6u zwart geeft op.
P b5, cG 15 P a3. P cö! Qp P c5: wint R c7 en
met geweldigen aanval. K bG f. 31 T g8 dan
(Red.) 32 c6!, bc6: 33 R c6:,
14 P C6! T g4: 34 K f3! en R
D el: ging natuurlijk e3 f en wint.
niet wegens T el. (D. v. F.)
15 R f7; D e4 : Dit ia de eenige
wer16 T ('l D h7 kelijk interessante partij
Op D d3 zou 17 H c4, die ona tot nog toe uit
D g6 18 ha! gevolgd den C.-W. onder oogen
zijn. (D. v. F.) kwam.