Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 988
Aartshertog Karl Lnüwii, t
-de overleden broeder van Keizer Franz Joseph
van Oostenrijk.
Rjjkspostspaarbank.
Den Isten Juni treedt de de nieuwe wet op de
Rijkspostspaarbank in werking. Met het oog daarop
kan het z\jn nut hebben, er aan te herinneren, dat
thans volgens Art. 3 ten name van denzelfden
inlegger, eene som van f 1200 b\j genoemde in
stelling rentegerend kan worden belegd, terwijl
dat bedrag tot f 2400 kan sty'gen, indien het
inlagen geldt ten behoeve van vereenigingen, stich
tingen en fondsen van maatschappelijk of gods
dienstig belang, of tot onderling hulpbetoon.
(Gelijk men weet, bedraagt het rentegevend
'maximum thans f 800, en is het dus met / 400
respectievelijk f 1600 verhoogd.)
voor de vrouwen onder de inleggers zal het
bovendien nuttig kunnen zyn te weten, dat thans de
gelden door haar in de R. P. S. gedeponeerd,
alleen door haar of haar gemachtigden kunnen
worden opgeëischt, maar dat haar man niet krach
tens het gewone burgerlek recht, ook al is hij
in gemeenschap van goederen gehuwd, over dat
geld kan beschikken.
De inleg bedraagt op het oogenblik vijftig
millioen gulden.
Het Sebastiaan Bach-Orgel te Arnstadt.
Alle zangvereenigingen te Arnstadt hebben in
vereeniging met andere muziekvrienden, onder
voorzitterschap van Arthur Rehhein een comit
gevormd om het Bach-orgel in de Bonefaciuskerk,
dat onder de schoonste orgels van Thüringen
gerekend wordt wegens zijn rijkdom van schoone
registers, voor ondergang te redden. Terzelfder
tyd zal een gedenksteen in de kerk en in het
woonhuis van Bach worden geplaatst.
Daar er eene som van 10.000 Mark noodig is,
zal dezen zomer een gróót concert gegeven wor
den, waarvoor reeds zeer bekende krachten hunne
medewerking hebben toegezegd.
Bach is van 1703 tot 1707 als organist aan de
Nicolaïkerk werkzaam geweest en heeft hier den
grond gelegd tot zijn latere beteekenis als orgel
componist en orgelspeler.
Vele van zijne orgelcompositiën zijn in Armstadt
ontstaan.
BOEKAANKONDIGING.
Bij de firma Gebr. Schröder (H. Gerlings) te
Amsterdam, is verschenen een brochure, Wan
hoop en misdaad, waarin het geval wordt be
schreven van de ongehuwde moeder, die met haar
kind zich trachtte te verdrinken. Men weet dat
z\j voor den rechter werd gedaagd en veroor
deeld. Haar advocaat mr. L. H J. Lambrechts
Hurrelbrinck nu in de auteur dezer novelle, die
als begeleidend stuk zal dienen bij een verzoek
om gratie aan de koningin-regentes. De winsten
komen ten bate der veroordeelde.
Inhoud van Tijdschriften.
Inhoud: Eiyen Haard, No. '22, 30 Mei. Ont
goocheling, door Avanti. Mr. A. J. Enschedét
?(met portret) ? Het stelsel-Deijkerhoif, door
G. B. Hooijer (met afbeeldingen). Klaas Ver
loop, door W. van Nes (slot). Een Unicum
(de Nederlandsche school voor Nijverheid en Han
del te Enschede), door J. Kuyper (met afbeel
dingen). Slot. Clara Schumann f (met portret
van Robert en Clara Schumann). Verscheiden
heid. Feuilleton. Advertentiën.
Inhoud van het Mei-nummer van To Morrow.
The Education Bill, I, by Ernest Gray M. P.,
II by the Rev. Hughes M. A. The organization
of the liberal party by L. A. Atherley Jones
M. P. The Londen school Board by the Rev.
Stewart D. Headlans; The Noble Art. III The
question of temperament by Stanley Jones's Music
by Louis Grin.
John Buil in Egypte.
(Pad:)
Les amis de nos aiis sont nos amis.
(Utk.)
Nu Rusland zoo'n warme vriend van China is
geworden, moet Madame la République met den
staartdrager....
J os, Theud, Dlaasnran aan
Jtilius Pruttel man Broiuineijer.
Rotterdam, Pinkster drie.
Waarde Bromrne i j er!
Ik geloof niet ver ruis te zijn als ik ver
onderstel, dat je nogal invloed hebt op de
redactie van het Groene Weekblad. Ik weet
niet, of je geld erin hebt, maar al heb je dat
niet dan moeten je onwaardeerbare mede
werking, de indruk van je persoonlijkheid,
je talrijke relaties toch oorzaak zijn dat ze
naar je luisteren. Daarom wou ik je bemidde
ling inroepen om de redactie een goeden raad
te geven. Je weet dat ik als cargadoor op
de hoogte kan zijn met de stemming hier in
Rotterdam. Die stemming wordt bepaald door
ons, de beursmannen; ambtenaren hebben
hier niets in te brengen; officieren en rente
niers zijn er niet. Ik bedoel de stemming
onder den beschaafden stand; over het volk
spreek ik niet; je zult straks hooren waarom.
Wat ik zeggen wou is dit. De redactie is
aardig bezig het hier te verbruien. Ze mag
wel oppassen. Ze meent het waarschijnlijk
zoo kwaad niet, maar ik geloof dat ze erin
zal loopen. Ik heb het oog op dat heertje,
dat verleden week voor den tweeden keer haar
een brief geschreven heeft, dien meneer Bol.
Ik geloof, dat dat ventje niet te vertrouwen
is. Dat doet zich voor als een tevreden
burger, maar intussche.n ! Als je buitenaf staat,
dan merk je dat misschien zoo niet, maar
hier hebben we drommels goed in de gaten
dat die meneer lang zoo tevreden en zoo
onschadelijk niet is als hij zich voordoet. Ik
heb geen gelegenheid om zijn heelen brief na
te gaan, maar een voorbeeld is genoeg. Je
zult je herinneren, dat hij vol lof was over
een ingezonden stuk in de Nirmce.
llollcrdammer over de werkstaking. Die lof daar
was dunkt me een luchtje aan, maar dat wil
ik daarlaten. Waar ik op komen wou is dat
hij schrijft, dat dat stuk was van den secre
taris van de Kamer van Koophandel. Daar
is geen woord van waar. Er is niet eens een
De Monchy secretaris van de Kamer.
Reepmaker is de secretaris. Kr is een De Monchy
voorzitter, maar dat is een heele andere. Je
zult misschien zeggen, dat is een vergissing.
Morgen brengen, dat is geen vergissing, zeg
ik je; dat, heer heeft te kennen willen geven,
dat (ie Kamer zich heelcmaal niet met de
werkstaking bemoeid heeft en dat ze dat had
hooren te doen.
En bovendien, als de redactie haar lezers
over Rotterdamsche zaken wil inlichten, dan
behoeft ze toch niet bij een ambtenaartje
terecht te komen. Wij kooplui hebben wel
niet veel tijd; we werken hier harder dan
Welwillend aanbod.
Hy is gekomen om te blijven!
ficltocnjioetser (lot ncyvr) : »Poetsen, meneer 'i
Van onderen of van boven V"
jullie Amsterdammers, maar wat mij betreft,
ik zal altijd gaarne mijn best doen er een
half uurtje tusschenuit te breken als het er
om te doen is iemand inlichtingen te geven
die in 't voordeel kunnen zijn van onze
goede stad.
De redactie moet begrijpen dat je hier bij
den handel terecht moet komen, als je wat
weten wil. Dat is de eenige stand, die wat
te vertellen heeft. Het is misschien niet
kwaad als ik, in 't algemeen belang, eens
meedeel, hoe we hier het standyerschil hoog
houden. Je zou dat waarschijnlijk niet zoeken
in zoo'n nieuwe groote stad.
Alleouderegentenfamilies zijn uitgestorven of' verhuisd. De
Groeninseen,de van Zoelens.de Hogeridorpen,
de Van der Heims, allemaal weg.' En daarom
juist is het zoo aardig en zoo bemoedigend
om te zien hoe de nieuwe kooplui ernstig
streven, zich de patricische allures eigen te
maken en regentje te spelen.
In de eerste plaats hebben ze daarvoor
verschillende kleine middeltjes tot uitwendig
gebruik. De achternamen zijn hier meestal
kort en nogal plat en plebejisch. Dat blijkt
als je het adresboek opslaat. Ons adresboek
is heel dik, dikker nog dan het Arnsterdamsche,
hoewel de stad maar half' zoo groot is. Dat
komt omdat we hier niet, zooals jullie, de
achterbuurten overslaan. Ten bate van den
handel kan het nu eenmaal niet anders:
adressen van bootwerkers, sleepers, krassen
en bazen moeten erin staan. Dat heeft het
nadeel, dat iedereen dadelijk bespeuren kan,
hoe de namen der famieljes van de Wester
singel en den Eendrachtsweg en het Tweede
Nieuwe Werk ook gedragen worden in het
Achterklooster en de Erasmusstraat (die on
danks haar naam een ordinaire straat is);
en die van Rijkelui's Haringvliet ook pp het
Armelui's Haringvliet. Vroeger had je een
goed onderscheidingsteeken in het
kiezerssterretje voor de Tweede Kamer; maar dat
is te algemeen geworden en slaat op het punt
van. heeltmaal niets meer te gaan beteekenen.
Daarom hebben we er d i t, op gevonden:
Wat aan de achternamen ontbreekt, zoeken
we te vergoeden door de voornamen. Wie
een te algemeenen van heeft, schrijft een of
twee van zijn voornamen halfuit, zooals je
aan de onderteekening van dezen brief' kunt
zien. Door deze gewoonte wemelt het hier
van Jos. en Joh. en Ed. en Arn. en Jac.
Heb je bij ongeluk een te korten voornaam,
om er deze operatie op toe te passen, dan
zit er niet anders op dan hem voluit te
schrijven.
Voor de naambordjes wordt deze methode
aangevuld door een tweede. Je schrijft, de
naam van je vrouw onder de jouwe, net als
in de familie-advertenties. Ik heb almenigen
vreemdeling gesproken, die door deze gewoonte
dacht, dat ik Jos. Theod. Maasnmn Putter
heette; mijn vrouw is een juffrouw Putter. Je
begrijpt dat dit alles op een koperen naam
bord iedereen heeft hier een mooi gegra
veerd koperen naambord vrij wat beter
staat dan J. P. Maasman.
Het woord regent" ligt ons om zoo te
zeggen in den mond bestorven. Er is eens
een groote adresbeweging geweest van men
schen die niet wilden dat hun kinderen nog
langer overreden werden door een stoomtram,
die in volle vaart door drukke straten vliegt.
Maar toen werd er dadelijk in den raad
gnzegd, dat je je ,,als regent" aan zulke
adressen niet te veel storen moest. Zeg dat
eens in den Amsterdamschen gemeenteraad,
dat zet ik je! Dan zou je dadelijk de kranten
hooren. Maar dat is hier het geluk; er is hier
maar n behoorlijke krant en die bemoeit
zich nagenoeg niet met de gemeentezaken.
Van de publieke opinie hebben we hier dus
geen last; je hoort, haar niet.
Ik meen, dat in Amsterdam de namen regent
en regentes officieel alleen nog gebruikt
worden, als overblijfselen uit den pruikentijd,
bij wees- en oudemannen- en vrouwenhuizen ;
maar hier hebben we ze ook op nieuwe in
stellingen toegepast. Zoo heeten de leden der
damescommissie, die toezicht houdt op het
onderwijs in de vrouwelijke handwerken,
dames-regentesses" en dat de dames dien
naam niet voor niets dragen, maar ook weten
te kommandeeren als waren ze werkelijk
ouwerwctsche aehttiende-eeuwsehc reiientesses,
is juist dezer dagen gebleken. In een ,,missiye"
door hen gericht aan alle eerste onderwijze
ressen in de handwerken, opgenomen in de
N. IL Cl. van 20 Mei jl. 2e blad B, hebben
ze aan die juffrouwen verteld hoe ze in 't
vervolg les te geven hebben; en meteen hebben
ze aan het schoolhoofd een bepaalde indeeling
van den rooster voorgeschreven. Hoor maar:
Eenmaal in de week moet in de hoogste
klasse een uur kniples gegeven worden, des
Donderdags aan de avondscholen en bij voor
keur het laatste lesuur in elke week aan de
dagscholen.
Het kind moet, als het de school verlaat,
voor zich en anderen uit het hoofd kunnen
knippen : een hemd, een rok, een broek en
een t-chort.
Twee kleedingstukken moeten door de hand
genaaid zijn en twee van papier of geel katoen
netjes in elkaar geregen."
Je ziet, we storen ons hier niet aan avt. 7.)
en 74 van de wet op het lager onderwijs, die
aan de leden eener schoolcommissie volstrekt
niet het recht geven om te kommandeeren
maar alleen hun voorschrijven den onder
wijzers, die hunne voorlichting, hulp of
medewerking vragen," bijstand te verleenen.
Er is hier niemand, die het hart zal heb
ben zich tegen een dame-regentes te verzetten.
Bovendien zal iedereen moeten erkennen,
welk een hooge vlucht het onderwijs door
zulke voorsclniften bereikt. Tenminste als
ik het goed begrijp, moet een kind der
hoogste klasse in het knippen een bolleboos
zijn. Als er een dame-regentes voor die klasse
staat, knipt het kind zóó uit het hoofd voor
die dame een aantal kleedingstukker,, waarvan
het de vereischte maten bij een dame in
beJammer! (?)
(I'ti-nch.)
OTHKLI.O (Zitid-Afrilui) tot CASRIO fCeril llltodes)-.
»Cassio, ik houd veel van je, maar mijn officier
zult ge nooit meer zijn."
OTHKI.LO. II. 3.
zoektoilet toch slechts op de gis kan vast
stellen.
En dan wil de Arnsterdamsche schoolcom
missie nog beweren, dat het beter is geen
dames-leden te hebben ! Hoor eens, ik ben
evengoed als F. van der Goes een vijand van
overdreven vrouwen-emancipatie, en ik geloof,..
dat deze daar een beteren kijk op heeft dan
Bruinwold Riedel, maar in een schoolcom
missie kunnen dames toch warempel geen
kwaad.
Het standsverschil zal hier de volgende
week stellig weer eens behoorlijk blijken. Je
zult gehoord hebben, dat de zoogenaamde
democraten hier al lang, net als in Amsterdam,
een weikman in den gemeenteraad willen
hebben. Maar dat lukt ze niet! Eens is er
een kandidaat geweest van allebei de liberale
kiesverenigingen en van de A'. IL (.'/. en tifch
kwam hij er niet in.
Zóó werd er tegen hem gewerkt. Nu was
hij weer kandidaat, maar alleen van de
democratisch-liberale kiesvereeniging en van
de krant. Onze groote. oude kiesvoreenigmg
had een jong advocaalje gesteld. We waren
niets bevreesd, want de laatste was aanbe
volen door den deken van advocaten en als
die een jong collega waaidig acht in den raad
te zitten, wie zou hem dan niet waardig
achten ; verder door Hintzen, Hintzen van
Armenzorg; en door alweer een anderen De
Monchy, die hem vooral aanbeval omdat hij
niet voor en niet tegen de gemeentelijke
inkomstenbelasting was?wat hier op 'l oogen
blik een groot strijdpunt is , maai' eerst
eens wou zien of die op den duur de sym
pathie had der burgerij". Vooral door dien
iaatsten handigen zet hadden we alle hoop, dat
hij er komen zou. Maar waarachtig her
stemming lusschen D. de Klerk en Mr. Nolst
Trenitéen de eerste, de werkman luid twee
honderd stemmen meer. Nu is het ongeluk
kigste, dat we voor den uitslag al ons kruit
verschoten hebben, ja onze si'.hepen achter
ons verbrand. De tegenpartij had een biljet
rondgestrooid waarin een lange en warme
aanbeveling der candidatuur-De Klerk stond
afgedrukt, drie jaar geleden uitgesproken
door denzelfden Mr. Nolst rtnité. Onze
kiesvereeniging moest daarop antwoorden en
kon niet anders zegeen dan : ja, 't is waar.
ook wij achten De Klerk hoog, maar de
kiezers willen hem nu eenmaal niet. En nu
blijkt waarachtig dat ze hem litver willen
dan Trenité. Een beroerde boel. We zullen
nu verder onzen mond maar houden en stil
letjes tegen De Klerk werken: en düti zullen
we eens zien, wie het wint. Er waren waar
achtig menschen, die zeiden dat Nolst Tr< nilc
zich nu terug diende te trekken. Verbeeld jo
je terugtrekken voor een werkman !
Een goed ding voor de kansen van 'i'renitt'
is gelukkig de werkstaking. Daaruit is ge
Jonata's laatste streel
f 1'llllC/l.l
iïcJtïiii run ('iilinnbiix der :ijilci : »C;traniba .
Had ik kunnen voorzien, dat het hiertoe zou
komen, dan zou ik Amerika nooit hebben ontdekt'."