Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 989
Sociale,
Een Staatsinstelling,
In het jaar 1886 werd in den staat
Massachusetts, U. S. A., aangenomen een wet, die,
na sedert viermalen te zijn geamendeerd, thans
in groote omtrekken den volgenden inhoud
heeft.
De gouverneur, op advies en onder goed
keuring van de regeering, benoemt een
Staatsscheidsgerecht en verzoeningsraad, bestaande
uit drie leden. Een van hen zal worden ge
kozen uit de werkgevers, of een lichaam dat
de werkgevers vertegenwoordigt, n uit eenige
werkliedenorganisatie, de derde op aan beveling
van deze beiden, zoo zij het eens kunnen
worden. Hebben zij, dertig dagen na hun
benoeming nog geen aanwijzing gedaan, dan
zal de gouverneur zelf tot een keuze o vergaan.
Ieder jaar treedt beurtelings n van hen af,
en de gouverneur zorgt telkens voor een op
volger. De raad zelf benoemt zijn voorzitter,
en. kan zich een clerk", een secretaris toe
voegen. Zijn huishoudelijk reglement moet
door den gouverneur en de regeering worden
goedgekeurd. Z\jn werkzaamheid is deze:
Zoodra een verschil ontstaat tusschen een
werkgever en zijn werklieden bij een onder
neming die niet minder dan vijf en twintig
personen in haar dienst heeft, binnen de
grenzen van den staat, zal de raad, ten spoe
digste nadat hem daarvan door partijen is
kennis gegeven, de plaats van den twist be
zoeken, en een zorgvuldig onderzoek naarde
oorzaken ervan instellen, alle belanghebbenden
die voor hem verschijnen, in verhoor nemen,
partijen aanraden, wat te doen, en een ge
schreven beslissing geven. Deze beslissing
zal publiek worden gemaakt; een afschrift
ervan zal aan den secretaris der plaats in
kwestie worden uitgereikt, en in het jaarverslag
van den raad zal zij in uittreksel worden
opgenomen.
De kennisgeving aan den raad van een
oneenigheid geschiedt door den werkgeve^
of door de meerderheid der werklieden in den
tak van dienst waar de strijd dreigt of is
uitgebroken, of door hun vertegenwoordiger,
5f door beide partijen. Zij bevat een beknopte
mededeeling van de grieven waarover men
zich beklaagt, en een belofte, om zich te
onthouden van lock-outof werkstaking, totdat
de beslissing van den raad is bekend gewor
den, indien de/e althans niet langer dan drie
weken talmt. Is het een vertegenwoordiger
der werklieden, die de aangifte doet, dan zal
onderzocht worden, of hij behoorlijk is ge
accrediteerd; maar de namen van zijn
lastgevers zullen geheim worden gehouden. Zoo
spoedig mogelijk na ontvangst van de aan
gifte, zal de secretaris van den raad deze
openbaar maken. Dit kan echter achterwege
blijven, indien beide partijen daartoe schrif
telijk het verzoek doen. Niettemin behoudt
de raad de bevoegdheid, ten allen tijde alsnog,
en trots zulk een verzoek, aan de zaak open
baarheid te geven.
Is de aangifte aldus geschied, dan hebben
de beide partijen het recht, een deskundige aan
te wijzen, wiens benoeming door den raad
moet worden goedgekeurd. De taak van deze
»assistants" is, den raad zooveel mogelijk voor
te lichten omtrent de loonen, de methode van
werken, enz. enz., zooals die worden gevonden
bij het vak in kwestie over den geheelen staat.
Zij leggen beëedigde verklaringen af ,en ontvan
gen reis- en verblijfkosten en salaris. De raad
zelf kan hij zich overigens laten bijstaan op de
wijze die hem goeddunkt. Hij kan tot het
geven van getuigenis onder eede oproepen alle
werklieden die omtrent het loon inlichtingen
kunnen geven. Ieder lid van den raad heeft
het recht, zulk een getuigenis af te nemen.
De gevallen beslissing wordt aan het publiek
ter inzage verstrekt, en in het jaarverslag
opgenomen. Zij is verbindend voor beide par
tijen, over een tijdsverloop van zes maanden,
en kan verder alleen schriftelijk worden op
gezegd, met een termijn van zestig dagen.
Breekt een der partijen de belofte, bij de
aangifte der oneenigheid gedaan, dan zal de
raad niet verder zich met het geval bemoeien,
tenzij de tegenpartij schriftelijk daarvoor haar
toestemming geeft.
Ook mogen partijen, zoo zij dat verlangen,
hun geschil onderwerpen aan een plaatselijk
scheidsgerecht, dat men gemeenschappelijk
kan kiezen, of waarvan elk der partijen n
lid aanwijst, welke twee dan weer te zamen
een voorzitter kiezen. Zulk een scheidsgerecht
treedt geheel in de bevoegdheid van de per
manente staatsinstelling. Zijn uitspraak is
bindend. Het mag alleen oordeelen over de
kwestie, waarvoor het is benoemd, maar kan
de diensten van de staatsinstelling te hulp
roepen. Binnen tien dagen na het onderzoek
moet zijn beslissing vallen, die aan den ge
meente-secretaris en aan den raad wordt
medegedeeld. Ook deze scheidsrechters ont
vangen, uit de gemeentekas, een vergoeding,
en wel van 3 dollars per dag.
De burgemeester en de gemeenteraad van
eenige plaats hebben het recht, zoodra een
ernstige oneenigheid tusschen werklieden en
werkgevers op werkstaking dreigt uit te loopen,
of indien deze reeds is uitgebroken, den raad
met de feiten in kennis te stellen. Is de raad
op deze of andere wijze van een dreigende,
of reeds uitgebroken werkstaking of lock-out
onderricht, dan is hij verplicht, indien daarbij
althans minstens 25 werklieden zijn betrokken,
om zich met werkgever en -nemers in ver
binding te stellen, en te trachten door middel
van verzoening der partijen een werkstaking
te voorkomen hetzij door zelf zijn advies te
geven, hetzij door het tot stand brengen van
een plaatselijk scheidsgerecht. De raad mag
de zaak zoo nauwkeurig mogelijk onderzoeken,
en vaststellen, welke partij tot nog toe voor
namelijk verantwoordelijk is, of het voortduren
van den strijd op haar rekening heeft. Alle
reeds opgenoemde bevoegdheden staan hem
daarvoor ten dienste.
Uit het bovenstaande heeft de lezer opgemaakt,
dat deze verzoeningsraad, die tevens scheids
gerecht is, in zijn voornaamste functien juist
de tegenhanger is van de, ons door den
huidigen minister van Waterstaat aangeboden,
instelling van denzelfden aard. De raad is
permanent. Hij bemoeit zich uit eigen beweging
met sociale conflicten. Zijn uitspraken hebben
de kracht van een gewezen vonnis.
Hoe werkt nu deze raad V Het verslag over
1895 ligt voor mij. Er blijkt van alles uit.
Van den stand der werkliedenbeweging, zich
afspiegelend in den eisch, door vereenigde
werklieden gedaan, om niet vereenigden uit
de fabriek te verwijderen. Van hooge en lage
loonen .Van arbeidsdagen van 9uur, die te lang
worden geacht. Van patroons diejmethun werk
lieden gemeenschappelijk de gerezen geschillen
aan de beslissing van den raad onderwerpen.
Van patroons,die iedere inmenging weigeren, en
verklaren, baas te willen blijven in hun eigen
zaak. Van werklieden, die als het geschil in
kwestie is bijgelegd, opnieuw twistpunten op
werpen, en doorgaan met staken. Van ver
stand en onverstand aan beide zijden. Van
vertrouwen en wantrouwen aan beide zijden
in de bedoelingen en de onpartijdigheid van
den raad.
Deze zelf bepaalt zich tot het louter eco
nomisch streven, om zoo min mogelijk geld
te doen verloren gaan. Van een langdurigen
strike zegt hij: zoo werden arme lieden nog
armer". Van een voorkomen werkstaking :
zoo werden patroon en arbeiders voor schade
behoed". En waar nu zulk een instelling,
met zooveel macht bekleed, in een land dat
in sociale ontwikkeling het onze ongetwijfeld
ver vooruit is, in zeker niet meer dan de
helft der voorgekomen gevallen met vrucht
arbeidt, kan men op zijn vingers natellen,
wat er van onze verzoeningsraden zal terecht
komen, gebrekkig als hun inrichting is, bij
haar absolute onmacht tegenover onwilligen
en bij het facultatief zijn van haar bestaan.
F. M. C.
De gouden regen te Moskou.
De Neue freie Pi-esse deelt mede, dat het
kroningsfeest te Moskou aan het hof 10 millioen
roebels zal kosten, en aan de russische steden
en deputaties 44 millioen. Alles te zamen zal
het feest 150 millioen onder de menschen
brenhen. Dit is tenminste de berekening der banken,
op grond van de door haar ontvangen krediet
brieven. Sommige daarvan zijn van eerbiedwaar
dig bedrag: Li-Hung-Tschang mag over n mil
lioen beschikken; de fransche gezant, graaf de
Montebello heeft bij het agentschap van het cr
dit Lyonnais een onbeperkt blanco krediet; som
mige russische grootwaardigheidsbekleeders mo
gen tot 200.000 francs uitgeven, prins Liechten
stein, de Oostenrijksche gezant heeft een wissel
van 47.000 roebels plus 150.000 franc mede. De
duitsche vorsten moeten het met minder doen.
Prins George van Sachsen met 35.000, de prins
van Baden met 20.000 roebels.
iiiiiiiiiiMiiiiiiiMiiiiiimiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiimiiinui
Inhoud van verschillende bladen.
Het H a n d e I s b l a d. 31 Mei. Aijeh. Wat nu?"
2 Juni. Het drukpers-reglement van Indië."
Juni. Bieten en brood."
De Standaard I en 5 Juni. Souverciniteit,"
III en IV.
3 Juni. Teleurstelling1' (kieswetdebat).
Het Centrum, l Juni. De Landbouw en de
Suikerwet," IV.
Het V o l k s d a g b l a d. 'l en 5 Juni.
Kieswetdebatten."
Het Nieuws v. d. Dag. l Juni. Twee Kronen"
(Rusland).
3 Juni. Een gewichtige benoeming" (Rector van
het Amsterdamsen gymnasium).
4 Juni. Een en ander over dienstneming voor
Indië" (bij het Kol. Weri'depot)", door J. K.
A m s t. C t. ! Juni. Uit het kieswet-debat."
2 Juni. Stemdwang." Het feest veranderd in
rouw'' (ramp te Moscou).
4 Juni. Hoe staat het met de verbetering van den
duinwater-aanvoer1.'"
De (a n t i r e v.) N e d er l a n d e r. l Juni.
Samenkoppeling" (kieswet en belaatingcensus).
Het Vaderland. 30 Mei en l Juni. Een
woordje van opwekking" (gemeenteraadsverkiezing).
2 Juni. Kiezers!"
Haagsch Dagblad. 2 Juni. Naar de stembus".
3 Juni. Redactiewijziging".
4 Juni. Een voorspelling".
De Avondpos t. 24?26 Mei. De werktuigen
en het loon". Productieve arbeid voor vrouwen" II.
31 Mei/1 Juni. School- en vakonderwijs aan
militieplichtigen en vrijwilligers". Handhaving van
de rust".
L i m b. K o e r i e r. 30 Mei. Eenige bedenkingen
tegen den Boerenbond."
P r o v. G r o n. C t. l Juni. Een vrouw over de
vrouwen" (Brochure Corn. Huygens).
Nieuwe Winsch. C t. 31 Mei. De dubbele
maat" (de pers en de justitie).
N. Leeuw. C r t. 30 Mei. Is het mogelijk de
Armengelden te besteden als een middel om blijvende
verbetering te brengen in den toestand der arbeiders
bevolking van de Friesche venen?"
3 Juni. .De voormalige Oud-Bildtsomslag".
N. Ar n h. C r t. 28 Mei. illard Pierson".
Noor d-H ollandsch Weekblad. 30 Mei.
Eeu blik in de toekomst".
8 o c. We e k b l ad. 30 Mei. Het gemeente kies
recht volgens het regeeringsvoorstel," door P. van Geer,
(slot).
De Volksstem. 30 Mei. Overijling" (amen
dement Lohman). Een nest-ei" (aan het Volksdag
blad). Tijdverdrijf' (het Centrum over den M. E. tijd).
Onderwijs." De Heldersche gemeenteraad.
De Nederlander (Weekblad). 30 Mei. De
amendementen.''
De V o l k s b a n i e r (E. E. Volksbond). 29 Mei.
Het slot der Bootwerkersstaking."
F r i e s c h Volksblad. 31 Mei. Ouderlijke
macht."
Recht v o o r A11 e n. 30 en 31 Mei. Ziet men
geen vruchten van zijn werk?" Aan wien de schuld?"
(Diamantbewerkersbond).
4 en 5 Juni. Waar moet dat heen ?" (Diamant
bewerkersbond).
Patrimonium. 30 Mei. Een ernstige vraag
die tot ernstige wedervragen dringt." (Of de arbeiders
voor hun pensioneering kunnen sparen).
De Volkstribuun. 30 Mei. Het ware chris
tendom". ^
Het Morgenr o», no. 22. De nieuwe Tijd",
door Benedictus. T
Grond en Arbeid. No. 5. Propaganda".
Waarom is ons volk zoo arm' ?"
Neerland's Volksblad. 30 Mei. Over Be
ginselen".
27 Mei. Kamers van Arbeid".
Ordelijke Hervorming. 30 Mei. Vele
wegen leiden naar het doel".
Alma Mater, l Juni. Prof. Allard Pierson".
De Politiegids. Juni '96. Machtsvertoon".
Onze Juristen over het Politievraagstuk".
Insulinde. 2 Juni. Militaire Causerie".
N. S u r i n. C r t. 26 en 30 April. De
handelsjeremiadeo''.
7 Mei. School op Naccaracibo".
10 Mei. Als mensch of als gouverneur?"
De N ij verhei d. 3 Juni. Over de bereiding
van ijzer tegen het roesten".
Wbld. v. d. Burg. Admin. 4 Juni. Art. 50
no. 7, der Militiewet".
IIHIIIIIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiniiiiiiiiHiiiniiiiiiiiii
iek.
Hoewel ik nog van een tweetal concerten heb
melding te maken, wil ik thans beginnen met de
bespreking van ter beoordeeling gezonden
compositiën.
Of ik al die werken zal bespreken durf ik niet
beloven. Sommige componisten (of zij die het
meenen te zijn) zijn merkwaardige optimisten
omtrent hun eigen werk, anders zouden zij het
voorzeker niet zoo roekeloos ter beoordeeling
toezenden.
Nu is het een onaangenaam en ondankbaar
werk, sommige uitgaven te bespreken en het is
mij reeds meer dan eens gebeurd dat wanneer
ik een componist, wiens arbeid vol fouten zat
die een leerling, die redelijk goed onderwijs ont
vangt, niet maken zou, aanraadde eerst wat gron
diger studies te maken alvorens zijn werk te laten
drukken ik een verontwaardigd schrijven ont
ving, waarin stond dat ik niet in staat was om
de hooge vlucht van den componist te kunnen
volgen.
Zulke brieven geef ik gewoonlijk een plaats in
het besproken werk, daar het later zeer interes
sant is, te vergelijken hoe een schrijver soms
over zijn werk denkt en wat hij werkelijk geeft.
Ik ben er volstrekt niet zeker van dat de heer
L. H. Deelman die mij 119 ('Itristelijke
Kerk(jeM)igen vierstemmig gezet voor gemengd koor,
orgel, harmonium en piano, (lebed eens Kinds en
AwndgedacMe voor zang en piano (orgel) of
gemengd koor en Groninger Volkslied voor zang
en piano of gemengd koor, ter beoordeeling toe
zond (uitgegeven te Groningen bij L. H. Deel
man) het met mij eens zal zijn dat hij eerst iets
leeren moet alvorens ons met zijne uitgaven lastig
te vallen. Wie in den eenvoudigen
vierstemmigen Satz zulke onhandige stemmenbewegingen
maakt, zoo onzeker is in de oplossing van
septiem-accoorden om van andere gebreken niet
te spreken moest liever nog niets uitgeven.
De Christelijke gezangen zonder vóór- en naspelen
zijn voor gemengd koor ook daarom vrijwel onge
schikt omdat de schrijver er niet aan gedacht
heeft dat de ligging die een organist kiest voor
zijne gemeente waardoor zoowel hooge en lage
stemmen de melodie kunnen medezingen niet
geschikt is voor de sopraanpartij in een vier
stemmig koor, doch daar staat tegenover dat de
bewerker op eene idee is gekomen die iets geniaals
heeft en die hij in de voorrede uiteenzet. Ik
wil den schrijver helpen dit denkbeeld in ruimer
kring te verspreiden, daarom vooral heb ik deze
bespreking ter hand genomen.
Geven wij dus het woord aan den heer Deelman.
»Meer dan eens heeft het mij getroffen dat
koraalmuziek op de piano gespeeld doorgaans
niet voldoet; zelfs een groot gedeelte van de
koraalmuziek van den I'rotestantenbundel niet,
hoewel men, het voorbericht lezend, het tegen
deel zou vermoeden. Kor<i«t>nn;iek (rouwen*
irordt ?meestal zoodanig ;/c:.et dat ze roor de jriuno
minder r/esclnkl i».
»Toch kan ze, naar mijne meening, voor dit
instrument wel bewerkt worden, daarnaar althans
heb ik in dezen bundel gestreefd.
»Te dien einde heb ik, zonder in strijd d' konten
mei ilc e-ischeu der theorie, van septime- en andere
vrije accoorden een ruim gebruik gemaakt.
Daarentegen is het myn doel geweest verdekte
kwinten ook in de middenstemmen te vermyden
(de schrijver stelt zich echter schadeloos door
een aantal verdekte octaven !!) en het
querstandsverbod zoo streng mogelijk op te volgen." (Dat is
hem al heel slecht gelukt!)
Het zou niet onaardig zijn, eens een pleidooi
te houden dat een septiem-accoord al een heel
onvrij accoord is, doch de schrijver meent het
goed. Hij heeft wel eens hooren zeggen dat men
met septiem-accoorden bij koralen wat zuinig
moet zijn.
Doch met de koralen ook voor piano geschikt
te maken, heeft de schryver alles goed gemaakt.
De koralen van Worp, Nicolaï, Van Eyken,
Bastiaans, (die arme Schumann heeft er zich ook
al aan gewaagd) zijn onbruikbaar voor piano.
Dat weten wij nu ! Die menschen wisten er niets
van ! Doch gelukkig hebben w\j nu Deelmann,
die koralen bewerkt heeft die vry zyn van de
kleinzielige regeling van goede stemmen-behan
deling en harmonisatie in den geest van het ker
kelijk lied.
Nu kan ook de liefhebber, die geen harmonium
doch wel een piano bezit, zichzelf stichten met
de koralen van Deelman.
Dat deze stichting met veel zelfkastyding (voor
de ooren) gepaard gaat, is geloof ik niet zoo erg,
want dat verhoogt er immers de waarde van?
Blykt het uit een en ander dat de bewerker
veel zelfvertrouwen bezit; het is mij ook aan
genaam te kunnen melden, dat hij niet bekrompen
denkt en handelt.
Wy lezen ook in de voorrede:
»Het auteursrecht van dit werk wordt verzekerd
volgens de wet. Mocht echter een directeur van
een zangkoor het uit een finantiëel oogpunt noodig
oordeelen een enkel gezang voor zijn gebruik
afzonderlijk te laten afdrukken, dan heb ik daar
niets tegen, mits wij de eer van de setting niet
icorde onthouden."
Dat noem ik royaal ! Ik hoop dan ook dat
niemand zich aan ongeoorloofd plagiaat zal schuldig
maken en het zij in vertrouwen gezegd
ik zou het iedereen in zijn eigen belang ten
sterkste ontraden.
liet blijkt ook uit de andere werken dat de
heer Deelman er slag van heeft des passe-partout
te maken. Men kan ze allen uitvoeren voor eene
stem en voor koor met begeleiding, voor piano en
orgel alleen. Waar ze wel het geschikst voor zyn ?
Dat durf ik waarlijk niet te beslissen.
Wenden wij nog eenmaal den blik naar
de Amsterdamsche concertzalen. De Liedertafel
Euterpe gaf haar laatste concert in dit seizoen
met medewerking van de heeren Rogmans
en Wijsman. Hoewel niet afzonderlijk op het
programma vermeld, zong Mevr. Averkamp-Mol
de solo in de Jihajtsodie van Brahms voor alt
solo en mannenkoor.
Met groot genoegen heb ik deze dame die
solo hooren zingen. Heb ik vroeger wel op
gemerkt dat bij Mevr. Averkamp de dramatische
expressie de natuurlijkheid soms dreigt in
gevaar te brengen, thans bespeurde ik dat deze
zangeres er naar streeft dit gevaar te vermyden.
Op dit concert, evenals op eene
weldadigheidssoirée (waarop Mevr. Averkamp drie Duitsche
en drie Nederlandsche liederen zong) mocht deze
zangeres zich in een warm applaus verheugen en
toonde zy' zeer schoone stemmiddelen, en veel in
telligentie te bezitten die wel is waar nog aan
ry'pheid van uitdrukking kunnen winnen, doch die haar
in staat stellen ook den geest en de ziel van een
lied juist weer te geven.
De pianist, de heer Wy'sman, heeft weer ge
toond veel eigenschappen als virtuoos te bezitten.
Zijn spel is nog meer op het uiterlijke dan wel
op het innerlijke berekend en voorzeker is de
keuze van den Strauss-Walzer, met ontzachlyk
veel franje en vuurwerk, voor den musicus weinig
interessant, doch het publiek bewonderde het
zeer en riep den heer Wijsman met warmte terug.
Ik releveer echter met ingenomenheid dat ik
in sommige vertolkingen meer zorg dan vroeger
bespeurde.
De heer llogmans (dien wij in Amsterdam
wonderlijk genoeg zeer zelden hooren) gaat
vooral in de voordracht van liederen merkwaar
dig vooruit. In De. Koos (een expressief lied van
Zweers), Ann de Lente en Ken roosjen rood (zeer
gelukkig getroffen liederen van Frans Bouman)
en drie liederen met Duitschen tekst toonde hij
dat h\j een hoe langer hoe hooger standpunt als
zanger gaat innemen. Was het vroeger meer
de stem die op den voorgrond trad, nu is het de
voordracht, en zoo moet het ook zijn.
De koren hebben mij vooral voldaan in O guter
Engel van Dregert en Grüss Gott van von
Weinzierl. De andere werken stonden niet op de
hoogte van hetgeen Euterpe gewoon is te
presteeren, en uit alles blijkt mij dat vele leden hieraan
schuld zijn. In het laatste koor kwamen fouten
voor die alleen gemaakt kunnen worden door
leden die hunne partij niet kennen. Zulke leden,
die geen lust hebben de repetities geregeld te be
zoeken, doen moreel veel kwaad aan eene
vereeniging. Zij mogen dit zelf leeren inzien en den
talentvollen directeur beter steunen dan zy tot
nu toe deden, opdat Euterpe het standpunt
behoude dat het zoolang heeft ingenomen.
Op de Weldadigheids-soiree die de heer Frans
Phlippeau (tenor) gaf, toonde deze zanger dat hij
ook in Duitsche liederen (van Wilhelm Berge) zeer
op zijn plaats is. Men zijne schoone stem en
gemakkelijke wijze van voordracht behaalde hij
groot succes bij het zeer talrijk publiek.
De Heer Köntgen speelde behalve twee stukken
van Grieg zijne Fuga uit opus 28, en de cis-mol
sonate van Beethoven (door het publiek alty'd
de Mondschein-sonate genoemd, een naam waar
Beethoven zelf niets van afwist).
Het is zeer interessant een kunstenaar als
Rontgen zulk een bekend werk te hooren voor
dragen. Er zijn altijd afwykingen waaromtrent
men het eens of niet eens is, doch die
verdienen ernstig overwogen te worden en
men hoort in ieder geval een interpretatie, die
een schoon artistiek geheel geeft. Dat was ook
thans weer het geval en al verschil ik ook van
opinie met Köntgen omtrent sommige détails,