De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 7 juni pagina 2

7 juni 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 989 Sociale, Een Staatsinstelling, In het jaar 1886 werd in den staat Massachusetts, U. S. A., aangenomen een wet, die, na sedert viermalen te zijn geamendeerd, thans in groote omtrekken den volgenden inhoud heeft. De gouverneur, op advies en onder goed keuring van de regeering, benoemt een Staatsscheidsgerecht en verzoeningsraad, bestaande uit drie leden. Een van hen zal worden ge kozen uit de werkgevers, of een lichaam dat de werkgevers vertegenwoordigt, n uit eenige werkliedenorganisatie, de derde op aan beveling van deze beiden, zoo zij het eens kunnen worden. Hebben zij, dertig dagen na hun benoeming nog geen aanwijzing gedaan, dan zal de gouverneur zelf tot een keuze o vergaan. Ieder jaar treedt beurtelings n van hen af, en de gouverneur zorgt telkens voor een op volger. De raad zelf benoemt zijn voorzitter, en. kan zich een clerk", een secretaris toe voegen. Zijn huishoudelijk reglement moet door den gouverneur en de regeering worden goedgekeurd. Z\jn werkzaamheid is deze: Zoodra een verschil ontstaat tusschen een werkgever en zijn werklieden bij een onder neming die niet minder dan vijf en twintig personen in haar dienst heeft, binnen de grenzen van den staat, zal de raad, ten spoe digste nadat hem daarvan door partijen is kennis gegeven, de plaats van den twist be zoeken, en een zorgvuldig onderzoek naarde oorzaken ervan instellen, alle belanghebbenden die voor hem verschijnen, in verhoor nemen, partijen aanraden, wat te doen, en een ge schreven beslissing geven. Deze beslissing zal publiek worden gemaakt; een afschrift ervan zal aan den secretaris der plaats in kwestie worden uitgereikt, en in het jaarverslag van den raad zal zij in uittreksel worden opgenomen. De kennisgeving aan den raad van een oneenigheid geschiedt door den werkgeve^ of door de meerderheid der werklieden in den tak van dienst waar de strijd dreigt of is uitgebroken, of door hun vertegenwoordiger, 5f door beide partijen. Zij bevat een beknopte mededeeling van de grieven waarover men zich beklaagt, en een belofte, om zich te onthouden van lock-outof werkstaking, totdat de beslissing van den raad is bekend gewor den, indien de/e althans niet langer dan drie weken talmt. Is het een vertegenwoordiger der werklieden, die de aangifte doet, dan zal onderzocht worden, of hij behoorlijk is ge accrediteerd; maar de namen van zijn lastgevers zullen geheim worden gehouden. Zoo spoedig mogelijk na ontvangst van de aan gifte, zal de secretaris van den raad deze openbaar maken. Dit kan echter achterwege blijven, indien beide partijen daartoe schrif telijk het verzoek doen. Niettemin behoudt de raad de bevoegdheid, ten allen tijde alsnog, en trots zulk een verzoek, aan de zaak open baarheid te geven. Is de aangifte aldus geschied, dan hebben de beide partijen het recht, een deskundige aan te wijzen, wiens benoeming door den raad moet worden goedgekeurd. De taak van deze »assistants" is, den raad zooveel mogelijk voor te lichten omtrent de loonen, de methode van werken, enz. enz., zooals die worden gevonden bij het vak in kwestie over den geheelen staat. Zij leggen beëedigde verklaringen af ,en ontvan gen reis- en verblijfkosten en salaris. De raad zelf kan hij zich overigens laten bijstaan op de wijze die hem goeddunkt. Hij kan tot het geven van getuigenis onder eede oproepen alle werklieden die omtrent het loon inlichtingen kunnen geven. Ieder lid van den raad heeft het recht, zulk een getuigenis af te nemen. De gevallen beslissing wordt aan het publiek ter inzage verstrekt, en in het jaarverslag opgenomen. Zij is verbindend voor beide par tijen, over een tijdsverloop van zes maanden, en kan verder alleen schriftelijk worden op gezegd, met een termijn van zestig dagen. Breekt een der partijen de belofte, bij de aangifte der oneenigheid gedaan, dan zal de raad niet verder zich met het geval bemoeien, tenzij de tegenpartij schriftelijk daarvoor haar toestemming geeft. Ook mogen partijen, zoo zij dat verlangen, hun geschil onderwerpen aan een plaatselijk scheidsgerecht, dat men gemeenschappelijk kan kiezen, of waarvan elk der partijen n lid aanwijst, welke twee dan weer te zamen een voorzitter kiezen. Zulk een scheidsgerecht treedt geheel in de bevoegdheid van de per manente staatsinstelling. Zijn uitspraak is bindend. Het mag alleen oordeelen over de kwestie, waarvoor het is benoemd, maar kan de diensten van de staatsinstelling te hulp roepen. Binnen tien dagen na het onderzoek moet zijn beslissing vallen, die aan den ge meente-secretaris en aan den raad wordt medegedeeld. Ook deze scheidsrechters ont vangen, uit de gemeentekas, een vergoeding, en wel van 3 dollars per dag. De burgemeester en de gemeenteraad van eenige plaats hebben het recht, zoodra een ernstige oneenigheid tusschen werklieden en werkgevers op werkstaking dreigt uit te loopen, of indien deze reeds is uitgebroken, den raad met de feiten in kennis te stellen. Is de raad op deze of andere wijze van een dreigende, of reeds uitgebroken werkstaking of lock-out onderricht, dan is hij verplicht, indien daarbij althans minstens 25 werklieden zijn betrokken, om zich met werkgever en -nemers in ver binding te stellen, en te trachten door middel van verzoening der partijen een werkstaking te voorkomen hetzij door zelf zijn advies te geven, hetzij door het tot stand brengen van een plaatselijk scheidsgerecht. De raad mag de zaak zoo nauwkeurig mogelijk onderzoeken, en vaststellen, welke partij tot nog toe voor namelijk verantwoordelijk is, of het voortduren van den strijd op haar rekening heeft. Alle reeds opgenoemde bevoegdheden staan hem daarvoor ten dienste. Uit het bovenstaande heeft de lezer opgemaakt, dat deze verzoeningsraad, die tevens scheids gerecht is, in zijn voornaamste functien juist de tegenhanger is van de, ons door den huidigen minister van Waterstaat aangeboden, instelling van denzelfden aard. De raad is permanent. Hij bemoeit zich uit eigen beweging met sociale conflicten. Zijn uitspraken hebben de kracht van een gewezen vonnis. Hoe werkt nu deze raad V Het verslag over 1895 ligt voor mij. Er blijkt van alles uit. Van den stand der werkliedenbeweging, zich afspiegelend in den eisch, door vereenigde werklieden gedaan, om niet vereenigden uit de fabriek te verwijderen. Van hooge en lage loonen .Van arbeidsdagen van 9uur, die te lang worden geacht. Van patroons diejmethun werk lieden gemeenschappelijk de gerezen geschillen aan de beslissing van den raad onderwerpen. Van patroons,die iedere inmenging weigeren, en verklaren, baas te willen blijven in hun eigen zaak. Van werklieden, die als het geschil in kwestie is bijgelegd, opnieuw twistpunten op werpen, en doorgaan met staken. Van ver stand en onverstand aan beide zijden. Van vertrouwen en wantrouwen aan beide zijden in de bedoelingen en de onpartijdigheid van den raad. Deze zelf bepaalt zich tot het louter eco nomisch streven, om zoo min mogelijk geld te doen verloren gaan. Van een langdurigen strike zegt hij: zoo werden arme lieden nog armer". Van een voorkomen werkstaking : zoo werden patroon en arbeiders voor schade behoed". En waar nu zulk een instelling, met zooveel macht bekleed, in een land dat in sociale ontwikkeling het onze ongetwijfeld ver vooruit is, in zeker niet meer dan de helft der voorgekomen gevallen met vrucht arbeidt, kan men op zijn vingers natellen, wat er van onze verzoeningsraden zal terecht komen, gebrekkig als hun inrichting is, bij haar absolute onmacht tegenover onwilligen en bij het facultatief zijn van haar bestaan. F. M. C. De gouden regen te Moskou. De Neue freie Pi-esse deelt mede, dat het kroningsfeest te Moskou aan het hof 10 millioen roebels zal kosten, en aan de russische steden en deputaties 44 millioen. Alles te zamen zal het feest 150 millioen onder de menschen brenhen. Dit is tenminste de berekening der banken, op grond van de door haar ontvangen krediet brieven. Sommige daarvan zijn van eerbiedwaar dig bedrag: Li-Hung-Tschang mag over n mil lioen beschikken; de fransche gezant, graaf de Montebello heeft bij het agentschap van het cr dit Lyonnais een onbeperkt blanco krediet; som mige russische grootwaardigheidsbekleeders mo gen tot 200.000 francs uitgeven, prins Liechten stein, de Oostenrijksche gezant heeft een wissel van 47.000 roebels plus 150.000 franc mede. De duitsche vorsten moeten het met minder doen. Prins George van Sachsen met 35.000, de prins van Baden met 20.000 roebels. iiiiiiiiiiMiiiiiiiMiiiiiimiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiimiiinui Inhoud van verschillende bladen. Het H a n d e I s b l a d. 31 Mei. Aijeh. Wat nu?" 2 Juni. Het drukpers-reglement van Indië." Juni. Bieten en brood." De Standaard I en 5 Juni. Souverciniteit," III en IV. 3 Juni. Teleurstelling1' (kieswetdebat). Het Centrum, l Juni. De Landbouw en de Suikerwet," IV. Het V o l k s d a g b l a d. 'l en 5 Juni. Kieswetdebatten." Het Nieuws v. d. Dag. l Juni. Twee Kronen" (Rusland). 3 Juni. Een gewichtige benoeming" (Rector van het Amsterdamsen gymnasium). 4 Juni. Een en ander over dienstneming voor Indië" (bij het Kol. Weri'depot)", door J. K. A m s t. C t. ! Juni. Uit het kieswet-debat." 2 Juni. Stemdwang." Het feest veranderd in rouw'' (ramp te Moscou). 4 Juni. Hoe staat het met de verbetering van den duinwater-aanvoer1.'" De (a n t i r e v.) N e d er l a n d e r. l Juni. Samenkoppeling" (kieswet en belaatingcensus). Het Vaderland. 30 Mei en l Juni. Een woordje van opwekking" (gemeenteraadsverkiezing). 2 Juni. Kiezers!" Haagsch Dagblad. 2 Juni. Naar de stembus". 3 Juni. Redactiewijziging". 4 Juni. Een voorspelling". De Avondpos t. 24?26 Mei. De werktuigen en het loon". Productieve arbeid voor vrouwen" II. 31 Mei/1 Juni. School- en vakonderwijs aan militieplichtigen en vrijwilligers". Handhaving van de rust". L i m b. K o e r i e r. 30 Mei. Eenige bedenkingen tegen den Boerenbond." P r o v. G r o n. C t. l Juni. Een vrouw over de vrouwen" (Brochure Corn. Huygens). Nieuwe Winsch. C t. 31 Mei. De dubbele maat" (de pers en de justitie). N. Leeuw. C r t. 30 Mei. Is het mogelijk de Armengelden te besteden als een middel om blijvende verbetering te brengen in den toestand der arbeiders bevolking van de Friesche venen?" 3 Juni. .De voormalige Oud-Bildtsomslag". N. Ar n h. C r t. 28 Mei. illard Pierson". Noor d-H ollandsch Weekblad. 30 Mei. Eeu blik in de toekomst". 8 o c. We e k b l ad. 30 Mei. Het gemeente kies recht volgens het regeeringsvoorstel," door P. van Geer, (slot). De Volksstem. 30 Mei. Overijling" (amen dement Lohman). Een nest-ei" (aan het Volksdag blad). Tijdverdrijf' (het Centrum over den M. E. tijd). Onderwijs." De Heldersche gemeenteraad. De Nederlander (Weekblad). 30 Mei. De amendementen.'' De V o l k s b a n i e r (E. E. Volksbond). 29 Mei. Het slot der Bootwerkersstaking." F r i e s c h Volksblad. 31 Mei. Ouderlijke macht." Recht v o o r A11 e n. 30 en 31 Mei. Ziet men geen vruchten van zijn werk?" Aan wien de schuld?" (Diamantbewerkersbond). 4 en 5 Juni. Waar moet dat heen ?" (Diamant bewerkersbond). Patrimonium. 30 Mei. Een ernstige vraag die tot ernstige wedervragen dringt." (Of de arbeiders voor hun pensioneering kunnen sparen). De Volkstribuun. 30 Mei. Het ware chris tendom". ^ Het Morgenr o», no. 22. De nieuwe Tijd", door Benedictus. T Grond en Arbeid. No. 5. Propaganda". Waarom is ons volk zoo arm' ?" Neerland's Volksblad. 30 Mei. Over Be ginselen". 27 Mei. Kamers van Arbeid". Ordelijke Hervorming. 30 Mei. Vele wegen leiden naar het doel". Alma Mater, l Juni. Prof. Allard Pierson". De Politiegids. Juni '96. Machtsvertoon". Onze Juristen over het Politievraagstuk". Insulinde. 2 Juni. Militaire Causerie". N. S u r i n. C r t. 26 en 30 April. De handelsjeremiadeo''. 7 Mei. School op Naccaracibo". 10 Mei. Als mensch of als gouverneur?" De N ij verhei d. 3 Juni. Over de bereiding van ijzer tegen het roesten". Wbld. v. d. Burg. Admin. 4 Juni. Art. 50 no. 7, der Militiewet". IIHIIIIIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiniiiiiiiiHiiiniiiiiiiiii iek. Hoewel ik nog van een tweetal concerten heb melding te maken, wil ik thans beginnen met de bespreking van ter beoordeeling gezonden compositiën. Of ik al die werken zal bespreken durf ik niet beloven. Sommige componisten (of zij die het meenen te zijn) zijn merkwaardige optimisten omtrent hun eigen werk, anders zouden zij het voorzeker niet zoo roekeloos ter beoordeeling toezenden. Nu is het een onaangenaam en ondankbaar werk, sommige uitgaven te bespreken en het is mij reeds meer dan eens gebeurd dat wanneer ik een componist, wiens arbeid vol fouten zat die een leerling, die redelijk goed onderwijs ont vangt, niet maken zou, aanraadde eerst wat gron diger studies te maken alvorens zijn werk te laten drukken ik een verontwaardigd schrijven ont ving, waarin stond dat ik niet in staat was om de hooge vlucht van den componist te kunnen volgen. Zulke brieven geef ik gewoonlijk een plaats in het besproken werk, daar het later zeer interes sant is, te vergelijken hoe een schrijver soms over zijn werk denkt en wat hij werkelijk geeft. Ik ben er volstrekt niet zeker van dat de heer L. H. Deelman die mij 119 ('Itristelijke Kerk(jeM)igen vierstemmig gezet voor gemengd koor, orgel, harmonium en piano, (lebed eens Kinds en AwndgedacMe voor zang en piano (orgel) of gemengd koor en Groninger Volkslied voor zang en piano of gemengd koor, ter beoordeeling toe zond (uitgegeven te Groningen bij L. H. Deel man) het met mij eens zal zijn dat hij eerst iets leeren moet alvorens ons met zijne uitgaven lastig te vallen. Wie in den eenvoudigen vierstemmigen Satz zulke onhandige stemmenbewegingen maakt, zoo onzeker is in de oplossing van septiem-accoorden om van andere gebreken niet te spreken moest liever nog niets uitgeven. De Christelijke gezangen zonder vóór- en naspelen zijn voor gemengd koor ook daarom vrijwel onge schikt omdat de schrijver er niet aan gedacht heeft dat de ligging die een organist kiest voor zijne gemeente waardoor zoowel hooge en lage stemmen de melodie kunnen medezingen niet geschikt is voor de sopraanpartij in een vier stemmig koor, doch daar staat tegenover dat de bewerker op eene idee is gekomen die iets geniaals heeft en die hij in de voorrede uiteenzet. Ik wil den schrijver helpen dit denkbeeld in ruimer kring te verspreiden, daarom vooral heb ik deze bespreking ter hand genomen. Geven wij dus het woord aan den heer Deelman. »Meer dan eens heeft het mij getroffen dat koraalmuziek op de piano gespeeld doorgaans niet voldoet; zelfs een groot gedeelte van de koraalmuziek van den I'rotestantenbundel niet, hoewel men, het voorbericht lezend, het tegen deel zou vermoeden. Kor<i«t>nn;iek (rouwen* irordt ?meestal zoodanig ;/c:.et dat ze roor de jriuno minder r/esclnkl i». »Toch kan ze, naar mijne meening, voor dit instrument wel bewerkt worden, daarnaar althans heb ik in dezen bundel gestreefd. »Te dien einde heb ik, zonder in strijd d' konten mei ilc e-ischeu der theorie, van septime- en andere vrije accoorden een ruim gebruik gemaakt. Daarentegen is het myn doel geweest verdekte kwinten ook in de middenstemmen te vermyden (de schrijver stelt zich echter schadeloos door een aantal verdekte octaven !!) en het querstandsverbod zoo streng mogelijk op te volgen." (Dat is hem al heel slecht gelukt!) Het zou niet onaardig zijn, eens een pleidooi te houden dat een septiem-accoord al een heel onvrij accoord is, doch de schrijver meent het goed. Hij heeft wel eens hooren zeggen dat men met septiem-accoorden bij koralen wat zuinig moet zijn. Doch met de koralen ook voor piano geschikt te maken, heeft de schryver alles goed gemaakt. De koralen van Worp, Nicolaï, Van Eyken, Bastiaans, (die arme Schumann heeft er zich ook al aan gewaagd) zijn onbruikbaar voor piano. Dat weten wij nu ! Die menschen wisten er niets van ! Doch gelukkig hebben w\j nu Deelmann, die koralen bewerkt heeft die vry zyn van de kleinzielige regeling van goede stemmen-behan deling en harmonisatie in den geest van het ker kelijk lied. Nu kan ook de liefhebber, die geen harmonium doch wel een piano bezit, zichzelf stichten met de koralen van Deelman. Dat deze stichting met veel zelfkastyding (voor de ooren) gepaard gaat, is geloof ik niet zoo erg, want dat verhoogt er immers de waarde van? Blykt het uit een en ander dat de bewerker veel zelfvertrouwen bezit; het is mij ook aan genaam te kunnen melden, dat hij niet bekrompen denkt en handelt. Wy lezen ook in de voorrede: »Het auteursrecht van dit werk wordt verzekerd volgens de wet. Mocht echter een directeur van een zangkoor het uit een finantiëel oogpunt noodig oordeelen een enkel gezang voor zijn gebruik afzonderlijk te laten afdrukken, dan heb ik daar niets tegen, mits wij de eer van de setting niet icorde onthouden." Dat noem ik royaal ! Ik hoop dan ook dat niemand zich aan ongeoorloofd plagiaat zal schuldig maken en het zij in vertrouwen gezegd ik zou het iedereen in zijn eigen belang ten sterkste ontraden. liet blijkt ook uit de andere werken dat de heer Deelman er slag van heeft des passe-partout te maken. Men kan ze allen uitvoeren voor eene stem en voor koor met begeleiding, voor piano en orgel alleen. Waar ze wel het geschikst voor zyn ? Dat durf ik waarlijk niet te beslissen. Wenden wij nog eenmaal den blik naar de Amsterdamsche concertzalen. De Liedertafel Euterpe gaf haar laatste concert in dit seizoen met medewerking van de heeren Rogmans en Wijsman. Hoewel niet afzonderlijk op het programma vermeld, zong Mevr. Averkamp-Mol de solo in de Jihajtsodie van Brahms voor alt solo en mannenkoor. Met groot genoegen heb ik deze dame die solo hooren zingen. Heb ik vroeger wel op gemerkt dat bij Mevr. Averkamp de dramatische expressie de natuurlijkheid soms dreigt in gevaar te brengen, thans bespeurde ik dat deze zangeres er naar streeft dit gevaar te vermyden. Op dit concert, evenals op eene weldadigheidssoirée (waarop Mevr. Averkamp drie Duitsche en drie Nederlandsche liederen zong) mocht deze zangeres zich in een warm applaus verheugen en toonde zy' zeer schoone stemmiddelen, en veel in telligentie te bezitten die wel is waar nog aan ry'pheid van uitdrukking kunnen winnen, doch die haar in staat stellen ook den geest en de ziel van een lied juist weer te geven. De pianist, de heer Wy'sman, heeft weer ge toond veel eigenschappen als virtuoos te bezitten. Zijn spel is nog meer op het uiterlijke dan wel op het innerlijke berekend en voorzeker is de keuze van den Strauss-Walzer, met ontzachlyk veel franje en vuurwerk, voor den musicus weinig interessant, doch het publiek bewonderde het zeer en riep den heer Wijsman met warmte terug. Ik releveer echter met ingenomenheid dat ik in sommige vertolkingen meer zorg dan vroeger bespeurde. De heer llogmans (dien wij in Amsterdam wonderlijk genoeg zeer zelden hooren) gaat vooral in de voordracht van liederen merkwaar dig vooruit. In De. Koos (een expressief lied van Zweers), Ann de Lente en Ken roosjen rood (zeer gelukkig getroffen liederen van Frans Bouman) en drie liederen met Duitschen tekst toonde hij dat h\j een hoe langer hoe hooger standpunt als zanger gaat innemen. Was het vroeger meer de stem die op den voorgrond trad, nu is het de voordracht, en zoo moet het ook zijn. De koren hebben mij vooral voldaan in O guter Engel van Dregert en Grüss Gott van von Weinzierl. De andere werken stonden niet op de hoogte van hetgeen Euterpe gewoon is te presteeren, en uit alles blijkt mij dat vele leden hieraan schuld zijn. In het laatste koor kwamen fouten voor die alleen gemaakt kunnen worden door leden die hunne partij niet kennen. Zulke leden, die geen lust hebben de repetities geregeld te be zoeken, doen moreel veel kwaad aan eene vereeniging. Zij mogen dit zelf leeren inzien en den talentvollen directeur beter steunen dan zy tot nu toe deden, opdat Euterpe het standpunt behoude dat het zoolang heeft ingenomen. Op de Weldadigheids-soiree die de heer Frans Phlippeau (tenor) gaf, toonde deze zanger dat hij ook in Duitsche liederen (van Wilhelm Berge) zeer op zijn plaats is. Men zijne schoone stem en gemakkelijke wijze van voordracht behaalde hij groot succes bij het zeer talrijk publiek. De Heer Köntgen speelde behalve twee stukken van Grieg zijne Fuga uit opus 28, en de cis-mol sonate van Beethoven (door het publiek alty'd de Mondschein-sonate genoemd, een naam waar Beethoven zelf niets van afwist). Het is zeer interessant een kunstenaar als Rontgen zulk een bekend werk te hooren voor dragen. Er zijn altijd afwykingen waaromtrent men het eens of niet eens is, doch die verdienen ernstig overwogen te worden en men hoort in ieder geval een interpretatie, die een schoon artistiek geheel geeft. Dat was ook thans weer het geval en al verschil ik ook van opinie met Köntgen omtrent sommige détails,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl