Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 989
THEE-K BRANDSMA
Trademark
Trademark
KOLDEWEIJ &. CORBIÈRE,
LEIDSCHESTRAAT
AMSTERDAM
Groot Beddenmagazijn
Grootste specialiteit van
SLAAPKAMER-AMEUBLEMENTEN,
Engelsche ledekanten, Wiegen
en Einderledekanten,
geheel compleet.
Vraagt KOLDEWEII & COBBIÈEE's gelllnstr. catalogus1
KINADRUPPELSvan Dr. DE VRIJ,
Het krachtigst werkend middel tegen
Malaria (binnenkoortsen) algemeene
zwakte, bloedarmoede en bleekzucht.
Vraagt overal de Q verzegelde flacons
a /"l.?, voorzien van nevensstaand
fabrieksmerk. Men lette daarop.
Bij overmaking van een postwissel a
?1.15 volgt franco toezending door de
Chemische Fabriek
van H. N A NNI N G, Den Haag.
GRATIS DRUKWERK
zal natuurlijk geen verstandig mensch verlangen, maar
GOED DRUKWERK
tegen billijke pryzen, snel geleverd, mag men in onzen tijd wel eischen.
De Naamlooze Vennootschap
STEENDRUKKERIJ % AMAND
is voor snelle levering van goed werk tegen billyken prijs speciaal ingericht.
PrachtYolle RECLAMEBILJETTEN, ETIKETTEN, CATALOGI, PLAAT
WERKEN, BRIEFHOOFDEN, FACTUREN, enz. enz.
KOSTEN byna NIETS MEER !
tfarinoesstraat 1417, Amsterdam.
Handcameras. Drooge platen.
Celloidin Aristo en Broomzilverpapieren.
Objectieven Chemikaliën Kaarten,
Passepartouts enz.
tot concurreerende prijzen, verkrijgbaar bij
JAN MIGHORST j
firma J. v. d. Keilen. j
Noordblaak 65,
IMIHtllllllllMIIIMimi
ROTTERDAM.
A. L. SMIT Jr.,
opvolger van
S. H. PEBEL,,
HOF-PÉD1C1JRE
van wijlen Z. M. den Koning,
KAL VERSTRAAT 208
Amsterdam*
De Equitalile"
LeyensYerzekering-Maatschappij der
Vereenigde Staten.
Opgericht 1859 te New-York.
Gedepon. Waarborgfonds te Amsterdam,
ten behoeve der Polishouders in
Nederland $ 1OO,OOO aan Effecten.
Bankiers: de Heeren
ADOLPH BOISSEVAIN & Co.,
Amsterdam.
Waarborgfonds
Januari 1896 . ? 502,028,467.50
Totaal inkomen . 110,741,105.00
Surplus (overschot
of winst) . . . 101,560,027.50
Nieuwe Verzekerin
gen in 1895 . . 330,196,325.00
Loopende Vérzeke
ringen . . . . 2,281,273,883.00
Het volgende voorbeeld toont aan de
resultaten van een Gemengde Verzeke
ring, 20-jarige tontine-polis, vervallen
in 1896.
Polis Nr. 204,264 op het leven van
J. C. Gesloten in 1876 Ouderdom
32 jaar. Bedrag der polis $ 10UO.
Betaalbaar na 20 jaar. Jaarlyksche
premie $ 48.97. Totaal bedrag der
premiën, gedurende 20 jaren, f 979.40.
Contante waarde aan den polishouder
terugbetaald $ 1,548 22.
De polishouder was dus gedurende
20 jaren verzekerd voor $ 1000. Indien
, eenigen tyd gedurende deze periode,
ware overleden, dan zouden zijne erfge
namen $ 1000 hebben ontvangen; aan
gezien hij echter niet overleed, ontving
hy zelf bij het eindigen der periode, in
contanten $ 1,548,22 d. w. z. $ 568.82
meer dan de premie doorhem betaald.
M. a. w. hy genoot eene Levensver
zekering gratis en accumuleerde
$ 48.97 per jaar, vermeerderd met rente
op rente.
Directie voor Nederland en Koloniën :
Damrak 49, Amsterdam,
alwaar prospectussen en inlichtingen te
verkrijgen zyn, alsmede by de bekende
agenten.
PHILIPPONA KETELAAR,
Fournisseur de la Cour.
K AI. VKR
T U A i T 166, A M H T K It D A M.
GRANDE SPECIALITÉPOüR
Trousseaux & Layettes.
Sur demande envoi franco de Devis et de modèles.
Cacaofabrikanten,
KOOG a. d. ZAAN,
HOLLAND.
Kraepelien & Holm's
QUINA-LAROCHE
Opwekkend, versterkend,
koortsverdrijvend, de meest krachtige en
versterkende Kina-Wijn._ Aan
bevolen door tal van
Geneesheeren, Bekroond met eere-diploma en
Gouden medailles. BIET STAAL,
zeer aan te bevelen bij bloed
armoede, bleekzucht, enz.
Prijt f er */i Jlacon. ? 1.90,
'/, flacon f i.-.
KRAEPELIEN * HOLM,
HOFLEVERANCIERS, ZEIST.
Depots te Amsterdam bij de H.H.
Apothekers J. H. VAN MBUBS, Kalverstr.;
J. M. POLAK, Hoogstr. en Galerij 34;
J. A. STOLTE & ZN.,Keizersgr. b/d Reestr.;
NIENABEB & KISJES, Haarlemmerdyk;
A. VAN TUIJLL, Paleisstr.; J. M. HULSWIT,
Vondelkade; G. J. SCIIUIJT Jr., Haar
lemmerstraat 140; Haarlem, MONS &
GBTSEELS, en verder in de bekende depots.
Verkade's
Prima Zaansche
Beschuit in Bussen.
Een fijne beschuit, die zuiver
van smaak is.
Beschuit die niet hard is en
in de bus bros blijft.
De beste Beschuit.
Groote Ronde 25 st. 25 et.
Kleine 25 15
Lange in a blik 100 50
50 25
In kruideniers- en
commestibleswinkels verkrijgbaar.
VERKADE & Comp.,
Zaandam.
33, ,Amsteidam.
DAGELIJKS CONSULT.
BOEKBINDERIJ,
Album- en
PortefeuillefaTDiiek.
ELIAS P, VAN BOMMEL,
(Amsterdam, (Kerkstraat 13
Krijgs- en Geschiedkundige beschou
wingen over Willem den Derde door
W. J. KNOOP, in leven
LuitenantGeneraal v. h. Nederl. Leger.
3 deelen. Schiedam, H. A. M.
Roelants 1895.
»Het handschrift van dit werk draagt aan het
eind van het Derde deel de onderteekening van
den toen byna zeventig-jarigen Generaal: »»'s
Gravenhage 25 April 1881. W. J. Knoop"".
De Generaal Knoop overleed den 24 Januari
1894; deze belangrijke studie over sijn held,
den grooten Oranjevorst, den Stadhouder-Koning
Willem III, bleef al die jaren in portefeuille,
zonder dat door den schryver pogingen tot de
uitgave werden gedaan. Een enkel woord om
dat feit te verklaren mag hier ter plaatse niet
ontbreken.
Die verklaring is te vinden in een brief van
den Generaal Knoop van 15 Juli 1888, waarin
inlichtingen omtrent zijn nalatenschap gegeven
worden (aan den heer Seyffardt), die had aan
genomen c. q. executeur-testamentair te zijn;
eene verklaring, later nog mondeling toegelicht.
In dien brief schrijft de Generaal o. a. dat
van zijn papieren het grootste gedeelte verbrand
kan worden; hiervan wordt echter met name
uitgezonderd: »»een militaire geschiedenis van
Willem den Derde, in drie deelen, reeds eenige
jaren gereed om te worden uitgegeven. Doe er
mee wat Gij wilt" ". De uitgave was niet geschied
omdat de Generaal in zijn gewone, groote be
scheidenheid meende, niet licht een uitgever voor
een zoo omvangrijk werk te zullen vinden. De
Generaal keurde het echter goed, indien na zijn
overlijden een uitgever het «aandurfde.'1
Aldus de heer Seyffardt in het Naschrift op
het nagelaten werk, waarvan de titel thans zeer
terecht eenigszins anders luidt, dan oorspronkelijk
door den schrijver werd aangegeven, want hetgeen
ons in deze drie deelen wordt aangeboden is geen
volledige militaire geschiedenis van Willem III.
Veeleer hebben wy hier voor een groot deel te doen
met een reeks van die uitvoerige »beoordeelingen"
zooals het Register op de Ci/ls ze betitelt
beoordeelingen van eenig boekwerk op
krijgshistorisch gebied, waaraan wij die zoo belangwek
kende artikelen van Knoop's hand in de G/ds te
danken hebben, 't Is Camille Rousset geweest, die
den generaal Knoop herhaalde malen vele beschou
wingen en mededeelingen over het militaire leven
van den grooten Stadhouder in de pen gaf, Rousset,
wiens tot drie maal toe door de Fransche Academie
bekroond werk «Histoire de Louvois et de son
administration politique et militaire", een man
als Knoop al in 't bijzonder moest interesseeren.
Reeds in 1874 werd het genoemd standaardwerk
door den Generaal o.a. in de September-artevering
van De (lids besproken, en zoo kan het dan
gebeuren, dat wy de vele verspreide stukken
over Rousset's arbeid van Knoop's hand thans
geheel terugvinden in het nagelaten werk, bladzijde
aan bladzijde woordelijk overgenomen. 1)
Een historisch werk aldus gefundeerd is frag
mentarisch, draagt allicht de sporen van eenzij
digheid, krijgt onwillekeurig iets polemisch;
belangrijke zaken blijven buiten beschouwing,
détail-quaesties vormen nu en dan te veel een
hoofdschotel.
Een paar voorbeelden :
»Wat is er eigenlijk van aan, van die aanvan
kelijke gezindheid van Amsterdam in 1(>72, om
zich te onderwerpen aan den Franschen koning V'
vraagt Knoop (I, bl. l'24) en dan laat hij een en
ander volgen, hetwelk hieromtrent bij Kransche
schrijvers is te vinden, van wie o. a. Folard be
toogt, dat Ilasselaer en Hop geheel Holland heb
ben gered door staande de discussiën van de
Amsterdamsche vroedschap over het al of niet
zich onderwerpen aan den Franschen Koning,
plotseling een venster te openen en te dreigen
het volk te zullen oproepen als de vroedschap
niet besluit tot verdere verdediging. Belangstel
lend ziet men nu verder uit naar het juiste ant
woord op de zooeven door den schrijver gestelde
vraag, want zij is belangwekkend genoeg, die ge
schiedenis van Amsterdam in den voorzomer van
1()72. En wat krijgen wij dan wel te lezen
Een
1) Uit verschillende artikelen in de Xicnire
Militaire iï]n'd«tt>i' en de ->mededeelingen" der
Kon. Acad. van Wetensch. werden verder geheele
stukken overgenomen; zooals eene lezing in Oct.
1884 gehouden te 's-Gravenhage in de
Vereeniging Krijgswetenschap de beide eerste hoofd
stukken van deel I vormt. Niet onvermakelijk
is het, dat de generaal Knoop in October l 884
de leden dier vereeniging Krijysicetenschuit ont
haalde op eene voordracht die daarna in druk
verscheen welke voordracht voor het grootste
deel van woord tot woord reeds tien laar rroeyer
in de Niemre militaire S/iectutm' werd opgenomen!
voudig dit: »Wij nemen niet aan dat de voor
stelling van die Franschen geheel 'juist is, neen
dat nemen wij niet aan, maar evenmin nemen
wij aan, dat zij geheel onjuist is; er zal toen wel
i iets van dien aard gebeurd zyn. Bij onze schrijvers
vindt men geen bepaalde opgaven hieromtrent;
maar dat zegt nog volstrekt niet, dat de opgave,
die men bij Folard vindt en bij andere Fransche
schrijvers, geheel en al een sprookje is : wij had
den vroeger dikwyls een merkwaardig talent om
de waarheid te verzwijgen als ze ons wat te
ongunstig was".
Met die opmerking kunnen wij nu na dat breed
sprakig- antwoord naar huis gaan, alhoewel dan
toch een lid der Koninklijke Academie van Weten
schappen die N.B. nog wel een bijzondere
studie had gemaakt van Sypesteyn en de Bordes,
! werk had moeten weten, dat in het Amsterdam
sche archief een merkwaardige verzameling papier
van Hans Bontemantel is te vinden, welke over
het gebeurde in de Amsterdamsche vroedschap
van die dagen genoeg licht werpt.
Elders worden door Knoop de strijdkrachten
van Keulen en van Munster beschouwd. Uit de
correspondentie van Louvois weten wij, hoe on
gunstig deze over de troepen van die fransche
bondgenooten dacht; en Luxemburg, de fransche
bevelhebbers met de aanvoerders der Keulschen
en Munsterscben vergelijkende, zegt kortweg; Ie
moindre vaudra mieux que les meilleurs des
leurs'1. En wat is nu Knoop's oordeel ? Eenvou
dig dit: »De Munstersche en Keulsche troepen
zullen denkelijk in vergelijking met dit leger van
minder gehalte zijn geweest: tenminste vindt men
in de briefwisseling der Kransche bevelhebbers
met Louvois zeer dikwijls uitdrukkingen van min
achting ten opzichte dier troepen, die door hem
worden voorgesteld als ordeloos en slecht."
Maar aldus gaat de schrijver met tal van
woorden voort het oordeel kan of zal (de
lezer moet na dat »denkelijk" ook hier maar
zelf beslissen) wel wat overdreven zijn geweest,
misschien wel te veel vergelykender wijze, die
troepen kunnen toch goed zijn geweest; »zelfs
is dit \vaarschynlijk . . .'' (I, bl. 81) zooals alles al
redeneerende waarschijnlijk kan worden verklaard!
Heel eigenaardig staat tegenover dit zoo losjes
weg heenwippen veel te vluchtig dan men
van een geschiedschrijver als Knoop mag ver
wachten dat met wat woorden zich afmaken
van belangryke quaesties, de uitvoerigheid waar
mede sommige détails worden behandeld, bijv.
de overgave der verschillende vestingen in het
oosten, welke in dit werk niet op hunne plaats zijn.
Dankbaar, heel dankbaar, maar toch niet vol
daan. Zoo ook kan m. i. het oordeel luiden over
het nagelaten werk van den generaal Knoop. De
drie compres gedrukte deelen bevatten een schat
van geschiedkundige feiten, waaronder zoovele,
welke een leek tot dusverre onbekend bleven;
tal van beschouwingen zy'n eene ernstige over
weging alleszins waard, en geen Nederlander
die iets voor de geschiedenis van zijn vaderland
gevoelt mag dit werk ongelezen laten. Lezens
waardig is het in hooge mate, niet vlotweg als
een romannetje, ook niet in een paar uren als
een wat meer degelijk tijdschriftartikel want
hoe los ook geschreven, toch is het te fragmen
tarisch, heeft het iets vermoeiends, maar als
een omvangrijk boek voor een halven winter,
waarbij men den tijd heeft een atlas te raad
plegen en nog eens andere geschiedkundige werken
op te slaan, ook om hier en daar wat meer licht
te ontsteken over personen en zaken, welke door
Knoop slechts ter loops worden genoemd.
Dankbaar dan, maar niet voldaan, waarschijnlijk
wel grootendeels als een gevolg van het aanvan
kelijke gerucht, dat de generaal Knoop eene
levensgeschiedenis van Willem III had nagelaten.
Dit laatste blijkt nu allerminst het geval, want
hoe wij in dit werk ook kennis maken met de
krijgskundige inzichten van Willem III, vooral
met diens krijgskundige daden, de mensch, die
er schuilde in dat eigenaardige uiterlijk van den
grooten stadhouder, wordt ons weinig of niet
getoond.
Wie durft het dan wagen, te schry ven het leven
van Willem den derde 'f
Amsterdam, 6 April 189G. F. A. Buis.
Inhoud van Tijdschriften.
Inhoud Eiye,H Haard no. 23 van 6 Juni: Hun
eerste twist, door Anna Koubert. Dillenburg,
door H. C. Rogge (met afbeeldingen). Lezend
meisje, naar de schilderij van Armand Berton.
Mientje (by de plaat). Om en in de wellen
der nieuwe sluis teIJmuiden, door R. l'. J. Tutein
Nolthenius (met afbeeldingen) III. Allegro,
door Geertruida Carelsen. Verscheidenheid.
Feuilleton. Advertentiën.