De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 7 juni pagina 6

7 juni 1896 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 989 THEE-K BRANDSMA Trademark Trademark KOLDEWEIJ &. CORBIÈRE, LEIDSCHESTRAAT AMSTERDAM Groot Beddenmagazijn Grootste specialiteit van SLAAPKAMER-AMEUBLEMENTEN, Engelsche ledekanten, Wiegen en Einderledekanten, geheel compleet. Vraagt KOLDEWEII & COBBIÈEE's gelllnstr. catalogus1 KINADRUPPELSvan Dr. DE VRIJ, Het krachtigst werkend middel tegen Malaria (binnenkoortsen) algemeene zwakte, bloedarmoede en bleekzucht. Vraagt overal de Q verzegelde flacons a /"l.?, voorzien van nevensstaand fabrieksmerk. Men lette daarop. Bij overmaking van een postwissel a ?1.15 volgt franco toezending door de Chemische Fabriek van H. N A NNI N G, Den Haag. GRATIS DRUKWERK zal natuurlijk geen verstandig mensch verlangen, maar GOED DRUKWERK tegen billijke pryzen, snel geleverd, mag men in onzen tijd wel eischen. De Naamlooze Vennootschap STEENDRUKKERIJ % AMAND is voor snelle levering van goed werk tegen billyken prijs speciaal ingericht. PrachtYolle RECLAMEBILJETTEN, ETIKETTEN, CATALOGI, PLAAT WERKEN, BRIEFHOOFDEN, FACTUREN, enz. enz. KOSTEN byna NIETS MEER ! tfarinoesstraat 1417, Amsterdam. Handcameras. Drooge platen. Celloidin Aristo en Broomzilverpapieren. Objectieven Chemikaliën Kaarten, Passepartouts enz. tot concurreerende prijzen, verkrijgbaar bij JAN MIGHORST j firma J. v. d. Keilen. j Noordblaak 65, IMIHtllllllllMIIIMimi ROTTERDAM. A. L. SMIT Jr., opvolger van S. H. PEBEL,, HOF-PÉD1C1JRE van wijlen Z. M. den Koning, KAL VERSTRAAT 208 Amsterdam* De Equitalile" LeyensYerzekering-Maatschappij der Vereenigde Staten. Opgericht 1859 te New-York. Gedepon. Waarborgfonds te Amsterdam, ten behoeve der Polishouders in Nederland $ 1OO,OOO aan Effecten. Bankiers: de Heeren ADOLPH BOISSEVAIN & Co., Amsterdam. Waarborgfonds Januari 1896 . ? 502,028,467.50 Totaal inkomen . 110,741,105.00 Surplus (overschot of winst) . . . 101,560,027.50 Nieuwe Verzekerin gen in 1895 . . 330,196,325.00 Loopende Vérzeke ringen . . . . 2,281,273,883.00 Het volgende voorbeeld toont aan de resultaten van een Gemengde Verzeke ring, 20-jarige tontine-polis, vervallen in 1896. Polis Nr. 204,264 op het leven van J. C. Gesloten in 1876 Ouderdom 32 jaar. Bedrag der polis $ 10UO. Betaalbaar na 20 jaar. Jaarlyksche premie $ 48.97. Totaal bedrag der premiën, gedurende 20 jaren, f 979.40. Contante waarde aan den polishouder terugbetaald $ 1,548 22. De polishouder was dus gedurende 20 jaren verzekerd voor $ 1000. Indien , eenigen tyd gedurende deze periode, ware overleden, dan zouden zijne erfge namen $ 1000 hebben ontvangen; aan gezien hij echter niet overleed, ontving hy zelf bij het eindigen der periode, in contanten $ 1,548,22 d. w. z. $ 568.82 meer dan de premie doorhem betaald. M. a. w. hy genoot eene Levensver zekering gratis en accumuleerde $ 48.97 per jaar, vermeerderd met rente op rente. Directie voor Nederland en Koloniën : Damrak 49, Amsterdam, alwaar prospectussen en inlichtingen te verkrijgen zyn, alsmede by de bekende agenten. PHILIPPONA KETELAAR, Fournisseur de la Cour. K AI. VKR T U A i T 166, A M H T K It D A M. GRANDE SPECIALITÉPOüR Trousseaux & Layettes. Sur demande envoi franco de Devis et de modèles. Cacaofabrikanten, KOOG a. d. ZAAN, HOLLAND. Kraepelien & Holm's QUINA-LAROCHE Opwekkend, versterkend, koortsverdrijvend, de meest krachtige en versterkende Kina-Wijn._ Aan bevolen door tal van Geneesheeren, Bekroond met eere-diploma en Gouden medailles. BIET STAAL, zeer aan te bevelen bij bloed armoede, bleekzucht, enz. Prijt f er */i Jlacon. ? 1.90, '/, flacon f i.-. KRAEPELIEN * HOLM, HOFLEVERANCIERS, ZEIST. Depots te Amsterdam bij de H.H. Apothekers J. H. VAN MBUBS, Kalverstr.; J. M. POLAK, Hoogstr. en Galerij 34; J. A. STOLTE & ZN.,Keizersgr. b/d Reestr.; NIENABEB & KISJES, Haarlemmerdyk; A. VAN TUIJLL, Paleisstr.; J. M. HULSWIT, Vondelkade; G. J. SCIIUIJT Jr., Haar lemmerstraat 140; Haarlem, MONS & GBTSEELS, en verder in de bekende depots. Verkade's Prima Zaansche Beschuit in Bussen. Een fijne beschuit, die zuiver van smaak is. Beschuit die niet hard is en in de bus bros blijft. De beste Beschuit. Groote Ronde 25 st. 25 et. Kleine 25 15 Lange in a blik 100 50 50 25 In kruideniers- en commestibleswinkels verkrijgbaar. VERKADE & Comp., Zaandam. 33, ,Amsteidam. DAGELIJKS CONSULT. BOEKBINDERIJ, Album- en PortefeuillefaTDiiek. ELIAS P, VAN BOMMEL, (Amsterdam, (Kerkstraat 13 Krijgs- en Geschiedkundige beschou wingen over Willem den Derde door W. J. KNOOP, in leven LuitenantGeneraal v. h. Nederl. Leger. 3 deelen. Schiedam, H. A. M. Roelants 1895. »Het handschrift van dit werk draagt aan het eind van het Derde deel de onderteekening van den toen byna zeventig-jarigen Generaal: »»'s Gravenhage 25 April 1881. W. J. Knoop"". De Generaal Knoop overleed den 24 Januari 1894; deze belangrijke studie over sijn held, den grooten Oranjevorst, den Stadhouder-Koning Willem III, bleef al die jaren in portefeuille, zonder dat door den schryver pogingen tot de uitgave werden gedaan. Een enkel woord om dat feit te verklaren mag hier ter plaatse niet ontbreken. Die verklaring is te vinden in een brief van den Generaal Knoop van 15 Juli 1888, waarin inlichtingen omtrent zijn nalatenschap gegeven worden (aan den heer Seyffardt), die had aan genomen c. q. executeur-testamentair te zijn; eene verklaring, later nog mondeling toegelicht. In dien brief schrijft de Generaal o. a. dat van zijn papieren het grootste gedeelte verbrand kan worden; hiervan wordt echter met name uitgezonderd: »»een militaire geschiedenis van Willem den Derde, in drie deelen, reeds eenige jaren gereed om te worden uitgegeven. Doe er mee wat Gij wilt" ". De uitgave was niet geschied omdat de Generaal in zijn gewone, groote be scheidenheid meende, niet licht een uitgever voor een zoo omvangrijk werk te zullen vinden. De Generaal keurde het echter goed, indien na zijn overlijden een uitgever het «aandurfde.'1 Aldus de heer Seyffardt in het Naschrift op het nagelaten werk, waarvan de titel thans zeer terecht eenigszins anders luidt, dan oorspronkelijk door den schrijver werd aangegeven, want hetgeen ons in deze drie deelen wordt aangeboden is geen volledige militaire geschiedenis van Willem III. Veeleer hebben wy hier voor een groot deel te doen met een reeks van die uitvoerige »beoordeelingen" zooals het Register op de Ci/ls ze betitelt beoordeelingen van eenig boekwerk op krijgshistorisch gebied, waaraan wij die zoo belangwek kende artikelen van Knoop's hand in de G/ds te danken hebben, 't Is Camille Rousset geweest, die den generaal Knoop herhaalde malen vele beschou wingen en mededeelingen over het militaire leven van den grooten Stadhouder in de pen gaf, Rousset, wiens tot drie maal toe door de Fransche Academie bekroond werk «Histoire de Louvois et de son administration politique et militaire", een man als Knoop al in 't bijzonder moest interesseeren. Reeds in 1874 werd het genoemd standaardwerk door den Generaal o.a. in de September-artevering van De (lids besproken, en zoo kan het dan gebeuren, dat wy de vele verspreide stukken over Rousset's arbeid van Knoop's hand thans geheel terugvinden in het nagelaten werk, bladzijde aan bladzijde woordelijk overgenomen. 1) Een historisch werk aldus gefundeerd is frag mentarisch, draagt allicht de sporen van eenzij digheid, krijgt onwillekeurig iets polemisch; belangrijke zaken blijven buiten beschouwing, détail-quaesties vormen nu en dan te veel een hoofdschotel. Een paar voorbeelden : »Wat is er eigenlijk van aan, van die aanvan kelijke gezindheid van Amsterdam in 1(>72, om zich te onderwerpen aan den Franschen koning V' vraagt Knoop (I, bl. l'24) en dan laat hij een en ander volgen, hetwelk hieromtrent bij Kransche schrijvers is te vinden, van wie o. a. Folard be toogt, dat Ilasselaer en Hop geheel Holland heb ben gered door staande de discussiën van de Amsterdamsche vroedschap over het al of niet zich onderwerpen aan den Franschen Koning, plotseling een venster te openen en te dreigen het volk te zullen oproepen als de vroedschap niet besluit tot verdere verdediging. Belangstel lend ziet men nu verder uit naar het juiste ant woord op de zooeven door den schrijver gestelde vraag, want zij is belangwekkend genoeg, die ge schiedenis van Amsterdam in den voorzomer van 1()72. En wat krijgen wij dan wel te lezen Een 1) Uit verschillende artikelen in de Xicnire Militaire iï]n'd«tt>i' en de ->mededeelingen" der Kon. Acad. van Wetensch. werden verder geheele stukken overgenomen; zooals eene lezing in Oct. 1884 gehouden te 's-Gravenhage in de Vereeniging Krijgswetenschap de beide eerste hoofd stukken van deel I vormt. Niet onvermakelijk is het, dat de generaal Knoop in October l 884 de leden dier vereeniging Krijysicetenschuit ont haalde op eene voordracht die daarna in druk verscheen welke voordracht voor het grootste deel van woord tot woord reeds tien laar rroeyer in de Niemre militaire S/iectutm' werd opgenomen! voudig dit: »Wij nemen niet aan dat de voor stelling van die Franschen geheel 'juist is, neen dat nemen wij niet aan, maar evenmin nemen wij aan, dat zij geheel onjuist is; er zal toen wel i iets van dien aard gebeurd zyn. Bij onze schrijvers vindt men geen bepaalde opgaven hieromtrent; maar dat zegt nog volstrekt niet, dat de opgave, die men bij Folard vindt en bij andere Fransche schrijvers, geheel en al een sprookje is : wij had den vroeger dikwyls een merkwaardig talent om de waarheid te verzwijgen als ze ons wat te ongunstig was". Met die opmerking kunnen wij nu na dat breed sprakig- antwoord naar huis gaan, alhoewel dan toch een lid der Koninklijke Academie van Weten schappen die N.B. nog wel een bijzondere studie had gemaakt van Sypesteyn en de Bordes, ! werk had moeten weten, dat in het Amsterdam sche archief een merkwaardige verzameling papier van Hans Bontemantel is te vinden, welke over het gebeurde in de Amsterdamsche vroedschap van die dagen genoeg licht werpt. Elders worden door Knoop de strijdkrachten van Keulen en van Munster beschouwd. Uit de correspondentie van Louvois weten wij, hoe on gunstig deze over de troepen van die fransche bondgenooten dacht; en Luxemburg, de fransche bevelhebbers met de aanvoerders der Keulschen en Munsterscben vergelijkende, zegt kortweg; Ie moindre vaudra mieux que les meilleurs des leurs'1. En wat is nu Knoop's oordeel ? Eenvou dig dit: »De Munstersche en Keulsche troepen zullen denkelijk in vergelijking met dit leger van minder gehalte zijn geweest: tenminste vindt men in de briefwisseling der Kransche bevelhebbers met Louvois zeer dikwijls uitdrukkingen van min achting ten opzichte dier troepen, die door hem worden voorgesteld als ordeloos en slecht." Maar aldus gaat de schrijver met tal van woorden voort het oordeel kan of zal (de lezer moet na dat »denkelijk" ook hier maar zelf beslissen) wel wat overdreven zijn geweest, misschien wel te veel vergelykender wijze, die troepen kunnen toch goed zijn geweest; »zelfs is dit \vaarschynlijk . . .'' (I, bl. 81) zooals alles al redeneerende waarschijnlijk kan worden verklaard! Heel eigenaardig staat tegenover dit zoo losjes weg heenwippen veel te vluchtig dan men van een geschiedschrijver als Knoop mag ver wachten dat met wat woorden zich afmaken van belangryke quaesties, de uitvoerigheid waar mede sommige détails worden behandeld, bijv. de overgave der verschillende vestingen in het oosten, welke in dit werk niet op hunne plaats zijn. Dankbaar, heel dankbaar, maar toch niet vol daan. Zoo ook kan m. i. het oordeel luiden over het nagelaten werk van den generaal Knoop. De drie compres gedrukte deelen bevatten een schat van geschiedkundige feiten, waaronder zoovele, welke een leek tot dusverre onbekend bleven; tal van beschouwingen zy'n eene ernstige over weging alleszins waard, en geen Nederlander die iets voor de geschiedenis van zijn vaderland gevoelt mag dit werk ongelezen laten. Lezens waardig is het in hooge mate, niet vlotweg als een romannetje, ook niet in een paar uren als een wat meer degelijk tijdschriftartikel want hoe los ook geschreven, toch is het te fragmen tarisch, heeft het iets vermoeiends, maar als een omvangrijk boek voor een halven winter, waarbij men den tijd heeft een atlas te raad plegen en nog eens andere geschiedkundige werken op te slaan, ook om hier en daar wat meer licht te ontsteken over personen en zaken, welke door Knoop slechts ter loops worden genoemd. Dankbaar dan, maar niet voldaan, waarschijnlijk wel grootendeels als een gevolg van het aanvan kelijke gerucht, dat de generaal Knoop eene levensgeschiedenis van Willem III had nagelaten. Dit laatste blijkt nu allerminst het geval, want hoe wij in dit werk ook kennis maken met de krijgskundige inzichten van Willem III, vooral met diens krijgskundige daden, de mensch, die er schuilde in dat eigenaardige uiterlijk van den grooten stadhouder, wordt ons weinig of niet getoond. Wie durft het dan wagen, te schry ven het leven van Willem den derde 'f Amsterdam, 6 April 189G. F. A. Buis. Inhoud van Tijdschriften. Inhoud Eiye,H Haard no. 23 van 6 Juni: Hun eerste twist, door Anna Koubert. Dillenburg, door H. C. Rogge (met afbeeldingen). Lezend meisje, naar de schilderij van Armand Berton. Mientje (by de plaat). Om en in de wellen der nieuwe sluis teIJmuiden, door R. l'. J. Tutein Nolthenius (met afbeeldingen) III. Allegro, door Geertruida Carelsen. Verscheidenheid. Feuilleton. Advertentiën.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl