Historisch Archief 1877-1940
No. 989
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
9
De opgraving in de kerk der Padri Eremitani te Padua.
Werkman: Geen spoor van een looden kist!
Matroos van de Van Speyk: Kommandant, zouden ze hem daar ook te vuur hebben ?
liilHHiniiMlilllllHlIlllllllllliiilllilllilliniiniiiiiniunniiiniunninniinniinnuinnnniiiiii
plichtigen, wanneer zij hunne complicen wilden
verraden. Of men hierdoor echter het gewenschte
doel bereikte, is te betwijfelen, lo. omdat zulk
soort volk liefst niet uit eigen beweging in aan
raking met de justitie komt, waardoor het zich als
tot het boevenrot behoorende zou bekend maken
en een ongewenscht scherper toezicht op hun per
soon uitlokken, en 2o. hadden zulke personages
gewoonlijk nog het een of ander op hun kerfstok
staan, wat nog niet geboet en waarop de toege
zegde kwijtschelding ook niet toepasselijk was.
Een derde methode bestond daarin, dat men hen
die omtrent zulk eene duistere misdaad eenig licht
konden ontsteken, dreigde ah medeplichtigen te
zullen beschouwen en vonnissen, wanneer zij het
gerecht hun inlichtingen onthielden, terwijl men
ingeval van verwonding niet zelden een beroep
deed op de menschlievendheid, door te proclameeren
dat men de misdaad als moord zou rechten, zoo
de dader door de dienaaars van den Schout ont
dekt werd.
. Ik zou over dit onderwerp nog lang en breed
kunnen doorpraten, doch dan ook moeten vreezen
misbruik van uw geduld te zullen maken. Met de
tijden veranderen de omstandigheden, en die ver
anderingen stellen nieuwe eischen. U het behan
delde onderwerp in het licht der 16e, 17e en 18e
eeuw te laten aanschouwen, zou mij echter te
ver voeren en daarom blijf ik voor ditmaal bij
dit tafreeltje uit de 15e eeuw.
?lUIUIIIIIIIIlIHIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIII
innnnnniiiiiiiiinn
SM II Ml S.
Een wielrijder heeft zich het lot van de
stad Arasterdam aangetrokken, en, in een
ingezonden stuk in het Handelsblad, aanbevo
len een wielrijders-kiesvereeniging op te
richten, in de hoop, dat de wielrijder, thans
verguisd en vogelvrij verklaard, nog eens de
genius worde die de hoofdstad maakt tot
hetgeen zij «wezen kan en moet"
Als wij maar »met vasten tred voortgaan",
zegt de man, kan dit wel lukken. Ik ben
het met hem eens, maar zou hem als fietser
toch in bedenking geven liever te schrijven,
»met vasten trap", zoolang de pedalen in
het Hollandsch trappers heeten.
Dat de wegen te Amsterdam veel te
wenschen overlaten, ook voor niet-fietsrijders, was
reeds meermalen opgemerkt, en het kan dus
niet anders dan nuttig zijn, dat hierop op
nieuw de aandacht onzer machthebbenden
gevestigd wordt, die zich veel meer schijnen
te bekommeren om den naam, dien een straat
draagt, dan om de begaanbaarheid die haar
kan worden toegeschreven. Het argument
tegen naasting van de A. O. M., die men
tot dusverre het verbreeden der straten liet
betalen, acht ik uit fietsrijders-oogpunt zeer
juist. Als ik mij goed herinner, neeft Am
sterdam ook het asphalteeren der
Utrechtsche- en Leidschestraten b. v. aan de krach
tige aansporing der A. O. M. te danken
en is de Vijzelstraat door diezelfde Maat
schappij voor het verkeer niet weinig ver
beterd. Alleen zou ik het niet eens zijn
met dien wielrijder, dat de concessie-leus haar
waarde heeft verloren, en het er niet toe doet
of men door de kat of door den kater wordt
gebeten .... Ik vind het wat onbeleefd om
Schadd voor een kat en het gemeentebestuur
voor een kater uit te maken, beiden dunkt
me verdienen zooveel minachting niet. Ik
kan mij best begrijpen, dat iemand op een
fiets gezeten, zoowel Schadd als Treub de
moeite van het aankijken niet meer waard
vindt, maar om op beiden zóó laag neer te
zien, is wat erg, en het nu te doen voor
komen, alsof hier in de hoofdstad eigenlijk
iedereen hen alleen tot katjesspel in staat
rekende, dit komt in het geheel niet te pas,
zelfs v. Eeghen zou zoo iets niet durven
zeggen!
Pas heeft Hector Treub het hier over den
furor operandi en operari gehad, of daar komt
zijn opvolger te Leiden, de heer Veit, in het
Duitsch, ook al vertellen, dat er te veel ge
opereerd wordt, omdat de diagnose daaronder
schade lijdt. Zoo deelt althans mijn courant
mee. Nu ben ik het daarover met Treub
en Veit wel eens, maar mij zou dat minder om
de diagnose kunnen schelen, dan om de patiënt,
die er waarschijnlijk nog het meest onder
lijdt. Intusschen wordt het voor iemand, die
een gynaecologische operatie heeft te onder
gaan, zaak zich niet zoo dadelijk naar het
bevel van den aesculaap te schikken, maar
in elk geval eerst eens een advies in te winnen,
hetzij bij Treub, hetzij bij Veit. Ik althans
kan mij moeilijk iemand voorstellen, die na
deze dubbele waarschuwing zoo maar naar
een dokter zou loopen!
Tot groot genoegen van velen, die volgens
Dr. Ritter zoo ontstemd waren, door de
achuitzetting der Remonstrantsche broederschap
op de audiëntie, mocht Ds. Groenewegen in
de algemeene vergadering dier Broederschap
poet opgewektheid getuigen van een gunstig
jaar", en van een stijgend besef" van de
taak, die de Broederschap in het geloofsleven
van ons land vervult." Nu het uitgekomen is
dat Jhr. W. Roell uitsluitend de schuld draagt
van die officieele vernedering der Broederschap
aangedaan, is meteen geconstateerd, dat deze
heer een der weinigen is bij wie dat stijgend
besef ontbroken heeft en dat hij dus ook
minder geschikt is om in het vervolg de
rangorde der kerkgenootschappen te regelen.
Nu, dat zal hem ook wel niet meer worden
toevertrouwd. Maar waar blijft Ritter met
zijn ontstemming ? De hooge vergadering ver
keerde in den besten luim.
Van alle gekroonde hoofden schijnt mij de
Duitsche keizer de man te zijn, die het
getrouwst zijn ambtsplichten vervult. Zoo lees
ik nu dat Z. M. bevolen heeft de tweede
Garde-Infanterie Brigade exercitie te doen
houden, opgeluisterd door de tegenwoordigheid
van de Massais, die, bij hoogdeszelfs bezoek
aan de koloniale tentoonstelling, zijn bijzondere
opmerkzaamheid hadden getrokken door ...
hun krijgsdans. Wilhelm was van plan dan
persoonlijk die oefening te leiden. De Massais
die zich onderscheiden door hun houding, hun
gestalte en minder alledaagsche hoofdversier
selen, zouden naar het Tempelhofer veld ge
reden worden om dit Gefechtsexerzieren bij
te wonen. Gelukkige uitverkorenen die dat
schouwspel zullen mogen gadeslaan! de 2o.
brigade en die Massais te zamen maar dat
niet alleen, een heusche keizer daarenboven
en daarboven, die als een nieuwe zon het
Westen en het Oosten tegelijk bestraalt.
iliiiiiiiiiiiiiiiilninitllllllfiilliiii
</
iiiiiiiiiiiimiimiiiiiM ..... umi
minimin ........... iiiiiiiimiiiiiu
Amsterdam, 31 Mei '90.
Aan den lieer Snuifjesma/i.'
Heett uw snuivers-orgaan opgemerkt, dat
B. en W., waarschijnlijk au bout de leurs
hommes célèbres, een nieuwe periode van naam
geving hebben willen inaugureeren dooreene
dwarsstraat tusschen Overtoom enVondelpark,
de vroegere Nieuwer-Amstelsche Parkstraat,
te herdoopen in Leeuwendalersstraat?
Welk een schoon vooruitzicht, dat het pu
bliek nu niet slechts met onze doode kunste
naars, maar ook met hun onsterfelijke stukken
(althans met de titels daarvan) en met de
namen hunner helden zal kunnen kennis
maken op de hoeken van straten, stegen en
kaden! Hoe populair zou in dubbel opzicht
(ik denk ook aan »Gijs") een
Gijsbreghtstraat zijn!
En welk een schat van gemengde aandoe
ningen zou een Kloris-en-Roosje-plein of
-rondpoint opwekken, liefst in de nabijheid
van een Thomasvaer-laan en van een Pieter
nellen-hofje! Zou het niet archaïstisch en
modern tegelijk zijn, de Olieslagerssteeg te
verdoopen naar den allervroomsten Ridder
Palmerijn van Olijve? Zou men de zure
impressie, die de Karnemelksteeg maakt, niet
beter weergeven door haar naar «Symen
sonder Soetiche3rt" te noemen ? Zou de ons
nietszeggende Zoetenaamsteeg er niet eveneens
op vooruitgaan als zij ons »Jan Soetekauw"
of »Trijn Appelmongt" in herinnering bracht ?
Zou de Spaarpotsteeg als Warenarssteeg geen
klassiek tintje krijgen ? En wat zoudt ge er
van denken, als we de gastvrije Nes met haar
^sociëteiten" tot Costelick-Mal-Straat promo
veerden ?
Pergas si placet. Onze litteratuur is rijk, en
B. en W. zullen u voor uw adviezen stellig
dankbaar zijn.
Steeds gaarne,
1.1.
Q. N.