De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 14 juni pagina 2

14 juni 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 990 schappy tot bevordering der Toonkunst worden gegeven zijn die van Haarlem (na Utrecht) de meest bezochte en gewaardeerde. Haarlem (het is thans weer gebleken) is een van die plaatsen, waar men met zulk een feest geheel medeleeft, waar men gaarne de hitte trotseert voor kunstgenot, en waar het meest lange programma het publiek niet belet toegift j es te vragen aan tal van solisten die op het kuns tenaarsconcert voordrachten houden. Daarom zijn zulke steden meer geschikt voor het houden van een Muziekfeest dan b.v. Am sterdam, waar men in dit jaargetijde een winter campagne achter den rug heeft, die den concert bezoeker behoefte doet gevoelen zijn ooren een weinig rust te gunnen ; waar alle uitvoeringen van de afdeelings-zangvereeniging muziekfeesten ge noemd worden en waar dus een muziekfeest iets zeer gewoons zou zy'n en by' gevolg de attractie van het bijzondere zou missen. Bovendien behoorden vroeger de uitvoeringen van zulk een groote koormassa en orkest tot de zeldzaamheden en was het dus niet, zooals thans, alleen de bijzonderheid dat men drie concerten achter elkander, in plaats van een, kreeg. Nu is het hoofdzakelijk de kwantiteit van uitgevoerde werken die zich onderscheidt van andere uitvoeringen; doch wat op zulk een feest weldadig aandoet, is het enthousiasme van publiek en medewerkenden, waarvan wij Amster dammers een weinig zy'n afgewend. De kritikus schaamt zich op zulke feesten, dat hy geroepen is niet alleen de deugden, doch ook de gebreken van de uitvoeringen te vermelden. H\j vindt zichzelf een spelbreker, die het gevoel heeft dat wanneer h\j aanmerkingen maakt, hy het genoegen van zoovelen bederft en angstig vraagt hy zichzelf af of men hem niet het Goethecitaat zal toeroepen: «Schlagt ihn tot den Hund, er ist ein Recensent." Doch ook hij kan onder den indruk van het feest komen, hetgeen wel bewy'st dat zelfs de kritikus gaarne big is met de bly'den. Doch laten wij om geen misverstand in het leven te roepen ons haasten te zeggen, dat wanneer de kritikus zichzelf op dien eersten avond gedurig moest toevoegen dat hy' zacht moest oordeelen omdat het een feest was, hy op den tweeden avond toen Le Chant de la Cloclie van d'Indy gegeven werd, zichzelf niets behoefde voor te zeggen en van de uitvoering als uitvoering kon genieten. Want het zij dadely'k gezegd: deze uitvoering vormde het glanspunt van het Muziekfeest en het is dus vooral daarover dat ik wil spreken. Terloops zij gemeld dat de uitvoering van Messias in de Groote Kerk niet aan de verwachting heeft be antwoord, en dat, afgescheiden van het feit dat wat koor en orkest betreft, dit werk onvoldoende was voorbereid, hier ook gebleken is dat de gevaren voor gebrek aan eenheid in die ruimte te groot zy'n. Orgel, orkest en koor waren het voortdu rend met elkander oneens. Hier was dus hetgeen desolisten: Mevr. Wilhelmy, Mej. Lüning en last not least de Heeren Rogmans en Messchaert gaven, het belangrijkst. Hetzy my vergund er even op te wyzen, dat de bewerking die gevolgd werd, niet erg is aan te bevelen, vooral het gebruik van het orgel ver stoorde bij verschillende gedeelten den indruk, in plaats van dien te verhoogen. Dat orgel drong zich overal te veel op, het was dikwijls als het ware een fftcheux troisième. die een intiem gesprek kwam verstoren. En daar door de eigenaardige bezwaren van deze ruimte het orgel vaak ongely'k was met de solisten, koor of orkest, had men het liever een meer bescheiden rol zien toebedeeld, waardoor bovendien de indruk veel grooter zou geweest zijn. Het mag hier (al is het dan bij gelegenheid van een Muziekfeest) niet verzwegen worden, dat de oudere werken evenzeer recht hebben op zorgvuldige vertolking als de nieuwere. Nu scheen iiiiiiiiimmnim IIIIMIIHIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIHM gezegd ?... Tegen wien gezegd ? . .. Mijnheer d'Aubières .. . O, de waarheid... dat ik veel van hem hield ... maar niet genoeg om hem te trouwen ... maar dat ik toch nog eens zou zien ... 't in gedachten houden ... En hij?... Wat hij?... Wat zei hij tegen jou? .. . Hij ? ... Hij heeft me gezoend ... en ik vond 't erg naar!... Nu ja, omdat 't de eerste kus was.. . en je was er niet op verdacht.. ? zoodat 't je een beetje verlegen maakte ... Ik!... 'k was geen zier verlegen, hoor.. . maar ik vond het in n woord vreeselijk, ziedaar!... en 't bewijs, dat 't me volstrekt niet verlegen maakte... is dat ik hem ronduit heb durven zeggen, hoe akelig ik 't vond, dus ... Hè? heb je hem ... Die arme d'Aubières! mompelde oom Mare lachend. Mevrouw, er is gediend... ? kwam de bediende zeggen. Dadelijk na het ontbijt, terwijl Coryse koffie schonk, ging mevrouw de Bray haastig de bibliotheekkamer uit. Ah!... zei het meisje, die soort vlucht opmerkend ze gaat pater Ragon de les lezen!... dat is tamelijk overbodig!... eer stens heb ik een hekel aan hem ... met zijn sluw gezicht en zijn verwrongen glimlachjes... hij lacht precies als een oude kokette, die haar zwarte tanden wil verbergen ... Altijd welwillend gaf de markies den raad: Je moet niet zoo'n hekel aan de menschen hebben, zonder te weten waarom ... Maar dat weet ik ... wat best!... Ah!... en dat is ? ... Omdat ik hem niet acht... Oom Mare en de heer de Bray begonnen mij de Messias by' de instudeering opgeofferd aan d'Indy's werk. Doch hieraan was dan ook veel zorg besteed. De koren klonken dadelijk zoo frisch en vast en er was zooveel werk gemaakt van duidelyke uitspraak dat ik den medewerkenden en in de eerste plaats den feestdirecteur, den heer Robert, van harte gelukwensen met deze uitvoering. Het is voor de tweede maal dat dit werk ten onzent is uitgevoerd en ongetwijfeld heeft men nu weer den indruk verkregen dit was bij mij althans het geval dat d'Indy's toonschepping een meesterwerk is. Interessant ook daar waar een ander zou dreigen in het banale te vervallen schoon van kleur en uitdrukking en meesterlijk van bewerking, kry'gt men in dit werk bewonde ring voor de toonzetter die ieder effect dat hij wil verkrijgen, ook werkelijk verkrijgt, hoe ge waagd sommige combinaties ook schynen. Ik behoef niet meer den inhoud van Le Chant de la C/oche te verhalen. (Ik deed dit in het WeelMad van 3 April 18i)2). Slechts zy nog vermeld dat, heeft het eerste tableau liu/itfine een meer naieven vorm, het tweede L'Amour in zy'n ernstige, droomerige expressie grooten indruk maakt. In den Proloog (waarin de grijze meester zy'n leven aan zijn oog laat voorby'trekken en waar met enkele woorden de hoofdmomenten Baptême-Amour-Victoire en: la Vision aange stipt worden), zy'n ook in de muzikale bewerking de grondmotieven van het geheele werk te vinden, nl. de leitmotieven waarop de latere tableaux zijn gebouwd. In de bewerking van die motieven toont d'Indy dat hij zijn eigen weg weet te gaan. Dat hij Wagner bewondert bly'kt ook uit dit werk, doch meer uit de denkbeelden zelf, dan wel uit de toepassing, wat ook goed gezien is, want het is beter op krachtige wijze zichzelf te zijn, dan zwakkere navolgingen te geven. De heer Robert heeft, zooals ik zeide, veel vol doening van de instudeering van dit werk en het moge hem eene streelende gedachte zijn, dat de componist zich zoo waardeerend heeft uitge laten over deze uitvoering. En hoezeer hebben de solisten daartoe medegewerkt. Mej. Eleonore Blanc is eene zangeres die hoogst intelligent ver tolkt, die ook den volgenden dag bij de ver tolking van de Leonore-aria uit Fidelio bewijzen gaf van een ernstig doordringen in den stijl van de groote meesters, en die met hare schoone stem in staat is zoowel de krachtigste als de teederste uitingen te geven. De heer Dequesne uit Brussel is een sympathiek zanger die echter in zijne liederen op den derden dag wat zoet was. Voorzeker hadden de liederen die hij koos daar wel wat schuld aan en klonk het ons wel wat onmannelijk zoo zoet te hooren zingen : Fais un archet avec mes tresses, pour charmer tes autres mfdtresses en vervolgens Elle mourut Suivant ses voeux, il fit l'archet de ses cheveux. Evenmin mannely'k is de (Chanson de Florinn (die trouwens door eene dame behoort gezongen te worden), doch in de partij van Wilhelm was hij zeer bevredigend, al kan hij ook niet vergeleken worden met Lafarge die vroeger die party te Amsterdam zong. En Orelio was in de kleinere partijen weer geheel zichzelf en gaf een schoon type van den Bechmesserachtigen meester Dietrich. Met deze vertolking en die van Wotan op den derden dag (uit Wnlküre) heeft hij het publiek weer veel doen genieten. En zoo zijn wij genaderd tot het kunstenaars concert, de langste der lange uitvoeringen die ik my' herinner ooit te hebben bygewoond, Deze uitvoering won het in lengte nog van het kunstenaars-concert by' het 50 jarig feest van Toon kunst te Amsterdam. En nu heeft de heer Robert wel getracht aan dit bezwaar tegemoet te komen, door het tempo van het Adagio molto en van andere deelen uit de 9e symphonie belangrijk te ver snellen, doch dat was niet geheel voldoende om iiimimiiiiiiniiiii beiden te lachen. De manier waarop Chiffon verklaarde, dat zij voor dien almachtigen en hoogst ontwikkelden man, die alle vrouwen en het meerendeel der mannen van Pontsur-Sarthe leidde, niet »achtte" kwam hun wonderlijk grappig voor. Chiffon kreeg een kleur. Je houdt me voor den mal... zei ze 'k zie het heel goed, jawel! ... «ach ten" is een gek woord! pruikerig! . .. be spottelijk mal!... maar ik weet nu eenmaal geen ander, om te zeggen wat ik meen .. . Wel neen, Chiffon-lief, protesteerde de heer de Bray... we denken er niet aan, om je voor den mal te houden!... Maar, zeg! nu we toch alleen zijn . .. vertel ons eens wat abbéChiltel je verteld heeft?... hè?... Hij mij?... Ik hem verteld, dat lijkt er meer op... Wat dan ?... Wel... die geschiedenis van gisteren avond... ? Het huwelijksaanzoek ? . . . Neen ... van dat zoenen. . . Aha!.. . heel goed ! . .. prachtig ! .. . 'k wist niet datje dat die yexchiedenis noemde... Asjeblieft! ... 't was voor mij nog al van belang! .. . want op 't oogenblik dat meneer d'Aubières die kuur kreeg .. . had ik 't al bijna op mijn lippen om »ja" te zeggen . .. een sikkepitje nog en 't was er uit geweest!... Maar oele!. . . dat heeft den heelen boel in de war geschopt!... Maar waarom dan toch ? .. . Omdat ik 't ellendig vond, zeg ik im mers!... En daar ik denk, dat een vrouw verplicht is, zich door haar man te laten zoenen, wanneer hij er lust in heeft.. . kan ik, met dat voor mijn voorland, er niet toe besluiten ... neen ... waarachtig, dat kan ik niet!... En heb je dat allemaal aan den abb verteld?... vroeg Mare, die zich kostelijk het te lange programma geheel te bezweren. Van de symphonie roem ik vooral het vocale gedeelte, dat frisch en duidely'k klonk. Het orkest speelde wel met veel juistheid, doch over het geheel was er iets te geiwous in de vertolking van de instrumentale gedeelten dat aan de poëzie van het werk afbreuk deed. Wanneer ik hier nog by'voeg dat mevr. Wil helmy in hare liederen schooner indruk maakte dan in der Messias, waar de coloratuur te wenschen overliet, dat mej. Lüning met hare schoone stem eene veel eenvoudiger wijze van zingen heeft aangenomen en het vroegere soma valsche pathos heeft afgelegd, en zooals in de aria: Kr ward verschiiuiht (Messias) veel indruk wist te maken, dat de heer Rog mans zoowel in zijne liederen op den derden dag als in der Messias weer bewijzen gaf hoe ernstig hij streeft, hoe goed hij de coloratuur wist te beheerschen op den eersten avond en hoe zijn voordracht van liederen getuigt van meesterschap, hoezeer Messchaert in der Mes sias toonde dat hij nog over al zijne middelen heeft te beschikken en dat hij o. a. het eerste recitatief en de eerste aria zong op eene wijze die wellicht niemand hem verbeteren kan, waarna de voordracht van Hans Sachs' alleenspraak op verrassende wy'ze van zijn veelzijdigheid bly'k gaf, en dat Mej. Wietrowetz het Vioolconcert van Mendelssohn en kleinere stukken speelde, zoo goed als de warmte dit toeliet, dan heb ik, geloof ik, een vrij volledig zy het dan ook beknopt beeld van dit feest gegeven. De componist d'Indy werd natuurlyk zeer gehuldigd, doch niet minder de heer Robert, die dit dan ook ten volle verdiende, want de meesten weten niet hoeveel energie, bekwaamheid en toe wijding er noodig is, om zulk eene uitvoering tot een goed einde te brengen. Hij heeft tevens ge toond een man te zijn die de muzikale krachten te Haarlem weet bijeen te brengen en bijeen te houden. Dat het orkest van Amsterdam hem met een krans hulde bracht, zal voorzeker den heer Robert niet het minst genoegen hebben gedaan. VAN MlLLKlHN. Karl Bechstein. Deze zoo beroemde fabriekant, die den titel van Kommerzienrath bezit, heeft zijn TOsten verjaardag gevierd en bij die gelegenheid zijne talrijke vrienden en collega's in zijne villa feestelijk ontvangen. De muziek-directeur Krause hield een toe spraak tot den jubelaris, die een pracht-album met tal van literarische en muzikale bijdragen ontving o.a. van den schilder Prof. Koch, van Brahms, de heeren Moszkowski, Taubert, Krause e.a. Het adres van de pianisten werd door Prof. Ehrlich overhandigd. De heeren Moritz en Alexander Moszkowski hadden een Literarisch-Musicalischer Scherz ge componeerd, die verbazend veel bijval vond. De scène met den leerling uit Fmist werd aldus geparodieerd dat Anton Notenquetscher (van vroeger reeds bekend) een enorme blokker, zonder talent, met Mephisto spreekt, die zijne onbedui dendheid wil verhelpen en zegt: Grau, theurer Freund, ist alle Theorie Und griin, rnein lieber junger Mann, sind Sie. Doch de pianist die niets kan spelen dan : lm (Iriini'iculd 'ist Ilol-aiidion, wordt door Mephisto zoo gehypnotiseerd, dat hij een verba zende techniek krijgt nadat Mephisto zich van de geschiktheid van zijne vingers voor het klavierspel door toepassing van de X-stralen van Röntgen heeft overtuigd. Tot verbazing van de toehoorders varieert An ton in Holzundion op schitterende wijze, waarbij hij o. a. het thema verwerkt tot eene strenge fuga in den stijl van Bach. Daarna nog een va iiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim amuseerde. Natuurlijk, zeker! . . . En hoe heb je hern dat gezegd ? ... Ik zei: »Meneer de abbé... mijnheer d'Aubières heeft me ten huwelijk gevraagd, en zoo voorts ... t'huis willen ze, dat ik ja zal zeggen ? .. . Met je verlof... viel de heer de Bray haar schielijk in de rede ik heb nooit gewild dat.. . Hij heeft wel degelijk begrepen, dat u 't niet is. .. als ik »ze" zeg, weet hij heel goed wie ik bedoel... nu dan, ik vroeg hem, wat hij me aan zou raden en hij antwoordde: »Beste meid, aangezien je ouders op dit hu welijk gesteld zijn, blijft je niets anders over, dan je eigen verstand en hart te raadplegen . . . die zullen je veel beter onderrichten dan ik, wat je antwoorden moet..." Toen zei ik weer: »Mijn verstand zegt dadelijk heelemaal ja. .. en mijn hart zei 't bijna ook ... maar kijk hier!... meneer d'Aubières heeft me gezoend, onder de boomen ... in 'c donker .. . gisteren avond in den tuin . . ." en toen wou ik hem naar mijn beste weten uitleggen welke uitwerking dat bij me teweegbracht. .. maar hij viel me dadelijk in de rede, abb Chfttel... »Dat 's voldoende, mijn kind!... genoeg ... ik hoef er niet meer van te we ten. .." Waarom lach je, oom Mare?... - - Omdat je grappig bent met je ont boezemingen tegen dien armen abbé. . . die wel wat anders heeft te doen, dan zulk soort dingen aan te hooren... Integendeel... daar is hij voor!... en ik stond er op, hem uit te leggen, welk een zonderlinge gewaarwording ik op dat oogen blik kreeg... Wat ? ... stond je er op, hem te zeggen... Ja ... ik vertelde hem, dat ik zoo iets nog nooit had ondervonden ... zelfs op nieuw jaarsdag niet.. . wanneer ik toch heel wat tamelijk vieze menschen zoen... Waar diende dat toe, den abbéte riatie in den trant van Brahms, om ten slotte een muzikaal vuurwerk te laten hooren met brillante passages in den stijl van Chopin, Rubinstein en Liszt. Deze compositie van Moritz Mosz kowski werd zeer bewonderd en door de pianisten Grünfeld en Smidt met glans uitgevoerd. Saint- Saëns. Den 2en Juni was het vijftig jaar geleden dat deze organist voor het eerst in de Salie Pleyel als pianist optrad. Hij was toen ongeveer 10 jaar oud. Hetzelfde concert (van Mozart) dat hij toen reeds met zoo groote zekerheid ten gehoore bracht, speelde hij ook thans. Tevens droeg hij voor het eerst zijn vijfde klavierconcert voor en met Sarasate eene nieuwe sonate voor piano en viool. Taffanel dirigeerde het orkest en droeg een Huitsolo voor. Evenals voor 50 jaar werd het concert met de ouverture Fiyttro's Hocltze'd van Mozart geopend. Reclames. 40 cents per regel. Hooftl-Deput VAN Dr. JAEGER'S ORIG. Sormaal-Wolarielen. K. F. DEUSCHLE-BENGER, Amsterdam, Kaherstraat 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederland. Magazijn KEIZERSHOF", Nienweiidp 196. Zydensto f f en. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zijde, Satjjn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. RAHR te Utrecht. Pianofabriek. Binnen- en Enitenl. Ituziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. iiiiiiiiimmiiiiiii zeggen, dat je op nieuwjaarsdag vieze men schen zoent ? . .. vroeg de heer Bray ver baasd. Is 't soms niet waar?... Om te begin nen mevrouw de Clairville .. . die me altijd door haar natte voile heen zoent... en neef La Balue dan; ... noemt u dat soms sma kelijk, zeg, zoo'n zoen van neef La Balue ?... hij heeft geen natte voile voor, maar hij heeft 'n natten mond.. . dat is n pot nat!... Welnu, niettegenstaande dat, zou ik het geloof ik nog liever hebben, dan zooals gisteren avond meneer d'Aubières . . . Je maakt malligheid!.. . Ik, malligheid?... neen, hoor!... als je denkt dat ik grappig wil wezen, heb je 't glad mis... 't idee!... mijn hoofd staat er nog al naar! En plotseling vroeg zij : Hoe laat is 't?. . . Twee uur . .. Wat!... nu al!... Dan mag ik wel maken, dat 'k weg kom, want ik had be loofd pater Ragon te gaan spreken!... Tijd in overvloed!. . . ik geloof dat hij nooit voor een uur of vier in den biechtstoel komt. .. Ja, maar daar ga ik ook niet naar toe; 'k zal wel wijzer wezen!. .. en zien dat ik hem in de consistoriekamer te spreken krijg. .. In den biechtstoel zou ik lang kunnen wach ten .. . vier uur! dat is het uur van de... O, zut!... Als een jongen die sullebaantje speelt over den parketvloer glijdend, snelde zij de biblio theekkamer uit en hoorden de achtergeblevenen haar heldere stem den ouden Jean roepen. Eensklaps ernstig geworden verklaarde oom Mare : Of Chiffon d'Aubières trouwt of een ander... als zij er eenmaal niet meer is... zullen we haar geducht missen !... (Wordt neruolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl