De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 14 juni pagina 3

14 juni 1896 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 990 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. YOOEl DAMEjS. Te Parus, (Slot.) 't Was me wat waard als ik vermocht in beeld te brengen de finlandsche afgevaardigde Maikki Friberg, die begon met te zeggen, dat zij tien dagen geleden Fransch was gaan leeren, opdat zij dit congres in de taal van het land zou kunnen toespreken ; een verklaring, die wel beteekend zal hebben, dat ze tien dagen genomen had om haar rede te memoriseeren, nadat deze door bevoegde hand was vertaald. Deze jonge dochter van het ruwe noorden boeide louter en alleen door hetgeen ze zeide en zooals ze zeide. Een gullen lach verwekte haar guitige blik, toen zij na een korte schets der finlandsche toestanden welke de vronw een betere plaats toekennen, dan in menig rijk van politieke beteekenis het geval is haar auditorium toevoegde : ,/vous croyez pevit-être que nous voila satisfaites, que nous n'aurons plus rien a désirer", om een ironisch : Loin de la" te doen volgen, opgehel derd door: II est vrai que nous autres femmes de la Finlande, nous avons atteint déja une certaine hauteur de l'échelle de l'égalité, mais nous ne sommes cependant pas arrivées au sommet, et les degrés qu'il nous reste encore a gravir sont comme ailleurs ceux qui nous procureront Ie suffrage universel dans la législation et au gouver nement," De fmlandsche vrouwelijke geestesadel koestert dus blijkbaar precies dezelfde wenschen als de meest vooruitstrevenden onder ons. Een geheel andere verschijning was het armenische vronwtje, Kh. Nersessian, met haar mat teint, sprekende gitzwarte kijkers en kleine gestalte gehuld in een eenvoudig vlekkeloos wit zijden kleed, de afspiegeling van een nog onbesmette ziel. Ja, spreken deden haar oogen, die niets dan droe fenis hadden te vertolken, toen een veeltijds ge broken stem ons een schets gaf van de jongste gebeurtenissen in Armenië: gruwelijke, moorden zonder tal, en moeders niet zuigelingen, wezentjes, die in ieder geval nog geen aanstoot of ergernis hadden kunnen geven levend verbrand, wel veer tien te gelijk. Wij hoorden de hartverscheurende smartkreten! Stilte heerschte in de overvolle zaal zelfs het onbeschaafde element was onder den indruk. De uitdrukking //vlekkeloos wit zijden kleed," zooeven door mij gebezigd, brengt mij de vrij alge meen gekoesterde vrees in herinnering, dat de vrouwen baar uiterlijk zullen gaan verwaarloozen, zoodra haar hoofd het recht wordt toegekend zich met iets anders dan nietswaardig'neden bezig te houden. Een bewijs voor de ongegrondheid dier vrees, leverde dit congres. De vrouwen, daar aan wezig, behoorden allen tot die stoutmoedigen, welke, hoewel nog steeds wettelijk ongerechtigd, zichzelf het recht hadden toegekend ernstig te zijn in denken en handelen; niettemin bij geen harer: opzettelijke verwaarloozing der kleedij. Integendeel een ieder streefde er kennelijk naar, zooveel moge lijk van haar uiterlijk te maken, hetzij door behulp van een meer of minder rijk straatkostuum, hetzij door een doeltreffend reistoilet. Onze landgenoot en mede gedelegeerde der Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, Mr. H. Louis Israëls, leidde: Nationalitéde la Femme mariée" in met een geschiedkundig overzicht, hetwelk hem bracht tot de slotsom, niet omdat hij haar rechtvaar dig achtte, maar wijl hij geen anderen uitweg zag, dat in ieder land de gehuwde vrouw de nationaliteit van haar echtgenoot zou aannemen, terwijl wan neer de man, vreemdeling zijnde, oen inboorlinge huwde, hij van haar nationaliteit zou kunnen worden zonder de voorgeschreven formaliteiten te behoeven te volgen. Die conclusie wekte geen ahgemeenen bijval, gelijk het debat bewees, waarin n woordvoerder aan de hand deed, dat de gehuwde vrouw desverkiezende twee nationaliteiten zou kunnen hebben, hetgeen mijn buurvrouw den sarcastischen uitroep afdrong; //Quel luxe!" Dat bij de behandeling van 't prostitutie-vraagstuk de vrouwen zich niet onbetuigd lieten, spreekt van zelf. 't Was echter een man, Dr. Hirseh, die na een betoog over het aandeel der mannen in dezen maatschappelijken vloek, recht op hun ge weten afgaande, zeide op een wijze, die ik niet kan weergeven: wij allen hebben in dezen gezondigd, wij allen zonder onderscheid, en schoonwassclien kunnen wij ons nimmer; eenmaal gepleegd kwaad kan niet ongedaan gemaakt worden. Dat klouk hard in de ooren van hen, ongetwijfeld niet de zwaarste zondaars, die op dat oogenblik gaarne hun laatsten franc hadden ter tafel gelegd, zoo dat hun verleden ten dien opzichte had kunnen zuiveren. De Franschen, de uitzonderingen natuurlijk niet te na gesproken, houden op redelijke, zich zelf bewuste wezens te zijn bij 't hooren van het woord co-éducation (gemengde scholen). Zoo mogelijk wordt het nog erger, wanneer ducation int graL(gemengde opvoedingsgestichten) hun in de doren klinkt. Sterk onder den invloed der kerkleer en zich daarenboven nooit veel moeite gegeven heb bende voor heerschappij over hun hartstochten, meenen zij, dat het samenzijn van jongens en meisjes niets anders dan demoraliseerend kan werken. Een gevoelen in strijd met de verordeningen der natuur, bij wie toch wel geen streven naar algemeene ontaarding zal ondersteld worden, en die met dat al niet het eene ouderpaar uitsluitend jongens schenkt en het andere alleen meisjes, maar gemengde gezinnen schept, hetgeen een streng doorgevoerde scheiding der geslachten onmogelijk maakt. Op verzoek had schrijfster dezes een korte inlei ding over dit onderwerp gereed gemaakt. Hoe kal m ook haar woord, zij werd in de rede gevallen door iemand, kennelijk nog niet bekomen van den schrik hem toegebracht door den wensch van vorige sprekers, dat het voor goed uit mocht wezen met den oorlog en Elzas-Lotharingen geneutraliseerd zou worden. Zijn onhebbelijkheid werkte aanstekelijk. De spreek ster, niet van plan deel te nemen aan een wedstrijd van schreeuwen en steeds harder schreeuwen, zweeg onmiddellijk en trok zich terug. Kort daarop viel haar in, dat zij in het voordeel der co-éducatie partij kon trekken van de omstandigheid, dat zij niet tot haar conclusie was gekomen. Den volgenden morgen vond de presidente een briefje op haar plaats liggen, dat zij na de opening der vergadering voorlas. Het luiddft : //Mej. Haigton stelt den congresleden voor als hun meeuinf; uit te spreken, dat een houding als gisteren middag tegenover haar is aangenomen, volkomen onmogelijk zou zijn geweest, zoo er voor die rustverstoorders bestaan had co-éducatie van kindsbeen af." Met luid applaus werd deze wraakneming begroet. Toen ik, vrijwel in het begin van dit opstel, zeide, dat wat Frankrijk betreft, een vrouw voorzeker al den moed harer overtuiging noodig had, om, vooral wanneer zij haar weg door het leven heeft te zoeken, deel uit te maken van het uitvoerend comitéof zich als spreekster te laten inschrijven, dacht ik zoowel aan de onderwijzeressen als aan de arbeid sters, beiden als zoodanig op het congres tegen woordig. De ware toestand te dien opzichte kwam nog kort geleden aan het licht, toen te Parijs een enquête werd ingesteld omtrent het lot der winkel juffrouwen. Duizenden circulaires werden uitge reikt met verzoek, om na beantwoording der vragen het biljet terug te zenden. Wat eenvoudiger dan dat, zal men denken, maar jawel! Veertien, zegge 14, beantwoordingen kwamen er slechts in, maar honderden onderhandsche mededeelingen, dat ze niet hadden durven invullen uit angst voor haar patroon, hetgeen zeggen wil uit vrees nog dat weinige te zullen verliezen, wat er voor haar te verliezen viel. Hoe gezond zoo'n toestand ! ! Veel vrouwen uit den arbeidenden stand waren niet op het congres tegenwoordig, echter genoeg om een zuiver beeld te geven van hetgeen de besten harer drijft bij haar willen en werken. Of ze een eigen overtuiging hadden; of zij zich moeite gaven het maatschappelijk vraagstuk te doorgronden! Mij trok het meest Madme Coutaut, represen teerende het »Syndicat des Blanchisseuses," daar bij al haar vuur en hartstocht haar taal sober bleef en zij zich niet belachelijk maakte door te wel sprekende gebaren, terwijl zij met al de kracht, welke haar ten dienste stond het recht verdedigde van de vrouw op de opbrengst van haar arbeid. Bij dit punt van behandeling, als bij vele andere, werden voorbeelden genoemd, die de haren ten berge deden rijzen. Wat men op een Feministencongres al niet te hooren krijgt ! Zelfs bij onvolmaakte organisatie zijn congressen nuttig; bereiken zij al niet het geheele doel, vol komen missen doen zij het evenmin, omdat zij ons wakker houden of schudden en behoeden voor den waan, dat onze huidige maatschappij toch nog zoo kwaad niet is. De toestand onzer maatschappij is w e l erg, en heel '.vat krachtsinspanning is er noodig om afdoende verbetering aan te brengen dus alle handen aan het werk ! De leden van 't Feimnistencongres deden het hunne en zullen het hunne blijven doen wie volgt van hen, die tot nu toe sliep V ELISJJ A. HAIGILTOX. Aiiistcrdaiii, 17 Mei. De Dnitsche Msyroni, In het St. l'etersburgsch weekblad De nicinrr Revue komt een curieuse studie >;over huisvrouwen" voor, waarin de Engelsche, de Fransche, de Skandinavische, de Russische en de Duitsche met elkander vergeleken worden. De Duitsche komt er niet het beste af, maar het stukje is aardig. »Veel bewonderd en veel berispt; zooveel be wonderd, dat men van de Duitsche huisvrouw byna alleen in lyrische lofdichten kan spreken. In dezen zin is over de Duitsche vrouw al zoo veel gezegd, dat ieder wiens vaderlandsliefde of stamgevoel daaraan behoefte heeft, voldoening kan vinden ; van de middeleeuwen tot heden ten dage kan hij in Duitsche boeken den lof der Duitsche huisvrouw hooren zingen. Maar blijft men op den beganen grond, wat is dan de Duitsche huisvrouw V Een product der Duitsche zuinigheid op den penning. Men verlangt van haar, dat zij in de keuken koken, slu klaarmaken, op de kin deren passen zal. dan haar handen aan haar boezelaar afvegen om voor haren echt genoot een «liefdevolle gezellin'' te zijn. Dan moet zij zijn overhemden tellen, zijn kousen stoppen, en, dit wordt geëischt, met op gemaakt haar en schoon schort over kunst, litte ratuur en muziek meepraten. Dat is het recept voor de ideale Duitsche j huisvrouw. »Zoo zijn onze vrouwen! Zoo is de | Duitsche huisvrouw!" kan men overal hooren en en lezen. Alleen heeft geen enkel sterveling ooit zulk een Duitsche huisvrouw gezien, eenvoudig omdat zulk een wezen onmogelijk is. Men kan niet opgaan in gestopte kousen, meelsoepen en sla en dan terstond in geestdrift raken voor de schoone kunsten. De keuken is niet voor de gratiën en de gratiën niet voor de keuken en ook niet voor gestopte kousen. En zoo vindt men dan ook twee typen van Duitsche vrouwen ; de huisvrouw die men met een flinke keukenmeid ruilen kan, waarin men door de traditioneele keukenopvoeding alle bekoorlijke vrouwelijke eigenschappen onderdrukt heeft, en de wereldsche vrouw, die om man noch kinderen bezorgd is, die op bals en soirees schittert en die men gerust kussen kan en dit is een type dat niets karakteristieks heeft, want men vindt het j over de geheele wereld verspreid. Die keuken-opvoeding is een ramp, want het Duitsche jonge meisje is een allerliefst schepseltje. Lief, een beetje Duitsch-bescheiden en schuchter, een beetje Gretchen, maar zonnig, bloeiend en frisch. Zij is innemend coquet, en kan liefhebben, innig en hartelijk. En als ze getrouwd is, sluit men haar in de keuken op en leert haar heur gansche ziel aan het wascbgoed van haren ITugo" of »Franz" offeren, en hare blanke handen ver dwijnen, hare teere wangen worden keukenrood, haar mooi goud haar wordt door niemand gezien en door niemand gekust.... O Duitsche Philister, geef ons de Duitsche vrouw terug ! Maar er is een evolutie in gang. Ook de Duitsche vrouw wil haar deel onschuldige bewon dering hebben, hare kleine successen. Zij heeft in den keukenspiegel gekeken, zij weet dat zij roode lippen, zwaar goudblond haar en mooie rose armen heeft. Zy zal haar kinderen lief koozen als vroeger, maar zij weet dat het een praatje is dat haar leven zou behooren af te spelen aan de aanrechtbank tusschen aardappels, bieten en sla, een praatje, dat de Duitsche Philister, haar man, haar heeft wijsgemaakt opdat zij hem een, neen, twee meiden zou uitsparen, en er meer voor liier zon overblijven! Voortaan zult gij naast den schoorsteenmantel in den salon een mooie dame vinden, met frisch teint en eenigszins dwepende oogen. Ge moogt haar complimenten zeggen zooveel ge wilt, en als ge dan heel erg op haar verliefd werdt, en er kwam zelfs een kleine uitbarsting, en Franz merkte er van, wat dan nog ? Het zou goed voor hem zijn als hij er eens toe kwam, zich de oogen te wrijven en te zien dat er schatten zijn, die hjj niet wist te waardeeren. Misschien wordt hij er een ander mensch van. Hij zal zijn kalotje afleggen, zijn baard scheren, een nieuw pak bestellen, een roos in 't knoopsgat steken en zelf zyn mooie vrouw het hof maken. Dan zal hij vinden dat hare lippen zacht zijn en haar haren geurig ; dat zal hem goed doen !" liet is alsof het artikel door een eenigszins geëmancipeerde Duitsche dame geschreven is. lltllllllttllllltUIIIIIIIIIIHIIIIIltllllll iililntiiitiimii ]>ij de J\riininï/.?('tt/arct/cn <'n tncwit. Jiru itlxtoilettt'ii. Jldïlftiiiiioii ircn. l\r<'iiu etui- lu't kroiuiHfxdi net'. l\Iitnrbordi'ii. Diictori'wn. li/oeineiircrzciiffeit. Wij namen eenige van de toiletbeschrijvingen van de kroningsfeesten over. Bij het doorzien der overigen kon men opmerken, dat een der meest gezochte vormen was : een overkleed van tulle, ook wel goud- of zilvertulle, waarop rozen of andere bloemen en relief geborduurd, op satijnen transparant. De tulle was hier en daar verbonden met agrafen van edele steenen, of de harten der bloemen van de tulle waren diamanten, die op de onderstof gehecht waren. Strooisel van dia manten of smaragden of paarlen was op tal van costuums aangebracht. De Engelsche dames droegen meest de drie struisveeren en den diadeem die bij het Engelsche hoftoilet behooren. Aan de mantels was ook veel pracht besteed. Men vindt er beschreven van rose fluweel, van binnen met zilver geborduurd en met Russisch sabelbont omzoomd; van hemelsblauw fluweel, gebrocheerd met ttuweelen petunias met dia manten beregend. » * * Men zegt dat de jonge keizerin van Rusland zich aan het hof zeer impopulair gemaakt heeft, door haar verbod aan de Russische dames om in het paleis cigaretten te rooken. Een dergelijke onhandigheid moet het begin geweest zijn van de impopulariteit van keizerin Friedrieh aan het Berlijnsche hof. Toen zij nog kronnprinses was, gaf haar man een groot militair diner, waarby zij tegenwoordig was. Er waren officieren van allerlei rang; eenigen die toen luitenant waren zijn nu generaal en kunnen er nog niet van spreken zonder te blozen van ergernis. Toen allen gezeten waren, ging een kamerheer rond, en verzocht de officieren, uit naam van Hare Koninklijke Hoogheid, niet met hun messen te eten. Gelijk men weet, geldt in Duitschland met zijn mes eten niet voor onbehoorlijk. * * * liet garneeren van de rokken vindt nog heel weinig ingang; maar de eenvoudigste van allen zijn nog steeds de smaakvolle bruidstoiletten. Prinses Marguerite van Orléans had niet de minste versiering op den rok van ivoorkleurig peau-desoie (een soort van mat satijn), waarvan de sleep heel lang en breed was en haar daardoor zeer imposant maakte. Van binnen was hij geheel met breed valenciennes bezet. Het corsage, over de borst een weinig gefronceerd en aan den kant onzichtbaar gesloten, was spits toeloopend met een ceintuurlint afgemaakt; de mouwen, gigot, niet al te wijd, de ruimte naar boven geschoven en over den geheelen verderen arm nauw aan sluitend, eindigden in een punt, waaruit een volant van mousseline-chiffon over de hand viel; zulk een volant kwam ook uit de hoogen gladden col. Alleen met den sluier, van kostbare chantilly, een familiestuk der Orléans had men iets bijzonders gedaan, hij was als Spaansche mantille gedrapeerd, en met oranjebloesems ter zijde op het hoofd vastgehecht. De moeder der bruid, de prinses van Chartres, had zich niet stemmig gekleed ; zij was in zware stroogele zijde met witte margueriten gebrocheerd, een toespeling op den naam van hare dochter; de kanten, point d'Alenron, waarmede het costuum gedrapeerd was, kostten 300 francs per meter. De maréchale de Mac-Mahon, moeder van den bruidegom, had in zwart gebrocheerde zijde met een weinig witte tulle en veel zwarte kant, meer den toon der plechtigheid getroffen. Andere aanzienlijke bruiden hadden den sluier meest van tulle illusion en recht afhangend, de oranjebloesems soms als diadeem, soms terzijde als aigrette; ook had men van do oranjebloesems wel mot smalle strepen tulle illusion een tablier gemaakt. * De normale duur van eene mode is vier jaren ; het moet volgens die berekening dit najaar gedaan zijn met de ballonmouwen. Inderdaad schijnen j ze haar einde te naderen. Na eerst getracht te ' hebben op den elleboog af te zakken, krimpen ze nu tot een epaulet op, en men begint de nauwsluifende mouw reeds bij den schouder, vlak onder het omhoog geschoven dofje. Toch zou het ons niet verwonderen als het nog wel een goed jaar duurde eer ze voor goed van de mode toiletten verdwenen. * # * Omtrent het kroningsdiner te Moskou schrijft de correspondent van het Vaderland: Schoon natuurlijk van de spijzen slechts voor den vorm genuttigd werd, was er toch een menu opgemaakt: twee soepen, geheel Russisch : lo.de zoogenaamde rassolnik, die gewoonlyk uit afsnijdsels van gevogelte gemaakt wordt, b. v. den hals, pooten, hart en lever van ganzen of kalkoenen ; hierin worden de in Rusland geliefde gezouten augurken gesneden, aardappelen, eenige groenten, als wortels, de wortel van pieterselie, enz. Als die soep van versch, niet bevroren gevogelte wordt toebereid, smaakt zij goed. De tweede soep is de soep van roode beetwortels, die gewoonlijk van vleesch en gerookt varkensvleesch, de ribben, bereid wordt en met zuren room gegeten. Tweede gerecht: de fijnste en beroemdste visch, de steur, gestoofd met tomatensaus, champignons en groen ten, waaraan witte wijn wordt toegevoegd, een even duur als heerlijk gerecht. Voor den Keizer zal men wel den zoogenaamd gelen steur gekozen hebben, die veel fijner is dan de witte. Te Moskau is die niet zoo duur als te Petersburg en als men op de Wolga vaart, bieden aan elke stopplaats vrouwen dien gebraden aan voor 25 a 30 kopeken. Daarna gaf het menu snippen en dan fazanten in gelei. Verder allerlei gebraden gevogelte, o. a. kapoenen met salade ; voorts asperges, dessert, vruchten in brandewijn en ijs. Het menu was gedrukt in oud-Russische karak ters, in kleuren, met allerlei figuren; alle groote letters vermiljoenrood. De letters en de figuren, in oud-Russischen stijl, waren door groote kunste naars geteekend. De tekst ving aan met de woorden: »Dank zij God in den Hemel, dank" enz.. te lang om te vertalen ; onderaan stonden als vignet twee groote vogels, casuarissen voorstellende, uit antiekRussische teekeningen overgenomen. Na dat eerste gerecht de visch werd 's Keizers gezondheid gedronken en 61 kanonsehoten gelost; bij de snippen, onder, 51 schoten, op de Keizerin-moeder; bij de gelei van fazanten, ook onder 51 saluutschoten, op de jonge Keizerin ; eindelijk bij het gebraad, onder 31 saluutschoten, op het geheele Keizerlijke huis ; bij het dessert, onder 21 saluutschoten, op de geestelijkheid en alle trouwe onderdanen. De bokalen werden ge vuld door de opperschenkers, die ook de toosten instelden. * * * Gelijk men weet is het aangewezen geschenk van een Russische stad of corporatie aan haren Czar een gouden schotel, waarop brood en zout, de symbolen van hulde en gastvrijheid. In alle Russische paleizen ziet men deze schotels bij honderden aan den muur. De Czar heeft er ook nu weder 300 ontvangen, waaronder eenige die in pracht van werk en kostbaarheid al de vorige overtreffen. Die van den adel van Penza is een wonderwerk. Hij schijnt geheel van gouden en zilveren korenaren en relief gemaakt, waartusschen de wapens der steden uitkijken. Het zoutvat er bij is een korenschoof, die men voor echt zou houden. De stad Nichni-Novogorod zond er een van levendig gekleurd goud-email ; het Beurs-comitévan die stad een schotel geheel met donker violette Siberische amethysten en witte bergkristallen ingelegd. Het Petersburgsch Beurs-comitézond iets dergelijks in diamanten en robijnen. Er is een robgn als een hazelnoot bij. Ook zijn er borden met gekleurde heiligen figuren, wier kleederen met paarlen en goud zijn ingelegd. Het zou ons niet verwonderen als de Parijsche mode zich van dit motief meester maakte en het rijk gedecoreerde muurbord, niet enkel in oudblauw en porcelein, maar in allerlei metalen en materialen, een nieuwe toekomst tegemoet ging. * * * Van doctoressen in de oudheid is weinig be kend ; toch is er eene die in de tweede eeuw na Christus in Klein-Aziëhooggeëerd schijnt geweest te zijn. Tusschen de reusachtige ruïnes van de stad Tlos in Lyciëontdekte eene Oostenrijksche expeditie in 1S!I2 onder anderen een voetstuk van een zuil met het volgende geschrift: ->Antiochis, de dochter van Diodotos uit Tlos, wier ervaring in de geneeskunde door den raad en de bevolking van de stad Tlos algemeen er kend wordt, heeft zich het standbeeld, haar door de regeering toegekend, zelf laten oprichten." Onder de oude medici wordt weinig van vrouwelijke artsen melding gemaakt, maar juist de naam van deze Antiochis wordt ook door Galenus genoemd, die haar het recept van een verzachtende pleister bij jicht, ischias en waterzucht ontleent. # * * De nieuwe stof van houtvezels, waarover ge schreven wordt en die de zijde van zijwormen zal verdringen, is nog geen gevaarlijke concur rent. Voor het produceeren van een kilo van deze stof is namelijk 1% liter alcohol noodig; zijkan dus alleen met voordeel gemaakt worden in landen waar alcohol goedkoop is, zooals in Zwit serland, maar niet in Engeland, waar men juist meende hierin een nieuw veld van productie te vinden. Het is natuurlijk ook nog de vraag of deze zijde op den duur al de eigenschappen zal hebben van de goede zijde van zywormen, goed kleur houden, licht en sterk in het dragen zijn en meer. -XOm bloemen te verzenden zoodat ze lang frisch blijven, wordt geraden, dit in een spanen doos te doen, die men te voren een halven dag in water heeft laten staan. Men kan de doos van buiten zoo stevig inwikkelen als men wil; de temperatuur binnen blijft frisch. E-e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl