Historisch Archief 1877-1940
No. 991
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
L i m b. Koerier. 13 Juni. De Boerenbond1
(door L. ridder D. v. D. Scheuren).
N. A r n h. C r t. 18 Juni. Kieswet und kein
Ende."
N. Leeuw. C r t. 18 Juni. Van iemand, die op
een gevaarlijken weg is," door Nemo.
N.-H o 11. W b l d. 13 Juni. Posterijen."
Sociaal Weekblad. 13 Juni. De plaatselijke
commissiën van toezicht op het lager onderwijs in
groote gemeenten, I1', door H. Schook. Iets over
het socialisme in Italië, VI", door Mej. C. de Vr. E
De Volksstem. 13 Juni. Bescherming van sui
kerfabrikanten." De vooruitstrevender'' De
Godsdienst en de arbeidersqaestie." De machl
van het geld" (slot). Landbouw" (prov.
zuivelbonden). Onderwijs." (De Kinderbewaarplaatsen
te 's Gravenhage, door Dr. Betz). -r- Uit Zaandam."
Ordelijke Hervorming. 13 Juni. Benige
opmerkingen over Toynbee-werk." Over recht en
rechtspleging.1' II.
Beeht voor Allen. 13 en 14 Juni. Wie is
meneer Begout?"
16 en 17 Juni. De Koöperatieve vakvereenigingeu
in Italië."
18 «n 19 Juni. Onze politieke goochelaar Minister
van Houten."
Patrimonium. 13 Juni. Eene ernstige vraag,
die tot ernstige wedervragen dwingt." (Particulier ini
tiatief of staatshulp in zake pensioneering.)
De Volkstribnun. 13 Juni. Een socialist!?
schen geest."
De Sociaal-democraat. 13 Juni. Het
Becht van Vereenigen" (zaak Begout). De Koo over
arbeiderspolitiek."
Friesch Volksblad. 14 Juni. Het ontstaan
van den Atjeh-oorlog", door D. B. Mansholt.
Louise Michel".
Neerland's Volksblad. 13 Juni.
Beeldendienst" (slot volgt).
I n s u l i n d e. 16 Juni. Militaire causerie."
Maandblad tegen de kwakzalverij. Juni.
Het namaken van spécialités door apothekers."
iraiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiHm
U
ziek
Het Conservatorium van de Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst geeft deze week de
Jaarlyksche uitvoering. Ik weet niet of ik aan
leiding zal vinden, die uitvoering nog nader te
bespreken, want de lezer weet, dat ik dit
concert, waarop hoofdzakelijk de beste leerlingen als
solisten worden voorgesteld als zijnde de meest
geschikte reclame voor het publiek voor eene
instelling die zich conservatorium noemt en dus
tot taak heeft algemeen ontwikkelde musici op te
leiden, van weinig waarde acht om een indruk
van de beteekenis van die instelling te
verkrygen.
Ik heb er steeds op aangedrongen, dat men
evenals vroeger bij de orkestschool van den heer
Kes in de gelegenheid zou worden gesteld
het eindexamen bij te wonen, opdat men een
blik kon kragen op het interieur van deze
stichting, en op de wyze waarop de leerlingen
algemeen worden ontwikkeld.
CHIFFOIN's HUWELIJK,
9) Naar 't Fransch, van GYP.
V.
Toen Chiffon aan de kerk der Jezuïeten kwam,
was het bijna drie uur. Er dreigde een onweer,
dat de lucht verduisterde en de atmosfeer broeiend
maakte.
Blijf maar in den tuin, als je wilt.. zeide
zij tegen ouden Jean, die, wantrouwige blikken
om zich werpend, de spreekkamer binnenging,
daar zul je je minder vervelen ...
Maar als 't dan gaat regenen ?.. . antwoordde
hij weifelend.
Nu, als 't gaat regenen, kun je altijd nog
naar binnen gaan... wat mankeert je toch om zoo
mal te loopen ? ... 't Is alsof je op eieren loopt. ..
Bang ben ik niet... maar 'k voel me hier
toch allesbehalve op mijn gemak, freule Coryse ...
't is me net of de muren ooren hebben ... 'k word
er koud van ... en dan die satansche gladde vloer !...
Goed zoo !... vloek maar !... dat zal bier
een mooi effekt maken ...
Maar ik kan niet staan op mijn beenen !.. .
't is alles even glibberig hier .... daar! au iet
tapijt!...
Geen wonder !... als je er op schaatsen rijdt l...
En den ouden knecht, die, op den gladden par
ketvloer en de hier en daar in die groote ruimte
verspreid liggende vierkantjes tapijt uitgleed, en
hoe langer hoe boozer werd, naar buiten duwend,
voegde zij hem lachend toe :
Kom !... ga heen !... zoo meteen bega je
nog een ongeluk ...
Zoodra hij weg was, liep Chiffon de spreekkamer
eens rond, die zij voor de eerste maal zag. Zij
kende van de nieuwe en kokette woning, die de
paters Jezuïeten van Pont-sur-Sarthe gebouwd had
den, alleen de kapel, die zij tegen haar zin, met
haar moeder moest bezoeken, als er Lof was in
de kerk. Mevrouw de Bray was van oordeel, en
terecht dat de paters Jezuïteu niet alleen
menschen zijn die gezien mogen worden, maar ook
menschen bij wie het zeer goed is gezien te wor
den. Al wat deftig was, de jongelui er onder
begrepen verdrong zich bij die plechtigheden
waar de voorname dames en heeren, die fraaie
stemmen hadden, meezongen, en de kansel in de
kapel der paters had heel wat vrijages zien kiemen
en heel wat huwelijken zien rijpen.
Coryse, die het eerst ellendig vond, naar die
bijeenkomsten te worden meegesleept, die haar
verNu moet men alleen afgaan op het meer of min
der slagen van piano, zang, viool of violoncel voor
drachten, afgewisseld door een enkel koornummer
en wellicht een of twee proeven van leerlingen
der compositieklasse. Dat is misschien het
wenschely'kst voor het publiek, doch niet voor den
kritikus, die geroepen is een oordeel
uittespreken over het belang van deze stichting, en het mag
te meer verbazing wekken dat, nu zy onder lei
ding staat van den Nestor van de Amsterdamsche
muziekbeoordelaars, in dezen toestand geen ver
andering is gebracht.
Ik had gehoopt dat onder de nieuwe leiding
met dien ouderwetschen toestand zou zijn gebro
ken, doch tot my'n bevreemding heb ik bespeurd
dat alles is gebleven zooals het was en dat wy er
niet meer van mogen hooren dan de heeren ons
permitteeren.
Tot het in het leven roepen van een beteren
toestand die m. i. er toe kan medewerken dat
het conservatorium nog meer aan zyn roeping zal
beantwoorden, wil ik eerst iets zeggen over de
organisatie van dat lichaam. Deze stichting is in
het leven geroepen door twee of meer musici, die
zich met eenige anderen verstaan hebben omtrent
de inrichting.
Een bestuur, uit leden der Amsterdamsche
Toonkunst-Afdeeling bestaande, is verzocht het
administratieve beheer op zich te nemen, doch
en dat is dadely'k bepaald het muzikale bestuur
berust uitsluitend bij directeur en leeraren. De
bestuurders kunnen wel als reeders voor de
uitmonstering zorgen, m. a. w. het finantieele rege
len, doch op het schip zijn de kapitein en
stuurlieden (directeur en leeraren) geheel de baas. In
alle muzikale zaken, o. a. het benoemen van een
directeur of van andere leeraren, beslist het corps
leeraren, welke benoemingen door het bestuur
bekrachtigd worden.
Op deze wy'ze is het conservatorium in tegen
stelling van de Muziekschool van Toonkunst
alhier, waar het Bestuur die school werkelijk
beheert een gezellig onder onsje geworden,
waar een ander niet al te zeer zy'n neus in mag
steken. De beoordeelaar, die officieel wordt
uitgenoodigd, mag zooals ieder ander de talenvolste
leerlingen die uitgekozen zijn om een solo
voor te dragen, bewonderen, doch over de
klasse voor Muziekgeschiedenis, de paedagogische
klassen, de harmonieklassen, de oefeningen in
het partituur lezen en dirigeeren, indien zulke
klassen namelyk bestaan, want niemand mag er
iets van zien of hooren) valt geen oordeel te
vellen, en daar nu dit Conservatorium beoogt
ik ben er ten volle van overtuigd
<^<jemeene ontwikkeling, vindt ik het jammer voor den
bloei van dit lichaam, dat men niet het volle
licht laat schijnen over zy'n streven en werken.
De geheimzinnigheid die hier heerscht is
zoover ik weet eene uitzondering bij de tegen
woordig bestaande conservatoria. Met die ge
heimzinnigheid ik zeide het reeds wordt
deze instelling belangrijk benadeeld, en het
hooge woord moet er uit die wyze van handelen
geeft blijk van kortzichtigheid.
Men zal natuurlyk in deze beschouwing wel weer
eene vijandige gezindheid tegenover het conser
vatorium willen zien, doch aan zulke opvattingen
raakt men langzamerhand gewend. Men zie er
echter meer de uiting van ontstemming in die
zich ieder jaar in sterker mate van mij meester
iiiiiiniiiiiiiiiiii iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIH
veelden en die zij als zeer profaan beschouwde, was
geëindigd met zich van lieverlede in de kleine
intriges, die daar werden gesponnen, te interes
seeren. Zij was van alle godsdienstige of wereldsche
wangunstigheden op de hoogte. Zij wist dat deze of
gene pater, meer in trek" dan de andere paters, wicn
dit stak, door ben om zijn succes werd benijd; ook dat
deze of gene voorname of welgestelde boetelinge,
op elk uur toegang had tot den biechtstoel, die
voor de minder bevoorrechten alleen op de vast
gestelde uren open stond.
In afwachting van pater Ragon, de meest
gezochte der wereldlijke paters die zich steeds
lang wachten liet, vergeleek Chiffon het groote,
lachende gebouw, ingericht met echt Engelsch
confort, verborgen onder aangename en gewild strenge
lijnen, met het sombere en leelijke huis, waarin
de pastoor van de kathedraal en zijn drie vicarissen
zich bescheiden behielpen. En zij redeneerde, met
haar kinderlijk gezond verstand dat, als de rijken
en aanzienlijken van Pont-sur-Sarthe zeer goed den
weg naar het eene gebouw kenden, de armen zeker
nog veel beter den weg naar bet andere wisten.
Het kwam haar voor dat de groote sommen, die
iiier door giften, legaten en collecten waren bij
eengebracht, er nooit weder uitkwamen, terwijl de
schamele aalmoezen, die met zooveel moeite werden
verkregen, het armzalige grijze huisje daarginds
niet meer dan door gingen !...
Chiffon verafschuwde instinctmatig iedereen die
potte". Het woord sparen, dat zij altijd om zich
:ieen hoorde uitspreken met al den eerbied, dien
iet op het platte land inboezemt, klonk haar
stui;end en hatelijk in de ooren en zij dacht dat in
dit mooie, fonkelnieuwe huis zeker veel gespaard
en weinig gegeven moest worden, tenminste aan
de armen. Zij bekeek, het spreekvertrek op en neer
oopend, de open raampjes in de witte muren, die
laar aan loketjes van een bankinstelling deden
denken. En de paters, die van tijd tot tijd met
deine, glijdende pasjes het lange vertrek door
iepen, geleken, vond zij, veel meer op beambten
dan op geestelijken. Alles in dit klooster sprak haar
van de wereld; niets sprak haar van God.
Na verloop van eeuigen tijd werd Coryse onge
duldig.
Neen maar, zeg ! ... ik blijf hier niet eeuwig
staan ! ... 't is op slag van vieren ! ik moet naar
de les !...
Zij trad naar het venster en zag, in den grooten
uin, Jean slapend op een bank. Eerst gewoon
zittend, kaarsrecht als eertijds op zijn bok, zakte
de oude koetsier, loom van het onweer, langzaam
op zijde met uitgestrekte beenen, slap bovenlijf en
cuikkebollend hoofd. En de Paters, die hem van
ijd tot tijd op hun weg naar de kapel voorbij
gingen, keerden verbaasd hun spitse gezichten,
min of meer ongerust, naar den ouden man, die
daar in een droiikeumanshouding op de bank lag
,e slapen. Hun zwijgende verontwaardiging ver
maakte het meisje onuitsprekelijk en zij verveelde
maakt, nu ik ondanks het meermalen zoo sterk
uitgedrukte verlangen, van het gewichtigste ge
weerd word, en iederen keer alleen word
uitgenoodigd over datgene te oordeelen waarby men
het minst in staat is op de hoogte te komen
van de beteekenis van eene instelling.
Op het oogenblik dat de einduitvoering plaats
heeft, is dit blad reeds afgedrukt, doch ik wilde
liever thans deze opmerkingen geven, in de hoop
dat er eenige aandacht aan gewy'd moge worden
of dat men my zal overtuigen dat ik ongelyk heb.
Na deze ontboezeming wil ik voortgaan met
het aankondigen van ter beoordeeling toegezonden
werkjes, die ik, zooveel mogely'k, zal bespreken.
De heer Coers zond my de tweede aflevering
van zijn Studenten-Liederenboek, dat thans bevat:
verschillende corpsliederen, liederen van
studentenroeivereenigingen en Vlaamsche studentenliederen.
Opmerking verdient dat aan dezen bundel de heer
M. W. Petri ook heeft medegewerkt.
Verder zy'n enkele Vlaamsche liederen opge
nomen van den studentenkring: 't Zal wel gaan
waarvoor o. a. Benoit, Mesdagh, Gevaert muziek
schreven.
Ik heb reeds in een vorig artikel het Neder
landsche karakter van deze bundel gereleveerd
en ik hoop dat nog meer Nederlandsche com
ponisten de belangrijkheid van dezen bundel
zullen willen verhoogen door er bydragen voor
af te staan; waarby natuurly'k ook aan de piano
begeleidingen de noodige zorg is besteed, want
onder de nummers in de beide afleveringen zijn
er eenigen waarvan de begeleiding den indruk
van het lied niet verhoogt, wat jammer is, omdat
het streven alle aanmoediging verdient.
Nu zoowat alle corpsvereenigingen hun lied
hebben, hoop ik dat eenige frissche, eenvoudig
doch goed gevoelde zangen van meer algemeenen
aard aan dezen bundel een schoon slot mogen
verleenen.
De heer W. H. de Groot, die voor het zingen
op de volksschool door middel van de methode
Galin?Paris?Chevézooveel heeft gedaan, heeft
thans weer een boekje: Inleiding tot het zingen.
(Te Groningen by P. Noordhoff) in het licht
gegeven. Een Handleiding voor den onderwijzer
en een zangboekje voor de leerlingen zijn afzon
derlijk uitgegeven.
Uit alles blykt, dat de heer de Groot zeer goed
op de hoogte is van deze manier van elementair
zangonderwijs en dat hij er slag van heeft, hetgeen
hij weet op duidelijke en logische wijze mede
te deelen.
Dat het aantal trefoefeningen zoo groot is,
juich ik zeer toe, doch vooral ook dat iedere
zangoefening tegelijk een maatoefening is, en zeer
is het te prijzen, dat de schrijver den onderwijzer
aanraadt, behalve zijn eigen werken, enkele andere
werken te raadplegen o. a. Grejirn uit de
M.etlutdiek trui /tef zioiii/indenrijs in de liif/eri' schout
door W. Zijlstra (by denzelfden uitgever ver
schenen) welk werk ik in een volgend artikel
zal bespreken.
fen slotte vestig ik de aandacht op twee kleine
Terzetten voor vrouwenstemmen, De macht run 't
kleine, en K/iuismnk (met Hollandschen en
Duitschen tekst) waarmede naar ik vernam de drie
Nederlandsche zangeressen (het is onnoodig hare
IIIIIHIIHIIIIIIIHHIHIIII
zich niemendal meer, toen een stem, die bij uitstek
zacht en tegelijk kortaf klonk, haar het hoofd deed
omwenden :
Ah! zijt gij daar mijn kind? ... Maar ik kan
u op 't oogenblik niet ontvangen ...
O!... aei Chiffon ik meende dat mijn
moeder u gevraagd had, of ik kon komen?.. .
En naar de deur gaande, voegde zij er vriendelijk
en als opgelucht bij :
Maar als het u niet gelegen komt, ga ik heen...
Pater Ragon wenkte haar te blijven.
Dat wil zeggen, hier kan ik u niet ontvangen ...
Pardon, mijn moeder beeft toch . . .
Ja... Mevrouw, uw moeder weet, dat ik
haar somtijds in de spreekkamer ontvang . . . maar
wat ik voor haar kan doen ... met veel moeite...
kan ik uiet voor u doen ...
Daar het meisje geen antwoord gaf, vervolgde
hij, aldoor met dezelfde zachte en toonluoze stem. ..
Uw moeder heeft mij gezegd, mijn kind ....
dat gij mij over een zeer ernstige zaak wildet
raadplegen. . .
O, zoo ... ik ?... dat wil zeggen : zij wou.. .
Goed, ik zal u aanstonds in mijn biechtstoel
aanhooren .. .
? Maar... bracht Coryse in ik kom niet
om te biechten . . .
Dat doet er niet toe! . .. mijn biechtelingen
wachten reeds ... ik kan niet langer wegblijven.
Coryse schrok bij het denkbeeld nog langer te
moeten wachten in die verschrikkelijke fonkel
nieuwe kapel, met haar hardgroen lofwerk, dat
schreeuwend afstak tegen het vlammend verguldsel;
die kapel, die geen enkel zacht of aangenaam rust
punt voor het oog aanbood ; waar men te midden
van het gefluister en gesclmifel nocli zich in stille
overpeinzingen verdiepen, noch bidden kon. En de
vrees, die deze gedachte haar aanjoeg, gaf haar het
eenige antwoord in, dat haar, hoopte zij, daarvan
misschien nog zou kunnen verlossen :
O, heel goed ! . .. 'k zal wel in de kapel
wachten ! .. . Dat is wel aardig; men hoort nog
;ens wat ... al die dames praten zoo bard . ..
Het is aau te nemen, dat pater Ragou er niet,
zeer op gesteld was, de couridentiën der dames,
die Chifi'ou, om haar gekwaak op die gewijde plaats,
oneerbiedig genoeg, de kikkers van den
wijwateroak" noemde, aau haar spotzieke oortjes over te
leveren ; althans hij bezon zich en zei, als had hij
liaar niet verstaan:
Enfin!... omdat, ge er zoo erg op gesteld
schijnt, zal ik u hier aauhooren . . .
En van stem veranderend, vroeg hij op matten,
gedeinptea toon :
Ik luister, mijn dochter .. . wat hebt gij mij
te zeggen ? . ..
Ik ? ... niemendal! .. . antwoordde zij be
slist. .. ik dacht dat u mij wat, te zeggen had P ...
Pater Ragon, meer gewend verdedigeuderwijze,
dau aanvallend te werk te gaan, weifelde even,
eer hij, een besluit nemend, begon .?
namen te noemen) in Holland en Duitschland
veel succes hebben gehad.
Klaasvaak trekt my het meest aan. Als ik my
niet bedrieg, bestaat het ook voor n stem, doch
in dezen vorm is het niet minder aantrekkely'k.
Het is geestig en licht gedacht en bewerkt zooals
mej. Van Rennes dat vermag.
VAN MILLIGEN.
P.S. Uit Haarlem is geprotesteerd dat de zeer
snelle tempi van de 9e Symphonie van Beetho
ven door my zy'n toegeschreven aan den wensch
van den directeur om den duur van het zoo
lange kunstenaars-concert een weinig te be
korten. Ik ben nader ingelicht, dat zulks volstrekt
niet in de bedoeling van den feest-directeur heeft
gelegen, doch dat hy deze tempo-keuze de juiste
acht.
Het is my' aangenaam deze rectificatie te kun
nen plaatsen, temeer omdat nu tevens nog geconsta
teerd kan worden dat op het Haarlemsche Mu
ziekfeest niet alleen het record is geslagen van
het langste programma, doch ook van het snelste
tempo van de «Negende".
v. M.
Een Mangri «is,
In een proces over den letterkundigen eigendom
heeft de Amsterdamsche rechtbank den 26sten Mei
11. uitspraak gedaan. Welwillend verstrekte, op ons
verzoek, de advocaat der winnende partij, mr. H. J.
Biederlack, ons copie van het vonnis, voorzoover het
betreft de rechtsoverwegingen. Wij meenden onzen
lezers geen ondienst te bewijzen, met het in zyn
geheel af te drukken. Immers, het nadrukken van
vreemde werken van den meest verscheiden aard, is
een zeer gebruikelijke zaak in Nederland, en menige
firma doet het, zonder zich vooraf op de hoogte te
stellen, of zij daarmede een ongeoorloofd feit pleegt.
De rechtbank heeft, gelijk den lozer uit deze over
wegingen /al blijken, dat ook aangenomen in het
onderhavig geval, en het wordt tijd, dat men alge
meen wcte, welke gevaren er aan dit nadrukken zijn
verbonden.
Do rechtbank dan velde aldus haar vonnis:
O, wat het recht betreft:
dat liet tusschen partijen vaststaat, dat de Eischer,
zoo in Frankrijk als hier te lande, het auteursrecht
heeft verkregen op de muziekstukken Loin du Bal"
van Ernest Gillet en Flirtation" van Paul Arthur Steek;
dat het evenzeer tusschen partijen vaststaat, dat do
Gedaagde in het voorjaar van 1895 in hare
Collection Bijou" heeft uitgegeven twee muziekstukken,
welke dezelfde namen dragen, en hiermede is voort
gegaan tot in Juni 1895, toen zij, door den Eischer
daarover aangesproken, daarmede heeft opgehouden;
dat de Gedaagde heeft erkend, dat het eerstge
noemde muziekstuk in hare voormelde uitgave, wat
den inhoud betreft, geheel gelijk was aan datgene,
hetwelk door den Eischer in den handel werd gebracht,
doch aangaande het stuk Flirtation" heeft beweerd,
dat hare uitgave was eene verkorte en omgewerkte
editie van de door den Eischer onder dien titel uit
gegeven compositie ;
dat het echter der Rechtbank, uit eene vergelijking
der exemplaren van beide uitgaven, door den Eischer
in het geding gebracht, is gebleken, dat dit verschil
'/.oo gering is, dat beide exemplaren geacht moeten
worden, hetzelfde muziekstuk te bevatten;
dat nu moet worden onderzocht, in hoeverre de
de uitgave der beide muziekstukken als een inbreuk
op dos Eischers auteursrecht is te beschouwen, welke
de Gedaagde verplicht tot vergoeding van schade,
iiiuiiuiiiiiiiiiiiiiii
Uw moeder heeft mij medegedeeld, dat de
liertog van Aubirres u ten huwelijk vraagt... en
dat gij zijn aanzoek schijnt op te nemen, ik zal
niet zeggen met tegenzin . .. maar ...
O ! dat kunt u gerust zeggen, boor !
Nog nooit bad pater Ragon Coryse, wanneer zij
met mevrouw de Bray meekwam, andere dan zeer
alledaagsebe woorden toegesproken, waarop zij of
met ja of neen, of in 't geheel niet antwoordde.
Haar vrijmoedige taal, die hij van zijn gewone
bezoeksters geenszins gewend was, bracht hem
eenigszins van de wijs. Hij wist niet wat bij zeg
gen moest.
Nu ':... vroeg Coryse eenvoudig, na een
oogenblik van stilte.
Welnu, hernam pater Ragon, door die
vraag nog meer uit het veld geslagen zulk een
aanzoek, dat voor elk jong meisje zeer vereerend
zou zijn, is voor u niet alleen vereerend, maar
zelfs ongeboopt.. . want gij hebt geen fortuin .. .
Dat weet ik ! ...
De hertog van Aubières, zonder nu juist
schatrijk te ziju, oordeelt dat hij genoeg heeft voor
twee. .. en geeft, door u zijn hand aan te bieden. ..
eeii schoon voorbeeld van belangeloosheid ...
Dat weet ik ook! ... en ik ben meneer
d'Aubirres dan ook wel dankbaar... ik hond
trouwens veel van hem...
Houdt gij van hem?...
Heel veel ... van htm zeker 't allermeest van
allemaal die bij ons aan huis komen.. .
Maar dan begrijp ik niet waarom gij. . .
Niet ? ... 't is toch zoo klaar als wat!.. .
ik houd van meneer d'Aubières, zooals ik bijvoor
beeld van mevrouw de Jarville houd.. . of van abb
Chfitel.. . gewoon, om van hem te houden. . . maar
niet om hem te trouwen, sapperment! . . .
Ik zie, mijn kind, dat gij nog geheel en al
onkundig zijt van wat het huwelijk. . .
. Ja, dat is vast! daar weet ik geen steek
van !. . . maar enfin, ik maak er mezelf een voor
stelling van. . . 'n mensch maakt zich altijd voor
stellingen van dingen, niet ? .. . nu dan, ik wil, als
ik trouw, dengene die mijn man zal worden anders
liefhebben, dan zooals ik van abbéChatel of meneer
d'Aubirres houd.. . dus !...
Juist. . . gij zijt een weinig sentimenteel,
:ooals alle jonge meisjes.. .
Ik?... sentimenteel?... riep Chiffon ver
ontwaardigd, geen duit! ...
En nadenkend, ondanks haar zelve eenigszins
verlegen, verbeterde zij :
Behalve misschien als 't op bloemen aankomt. . .
en op de lucht en 't water... 'k mag dolgraag in
"t gras liggen soezen en naar dat alles kijken, dat
is waar! . . . dat ik er sentimentaliteit voor die
dingen op na houd, wil ik toegeven.. . zelfs voor
jeebteu als u er op gesteld bent. .. maar voor de
menschen ? .. . goeie morgen! geen sikkepitje, hoor !
Werkelijk overbluft door die manier van spreken,
vroeg pater Ragon met een glimlach van
welwil