De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 28 juni pagina 2

28 juni 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 992 eener Schotsche familie, die zich in het jaar 1755 in Philadelphia vestigde en kort na den bevrijdingsoorlog den staat Ohio tot woon plaats koos. In dien laatslen staat, en wel te Niles (Turnbull County) werd de tegen woordige candidaat voor het presidentschap op 29 Januari 1843 geboren. Hij bezocht de scholen te Poland, was in de vacantie als klerk aan het postkantoor werkzaam het gezin van den ouden MacKinley was tal rijk en de kinderen moesten zoo spoedig mogelijk iets bijverdienen en koos de onderwijzers-loopbaan. Bij het uitbreken van den burgeroorlog nam hij dienst in de gele deren en verkreeg na den slag bij Antietam (1862) de luitenants-epauletten. Bij het eindigen van den oorlog had hij het tot den . , . J . . rang van majoor gebracht en zich tevens de middelen verworven om in de rechten te studeeren. In 1808 trad hij als advocaat op, maar gelijk voor velen van zijn landgenooten, was de rechtspratijk ook voor hem slechts een middel om in de politiek vooruit te komen. Van 1876 tot 1890 was hij in het congres te Washington een ijverig lid van de republikeinsche partij, en zijne democra tische tegenstanders lieten geen gelegenheid voorbijgaan, om zijne candidatuur te be strijden. Eens, in 1882 werd hij met eene meerderheid van slechts 8 stemmen herkozen. Ofschoon MacKinley gaarne en veel sprak over financieele en economische onderwerpen, zou hij toch waarschijnlijk als politieke figuur niet op den voorgrond zijn getreden, als het toeval hem niet gunstig was geweest. Tegen over Reed candidaat gesteld voor het voor zitterschap van het Representantenhuis, verwierf hij slechts 29 stemmen. Nu brengen de usantiën van het Huis mede, dat degene, die in dezen strijd het onderspit delft, wordt getroost met het voorzitterschap van de finan cieele commissie. In die qualiteit was Mac Kinley rapporteur over het beruchte wets ontwerp tot invoering der ultra-protectionis tische invoerrechten. Aan de samenstelling van dit ontwerp hebben anderen hoogst waarschijnlijk een veel grooter aandeel gehad dan MacKinley zelf: het protectionisme zat in de lucht. Doch omdat bij rapporteur was, werd zijn naam aan de wet verbonden, en sedert is die naam voor het groote publiek een parool geworden. Maar juist daarom werden de aanvallen der democraten hoe langer hoe scherper, en in 1890 gelukte het dezen, hem in zijn kiesdistrict met eene meerderheid van 363 stemmen te verslaan. Velen meenden toen, dat het met MacKinley als politiek man was gedaan, te meer omdat hij door eigen onvoorzichtigheid in financieele moeielijkheden was geraakt. Maar hij nam op schitterende wijze zijne revanche: in 1893 werd hij met een meerderheid van 80.000 stemmen verkozen tot gouverneur van Ohio, en daardoor werd zijne positie in de partij zeer versterkt, al was hij niet langer lid van het Representantenhuis. MacKinley is een onvermoeid redenaar. In een van zijne verkiezings-campagnes in Ohio hield hij, al de counües van het land bereizend, maanden lang eiken dag minstens ne redevoering; begon het te spannen, dan bracht hij het de kortere toespraken niet medegerekend tot twee of drie groote redevoeringen, steeds per extra-trein over groote afstanden heen en weer reizend, en dan beperkte hij zich niet tot zijn eigen staat. Eene eukele maal heeft hij het zelfs tot tien of twaalf groote speeches per dag ge bracht. Het is te begrijpen, dat zulk een woordenstroom eer van welbespraaktheid dan van welsprekendheid getuigt: aan den man, die gedurende n verkiezings-carnpagne 4(JO redevoeringen in 19 staten hield, kon men waarlijk geen hooge aesthetische eischen stel len. Feitelijk mist dan ook MacKinley als spreker alle hartstocht, alle poëzie, alle fan tasie; hij is niet geestig en in zijn dialectiek tamelijk zwak. Maar al gaat er geen be koring van hem uit, in de kunst der groe peering van feiten en cijfers is hij een mees ter, en juist de verbazende gemakkelijkheid, waarmede hij spreekt, maakt, den indruk als of de door hem aangevoerde argumenten slechts voor de hand liggende, losweg gegre pen proefjes zijn uit een zoo goed als 011beperkten voorraad. In de geheele politiek van MacKinley is slechts n punt dat vaststaat: hetultraprotectionisme. Zondert men dit beginsel uit, dat eigenlijk zijn politieke reden van bestaan is, dan blijft er niet veel over. Naast de tarieven-quaestie stond bij den tegen woord igen strijd de nmnt-quaestie, en de zilvermannen meenden, op grond van vroegere uitlatingen van MacKinley, hem te mogen beschouwen als een voorstander der vrije en onbeperkte aanmunting van zilver. MacKinley heeft hen niet bepaald tegen gesproken, maar ook niet gezegd, dat hij aan zijne vroegere ineening getrouw was gebleven. Hij gaf er de voorkeur aan, de kat uit den boom te kijken. En nu het congres zich óók alweer met eene verrassende meerderheid voor xouml moneij heeft verklaard, is er niets wat Mac Kinley verhindert zich »met volle instemming" te scharen aan de zijde der goudmannen. Ongetwijfeld zou het hem aangenamer zijn geweest, als deze plank van het platform (deze paragraaf van het program) niet zoo stevig was vastgespijkerd en als men te St. Louis eene nietszeggende formule had bedacht, die noch de silverites, noch de gold-bugs zou beletten de candidatuur van MacKinley te steunen. Maar een staatsman van MacKinley's kaliber moet zich van sympathieën en antipathieën («beginselen" is zulk een groot woord!) kunnen losmaken... Het programma der republikeinsche partij bevat verder eene stevige dosis Monroe leer. De Deensche bezittingen in de Antillen moeten overgaan aan de Vereenigde Staten (gelukkig tegen betaling). De insurgenten op Cuba moeten als oorlogvoerende partij worden erkend; Cuba moet onafhankelijk worden. Het Nicaragua-kanaal moet door Amerikai en en voor Amerikaansche rekening worden ge bouwd. Kiet slechts mogen de bezittingen der Europeesche mogendheden op het westelijk halfrond onder geen beding worden uitge breid ; maar de «levendige hoop" wordt uit gesproken, dat die mogendheden zich geheel uit dat halfrond zullen terugtrekken! Wat de democratische conventie zal doen, die op 9 Juli bijeenkomt, schuilt nog in het duister. President Cleveland heeft zijne sche pen verbrand door in een brief aan den New-York Hwald te verklaren, dat hij zich niet voor eene herkiezing beschikbaar stelt, en dat hij, met de minderheid zijner partij, scherp gekant blijft tegen de eischen der zilvermannen. ifiiiiiiiMimuiiiuiiimiimiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiMi Sociale, iiitmmimimmiiiiiimiMf Arbeidscontract, Het Nederlandsche volk ziet in de laatste weken op duidelijke wijs de gevolgen van de geheele afwezigheid van het arbeidscontract. Tot nog toe bestaat er tusschen den patroon en den werkman, die hem dient, geen enkele wettelijke band, die den eerste zal weerhouden j den laatste te ontslaan, indien gene daartoe i den lust mocht gevoelen, of zijn eigenbelang | hem daartoe aanspoort. De werkman moge i als werkman onberispelijk zijn, hij moge vele ! jaren lang den patroon eerlijk en ijverig ge diend hebben, zoodra hij toont een open oog te hebben voor de belangen van zichzelf en zijn lotgenooten, loopt hij gevaar, zonder eenigen vorm van proces, ontslagen te wor. den ; met zijn vrouw en kinderen overgeleverd aan broodsgebrek. Twee sterk sprekende voorbeelden worden thans druk besproken. Het eene werd gege ven door den heer Regout te Maastricht. Een honderdtal glasslijpers zijn nu reeds vele weken achtereen buiten verdienste, omdat de heer Regout hen alleen wil laten werken, indien zij de zeven bestuursleden hunner vakvereeniging in den steek laten; terwijl juist die zeven bestuursleden een eind hebben trachten te maken aan een loonsverlaging1, die de heer Regout langs slinksche wegen j steeds verder trachtte door te voeren. De patroon moet de billijkheid der grieven van de glasslijpers erkennen, maar deze erken nende, zet hij de zeven werklieden, die hem tot die erkentenis noopten, voor goed buiten de poort. In de Fabr/ck.ibode schrijft dienaangaande i de bekende Delftsche fabrikant de heer Van Marken: ..De feiten, die aan de firma Regout door hare glasslijpers worden ten laste gelegd, en die de aanleiding zijn geweest tot de werk staking, zijn door haar allerminst afdoende weerlegd. De slinksche wijze, waarop de firma ; de loonen harer werklieden weet te verlagen, bevestigt den treurigen indruk, dien de houding van een der firmanten voor de arbeidsenquête-comniissie in het gansche land heeft gemaakt. Het ontslag van de bestuurders der vereeniging harer glasslijpers, die naar de meest vertrouwbare berichten omtrent het voorgevallene zich volstrekt niet vijandig of' ' in ongepasten vorm '.egenover de firma of'hare firmanten, of' tegenover eenig ge/.ag in de fa briek hebben geuit of gedragen, kan door nie mand zedelijk te verdedigen worden geacht. De vlugschriften, die door dat bestuur Aan de publieke opinie" zijn gericht, treffen in hooge mate zoowel door den waardigen en bezadigden toon, den soberen vorm waarop de grieven worden uiteengezet, als door de ergerlijke feiten, die worden aan het licht gebracht. Weinigen dan ook, zelfs onder hunne geest verwanten of geloofsgenooten, die voor deze patroons partij kiezen, en hunne handelwijze verdedigen. Ik heb persoonlijk nadat ik van de m. i. meest vertrouwbare lezing der feiten had kennis genomen niet geaarzeld aan de werkstakers mijn sympathie uit te drukken en hun geregeld mijn steun toe te zeggen, zoolang zij zich zoo waardig en be zadigd gedragen, als tot dusver het geval is geweest. Gaarne onderschrijf ik den wenscli, dat ulle standen en kringen in Nederland zich vereenigen om protest aan te teekenen tegen de handelwijze, waaraan de firma Regout zich tegenover hare werklieden schuldig maakt, en deze laatsten vooral ook geldelijk te steunen in hun rechtmatig verzet." En in overeenstemming met deze meening schrijft het Vaderland: Het naakte feit is dit, dat 93 werklieden hebben gestaakt en dat 80 in genade zullen worden aangmornen, maar 7 worden ontsla gen, omdat zij de leiders waren en om geen andere reden. In zooverre dit een poging is om het vereenigingsleven, waar zich dit open baart op een wijze, die den patroon niet be valt, den kop in te drukken, achten wij hulp voor de stakers alleszins gebillijkt." Het tweede voorbeeld werd gegeven te Hilversum. De werkman Eerenberg, voorzitter van de onlangs opgerichte afdeeling Hilversum van den Wevers- en Spinnerebond, had ook voor het personeel der fabriek van den heer Ham een loonsverhooging en verkorting van den arbeidstijd weten te verkrijgen, en even daarna ontslaat de fabrikant dien oppassenden werk man, vader van drie kinderen, ofschoon hij jaren lang bij hem heeft gewerkt, en noopt hij al de werklieden, de vereeniging te verlaten. Evenals te Maastricht bij Regout werden te Hilversum bij Ham het loon en de werktijd naar het voorstel van de vereeniging en haar voorzitter gewijzigd, en toch, aan ieder, die een woord ten gunste van dien werkman wil spreken, weigert de heer Ham gehoor te verleenen, zich van de zaak afmakende met de verklaring: als de tijd daartoe gekomen is, zal ik wel eens zeggen, waarom ik dien Eerenberg heb ontslagen, hem nog op den koop toe prijsgevende aan verdenkingen van allen mogelijken aard. Behoorden feiten, gelijk te Maastricht en te Hilversum zich voordoen, niet voorkomen te worden, door een regeling van- het arbeids contract ? Daardoor zoude menigmaal de aanleiding tot een bitteren strijd tusschen patroons en werklieden, schade aan beide zijden, en vooral de uitputting van zoovele arbeidersgezinnen, met hun, in elk geval, onschuldige vrouwen en kinderen, worden weggenomen. Bestond er slechts een reglement, dat de werklieden althans eenig recht gaf op de een of andere wijs zich bij het geven van ontslag te doen gelden. Zoo werd onlangs ook ge sproken door den Katholieh'f(n) Werkman onder redactie van pastoor Arriens: Het is een vaststaande waarheid, dat de invloed van het werkvolk op de regeling van den arbeid toenemen moet. «Lees de eerste bladen der encycliek maar eens na, waar de H. Vader spreekt over het veel te zware juk, dat de werklieden moeten torsen, over de veel te groote afhankelijk heid waai in zij leven." Het recht om ontslag te geven aan een werkman is op arbeidsgebied eenigszins een recht van leven en dood. «Vooral bij de tegenwoordige arbeidsverdeeling, en dan bijzonder wanneer een industrie maar weinig vertegenwoordigd is op eene plaats of' in een land. »Voor menigen werkman beteekcnt daarom de boodschap, dat hij ontslag krijgt, zooveel als: (lij kunt verhuizen," of: Ik ontneem u het brood." 'Is het dus in 't algemeen goed, dat de werk lieden op loon en arbeidstijd iets te zeggen krijgen, en dat zij over die zaken bedaard kunnen rtdemeren met hun patroons, dan is het zeker gewenscht, dat de patroon ook in de ontslag-kwestie i iet als uitsluitend heer en meester optrede, die volkomen naar wille keur handelen kan." Op welke wijze kan nu de gevaarlijke wil lekeur van den patroon in deze zaak beperkt wolden? Op deze wijze. De redenen van ont slag kunnen vastgesteld worden in een falirit'ksngk'iiient, dat bij de indiensttreding den weikman wordt uitgereikt."' Het is zeker, dat in deze richting gearbeid moet worden wil men, zooals pastoor Arriens schrijft, ..dat het «roote beginsel tot uitdruk king komt, dat de palrouii niet als uitsluitend heer en meester, alleen naar eigen willekeur mag handelen.'' F. M. C. Vacantie-tijd. Mogen wij onxc stadgenooten beleefd op iets opmerkzaam maken '.' lünnenkort gaat menigeen mot zijn gezin een poosje rust genieten, hetzij door naar buiten te gaap, hetzij door een korte of lange reis te maken. In dien tijd is in huis natuurlijk geen behoefte aan de hulp. welke anders geregeld door schoon maaksters, strijksters, ruisnaaisters. oppassers en dergelijke onmisbare werkkrachten verleend wordt. Ook dezen gaan dus een tijd van vacantie tege moet, waarin zij echter maar al te vaak hunne gewone verdiensten moeten derven. Vacantie beteekent dan voor hen: kleine verdiensten en groote zorgen, zooals de ervaring ons helaas telki n jare leert. Wij nemen daarom de vrijheid op de belangen van deze personen de aandacht te vestigen. Hun budget is in den regel nut bestand tegen het tijdelijk verlies van welk doel hunner inkom sten ook. Daarom vragen wij aan allen, die in de geluk kige omstandigheden verkeeren, den zomer buiten Amsterdam te kunnen genieten : »Vergeet deze helpers in uwe huishouding niet, verhoogt uwe raming van zomer-uitgaven met het bedrag van hun loon, laat hun verdiensten doorgaan." Bestuurderen van het Genootschap «Liefdadigheid naar Vermogen." J. H. A. A. KALFI.', Voorzitter. J. F. Ij l!i,v.\Kt:.\i!Kiti;, l s-,.,,, .-, fl. B. LKFKIIVHE, J ' <tu '" * ' " Amsterdam, 25 Juni 1S%. Het comitéter verbetering van den maatschappelijken en den rechtstoestand der vrouw zal aan de koningin-regentes een adres zenden, waarin de wensch wordt uitgesproken, dat nog tijdens het regentschap worde afgeschaft de wetsbepaling, die het onderzoek naar het vaderschap verbiedt. Wie mede wil onderteekenen, geve vóór f5 Juli zijn naam op aan mevr. H. Boddaert te Ommen. iiiiiniiMiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Signalementen uit toiUtrechtschen Gemeenteraad door JAN VAN 'T STICHT. Mr. S. J. v a n Ge u n s. Eeu oud man; oiiicier van justitie; grijze haren ; over de heupen gemeten van een omvang, die buiten alle evenredigheid staat tot zijne lengte; als een timmerman zijne lichaamsafmetiugen moest opschrijven zou hij dat zeker doen als l M. 00 X l M. 10 X O M- '«W i gang onvast en langzaam; houding recht; gelaatsuitdrukking zelfbewust; richting niet die ellendige politieke maar zijne geheele levensrichting liberaal. Wat dit, laatste betreft dient te worden opge merkt, dat hij is echt liberaal liberaal naar de ware bcteekenis vau het woord. led(r, die de eer heelt hem te kennen weet dat, want des heeren van Geuns' hart ligt op des heeren vau Geuns' tong. Hoe moeilijk het ook eenen man van zijnen leeftijd en van zijne vaak zoo treurige ervaringen moet vallen, om zich te voegen naar de nieuwere denk beelden en verhoudingen, die in de laatste jaren den levensstroom tot een bandjir hebben doen aanbruischen, vau Mr. vau Geuns kan gezegd worden, dat hij in den niet uitgebreide,!! kring, in welken hij zijn levi n heeft doorgebracht eu zijne talenten besteed, mi t zijnen tijd is medegegaan. Dat is nu, zullen sommigen meeueu, wel niet zooveel bijzonders, want de tijd neemt, je vanzelf w:el mee, j al wil je niet graag, eu er zijn er wel, onder de zes eu dertig collega's in den Raad van Mr. van Geuns, die in dit, opzicht, zoo vlug en voortvarend zijn dat, zij al meeloopen met omstandigheden die zij ten onrechte voor den tijd- of kiezersgeest aanzagen, tengevolge waarvan zij, zeer teleurgesteld, genoodzaakt werden later langs kronkelpaadjes weer naar hun oude standpunt, terug te krabbelen. Maar niet, alzoo doet, Mr. van Geuns. f u de kleine wereld, waarin we hier leven, heeft hij zich door zijn linea recta afgaan op het doel dat, hij zich voor oogen heeft, gesteld, zijn angstvallig vermijden van alle omwegen eu draaierijen, eene ruime plaats in aller achting verworven. Eu wat, de voornaamste oorzaak is, dat ieder, die dien kleinen man ontmoet, eerbiedig het, hoofd voor hem ontbloot, het, mag wel zijn dat, meer en meer in onze stad de overtuiging veld wint, dat die lang zaam daar voortschrijdende mensch een hart: in zich omdraagt, van goud, zou ik haast gezegd hebben, als 11 ii:t de beer van Genus zelf het levend bewijs ware dat dit kostbare metaal in den broekzak vau ecu liefdadig mensch veel beter op zijne plaats is dan oudi r zijne ribben. Dat hart, vau Mr. van Genus is conservatief ontzettend conservatief! Het belijdt nog dezelfde beginselen die het voor ecu kwart-eeuw, voor eeu halve eeuw1 misschien reeds, huldigde. Dat hart is niet met zijn tijd medegecaan. Zelfs zijn hoofd heeft, het, niet, van den rechten weg kunnen afleiden. Het, tegendeel is, geloof ik, waar. Dat hart speelt zijn hoofd nog wel eens parten. Dat lofwaardigste zijner inge wanden doet, hem gevoelen dat, zijn hersens eigen lijk al zitten ze dan ook wat, hooger ook maar ingewanden zijn eu dat, al de fraaie redc::ceringcu, die daar uitgebroed worden, gewoonlijk op niets anders neerkomen, dan op een handig voorwendsel om een goede daad, die opofferingen ';ost, eu die het hart, nu juist een-' graag zou ver richten, na te laten. De hersenen zelf noemen zoo'n voorwendsel dan verstand ! Eu wat, dat, verstand iemand soms tot /onderlinge praatjes kan leiden had ik gelegenheid om bij !:et, vorige St. Nicolaasfecst op te merken. Ik ontmoette toen eeuige dagen te voren eeu welgezeter, rentenier, die mij /,iju nood klaagde dal dit nu de ongelukkigste dagen zijns levens waren, \\aut, zoo lichtte hij deze klacht, toe, ik heb heel veel nichtjes eu i.eefjes die zoo rijk zijn, dat, zij niet alleen met Sinterklaas, maar het, geheele jaar door ailes kunnen krijgen wat hun harlje begeert. En als ik dan uu met mijn cadeautje aankom, dan maak ik maar ecu armzalig tigiuir! Daarom had zijn verstand dan ook n,aar gedrocreteenl dat, het, beter was om maar niets ie gevel'. En toen ik hem vroeg of die kinderen dan zoo hark loos waren dat, /ij ongevoelig zonden blijven voor ecu vriendelijke, kleine, maar welgemeende attentie van hun ouden oom, ontweek bij het, antwoord op die vraag door met, verpletterende gulheid te zeggen: neen, zie je, Jan, jouw kindereu nu bijvoorbeeld, als ik jou nu intiem genoeg kende om die eens wat, te sturen, wel ik ben zeker dat, ik van hunne dankbaarheid het hcelc j-.nc pleuicr zou hebben .... Maar hij kende mij niet intiem genoeg en spvelf, maar Jan en jou tegen me of-t-i me ten doop ge houden heeft. Aangezien deze rentenier het voorrecht heeft om niemand Ier wereld intiem te kennen en z.jn neefjes in nicMj's te rijk zijn, blijft, zijn beurs met 'Mi>t, eu andere Xieolazcn zoo gesloten als een brnudka.st in den nacht. Hoc geheel anders is .Mr. van Genus! Diens neefjes eu nichtjes zij u ook rijk de, heide famil'e zit er goed bij eu zijn intieme vrienden hebocn niets vau hem noodig. Maar vraag e< ns ron l hoc

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl