De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 28 juni pagina 5

28 juni 1896 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 992 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. -«-« II* DAME$. Parus, IT. De handel staat van ouds in slechten reuk. Dat bewijst Mercurius, wien men toewees de kooplieden en de dieven aan n snoer te rijgen. Of dat zich schuldig maken was aan overdrijving, willen we in het midden laten, al heeft menig een, in den aanvang zeker tot zijn groote ver bazing, bemerkt, dat de handeldrijvenden, dikwijls ook de besten de uitzonderingen bevestigen den regel er twee gewetens op na houden, een om te raadplegen als particulier, het andere om mede te overleggen als kooper en verkooper, van wat ook, diens laatste eigenaardige opvatting van eerlykheid dekkende met de termen : usance, overeenkomst en gestelde voorwaarden. Niettegenstaande de toepassing der kunst om naar zich toe te rekenen, een kunst die wel eens tot een stelselmatige uitzuigingstheorie over slaat, bloeit de handel onzer dagen niet, luidens de geruchten, die van alle kanten der wereld te dien opzichte klaagtonen naar ons toewaaien, want gelukt het al dezen of genen in korten tijd een fortuin bijeen te garen, heel wat meer geld wordt nog rasscher verloren. Deze feiten stemmen tot nadenken, en leiden eindelijk als van zelf tot de vraag, of ook soms de fout van dien jammer hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend zou kunnen schuilen in het systeem. De mogelijkheid daarvan wordt b^jna waarschijn lijkheid, wanneer men ziet, dat er zaken bestaan, in betrekkelijk korten tijd tot verbazingwekkenden bloei gebracht, die eenig en alleen uit gingen en gaan van het beginsel: strikte eerlijk heid en goede trouw tegenover de afnemers en uiterste loyaliteit ten opzichte der dienstbewijzenden. Ik denk op dit oogenblifc in de eerste plaats aan reuzenzaken als de magazijnen van de »Bon Marché", te Parijs, waar b. v. in 1877, het sterfjaar van den stichter, voor meer dan 82 millioen francs werd omgezet, allermeest als d tailhandel, waarbij kleine ongerechtigheden nauweIjjks te vermijden zijn. Moeilijk of gemakkelijk te ontkomen, 't doet er niet toe, in de »Bon Marché" magazijnen bij de concurreerende firma's geldt hetzelfde beginsel mogen ze niet voorkomen. Van daar dat een der voorschriften luidt, dat de geëmployeerden verplicht zijn den bezoekers opmerkzaam te maken op de geringste fout, die in de gevraagde artikelen mocht voor komen. Niemand mag thuis tot de overtuiging kunnen geraken, eigenlijk toch »een kat in den zak" te hebben gekocht. Jacques Aristide Boucicaut, geheel een selfmade man, opende in 1872 het gebouw, waaraan hy schatten had ten koste kunnen leggen, of schoon hij eerst in 1853 deelgenoot werd en tien jaren later eenig eigenaar was van een in den aanvang weinig beteekenend magazijn ->Bon Marché" geheeten. Den naam getrouw worden daar alle artikelen slechts met een minimum winst bezwaard omgezet vele kleintjes maken een groote. Zelf geëmployeerde geweest, gevoelde Bou cicaut voor de geëmployeerden dikwijls genoeg, helaas, vloeit het een niet uit het ander voort en gesteurd door zijn vrouw, die na haar mans dood de leiding der zaken geheel op zich nam en ook zijn liefdewerken vervolgde, zon h\j steeds op verbetering van het lot zijner honderden ondergeschikten. Het lichaam van hen, die ons helpen rijk maken, dient verzorgd, was een eerste grondbeginsel. ledere ongehuwde geëmployeerde, zoo man als vrouw, kan derhalve een onderkomen vinden in het een of ander gedeelte van het gebouw; haar als hem is bereid een keurige eenpersoons slaapkamer, voldoende aan alle behoeften en die schoon gehouden wordt zonder dat zij of hij er zich om heeft te bekom meren of voor te betalen. Allen te zamen staat een groote gezelschapszaal ter beschikking. Zoo wel gelegenheid tot ontspanning als verdere ontwikkeling wordt niet minder den manlijken als den vrouwelijken bedienden geboden door cursussen voor instrumentale en vocale muziek. Daarenboven is er een voor schermen voor de jonge mannen en een voor Engelsch voor de meisjes. Zij, die lust en aanleg voor het Engelsch betoonen, kunnen voor rekening der lirma eenige maanden in Engeland gaan doorbrengen ter vol making in de taal, wat haar weer zooveel te meer waard maakt voor haar betrekking. Worden de jonge mannen opgeroepen ter uitoefening van hun dienstplicht, dan worden zij na volbrachten dienst weer aanstonds geplaatst, zoo zij tijdig het verlangen daartoe, te kennen geven en tevens een bewijs van goed gedrag overleggen. Het zou een ware parodie wezen, gezel schapszalen te bouwen en cursussen in te richten, wanneer de tijd ontbrak er gebruik van te maken. Tegen overwerken dient dus gewaakt, meer dan door alleen voldoenden slaap tijd te gunnen. Alzoo is bij reglement vastgesteld, dat de magazijnen geopend zijn van 's morgens 8 uur zomers een kwartier vroeger tot 's avonds 8 uur in het drukke seizoen en een half uur vroeger in den slappen tijd. Bij de opening heeft slechts een derde van het personeel tegenwoordig te zijn; het later komen geschiedt om beurten. Alle zon- en feestdagen zijn de magazijnen gesloten en staat alle werkzaamheid stil; verder heeft ieder geëmployeerde recht op n vrijen avond in de week. te beginnen om G uur en voor de inwonenden te eindigen om 11 uur. Zondags mag zonder verlof niet na half een worden thuisgekomen. Tot half een, dus gelegenheid om een theater te bezoeken, liet vermaak voor de Franschen. En dan nog daar enboven een jaarlijksche vacantie van 14 dagen of 3 weken naar gelang van de betrekking, die men vervult. Dit laatste onderscheid is geen laakbare be gunstiging, daar ook een bepaling van de »Bon Marché" luidt, dat elk beginnend employédoor anciënniteit en betoonde geschiktheid tot de hoogste betrekking zijner werkzaamheid kan opklimmen; een ieder heeft aldus zyn maar schalksstaf in den ransel. Rust en ontspanning zijn niet de eenige eischen, die het lichaam stelt het vraagt meer, heel wat meer. Deugdelijke voeding is derhalve een tweede hoofdvoorwaarde. Ieder der geëmplo yeerden kan kosteloos eten en drinken bekomen. Op kwantiteit en kwaliteit beknibbelen, zou kunnen aanhalen, nu de voeding over ten naasten bij 1000 personen loopt. Zulks geschiedt evenwel niet, en allen van hoog tot laag, eten dezelfde spijzen. Het eerste ontbijt nooit in Frankrijk substantieel bestaat uit koffie of chocolade, met een stukje brood, of uit een bord soep. Verder worden er twee volledige maaltijden verstrekt; de eerste om K), 11 en l'J uur, telkens aan een derde van het personeel; deze bestaat uit: vleesch, brood. groente en toespijs ; de tweede wordt voorgediend om 5, G en 7 uur en geeft dezelfde gerechten, maar vooraf gegaan van soep. Aan beide wordt als drank verstrekt naar keuze een halve flesch wijn of een heele flesch bier. Een bepaling, die een kijkje geeft op den volkssmaak, luid: Het geheele jaar door zal, onder welke omstand'gheden ook, sla worden verstrekt aan het mid dagmaal. Zij, die willen, kunnen Zondags in het gebouw eten, onder voorwaarde echter, dat zij den wensch daartoe den vorigen avond kenbaar maken. Het eten benoodigd voor al die magen, wordt groo tendeels door stoom bereid in keukens geheel voldoende aan de laatste eischen des tijds. Er zijn genoeg roosters om 300 cöteletten of biefstukken te gelijk klaar te maken ; men vindt er ook een toestel waardoor 000 kilogrammen aard appelen te gelijk kunnen gebakken worden, als ook een, dat het mogelijk maakt 300 liter koffie in 40 minuten te bereiden. Behalve de eetzaal, die op 1000 couverts is berekend, zijn er afzon derlijke voor de chefs, alsook voor de manlijke en vrouwelijke bedienden. Alhoewel zulk een deugdelijke regeling van rust en voeding de gezondheid hoogst bevorder lijk moet zijn, kunnen en zullen ziektegevallen voorkomen, redeneerde de heer Boucicaut. Der halve worden de magazijnen dagelijks door een kundig arts bezocht, die door allen kosteloos kan worden geraadpleegd, terwijl zij, die kamer of bed moeten houden de liefderijkste zorg ondervinden ; de geneesmiddelen worden kosteloos verstrekt de firma betaalt ze. Aan de gehuwde vrouwen wordt bij gelegenheid van haar bevalling een tegemoetkoming in de onkosten verstrekt van GO tot 100 francs. Nog altijd meenden de heer en mevrouw Bou cicaut, en daarmede voldeden zij tevens aan hun eigenbelang, niet genoeg voor hun personeel te hebben gedaan. Wie zeker wil zijn, dat zijn geldelijke belangen door zijn onderhoorigen streng behartigd zullen worden, dient rekening te houden met het menschelijk egoisme, door een band te brengen tusschen het belang van beide partijen. Een speciaal fonds maakt van ieder geëmplo yeerde na 5jarigen dienst een medeaandeelhonder reeds heel wat tonnen gouds zijn er aan het personeel uitgekeerd. ! Met het doel om bij de dienstdoenden het sparen te bevorderen, werd bepaald, dat voor de gelden bij de firma gedeponeerd tot frs. 1500(1 toe \ G pCt. rente zou worden betaald een instelling, die voor het huis zelf niets dan een schadepost is. Verder bestaat er een pensionnecringsfonds en verzekeringskas tegen ongelukken voor de arbei ders en arbeidsters, zoodat een ieder in dienst van de »Bon Marché" zonder angst voor broodzorg de dagen zijns levens kan zien toenemen. Het eerstgenoemde fonds heeft een kapitaal van meer dan G millioen francs, en het andere wordt gevoed door een aandeel in de jaarlijksche winst van de sBon Marché''. Ieder manlijke en vrou welijke geëmployeerde met 20 dienstjaren heeft recht op pensioen, terwijl het don mannen, stellig met het oog op de bevordering, reeds op 50-jarigen leeftijd wordt gegeven en de vrouwen als ze 45 zijn. De pensioenen loopen van GOO francs tot 1500 francs. | Dat een inrichting, berustende op zulke kern gezonde basis steeds een keurpersoneel ten dienste staat, is voorzeker begrijpelijk genoeg. Van boete behoeft dan ook nooit sprake te wezen, zoodat dit woord niet eens in de verordeningen voorkomt. De grootst mogelijke beleefdheid, in eenige bijzonderheden omschreven, tegenover de bezoekers, wordt allen geëmployeerden op het hart gedrukt dat 's alles. Dat bij de kostbare exploitatie van de >Bon Marché" er nog van winst sprake kan wezen, is voorzeker voor ons gewone menschen al ver bazingwekkend genoeg, maar ons verstand staat letterlijk stil, wanneer wij vernemen welk een enorm kapitaal, na alle vrijgevigheid van haar man, nog door mevrouw Boucicaut, die met haar echtgenoot van niet begon, is nagelaten. Het pensionneerfonds der geëmployeerden versterkte zij met 4 millioen francs, en ieder dezer schonk zij naar gelang van anciënniteit l, 3, G of 10 duizend franks. Voor de stichting van drie toevluchtsoorden wees zij 2>2 millioen aan en met een andere 2 X millioen begiftigde zij diverse inrichtingen. Daarna bleef er nog een fortuin over de kinderlooze weduwe vermaakte het aan de »Assistance publique", voor de oprichting van een hospitaal te Parijs. Deze schatten, verzameld in een tijdsverloop van ongeveer 20 jaren, bij strikte eerlijkheid, onovertrefbare loyaliteit, nooit afwijkende van het beginsel om zich tevreden te stellen met een minimum winst, maar samengaande met algeheele toewijding 't is leerrijk ! (X/ot ro/f/t.) EMSK A. HAIOHTON. unuiitiiiimiititiiiimiiii mnimniniinniniiniii De (Inoul-l'ri.r. Malintcs. Jajtaii*<:iic knust. (f&ïjHicho. Bij den Grand Prix te Parijs was de hitte zoo overstelpend, dat er veel moed toe behoorde, de definitieve tentoonstelling der zomermodes, het afscheid van het l'arijsche saizoen, te gaan be kijken. Toch had niemand zich laten terug houden; het was een schitterend modetournooi, als accompagnement voor de koortsachtige opwin ding van het rennen en vooral van het wedden. Er waren honderdduizenden menschen. liet karakteristieke der mode was ditmaal de kleur, meer dan de vorm. Naar het blijkt hebben de gedempte, gebroken, genuanceerde en changeerende gamma's opgehouden te heerschen; de bonte, frissche kleuren hebben weder de alleen heerschappij. »Een bacchanaal van kleuren" noemde het een der verslaggevers. ]n verband daarmede werden ook de rossige haartinten, Vénitien, Titien. Tintoret, minder gezien; gewoon blond, goudblond en korei.blond, zoowel als echt zwart krijgen weer den boventoon. Eigenlijk was er zooveel nieuws niet. De hoeden, vooral groote bergere hoeden van zacht ' wit en modieus gekleurd stroo il la Watteau, overladen met veld- en tuinbloemen in alle vormen en alle hoeveelheden, daarboven de groote aigrettes, de drie opstaande veeren a la prince de Galles, of ook wel liggende en wuivende veeren in andere vormen. Veel boh'ro's of Figaro-jakjes van wit piqué(dat ook voor ge heele costumes dezen zomer veel zal gedragen worden), daarbij mouwen en rokken van kleu- \ rige zijde il raraages, gebloemd mousseline, mousseline-plumetis, batist, linon, en een breed ceintuur, zwart, blauw, rood of tweekleurig. Een dunne taille is hierbij weer onmisbaar, ofschoon juist onlangs in een toongevend mode- i tijdschrift de nieuwigheid verkondigd werd, dat ' men het stijf rijgen aan actrices van den derden rang en minder soort modistes overliet. De dofmouw schuift, zooals men weet, naar boven; de kraag blijft steeds hoog; voor de twee vleugeltjes aan den hals, die aan engelenkopjes van Rafaël i deden denken, zijn nu, boven den uniformkraag, de | liggende, uitstekende stukjes kraag in de plaats gekomen, die een schoteltje ii la Johannes den Dooper vormen. Ondanks de voorspelling ziet men nog breede en smalle kant en entredeux overal aangebracht; de groote knoopen schijnen weer gedaan te zijn. Onder de dames die men elkander aanwees, behoorde natuurlijk de danseres Cléo de Mérode, in geel mousseline, steeds met de zwarte bandeaux over het smalle gezichtje, op een plaatje uit een Middeleeuwsch getijlioek gelijkend ; voorts de buitengewone beauty Mrs. Austin Lee, een vorste lijke verschijning, de vrouw van den eersten secretaris der Engelsche ambassade; en in de tribune van de regeering eene heel bekoorlijke jonge Franraise. madame Barthou. * * * In de trousseaux nemen, behalve de kostbare ! lingeries, steeds de matinees, sauts-de-lit en | robes d'intérieur een grootere plaats in. Men j maakt ze nu ook al met jacquettes en boléroa, wat toch eigenlijk tegen het idee van een los ' omgeworpen ochtendgewaad strijdt. Een saut-de- ] lit bij een der trousseaux bestond uit liberty-sttijn, mauve en wit changoant; van achteren aansluitend, met hoogen Modicis-kraag, viel hij van voren i los neer in afzonderlijke smalle strepen, alle met i kanten omzoomd, die met een geborduurd galon van goud en kralen bevestigd waren. Ook de Medicis-kraag en een punt in den rug waren met dit borduursel bedekt. Als de strepen zich openden, zag men daartusschen door een binnenkleed van wit mousseline-chift'on op lichtgroen transparant; op het chiffon was een schouderstuk van geelachtig guipure geappliceerd, en een dergelijke applicatie sloot den lienedenrand af. De mauve gigot-mouwen, een weinig over den elleboog reikend, waren met een kanten volant gegrimeerd; de wijd uitstaande schouderkraag was met mousseliiie-chitl'on en kanten gevuld, en om het middel was het kleed met een lichtgroen satijnen lint met lang afhangende einden gesloten. Met dezen saut-de-lit had een byzantynsche prinses wel een kroningsoptocht kunnen bijwonen. * * * t Een correspondent van Daily News geeft een aardig verslag van een gesprek dat hij met een welbekend Engelschman te Tokyo had, den heer Mortimer Menpes, een schilder die een groote serie studiën over Japan bij nacht onderhanden heeft. »Wat de nieuwaangekomenen niet begrijpen" zeide de heer Menpes, »is dat ieder Japanner, van den laagste tot den hoogste, door geboorte en opvoeding artist is, en dit streven geen seconde verloochent. Al wat zij doen heeft een artistieke beteekenis. Van morgen zag ik een kruidenier zijn jampotjes en kaas en sardientjes schikken in zijn winkel. Telkens stapte hij naar den overkant om zijn werk te bekijken, en toen het klaar was, kwam, ofschoon het stortregende, de heele familie mee om papa's werk te keuren en te bewonderen. Ik heb een ouden heer gekend, die iederen morgen om vijf uur opstond om n bloempot, n stoel en n kamerschut, iederen dag anders en altoos in strikte artistieke har monie, bij elkaar te arrangeeren. Dit is het verschil tusschen de Japanners en de Euro peanen : voor hen is alles kunst en niets dus onbelangrijk." «Maar juist over die mooie zwarte schermen met draken erop heb ik u hooren uitvaren en ze zoo leelijk noemen...." »Die schermen zijn niet Japansch, ofschoon ze, voor het huis Liberty,in Japan gemaakt worden. De Japanners vinden ze afschuwelijk, evenals die witte schermen met appelbloesem en die kastjes overladen met inlegwerk en snijwerk. Die worden enkel voor Europa gemaakt; de werkman zelf die ze op bestelling fabriceert, gruwt ervan. In geen Japansch huis zult ge ze vinden. Voor hier worden andere dingen gemaakt, die niet uitge voerd worden; ze zijn niet kostbaarder, maar mooier; de tourist merkt ze niet op en op de Engelsche markt komen ze niet". De heer Menpes vertelt ook van een gesprek met een Japansch kunstenaar. »Wij teekenen nooit naar het levend model," zeide deze. »Wij kijken er naar, gaan naar huis en maken onze schets. Zijn wij niet tevreden, dan kijken wij later weer. In twee strepen moet iedere be weging en iedere karakteristiek weer te geven zijn. Wij studeeren geen anatomie; waartoe zouden wij het doen ? Wij zien de beenderen en spieren niet, wij zijn geen dokters die daarmee te maken hebhen; maar wij zien het vleesch, en dat ook willen wij weergeven." * ?» * ({(tïpacho. Een Andaluzisch gerecht waar de Spanjaarden mee dwepen en dat door de reizi gers zeer verschillend beoordeeld en zelfs ver schillend gedefinieerd wordt, is de gazpacho. De een noemt het een «verkoelende drank", de ander een »salade", de derde een «koude soep". De correspondent van l'all Mail sprak er eenige jaren geleden over als »een opzettelijk vergoten sla, iets vreeselijks". en geeft als recept: «Komkommers, uien, tomaten en kropsla, alles iijngehakt en gezeefd, dan in een emmer water met olie, azijn en zout." De Duitsche reiziger Von Hesse-Wartegg vindt het, »als men er aan gewend is, voortreffelijk"; hij voegt bij het recept de vermelding, dat er ook knoflook ingaat en Spaansche peper, dat het azijnsmaakje maar heel slap is, en dat men er groote stukken brood in doopt. Hij vermeldt geen olie erbij. Daar de gazpacho zoowel door armen als door rijken gegeten . wordt, is de samenstelling zeer gevarieerd. Brood in water met azijn gedoopt, is de eenvoudigste vorm; maar iedere familie heeft haar recept, en op het menu van Fornos, het voornaamste restaurant in Madrid, kan men vaak lezen : »gazpacho a la Andaluza." Een eenigszins omslachtig recept (voor 20 per sonen) is het volgende. Men mengt 's morgens in een steenen mortier een pond kruim van witte brood, zout, peper, gemalen Spaansche peper, twee zoete groene Spaansche pepers, vier groote tomaten en twee eetlepels water tot esn dikke brij, en druppelt er, steeds roerend, alsof men mayonnaise maakte, een half pond olyfolie bij; roert nog een kwartiertje, laat alles door een zeef gaan in een grooten bowl, en voegt er dan een groote ui, vier peulen knoflook en vier groene Spaansche pepers bij, alles fijn gehakt, vijf redelijk groote komkommers, geschild en in schijven ge sneden, en wat poeder van gedroogde kruizemuntblaren. Men laat het een uurtje staan, voegt er, een paar uren voor het gebruik, nog een pond witte broodkruim, een kwart liter sterken wijnazijn en een stuk ijs bij, en vult verder aan met water. Een eenvoudiger recept is : men snijdt in een soepterrine een paar handenvol dobbeisteentjes wittebrood en voegt er een ui als een noot, wat knoflook, het witte hart van een krop sla, alles Iijngehakt, bij. Dan een komkommer in tchijfjes, zout, peper, en een theelepeltje komijn, flink wat olie, twee liters water en ijs naar verkiezing. De spijs is eigenlijk een variatie van het brood in azijn en water, dat van oudsher door het ge heele Zuiden en Oosten bekend is. Kuth ging bij de maaisters zitten en doopte haar brood in azijn en water; toen Jezus riep: >mij dorst", reikte de medelijdende soldaat hem een spons met edik; een oudheidkenner heeft het >de koffie der Romeinsche soldaten" genoemd. De gazpacho kan, als bij te koel is, gevaarlijk worden; op 25 Juni 1878 kwam koningin Mercedes van Spanje warm van een wandelrit thuis, ver slond een bord ijskoude gazpacho en was den volgenden dag dood. E-e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl