De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 28 juni pagina 7

28 juni 1896 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 992 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Mijn Aeolns-liarp speelt door J. AKADAIE. 1) Wat, in Hemelsnaam, wat moet men uitvoeren met dezen bundel ? Als de heer of mevrouw Anadair een bekend persoon was met een zeker gezag in het land; als h\j of zij benoemd was tot lid van de Maatschappij van Letterkunde of een andere onderscheiding had ondervonden, het loonde de moeite hem of haar hard aan te pakken en zich uit te sloven met de scherpste sarcasmen. Maar Anadair, naar het schijnt, is een thans voor het eerst optredende figuur, die moeite had een uitgever te vinden, en wat komt het voor de wereld of onze literatuur er eigenlijk op aan of er heeren en dames zijn, die zich den tijd verdrjjven met regels aaneen knutselen en het niet laten kunnen ze uit te geven ? Het vermaak is ?onschuldig, en ik geloof niet, dat er buiten Anadair's 'familiekring iemand is, die wat moois aan de gedichten vinden zal; waarom zou ik hem of haar nog een onaangenaam oogenblik mér bezorgen, dan het wreede leven hem of haar schijnt geschonken te hebben? Maar Anadair heeft nu eenmaal gedicht en gedrukt; Anadair heeft een bundel aan het Weekblad gezonden; Anadair vraagt een recensie; welaan, laat ons dan ook van Anadair iets zeggen: de komkommertijd is nabij, en deze bespreking diene tot voorbode. En laat ik mij dan eerst verklaren, waarom ik met twyfel over Anadair's geslacht heb ge sproken. Er zjjn gedichten in den bundel, waarom men Anadair voor een man zou aanzien, indien ook al niet voor een zeer manlijken man. Want de ?volgende woorden, al zijn ze merkwaardig slap, worden gemeenlijk door een mijnheer van een meisje, en niet door een meisje van een mijnheer gezegd. Ze had me gegeven Haar handje, zoo klein, Ze had me geschonken Haar hartje zoo rein. Een kus van haar lippen Die smaakte zoo zoet; De lach van haar oogen, Die deed' me zoo goed. Iets anders echter moet men besluiten uit een ander versje: Veraf van mij ligt h\j alleen ; Het baat me niet of ik al ween; Veel verder dan de regenboog Is bij voor altijd uit mijn oog . . . Alleen wanneer ik denk aan hem En droomend hoor zijn lieve stem En waan dat hij me minnekoost, Dan vind ik daarin glimp van troost. Op grond van een derde gedicht evenwel neem ik aan dat Anadair een mijnheer is, en men liet tweede versje beschouwen moet als een poging van een mijnheer om zich in het gevoel van een meisje in te werken. De heer Anadair dan is een van hen, die zich met onweerstaanbaren drang tot dichten, en, naar blykt, ook tot uitgeven voelen gedrongen. Illllllllllltllllllllllllllllllllll Scfiaa&yp&l. d« Jaargang. 28 Juni 1896. Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres: Stonehaven, Hitherfleld Road, Streatham, Londen. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. niiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiitiiiimin CORRESPONDENTIE. S. te G. Zie beoordeeling van den heer Kockelkorn. Van H. Mendes da Costa, te Amsterdam. Vervaardigd voorden3en Halfjaarl. Internationalen probleemwedstryd in dit blad. No. 341. Mat in drie (3) zetten. b c e f Wit: K e7, D h8, T b6, P d5 en el, Ka7; f-i = 7. Zwart: K ei, R h2, P c4 en c5, fa = 5. Oplossing van No. 339 (Dahl). l R a6, efó: (e5) 2 ah4: enz. b3 (ba3:) 2 D gl Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (2); Prof. Berger, Graz (3): v. Steenderen, Amsterdam (l l '3); J. de G., Amsterdam (1); S. te Gor&sel (1); C. T."v. Ham, Gorredijk (2); E. Wieling, Groningen (0). Beooi deelingen (No. 339)' No. 339 ist kein Problem, welches den Loser sonderlich erwarmen könnte. Erstens sieht man, dass Is het wel de moeite waard om verzen te maken, vraagt hij zich af ? En hij antwoordt: .... betoog en rede zwichten Voor den drang in mij tot dichten; Hij gebiedt, ik volg alleen. Hij stuurt zijn gedichten onvervaard de wereld in: Gelijk een vader, trotsch, ten stry de zendt zijn zonen. Hij gelooft in de roeping van den dichter: De dichter, als behoorend tot de rijk bedeelden, Hij giet het al uit bronzen taal tot woorden-beelden, De waarheid in het oog. Ik betwijfel echter, of de waarheid met deze oogen-rfcmc/ic zeer in haar schik zal zijn; ik betwijfel eveneens of de lezer uit de reeds ge toonde staaltjes het talent van den heer Anadair erkennen zal; ik betwijfel ook of die erkenning geschonken zal worden om wat nog volgt. Want ziet iemand in, waarom het volgende moest geschreven worden en gedrukt ? Uit het Niet, naar het Niet Als een bterre die verschiet Zoo gaat 't leven Ons gegeven, 'k Vat het niet, 't lijkt mjj niet, 'k Ga maar schreien van verdriet. Ik althans vat het niet. En evenmin hoe men zich verbeelden kan dichter te zijn, en over de weelde van het dichten te spreken: Ik wijdde graag elk levensuur )it hunkrend zielsverlangen, Dat mij verteert als smeulend vuur, Als smart den blos der wangen, wanneer men zulke uitermate prozaïsche regels voortbrengt als deze: 't Besef der hem betoonde vriendschap Was niet den mensch voldoende, Hij wenschte ook zijn vriend te leeren kennen, En toen die wensch zijn mond ontvlood, Stond Satan nevens hem en sprak: »Ik zal, mijn waarde, u licht ontsteken, »Wis zult ge uw schutspatroon dan leeren kennen". Ook wordt men er geen dichter door, zoo men er in slaagt een zin van eenige lengte in vier korte stukken te knippen, en in plaats van: »0 God, slechts leugen in al die rust te moeten zien, en te weten dat iets verder strijd gevoerd wordt, drift regeert", te schrijven: . . .0 God, slechts leugen in Al die rust te moeten zien, En te weten, dat iets verder Strijd gevoerd wordt, drift regeert. Eerder kan ik mij begrijpen, dat iemand zich een dichter acht, als hij wat schermen kan met valsch-poëtiseerende woorden en wendingen: O dag der dagen ! . . . . Er straalt van u een heerlijk licht Ontsprongen aan het hemeldicht Der liefde, die wij borgen, en met slechte dichterlijke taal : Als die bard, die zijn vorst al zingend vond, Gaat mijn hart onvermoeid de wereld rond. En het zingt van zijn blij en schoon begin Van zijn leed om 't verlies van zijn vorstin ; In de hoop dat het eens uit diep verval Zijn verloren vorstin cerhefjen zal ! II1II1IIUIIIIIIIIIIHIHIIIIIIIII11IIIIIIIMI der Laufer ziehen muss und zweitens bietet der Inhalt nichts Schüues. In dessen ist die Lösuug doch nicht eo leicht zu finden und der Zugzwang nach l?ef5: fasst ein reines f 12 abt:, D X D 3 P cC) in sich. Ich taxiere das Problem dalier mit 3. Joh. Berger. Die einzige Verführung ist l R b5, welcher Zug an ef5: nebst 2 D a8 ! scheitert. Das einstehen der beiden Offiziere, D und T, welche zum Opfer ausersehen siud, iat auch ein Mangel. C. Kockelkorn. Sleutelzet goed, daarna blijft echter niet veel anders dan de sterke dreiging '2 P c6 3 D gl f over, die alleen door ef5: of e5 kan verhinderd worden, en waarop nog wel op dezelfde wijze mat volgt. Verder is 't een tvveezet. Om 't goede hoofdspel een 2. C. T. v. Ham. De heer Kockelkorn maakt ons opmerkzaam, dat No. 340 ( Mende») een nevenoplossing toelaat, nl. : l D dl, K e3 2 D e2 f 3 P eG f ellzhg3: 2 P d5: 3 K c2 Auteursoplossing : l P g4, hg3: 2 P eG, K f5 3 D h7 enz. De heer Meudes is ongelukkig met zijn vierzettenl 't Probleem viel overigens zeer in den smaak. NB. Heeren oplossers worden beleefd verzocht ons de opl. van No. 341 uiterlijk Dinsdag as. te doen toe komen, ten einde ons in de gelegenheid te stellen den uitslag van den wedatrijd in onze volgende ru briek bekend te maken. TWEEDE NAT. CO itUESP. WEDSTRIJD. Zeven-en-dertigste zet van Wit. 1 2 8 + & 6 7 8 9 10 A K ff2 D' e5 gt'4 T el P cl b-5 B R g6 T c7: K d'2: ? . ? ? C ? ? ? ? ? ? ? ? T el ? ? ? ? ? ? ? ? D K <*o : ? ? ? ? . . . . F ' ' ei K c3 ? ? ? ? R e3 K £3 In de partijen A 7, B G, B 7, C 4 en 5 geen zotten ontvangen. In F 3 is gespeeld: 3(i?T g2 : Partij B 4 wordt door den heer D. en partij F 6 door den heer v. d. M. opgegeven. C. O. te B. Uw vorige opgave in F 3 luidde : T f2 ,< f3. Van verbetering heb ik nota genomen. In F 4 dank voor bereidwilligheid. UIT DE SCHAAKWERELD. Dr. Tarrasch schrijft, dat de aanmeldingen voor den grooten internat, wedstrijd te Neurenberg (19 Juli ek.) alle verwachtingen overtreffen. Uit Engeland alleen hebben zich niet nüinder dan acht candidaten Maar alweer, het gaat mijn verstand te boven, dat iemand zich dichter waant, die een verhaal begint met de woorden: Nog was mijn levenszomer niet verschenen, Toen 'k door een Heer, aanzienlijk en voornaam, Als dienstbaar leergezel werd aangenomen. Wanneer ik naar iets toonbaars in den bundel van Anadair zoek, dan vind ik een redelijk puntdichtje: 'k Maak me geen illusies meer, Zuchtte een zwaarmoedig heer, Toen er hem een was ontnomen. Maar de goede man vergat Dat hij nog de illusie had, 't Leven, zonder, door te komen! Dan vind ik een goede uitdrukking: ...De tijd, die einden doet en leven En zelf oneindig blyft. Dan vind ik iets origineels, al is het niet veel en niet zeer fraai: Wanneer ik in mijn droomen rust, Valt 't zwaar van hen te scheiden .... Als iemand, wien bij vroegen dag Bed uitgaan wordt bevolen, Terwijl hij zoo behaaglijk lag In dekens, warm verscholen. dan vind ik een regel met wat allure: Gaat dan de wijde wereld in, o mijn gedichten! En dan vind ik een regel met gevoel en fan tasie : Mijmrend dwaal ik langs de vele zerken Door een stillen gids, mijn weemoed, voorgegaan. En ik geloof dat ik hiermede Anadair heb ge geven, wat hem toekomt. Cn. M. VAN DEVENTER. 1) Culemborg, Blom en Olivierse. Tolstoï's jongste machtspreuken. Tijdens de kroningsfeesten heeft Tolstoïzich teruggetrokken op zijn landgoed Yasnaya-l'olyana, in de nabijheid van Toula. Daar heeft hem een redacteur der Ne.ue freie 7'rexse opgezocht, en hem eenige confidentien weten te ontlokken. »Ik ben anarchist", zoo verklaarde Tolstoï, »maar geef aan dat woord een verklaring, zoo vreedzaam en philosophisch mogelijk. Ik tracht hervormingen tot stand te brengen, niet door geweld, maar door invloed te oefenen op de meeningen van den dag. Op het oogenblik be studeer ik ijverig de kwestie van het privaat bezit, en de ideeën van Henry George over dit onderwerp schijnen mij zeer verstandig. Ik ben altijd doordrongen van godsdienstig gevoel; ik zou willen, dat er een wereldgodsdienst kwam, een godsdienst, die de verhoudingen der menschen onderling regelde. Trouwens, die godsdienst be staat: het is het primitieve christendom, zooals het door zijn stichter is bedoeld. Wat de politiek betreft, schaar ik mij bij geen der tegenwoordige partyen die Rusland verdeelen. Ik ben cosmopoliet. en het patriotisme schijnt m\j toe, een opvatting te zijn, die door den Christus zou worden veroordeeld De republiekeinen en de sociaal-democraten vertkondigen op dat punt meeningen, die veel minder radicaal en absoluut zijn dan de mijne. En dan, ik ben het geheel eens met de woorden, die onlangs de jonge keizer Nicolaas sprak. Men liet hem de flHlliiilillinunlimiiiimiiMiiiiitiliiMMMlliMliMlilllllluiiiiiiiiiiiiliiiiiiinill aangfmeld, nl.: Lasker. Teichmann. Blackburne, Burn, Mason, Bird, Lee en Tinsley. Uit Amerika hebben zich definitief aangemeld: Steinitz en Pillsbury en ook Col. Showalter wordt verwacht, indien zijn match met Barry hem niet verhindert. Daar 't congres bin nen vier weken moet atloopen, mag 't getal deelne mers 24 niet te boven gaan. 't Congres zal dus ver moedelijk genoodzaakt zijn verschillende sterke spe lers terug te wijzen. Voorts deelt de dokter mede, dat' de lijst der deelnemers op l Juli as. zal worden bekend gtmaakl. De Duitsche Schaakbond zal, om de zwakkere spe lers niet t-^ leur te stellen, dit jaar een Hauptturnier" te Eisenach organiseeren. De heerlrjke natuur aldaar zal zeker veel tot 't succes van dezen wedstrqd bijdragen. Steinitz en Pillsbury hebben, bij wijze van vooroefening voor den grooten strijd te Neurenberg, een vriendschappelijke match ondernomen. De leden dor club te Brooklijn hebben 't voorrecht de worsteling tusschen deze twee titanen van nabij te kunnen gadeslaan. De match te Boston heei't, volgens de laatste ons toegekomen berichten, den volgenden stand bereikt: Showalter K R O l l R l l R l O = 5. Barry 11 R l O O B U O R O l = 2. Kabelwudstrijden, zooals die welke onlangs plaats had tusschen Engeland en N. Amerika, zullen bin nenkort worden georganiseerd tusschen de Ver. Staten versus Duitschland, Oostenrijk en Frankrijk. De uit dagingen gingen van Amerika uit en Duitschland en Frankrijk hebben terstond den handschoen opgenomen. Dr. Tarrasch heeft, met den hem eigenen onderne mingsgeest, op zich genomen de Duitsche team" bijeen te brengen, 't Jongste nummer der Strat gio" weet mede te doelen, dat de kabelmatch tusschen Frankrijk en M.-Amerika in October as. zal plaats vinden. Strategie" meent terecht, dat het moeielijk zal zijn tien schakers, geboren Franschon, bijeen te brengen, die 't ook maar eenigszins tegen spelers als Pillsbury, Showalter, Hodges, Barry, Hymes, enz. zul len kunnen op'.emen. De eenige Fransche spelers, ons van naam bekend, zijn de Itiviere, Goetz (Elzasser van geboorte) en Clerc. Dat de Weener club met zijn he'rieger ste'ke spelers en zijn ondernemeiideu president Von llothsehildt a;ui de uitdaging gevolg zal geven, durven wij als van zelf sprekend aanne men. Indien de Hongaren zich met hun Weener wapenbroeders vereenigen, zullen de Amerikanen 't hard te verantwoorden hebben. De Amerikaansche gezant Uhl, te Berlijn, heeft van zijn regeering op dracht ontvangen niet 't ministerie van buitenl. zaken te Berlijn te onderhandelen over eene directe telegraphiÈche verbinding tusscheii Duitschland en Amerika gedurende den duur van deze schaakmatch. Dat 't schaakspel zelfs de diplomatie belang begint in te boezemen is zeker een verblijdend teeken. In Enj land is 't schaakspel zelfs tot in 't Lagerhuis, waar condite staat der officieren zien. Hy was zeer verbaasd, er de rubriek Godsdienst op te vinden. »Wat beteekent dat," vroeg hij. »De Godsdienst staat in geen enkel opzicht in verband met het gedrag en. de bekwaamheid der officieren." Inhoud van Tijdschriften. Inhoud: Eigen HaardNo. 26, 27 Juni. Uit het Oosten, Kembang, door C. A. (Slot). De asylen Veldzicht en Boschzicht te Apeldoorn, door Dr. L. Knappert (met eene afbeelding). om en bij Oleh-leh (met afbeeldingen). Edam's Museum, door W. J Tuijn (met afbeeldingen naar teekeningen van W. O. J. Nieuwenkamp.) (Slot). Om en in de wellen der nieuwe sluis te IJmbiden, door R. P. J. Tutein Nolthenius (met afbeeldingen). IV. Een motor-rijwiel, door J. H. Salomon (met afbeelding). Feuilleton. Advertentiën. Inhoud van Van Nu en Straks, Xo. III: Alfred Hegenscheidt, Maria-liedje; Jac. Mesnil, De an archistische beweging; August Vermeijlen, Dagen van onmacht; Karel van de Woestijne, Zang van de Lente; Frans Heuvels, Biologie en Geneesheeren der Maatschappij. NIEUWE UITGAVEN. Ontvangen bij de Redactie: G. WAGNER, Eeneoud, Amsterdam, van Holjema A Warendorf. No. 77 van ~Wurerulorf's Norellen-biblïotltcék is :en door Th. Wysman uit het Zweedsch overgearachte schets van GEOKG NORDENSVAN, getiteld: Baronesse lïarüiisky. WILLEM KLOOS, Veertien jaar Litteratuurge schiedenis, Amsterdam, S. L. van Looy en H. "erlings. C. P. BUANDT VAN DOORNE, (schrijver van Tfuiseïilc Leed) Twijfel, Amsterdam, II. J. W. Becht. IIIIIIIIMMIMHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlmlIllllllllllllt 'o/zon bw. llllllllllUimimmimiilllliUltllt Het poortje aan den Heilipweg, De bedoeling van Th. M. met zijn klacht over het nieuwe ijzeren hek in het poortje, is mij niet precies duidelijk. De poort moest blijven staan en dus toegang geven tot de moderne inrichting daarachter. Maar moest nu daarom de zware houten deur, met getralied luik, zware hengsels enz. in n woord: de gevangenisdeur, ook blijven '! Het had gekund, maar dan moest, volgens Th. M., die deur altijd gesloten blijven, anders maskeert zij toch de »overglaasde verandahdoorgang" niet. En hoe komen de bezoekers dan in de inrichting? Of wenscht Th. M. den ouden cipier met zijn ver roeste sleutelbos ook terug, en stelt hij zich voor, dat de zwemlustigen, uit piëteit voor den geest en liet karakter van het poortje zich per »gelen wagen" naar de badinrichting zullen laten vervoeren V Misschien ook had men die hygiënische in richting niet moeten bouwen en was het onge schonden karakter van de gevangenis mér te verkiezen .... nuttiger. JONAS INGENOHL. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiini alle andere spelen verboden zrjn, doorgedrongen. Voor eenige weken liad aldaar een match plaats tusscken acht leden der regeeringspartij en acht der oppositie, waarhij echter al 't talent aan de zijde der liberalen bleek te schuilen. De eerste kampioen van Australiëhoeft opnieuw zijn meerderheid bewezen door 't winnen van een match tegen Hodgson met 7 tegen 1. Volledig overzicht van den wedstrijd te Londen. Teichmann Lee van Vliet Loman Muller Creswell Fenton Bird Dr. Farrow Mortimer Rolland Ingoldsby d c a o J " 0 Qj "S c rr c <5 ^ J " o S T 73 > \ 1 1/2 1/2 0 0 1 0 0 0 l/2 l ; 1'.-, o" i 1 1 '.'S 1 1 1 p: fj OJ 0 1 o S ^ 1 1 1 1 1 1 i !. 0 1 : 1 000 0 Oi 0 0 | 1 'o oi o" 0 0 ]:-2> '/i 0 l;2 0 1 0 ! 0 0 0 1 0 1100 o; o o \'.\ 0 0 0 1 i;^ 0 1 . 0 1 00000 j. 5 l ; i ! i ! i ; o 0 ; 1 1 1 1 0 fe c ?? 1 l'o l" 1 1 1 ! ., o" 1 0 0 0 g c 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 0 B et "o K 1 1 £ tn 13 ^d +j 0 i 0 te E^ 1 '.-, 9 i." 81 . i i s:. i ' i i ; l 0 , 1 0 i i 0 1 1 1 1 1 0 7 6 5! .. 41 o 4 4 4 4 1 Ie prijs R. Teichmann. 2e en 3e prijzen P. J. Lee en L. v. Vliet, 4e prijs 11. J. Lomau. In September a. s. zal in 't schoon gelegen Clifton. in 't westen van Engeland , een groote wedstrijd worden gehouden om 't Eerste Amateur-Kampioen schap van Engeland. Een jeugdig student te Petersburg, Levin, te Kiefl' geboren, heeft in den laatsten tijd herhaaldelijk proe ven gegeven van zijn buitengewonen scbaakaauleg. Hij speelde o. a. in consultatie niet Schillers een match van 6 partijen tegen Tschigorine en prins Sabourof om een prijs door laatstgen. uitgeloot'J. De uitslag was: Levin en Schuiers 4, tegenstanders O, 2 remise, 't Is te hopen dat de heer Ltivin in de gelegenheid zal gesteld worden te Neurenberg zijn reputatie te bevestigen. De jaarl. vergadering en groote wedstrijden van den Ned. Schaakbond zullen op Zondag 26 Juli e. k. te Leiden een aanvang nemen. De match tusschen de beide Voorvechters der Amst. Schaakclub Meiners en den Hertog werd, nadat ieder 3 i/2 winstpunten had behaald, als onbeslist afgebroken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl