Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 993
heffing der monopolies hier! Welk een
dillettantenrommel zijn die afschuwelijke top
zware palen." Dit standpunt is bij de beoor
deeling der gemeente-exploitatie het juiste.
M. a. w. die palen behoeven niet te pleiten
tegen gemeen te-exploitatie op zichzelf, maar
tegen het dilettantisme, dat het »hier" ken
merkt. Zulk een dilettantisme is echter vol
strekt niet onafscheidbaar van gemeente
exploitatie. Rotterdam immers heeft even
als Amsterdam de N. Bell-T. M. den dienst
opgezegd, en richt een gemeentelijke exploitatie
in; alles gaat daar uitstekend en nog dezer
dagen mochten wij lezen, dat de aanleg op
geen bezwaren stuitte, op tijd gereed zou zijn
en niet eens het toegestane bedrag zou vor
deren, terwijl bijna alles verricht was door
gemeentelijke werklieden.
Naar onze meening moet de telefoon rijks
zaak worden, en B. en W., die, nadat tot
den gemeente-aanleg besloten was. zelf ver
klaarden, dat zij binnen betrekkelijk korten
tijd ook Rijkszaak worden zou, hadden den
Raad en der gemente al dat telefoon-ver
driet kunnen besparen; een krachtige aan
drang bij het Rijk om een telefoon-wet en
een op behoorlijke condities toegestane ver
lenging van het contract met de N. B. T. M.
zouden veel gelden moeite hebben uitgewonnen.
Maar ook bij het besluit tot gemeentelijke
exploitatie indien de heer Treub de vele
fouten, die zijn positie in den Raad ten slotte
zelfs onhoudbaar maakten, zoodat hij naar
het professoraat als naar een uitkomst moest
verlangen, niet had begaan, zou de tele
foongeschiedenis »hier" al weinig meer de
aandacht hebben gevraagd, dan die te Rot
terdam.
Twee zaken dient men wel te onderscheiden:
het beleid van den heer Treub als wethouder
van Financiën en van Publieke Werken, en
het beginsel: opheffing der monopolies. Dat
eerste is om zoo te zeggen een afgedane
zaak. Het is voorbij, gelijk zooveel, dat dik
wijls later nog het liefst vergeten wordt door
de persoon in quaestie zelf. Het fiasco met
de forensenbelasting, de mislukte conversie,
het verzuim om tijdig de telefoonquaestie
aan de orde te helpen stellen, het gedoogen
om voor dit verzuim alleen den heer Serrurier
te doen boeten, gevolgd door het overstappen
naar Publieke Werken, het weren van dr.
Blooker in het college van B. en W., en de
geheele telefoon-tragedie met al de groote en
kleine tooneelen, uitloopende, pas twee maan
den geleden, op een dreigement met ontslag,
en eindigende met de gevraagde benoeming
tot professor, waarbij de wethouder zich aan
den strijd onttrekt en zijn opvolger de af
wikkeling van den boedel overlaat goed,
dat alles en zooveel meer is er geweest, men
spreke er niet verder over. Daar is niet n
voorstander van opheffing der monopolies,
die deze taktiek in bescherming zal nemen,
gelijk er ook niet n is, die, zoo het in zijn
macht had gestaan, den wethouder van Finan
ciën tot wethouder van Publieke Werken
zou hebben benoemd. Immers zelfs als wet
houder van Financiën had de heer Treub
getoond een theoreticus te wezen, die zonder
practische kennis eenvoudig doorzette, het
plan dat zijn hoofd had beraamd. Maar nu
deze autoritaire theoreticus, die naar het
scheen van den voorzitter volmacht had ge
kregen om Amsterdam in diens plaats te
regeeren, heengaat, gebruike men ook niet de
onder zijn beheer opgerichte telefoonpaal,
om daarmede het stelsel te deuken, dat door
zijn dilettantisme op zoo treurige wijs in de
telefoonzaak is toegepast; men dringe liever
aan op de verkiezing van een practisch man
tot wethouder van Publieke Werken. Afge
scheiden van al het overige en dat overige
is zeer veel wat hier in aanmerking moet
worden genomen, reeds de samenstelling van
het college van B. en W., uit 5 meesters in
de rechten, zelfs in de rechten buiten praktijk,
moest het kenmerken als een theoretisch
college, waarin een voldoend tegenwicht
van het practisch element ontbrak, en het
practisch element was meer dan ooit onont
beerlijk, nu de gemeente eindelijk tot op
heffing der monopolies, tot het nemen in eigen
beheer van waterleiding, telefoon, gasfabriek
en tram scheen te zullen overgaan. De groote
les, die het wethouderschap van Treub, zoo
wel dat voor Financiën als dat voor Pub. Wer
ken, heeft aangeboden, is, dat men geen
theoretiseerend jurist voor een
bestuursbetrekking moet verkiezen, welke ervaring en zake
lijke kennis, en in elk geval een aanleg voor
het practische vereischt, en dat men dit wel
het allerminste moet doen, wanneer zulk een
theoreticus zijn gemis aan inzicht en zijn
afwezigheid van beleid tracht te vergoeden
met een al te vurige voortvarendheid in het
onberedeneerd doorzetten van zijn persoon
lijken wil. Daarom, dat uit Treubs mislukking
als wethouder iets ten nadeele van gemeente
lijke exploitatie van waterleiding, telefoon, gas
fabriek en tram zou zijn af te leiden, ont
kennen wij ten stelligste, en het doet ons
genoegen, dat wij het Handelsblad zeer duide
lijk onderscheid zien maken tusschen het
sonhandig liefhebberen met de theorie" van
gemeentelijk beheer en dat beheer zelf; het
blad openlijk hooren erkennen, dat »het
dilettanten-geknoei", de «dilettanten-rommel" en
het »dilettanten-gehaspel" op rekening
behooren gesteld te worden van »den
welmeenenden en geleerden heer Treub", »den
onpractischen en onhandigen" man, maar geenszins
mogen beschouwd worden als een noodwendig
gevolg van de door den wethouder voorge
stane theorie. Trouwens, dit was ook te ver
wachten, want juist aan het Handelsblad
mochten wij omstreeks een jaar geleden, een
overzicht ontleenen omtrent het (gemeentelijk
beheer o. a. van de tram te Glasgow en
dat overzicht was een en al een loftuiting
op de uitnemende, voor de burgerij
voordeelige toepassing daar ter stede van datzelfde,
door mr. Treub gelijk ook door ons, verdedigd
denkbeeld. En al ware er niet zulk een voor
beeld van gemeentelijke tram-exploitatie aan
te wijzen, het feit, dat bijna alle gemeenten,
die gasfabrieken in eigen beheer hebben aan
gelegd, daaruit betrekkelijk groote baten trek
ken, bewijst reeds voldoende, dat de theorie
in het algemeen volstrekt niet als afkeurens
waardig, of in strijd met de belangen der
burgerij kan worden genoemd.
Hiermede is natuurlijk nog geenszins gezegd
dat de naasting der A. O. M. op dit oogenblik
voor Amsterdam aanbevelingswaardig zou
zijn. De zaak eischt een nauwkeurig, velerlei
omvattend onderzoek, en na de
telefoonherrie behoeft men allerminst te vreezen, dat
zulk een onderzoek thans ontbreken zal.
* *
*
Dat het in eigen beheer nemen der
tram een zaak is, die overwogen moet worden,
behoeft o. i. geen betoog, daar de grieven
tegen de A. O. M. van teernstigen aard zijn,
om ook niet dit middel tot verbetering van
den toestand te
toetsenlo. is de prijs der ritten, op enkele uitzon
deringen na, buitensporig hoog.
Van het Centraal-station tot den Dam
vier minuten rijden 6J4 cent, zonder kaartje
7i/?cent. In de stad, zoodra men een
overstapkaartje noodig heeft, ook voor het kortste
eind 12 ]4 cent. Wat deze prijs beteekent,
begrijpt men het best als men weet, dat bij
de concessie-aanvrage-Sanders wordt aange
boden een tram-exploitatie, waarbij van het
Paleis op den Dam en van het
Centraalstation men voor 6 % cent ieder punt der
ceintuur en der buitenwijken, en van het
Rembrandtplein af alle punten, gelegen tus
schen het Station van den Staatsspoorweg
en het Haarlemmerplein kan bereiken. Een
prijs dus welke doet denken aan dien in de
buitenlandsche groote steden.
2o. is de exploitatie van de tram het
hangt nauw samen met het bovenstaande,
in geen enkel opzicht ingericht met het oog op
de behoeften van den werkman, gelijk dat
toch in een stad, die zich gaarne wereldstad
noemt, behoorde te geschieden.
3o. heeft, het is natuurlijk, waar de
tram behoort aan eene maatschappij, die zich
tot taak stelt en moet stellen winsten te be
halen de A. O. M. zooveel mogelijk zich
bepaald tot het exploiteeren van, zooals mr.
de Vries het eens schilderachtig uitdrukte,
vette lijnen, met dit gevolg, dat, waar op de
10.000 inwoners Rotterdam 0.77, Den Haag
1.33 kilometer tramweg bezit, Amsterdam
ook na de annexatie van N.-Amstel nog
slechts 0.57 kilom. heeft aan te wijzen.
Nu reeds 15 jaar lang heeft de A. O. M. een
uitbreiding van het tramwegnet, welke in
overeenstemming zou verkeeren met de eischen
van de «wereldstad", tegengehouden; en dit
in zulk een mate, dat we zelfs nog de
verbinding der beide Amsteloevers missen,
welke in het tramplan-Sanders begrepen was!!
We zullen thans zwijgen van andere over
wegingen van tectmischen en van
maatschappelijken aard, die bij een waardeering van
de diensten, door de A. O. M. aan de ge
meente te bewijzen, niet achterwege kunnen
blijven ; de drie genoemde punten zijn zeker
voldoende, om het stellen van de vraag te
wettigen: moet de A. O. M. in het belang
niet van de gemeenteschatkist in de eerste
plaats ? maar vooral in het belang van
alle standen der burgerij, ter bevordering van
den bloei der nieuwe stadsgedeelten, mede
door de verbinding van de stad met de bui
tengemeenten, genaast worden? En de
beantwoording van deze vraag trachte men
zich niet gemakkelijk te maken, door over
de eigenaardigheden van den heer Treub te
redeneeren, of door te wijzen op een uit haar
kracht gegroeide telefoonpaal.
Want al is het, gelijk wij reeds gezegd
hebben, zeer noodig, dat het beheer van
Publieke Werken en van de daartoe
behoorende inrichtingen in de handen van een
een bekwaam, practisch ontwikkeld man ge
steld worden, zoowel de goede exploitatie
van een tram als van een gasfabriek of van
een waterleiding hangt in hoofdzaak af van
een deskundig directeur. En de deskundigen,
in staat om een eenmaal loopende tramweg
exploitatie voor de gemeente voort te zetten,
ontbreken hier te lande noch elders. Het
is niet de -wethouder, die de tram naast, om
haar, als ware zij zijn eigen zaak, te gaan
drijven, de te benoemen directeur zal de
leiding in handen nemen, evenals bij een
gasfabriek, waarom dan ook deze gasfabrie
ken der gemeenten voordeel afwerpen, onder
allerlei slag van Wethouders. Bovendien, de
telefoon-troebelen waren niet alleen het ge
volg van Treubs onpractische geaardheid,
maar ook van zekere karakter-eigenschappen,
waardoor hij, in plaats van vóór de daad tot
kalm overleg uit te noodigen, na het plegen
der handeling een vinnigen strijd deed ont
staan, en dit gevoegd bij de omstandigheid,
dat hij een nieuwe telefoon moest inrichten
met een nieuwen directeur, die ook met dat
soort van werk onbekend was, terwijl wet
houder en directeur te zamen in zenuw
achtige haast werkten om toch op den bepaalden
datum gereed te zijn, ziedaar verklaring
genoeg van den hortenden en stootenden
gang van zaken; zoowel van het planten
der telefoonmasten. als van de opdracht aan
zes particuliere firma's tegelijk, om de leidin
gen binnenshuis aan te leggen, waartoe
onder de vrees van anders te laat te zullen
komen reeds was overgegaan, terwijl nog
met v. Eeghen c. s. onderhandeld werd over
het al of niet opnemen van zeker motief
in het afkeurend rapport der telefoon-com
missie!
Nog eens dus: bij de overweging van de
vraag of de tram gemeentezaak moet worden,
make men onderscheid, gelijk ook het Han
delsblad in zijn artikel van Zondagochtend
deed, tusschen wat het noemt het dilettantisme.
bij den telefoon-aanleg en de theorie van ge
meentelijk beheer. Men keure de telefoonpaal
af zooveel men wil, maar houde de quaestie
van naasting der A. O. M. zuiver. Te groote
belangen zijn bij een richtige, onpartijdige
oplossing van dit vraagstuk gemoeid. Het
bedenkelijk beleid van den heer Treub, maakt
de tekortkomingen jegens de burgerij van
Amsterdam van de met een monopolie ge
zegende A. O. M. niet goed.
De Verkiezingen voor de
Belgische Kamer.
Aanstaanden Zondag, 5 Juli, zullen in Belgi
de periodieke Kamer-verkiezingen plaats heb
ben, die dezen keer buitengewoon belangrijk
zullen zijn.
Zoo als men weet, bestaat de Belgische
Kamer uit 152 leden, van welke de helft
om de twee jaren aftreedt. Dezen keer moeten
in 22 kiesdistricten van de provinciën Ant
werpen, Brabant, West Vlaanderen, Luxem
burg en Namen 77 afgevaardigden worden
verkozen. Daarbij wordt het in 1894 inge
voerde kiesrecht toegepast, dat wel is waar
op den titel »algemeen" kiesrecht aanspraak
kan maken, maar door de complicatie met
dubbele en veelvoudige stemmen een zeer
ongelijk kiesrecht is, terwijl het daarenboven
door de uitsluiting van het beginsel der
evenredige vertegenwoordiging zeer onbillijk
werkt. Wat dit laatste betreft, herinneren
wij alleen, dat bij de algemeene verkiezingen
van 1894 op de clericalen 915,000, op de
liberalen 510,000 en op de socialisten 355,000
stemmen werden uitgebracht, welke cijfers
den clericalen bij evenredige vertegenwoordi
ging aanspraak zouden geven op 78 zetels,
terwijl zij er feitelijk 104 bezitten.
De kiesdistricten, welker afgevaardigden
thans moeten aftreden, zijn voor de eerste
maal door het lot bepaald. En nu doet zich
het zonderlinge verschijnsel voor, dat van de
104 clericalen, 33 socialisten en 15 liberalen
aan de beurt van aftreding zijn 60 clericalen,
l socialist en 10 liberalen. Terwijl dus, in
ronde cijfers, twee derden der clericalen en
twee derden der liberalen de vuurproef der
herkiezingen moeten doorstaan, blijft het door
de socialisten bij de laatste verkiezingen ver
worvene zoo goed als geheel onaangetast.
Dit geeft aan de socialistische partij het
buitengewone voordeel, dat zij overal hare
krachten op den aanval kan concentreeren
in al die districten, voor welke zij nog niet
in de Kamer vertegenwoordigd is.
Vooral te Brussel, waar de clericalen 18
zetels hebben, is het met hunne kansen be
denkelijk gesteld. In '94 werden daar, met
inbegrip van meervoudige stemmen, li)0,000
stemmen uitgebracht, waarvan 92,000 op
clericale, 00,000 op liberale en 38,000 op
socialistische candidaten. Bij de herstem
ming brachten de clericalen het tot 107,000
stemmen, de vereenigde socialisten en libera
len tot 90,000. In de geheele provincie Bra
bant, tot welke de hoofdstad behoort, werden
100,300 stemmen uitgebracht op clericalen,
.105,000 op liberalen en 45,1)00 op socialisten ;
daar stonden dus 100,300 stemmen voor de
regeeringspartij tegenover de 150.500 stem
men, die de oppositie verwierf. De socialis
ten, die voortdurend aan het agiteeren geble
ven zijn, beweren op een aanwas van minstens
40,000 stemmen te kunnen rekenen, in de
onderstelling, dat zij ook thans met de radi
calen zullen samengaan. Bij de eerste stem
ming zal echter die voorspelling zeker niet
worden bewaarheid, omdat de verschillende
partijen en fractiën dan allen met afzonder
lijke candidaten optreden, maar bij de her
stemmingen wachten den clericalen wellicht.
zeer onaangename verrassingen.
Men dient hierbij niet uit het oog te ver
liezen, dat de Belgische clericalen geen vast
aaneengesloten geheel vormen, zooals vroeger.
De regeeringspartij is geputst in conservatieve
Manchester-mannen en Christelijk-sociale de
mocraten, de eersten onder leiding van den
heer Woeste, de laatsten onder aanvoering
van den bekenden abbéDaens. De samen
werking dezer twee fractiën laat veel te
wenschen over, en in dit feit ligt de verkla
ring van de houding door den heer Beernaert,
den clericalen president der Kamer, tegenover
de Belgische doctrinairen of oud-liberalen
aangenomen.
In een onlangs te Brugge gehouden ver
kiezingsrede had de ex-premier niets dan
lof voor de liberalen, die hij voorstelde als
onontbeerlijke steunpilaren voor de staat
kundige en maatschappelijke orde. Zoo lokt
de vogelaar met zoet gefluit; of het
helpen zal ?
Serviëen Montenegro.
De vorst der Zwarte Bergen heeft den
jongen koning Alexander van Serviëeen
bezoek gebracht. Het feit is reeds op zich
zelf merkwaardig, omdat de schoonzoon van
vorst Nikita, Peter Kavageorgewitch, tot
voor korten tijd zijne aanspraken deed gelder
op den Servischen troon en omdat de
Montenegrijnen zich houden voor de eigenlijke
vertegenwoordigers van het Servische ras.
Een weinig pressie van Russische zijde is
echter voldoende geweest om de mededingers,
die elkander tot nu toe met booze blikken
hebben aangekeken, tot warme vrienden te
maken.
Vorst Nikita, die in zijn vrije leven een
poëet is en zelfs een bundel gedichten heeft
uitgegeven, spreekt nu op lyrischen toon tot
koning Alexander. En thans (na de Russi
sche kroningsfeesten) snel ik in uwe armen,
wèlbeminde koning en broeder. Het oude
Servische koninkrijk verviel door oneenigheid.
Onze tegenwoordige plicht is, de lotgevallen
van het Servische volk in eensgezindheid te
leiden."
De Montenegrijnsche vorst spreekt dan
over de gerechtvaardigde aspiratiën der Ver
eenigde Servische natiën, over de welwillend
heid der dierbare broeders in het Noorden,
over de vriendschip met de Bulgaarsche
broeders. Den Sultan zullen deze aspiratiën
en die vriendschap minder bevallen!
Onze teekenaar denkt al aan een huwelijk
tusschen koning Alexander en een der mooie
en jonge Montenegrijnsche prinsesjes. Als
het bij die aspiratiën blijft, zal het
Europeesche concert er niet door van de wijs raken.
tiiiiiiiiiimiiiiiMiiiii
iiiiitimiiiiiiMiiiiiiiiiMmimiiuiiiitumiii
Socialz aana&ua&n
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimi
De uitToeriiiE der Veiligheidswet,
In de artikelen O en 7 van de Veiligheidswet
wordt de bevoegdheid tot het geven van
voorschriften aan bestuurders van fabrieken
en werkplaatsen, betreffende de te nemen
maatregelen in het belang van de veiligheid
der werklieden, nagenoeg geheel gedelegeerd
aan den minister. Zonder het geven dezer
voorschriften zou de geheele wet niet veel
meer dan een wassen neus zijn; tegen het
oogenblik dus, dat de hinderwet werd aan
genomen, en het drietal, dat door deze twee
en de arbeidswet samen wordt gevormd, als
een geheel tot uitvoering zou worden gebracht,
kon men verwachten, dat de heer Van der
Sleijden het koninklijk besluit zou gereed
hebben, dat zijn arbeid zou afdekken. De
minister is in deze met behoedzaamheid te
werk gegaan. Hij heeft een ontwerp-K. B.
opgemaakt, en dat aan de Kamers van
Koophandel ter beoordeeling gezonden. Gun
stig was de indruk, door zijn arbeid gemaakt,
geenszins allerwege. De Rotterdamsche Kamer,
maar vooral de gecombineerde Twentsche
Kamers, blijken van vrees voor de ontworpen
bepalingen vervuld te zijn van een vrees,
die reeds de nijverheid ziet ten gronde gericht
door de zucht, om haar tot de hoogste vol
komenheid te brengen.
Men kan, de bezwaren onzer mjveren lezende
tegen het aan hun kritiek onderworpen ont
werp-K. B., ze nagenoeg allen terugbrengen
tot de principieele; tot bezwaren dus meer
tegen de wet, waarvan dit K. B. slechts een
uitvloeisel zal zijn, dan tegen dit besluit op
zichzelf'. Tegen de techniek van het besluit
zijn geen ernstige bedenkingen gerezen. En
men mag dus de overtuiging voedsel geven,
dat de minister, zonder de argumenten der
genoemde Kamers opzettelijk te verwaarloozen,
toch zich herinneren zal, dat wat hier de
iudustrieelen doen, niet anders is dan
napleiten in een afgedme zaak. De wet schrijft
voor, dat de hoofden of' bestuurders eener
fabriek of' werkplaats zorgen voor het voldoen
van zekere eischen, ten aanzien van de vrije
luchtruimte voor eiken arbeider in verband
met de hoogte der werklokalen ; ten aanzien
van luchtverversching, verlichting, het voor
komen van brand en van ongevallen bij brand;
van kleedkamers, schaf'tlokalen en privaten.
De wet gebiedt, dat de patroon zal bevorderen
de zindelijkheid in zijn f'abriek.en een draaglijke